Fiche beroepsgeheim - Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Fiche beroepsgeheim - Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Fiche beroepsgeheim - Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BEROEPSGEHEIM<br />
Het <strong>beroepsgeheim</strong> komt in het decreet rechtspositie niet expliciet aan bod.<br />
Het wordt wel vermeld in artikel 8 van het decreet betreff<strong>en</strong>de de integrale<br />
jeugdhulp dat stelt dat het <strong>beroepsgeheim</strong> dat wordt voorzi<strong>en</strong> door art. 458<br />
van het Strafwetboek van toepassing is op alle person<strong>en</strong> die meewerk<strong>en</strong> aan<br />
de jeugdhulp zoals die georganiseerd wordt door dit decreet.<br />
10 1
1<br />
inleiding<br />
Aangezi<strong>en</strong> er tal van vrag<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> bij hulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
in het kader van jeugdhulpverl<strong>en</strong>ing werd ervoor gekoz<strong>en</strong> om dit thema<br />
in e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de fiche uit te werk<strong>en</strong>.<br />
Deze fiche zet de belangrijkste principes <strong>en</strong> uitzondering<strong>en</strong> van het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
op e<strong>en</strong> rijtje. Daarnaast wordt ook uitgelegd wat het verschil is tuss<strong>en</strong> het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
<strong>en</strong> de discretieplicht of het ambtsgeheim. T<strong>en</strong> slotte komt ook de specifieke<br />
situatie van minderjarige cliënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ouders uitgebreid aan bod.<br />
Wie meer informatie wil over dit thema, kan die terugvind<strong>en</strong> in het boek van Johan<br />
Put <strong>en</strong> Isabelle Van der Straet<strong>en</strong> ‘Beroepsgeheim <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing’, uitgeverij die Keure,<br />
2005.<br />
2<br />
HeT BeROePSgeHeiM<br />
Beroepsgeheim wordt gewoonlijk omschrev<strong>en</strong> als de geheimhoudingsplicht die van<br />
toepassing is op all<strong>en</strong> die uit hoofde van hun staat of beroep k<strong>en</strong>nis drag<strong>en</strong> van geheim<strong>en</strong><br />
die hun zijn toevertrouwd.<br />
Artikel 458 Strafwetboek<br />
Artikel 458 van het Strafwetboek vormt de basis van het <strong>beroepsgeheim</strong>. Maar het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
is daarnaast nog terug te vind<strong>en</strong> in tal van andere wettelijke bepaling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> deontologische codes.<br />
10 2
aRtIkEl 458 Sw.<br />
G<strong>en</strong>eesher<strong>en</strong>, heelkundig<strong>en</strong>, officier<strong>en</strong> van gezondheid, apothekers,<br />
vroedvrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle andere person<strong>en</strong> die uit hoofde van hun staat of beroep<br />
k<strong>en</strong>nis drag<strong>en</strong> van geheim<strong>en</strong> die hun zijn toevertrouwd <strong>en</strong> deze bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong> het geval dat ze word<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong> om in rechte of voor e<strong>en</strong><br />
parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissie getuig<strong>en</strong>is af te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het<br />
geval dat de wet h<strong>en</strong> verplicht die geheim<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> gestraft<br />
met e<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>isstraf van acht dag<strong>en</strong> tot zes maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geldboete<br />
van honderd tot vijfhonderd euro.<br />
Art. 458 Sw. stelt het bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> van geheim<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> toevertrouwd omwille<br />
van e<strong>en</strong> bepaalde staat of beroep strafbaar. Het gaat hier dus om e<strong>en</strong> zwijgplicht verbond<strong>en</strong><br />
aan e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>srelatie.<br />
3<br />
UiTZOndeRing<strong>en</strong> OP HeT BeROePSgeHeiM<br />
Artikel 458 Strafwetboek voorziet zelf in <strong>en</strong>kele uitzondering<strong>en</strong> op de zwijgplicht die<br />
het invoert. M<strong>en</strong> is niet strafbaar indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> vertrouwelijke informatie bek<strong>en</strong>dmaakt<br />
wanneer m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is aflegt in rechte of voor e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissie,<br />
noch wanneer m<strong>en</strong> bij wet verplicht wordt om die informatie bek<strong>en</strong>d te<br />
mak<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast zijn er nog <strong>en</strong>kele door de rechtsleer <strong>en</strong> rechtspraak erk<strong>en</strong>de uitzondering<strong>en</strong><br />
zoals de verdediging in rechte <strong>en</strong> de noodtoestand. T<strong>en</strong> slotte voert ook artikel<br />
458bis Strafwetboek e<strong>en</strong> uitzondering in die het onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong><br />
mogelijk maakt om het <strong>beroepsgeheim</strong> te doorbrek<strong>en</strong>.<br />
10 3
3.1. getuig<strong>en</strong>is in rechte<br />
Art. 458 Sw. stelt dat iemand niet vervolgd kan word<strong>en</strong> wanneer hij zijn beroeps-<br />
geheim sch<strong>en</strong>dt in het kader van e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is voor e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissie,<br />
e<strong>en</strong> onderzoeksrechter, of e<strong>en</strong> rechter in de rechtbank. In dat geval is er<br />
dus sprake van e<strong>en</strong> spreekrecht. Ditzelfde geldt echter niet wanneer m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is<br />
moet aflegg<strong>en</strong> voor politie of parket. In dat geval mag de hulpverl<strong>en</strong>er zijn <strong>beroepsgeheim</strong><br />
niet doorbrek<strong>en</strong>!<br />
Wanneer m<strong>en</strong> moet getuig<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> rechtbank kan m<strong>en</strong> dus bepaalde vertrouwelijke<br />
informatie bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> maar m<strong>en</strong> is hier zeker niet toe verplicht.<br />
3.2. e<strong>en</strong> wettelijke verplichting<br />
aRtIkEl 929 Ger.W.<br />
Indi<strong>en</strong> de getuige aanvoert dat hij e<strong>en</strong> wettige red<strong>en</strong> heeft om te word<strong>en</strong><br />
ontslag<strong>en</strong> van het aflegg<strong>en</strong> van de eed of het getuig<strong>en</strong>is <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van de<br />
partij<strong>en</strong> vordert dat hij het zal do<strong>en</strong>, beslist de rechter over het tuss<strong>en</strong>geschil.<br />
Als wettige red<strong>en</strong> wordt ondermeer beschouwd het <strong>beroepsgeheim</strong> waarvan<br />
de getuige bewaarder is.<br />
De rechter mag ge<strong>en</strong> veroordeling uitsprek<strong>en</strong> dan na het verweer van de getuige<br />
<strong>en</strong> de toelichting van de partij<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> gehoord.<br />
Verschill<strong>en</strong>de wettelijke bepaling<strong>en</strong> verplicht<strong>en</strong> person<strong>en</strong> om onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong><br />
vertrouwelijke informatie bek<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>. Art. 458 Sw. bepaalt expliciet<br />
dat m<strong>en</strong> niet kan word<strong>en</strong> gestraft wanneer m<strong>en</strong> aan deze verplichting<strong>en</strong> voldoet.<br />
10 4
TeR veRdUidelijking<br />
Enkele voorbeeld<strong>en</strong> van wettelijke bepaling<strong>en</strong> die het bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> van informatie<br />
oplegg<strong>en</strong>:<br />
• Art. 30 van het Wetboek van Strafvordering voert e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e, private aangifteplicht<br />
in: Iedere<strong>en</strong> die getuige is geweest van e<strong>en</strong> aanslag, hetzij teg<strong>en</strong><br />
de op<strong>en</strong>bare veiligheid, hetzij op iemands lev<strong>en</strong> of eig<strong>en</strong>dom, moet dit aangev<strong>en</strong><br />
aan de procureur des Konings;<br />
• Art. 29 van het Wetboek van Strafvordering voert e<strong>en</strong> bijzondere, ambtelijke<br />
aangifteplicht in: Iedere ambt<strong>en</strong>aar die in de uitoef<strong>en</strong>ing van zijn ambt k<strong>en</strong>nis<br />
krijgt van e<strong>en</strong> misdaad of e<strong>en</strong> wanbedrijf, moet dit lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> aan de<br />
procureur des Konings;<br />
OPMERKING: Art. 29 <strong>en</strong> 30 Sv. legg<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> strafsancties op bij niet-melding. In<br />
de rechtsleer wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat het <strong>beroepsgeheim</strong> (dat wel strafrechtelijk<br />
gesanctioneerd wordt) daarom primeert op deze wettelijke verplichting<strong>en</strong>.<br />
(T<strong>en</strong>zij de cliënt het slachtoffer is van het misdrijf.)<br />
Ook het ‘<br />
• schuldig verzuim’ dat ingevoerd werd door art. 422bis van het Strafwetboek<br />
kan iemand onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong> zijn <strong>beroepsgeheim</strong><br />
do<strong>en</strong> doorbrek<strong>en</strong>. Art. 422 Sw. voert immers de verplichting in om hulp te<br />
verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> persoon die in nood verkeert. Wanneer iemand zelf niet<br />
kan help<strong>en</strong>, moet de tuss<strong>en</strong>komst van derd<strong>en</strong> gevraagd word<strong>en</strong>. Hierbij kan<br />
het nodig zijn dat bepaalde vertrouwelijke informatie doorgegev<strong>en</strong> wordt. In<br />
dat geval zal m<strong>en</strong> zijn geheimhoudingsplicht dus moet<strong>en</strong> afweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de<br />
noodzaak van het afw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onmiddellijk groot gevaar.<br />
3.3. eig<strong>en</strong> verdediging in rechte<br />
Wanneer e<strong>en</strong> persoon gebond<strong>en</strong> is door het <strong>beroepsgeheim</strong> <strong>en</strong> zich voor de rechtbank<br />
moet verdedig<strong>en</strong>, mag hij ev<strong>en</strong>tueel zijn <strong>beroepsgeheim</strong> doorbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepaalde<br />
vertrouwelijke informatie bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> die hem kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij zijn verweer.<br />
10 5
3.4. de noodtoestand<br />
De noodtoestand is e<strong>en</strong> door de rechtspraak ontwikkelde rechtvaardigheidsgrond.<br />
Dit houdt in dat het strafbaar karakter van de gestelde handeling, hier de sch<strong>en</strong>ding<br />
van het <strong>beroepsgeheim</strong>, verdwijnt <strong>en</strong> er dus ge<strong>en</strong> sprake meer is van e<strong>en</strong> misdrijf.<br />
Onder e<strong>en</strong> noodtoestand verstaat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> situatie waarin het overtred<strong>en</strong> van strafrechtelijke<br />
bepaling<strong>en</strong> het <strong>en</strong>ige middel is om andere, meer belangrijke, door de wet<br />
erk<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> of belang<strong>en</strong> (= rechtsgoeder<strong>en</strong>) te vrijwar<strong>en</strong>. Om van e<strong>en</strong> noodtoestand<br />
te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>, moet aan e<strong>en</strong> aantal voorwaard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voldaan. T<strong>en</strong><br />
eerste moet er e<strong>en</strong> daadwerkelijk <strong>en</strong> onmiddellijk gevaar dreig<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede moet<br />
het belang of de waarde die m<strong>en</strong> wil bescherm<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s van gelijke waarde zijn<br />
dan het belang of de waarde uit de bepaling die m<strong>en</strong> wil sch<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. En t<strong>en</strong>slotte, moet<br />
het doorbrek<strong>en</strong> van het <strong>beroepsgeheim</strong> de <strong>en</strong>ige mogelijkheid zijn om het gevaar af<br />
te w<strong>en</strong>tel<strong>en</strong>.<br />
TeR veRdUidelijking<br />
Wanneer e<strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>jarige jong<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er laat wet<strong>en</strong> dat hij van plan<br />
is om zich later op de dag van het lev<strong>en</strong> te berov<strong>en</strong>, kan de hulpverl<strong>en</strong>er zijn<br />
<strong>beroepsgeheim</strong> doorbrek<strong>en</strong> om dit te prober<strong>en</strong> verhinder<strong>en</strong>. (In de veronderstelling<br />
dat de hulpverl<strong>en</strong>er de zelfmoordplann<strong>en</strong> van de jonger<strong>en</strong> zeer waarschijnlijk<br />
acht <strong>en</strong> het niet ervaart als e<strong>en</strong> noodkreet tot aandacht.) Er is in dat<br />
geval sprake van e<strong>en</strong> daadwerkelijk, acuut gevaar. De bescherming van het lev<strong>en</strong><br />
van de jong<strong>en</strong> is in dat geval e<strong>en</strong> hoger rechtsgoed dan het bewar<strong>en</strong> van<br />
het <strong>beroepsgeheim</strong>.<br />
Let wel het inroep<strong>en</strong> van de noodtoestand om de sch<strong>en</strong>ding van het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
te rechtvaardig<strong>en</strong> wordt slechts uitzonderlijk aanvaard. Er moet hierbij steeds sprake<br />
zijn van e<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> acute gevaarssituatie die het noodzakelijk maakt om bepaalde<br />
vertrouwelijke informatie bek<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>.<br />
10 6
3.5. Artikel 458bis Strafwetboek<br />
Art. 458bis Sw. voert de mogelijkheid in om het <strong>beroepsgeheim</strong> te doorbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
procureur des Konings in te licht<strong>en</strong> wanneer bepaalde misdrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gepleegd<br />
op e<strong>en</strong> minderjarige. Het gaat hier in het bijzonder om bepaalde situaties van kindermishandeling<br />
<strong>en</strong> kindermisbruik. Daarnaast moet<strong>en</strong> 3 voorwaard<strong>en</strong> tegelijk vervuld<br />
zijn:<br />
aRtIkEl 458bis Sw.<br />
E<strong>en</strong>ieder die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheim<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hierdoor k<strong>en</strong>nis heeft van e<strong>en</strong> misdrijf zoals omschrev<strong>en</strong> in de artikel<strong>en</strong> 372<br />
tot 377 (aanranding <strong>en</strong> verkrachting), 392 tot 394, 396 tot 405ter (opzettelijk<br />
dod<strong>en</strong> <strong>en</strong> opzettelijk toebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van lichamelijk letsel), 409 (verminking van de<br />
g<strong>en</strong>italiën), 423 (verlat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minderjarige), 425 (onthoud<strong>en</strong> van voedsel<br />
<strong>en</strong> verzorging) <strong>en</strong> 426 (nalatigheid) , gepleegd op e<strong>en</strong> minderjarige kan,<br />
onverminderd de verplichting<strong>en</strong> hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf<br />
ter k<strong>en</strong>nis br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de procureur des Konings, op voorwaarde dat hij het<br />
slachtoffer heeft onderzocht of door het slachtoffer in vertrouw<strong>en</strong> werd<br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, er e<strong>en</strong> ernstig <strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>d gevaar bestaat voor de psychische of<br />
fysieke integriteit van de betrokk<strong>en</strong>e <strong>en</strong> hij deze integriteit zelf of met hulp van<br />
ander<strong>en</strong> niet kan bescherm<strong>en</strong>.<br />
1. m<strong>en</strong> moet het minderjarige slachtoffer zelf onderzocht hebb<strong>en</strong>, of door de<br />
minderjarige in vertrouw<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn;<br />
2. er moet e<strong>en</strong> ernstig <strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>d gevaar bestaan voor de psychische of fysieke<br />
integriteit van de betrokk<strong>en</strong> minderjarige;<br />
3. m<strong>en</strong> mag niet in staat zijn om deze integriteit zelf of met hulp van ander<strong>en</strong><br />
te bescherm<strong>en</strong>.<br />
Art. 458bis Sw. voorziet in e<strong>en</strong> spreekrecht <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> spreekplicht. Het laat toe dat m<strong>en</strong><br />
zijn <strong>beroepsgeheim</strong> doorbreekt <strong>en</strong> bv. de procureur des Konings verwittigt maar m<strong>en</strong><br />
is dit niet verplicht.<br />
10 7
TiPS<br />
Het blijft in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de hulpverl<strong>en</strong>er om<br />
e<strong>en</strong> oplossing te zoek<strong>en</strong> voor de gevaarssituatie waarin de minderjarige zich<br />
bevindt. Hij kan ev<strong>en</strong>tueel wel gebruik mak<strong>en</strong> van het gedeeld of gezam<strong>en</strong>lijk<br />
<strong>beroepsgeheim</strong> om andere hulpverl<strong>en</strong>ers in te schakel<strong>en</strong> die beter geschikt zijn<br />
om op te tred<strong>en</strong> in de concrete situatie. Pas wanneer m<strong>en</strong> zelf of met hulp van<br />
ander<strong>en</strong> er niet in slaagt om de integriteit van de minderjarige te bescherm<strong>en</strong><br />
mag m<strong>en</strong> zijn <strong>beroepsgeheim</strong> doorbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar de procureur stapp<strong>en</strong>.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> huisarts bijvoorbeeld e<strong>en</strong> situatie van kindermishandeling vaststelt<br />
bij één van zijn minderjarige patiënt<strong>en</strong> zal die gewoonlijk het ‘Vertrouw<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>trum<br />
Kindermishandeling’ contacter<strong>en</strong> om de situatie op te volg<strong>en</strong>. Pas<br />
wanneer noch de huisarts, noch het Vertrouw<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>trum Kindermishandeling<br />
de veiligheid van de betrokk<strong>en</strong> patiënt kunn<strong>en</strong> verzeker<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> zij contact<br />
opnem<strong>en</strong> met de procureur des Konings.<br />
10 8
4<br />
SCH<strong>en</strong>ding vAn HeT BeROePSgeHeiM<br />
Het sch<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van het <strong>beroepsgeheim</strong> voorzi<strong>en</strong> door art. 458 Sw., buit<strong>en</strong> de door de<br />
wet toegestane gevall<strong>en</strong>, maakt e<strong>en</strong> misdrijf uit. Om strafbaar te zijn, moet<strong>en</strong> drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
bewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />
• de bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> geheim aan derd<strong>en</strong>.<br />
• het moet gaan om e<strong>en</strong> geheim dat toevertrouwd werd in het kader van iemands<br />
staat of beroep.<br />
• de bek<strong>en</strong>dmaking van het geheim moet opzettelijk gebeurd zijn.<br />
Om sprake te zijn van e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van het <strong>beroepsgeheim</strong>, moet er dus niet noodzakelijk<br />
schade berokk<strong>en</strong>d zijn aan deg<strong>en</strong>e teg<strong>en</strong>over wie het <strong>beroepsgeheim</strong> geldt.<br />
4.1. de bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> geheim aan derd<strong>en</strong><br />
De informatie die e<strong>en</strong> cliënt toevertrouwt aan e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er mag niet doorgegev<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> aan derd<strong>en</strong>. Het speelt hierbij ge<strong>en</strong> rol aan hoeveel person<strong>en</strong> (één persoon<br />
of e<strong>en</strong> grote groep person<strong>en</strong>) m<strong>en</strong> de informatie doorgeeft, of op welke manier<br />
de informatie bek<strong>en</strong>d gemaakt wordt (mondeling, kopie, lat<strong>en</strong> ‘meelez<strong>en</strong>’, …)<br />
TiPS<br />
Ook het <strong>en</strong>kel ‘bevestig<strong>en</strong>’ van e<strong>en</strong> reeds gek<strong>en</strong>d feit is e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van het<br />
<strong>beroepsgeheim</strong>.<br />
Aan wie m<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s doorgeeft, speelt wel e<strong>en</strong> rol. De uitwisseling van vertrouwelijke<br />
gegev<strong>en</strong>s met bepaalde person<strong>en</strong> wordt in bepaalde situaties immers toch niet<br />
als e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van het <strong>beroepsgeheim</strong> beschouwd. Deze person<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of situaties<br />
zett<strong>en</strong> we hier op e<strong>en</strong> rijtje:<br />
• Het spreekt voor zich dat het <strong>beroepsgeheim</strong> niet geldt t.o.v. de persoon<br />
die het geheim toevertrouwde. M<strong>en</strong> kan zich dus niet beroep<strong>en</strong> op het<br />
<strong>beroepsgeheim</strong> om bepaalde informatie te verzwijg<strong>en</strong> voor de cliënt zelf.<br />
10 9
Achterhoud<strong>en</strong> van bepaalde informatie kan nochtans in bepaalde omstandighed<strong>en</strong><br />
wel in het belang van de cliënt zijn. Bijvoorbeeld wanneer e<strong>en</strong> arts<br />
e<strong>en</strong> diagnose stelt bij zijn patiënt waarvan de arts me<strong>en</strong>t dat het onmiddellijk<br />
doorgev<strong>en</strong> van deze diagnose te belast<strong>en</strong>d zou zijn voor de patiënt<br />
zijn psychische gezondheid. De arts beroept zich in dat geval niet op zijn<br />
<strong>beroepsgeheim</strong> om de schadelijke informatie (tijdelijk) te verzwijg<strong>en</strong> maar<br />
ev<strong>en</strong>tueel wel op e<strong>en</strong> therapeutische of agogische exceptie (cf. regels m.b.t.<br />
het ‘dossier’).<br />
• Er wordt in de praktijk aanvaard dat bepaalde informatie doorgegev<strong>en</strong><br />
wordt aan andere hulpverl<strong>en</strong>ers die ook door het <strong>beroepsgeheim</strong> gebond<strong>en</strong><br />
zijn. M<strong>en</strong> spreekt dan van het ‘gedeeld <strong>beroepsgeheim</strong>’. Gedeeld <strong>beroepsgeheim</strong><br />
is <strong>en</strong>kel mogelijk als de gegev<strong>en</strong>suitwisseling plaats vindt tuss<strong>en</strong><br />
person<strong>en</strong> die all<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> zijn door het <strong>beroepsgeheim</strong> én die allemaal<br />
met dezelfde finaliteit betrokk<strong>en</strong> zijn bij de hulpverl<strong>en</strong>ing aan e<strong>en</strong> welbepaalde<br />
cliënt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mag <strong>en</strong>kel informatie die noodzakelijk is voor de<br />
continuïteit of de kwaliteit van de hulpverl<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong>.<br />
(Gesteund op e<strong>en</strong> ‘need to know’ basis <strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> ‘nice to know’.) Deze<br />
gegev<strong>en</strong>suitwisseling moet uiteraard steeds gebeur<strong>en</strong> in het belang van<br />
de cliënt. T<strong>en</strong> slotte moet er steeds getracht word<strong>en</strong> om hiervoor op voorhand<br />
de toestemming van de cliënt te verkrijg<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dat niet mogelijk<br />
is, moet de cliënt t<strong>en</strong> minste geïnformeerd word<strong>en</strong> over het voornem<strong>en</strong> om<br />
bepaalde informatie door te gev<strong>en</strong> of te besprek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> derde persoon.<br />
Het criterium van ‘noodzakelijke’ informatie is vaak nogal str<strong>en</strong>g wanneer hulpverl<strong>en</strong>ers<br />
van e<strong>en</strong>zelfde team e<strong>en</strong> bepaalde hulpverl<strong>en</strong>ingssituatie besprek<strong>en</strong>.<br />
In de rechtsleer werd daarom het concept ‘gezam<strong>en</strong>lijk <strong>beroepsgeheim</strong>’<br />
ontwikkeld. Er is sprake van e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk <strong>beroepsgeheim</strong> wanneer hulpverl<strong>en</strong>ers<br />
binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zelfde team bepaalde ‘relevante’ informatie doorgev<strong>en</strong><br />
aan elkaar. Alle andere voorwaard<strong>en</strong> die geld<strong>en</strong> voor gedeeld <strong>beroepsgeheim</strong><br />
(gebond<strong>en</strong> door <strong>beroepsgeheim</strong>, dezelfde hulpverl<strong>en</strong>ingscontext, in het belang<br />
van de cliënt <strong>en</strong> geïnformeerde cliënt) blijv<strong>en</strong> ook hier van toepassing.<br />
TiPS<br />
Het respecter<strong>en</strong> van het <strong>beroepsgeheim</strong> is <strong>en</strong> blijft e<strong>en</strong> individuele verplichting!<br />
Bij gedeeld of gezam<strong>en</strong>lijk <strong>beroepsgeheim</strong> gaat het over het del<strong>en</strong> van informatie,<br />
niet over het del<strong>en</strong> van <strong>beroepsgeheim</strong>. Het uitwissel<strong>en</strong> van vertrouwe-<br />
1010
lijke gegev<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers is dus ge<strong>en</strong> verplichting <strong>en</strong> er moet steeds<br />
zorgvuldig mee omgesprong<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het gedeeld of gezam<strong>en</strong>lijk <strong>beroepsgeheim</strong><br />
mag daarom zeker ge<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong> tot het spontaan doorgev<strong>en</strong><br />
van alle belangrijke persoonsgegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> cliënt tuss<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers.<br />
Na overleg rond deze materie schreef het JAC- Leuv<strong>en</strong> bijvoorbeeld andere<br />
jeugdhulpactor<strong>en</strong> in haar regio aan met de vraag om ge<strong>en</strong> vertrouwelijke informatie<br />
over cliënt<strong>en</strong> meer door te spel<strong>en</strong> t<strong>en</strong>zij via de cliënt zelf.<br />
• Het <strong>beroepsgeheim</strong> geldt in principe teg<strong>en</strong>over iedere<strong>en</strong>, dus ook teg<strong>en</strong>over<br />
leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (werkgevers, hiërarchisch overst<strong>en</strong>,…). Wanneer de<br />
leidinggev<strong>en</strong>de echter meewerkt aan de hulpverl<strong>en</strong>ing, kan m<strong>en</strong> door toepassing<br />
van het gedeeld of gezam<strong>en</strong>lijk <strong>beroepsgeheim</strong> bepaalde noodzakelijke<br />
of nuttige informatie uitwissel<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> bepaalde vertrouwelijke<br />
gegev<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong>tueel ook doorgegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
wanneer dit noodzakelijk is voor de uitoef<strong>en</strong>ing van hun verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />
inzake toezicht <strong>en</strong>/of coördinatie.<br />
• In e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingssituatie is de cliënt meestal ge<strong>en</strong> geïsoleerd wez<strong>en</strong>. Hij<br />
is lid van e<strong>en</strong> gezin, van e<strong>en</strong> sociaal netwerk. Hierdoor rijst soms de vraag<br />
of hulpverl<strong>en</strong>ers informatie mog<strong>en</strong> doorgev<strong>en</strong> aan zijn naastbestaand<strong>en</strong>,<br />
of aan zijn vertrouw<strong>en</strong>spersoon. In principe kan dit echter niet. Uitzonderlijk<br />
wordt wel aanvaard dat bepaalde informatie toch wordt doorgev<strong>en</strong> mét<br />
toestemming van de cliënt (of van de wettelijke verteg<strong>en</strong>woordiger bv. in<br />
geval van coma, dem<strong>en</strong>tie, …). Ook de noodtoestand kan ev<strong>en</strong>tueel verantwoord<strong>en</strong><br />
dat m<strong>en</strong> bepaalde informatie bek<strong>en</strong>d maakt aan naastbestaand<strong>en</strong><br />
of vertrouw<strong>en</strong>sperson<strong>en</strong>.<br />
• En hoe zit het met wettelijke verteg<strong>en</strong>woordigers van e<strong>en</strong> minderjarige?<br />
Mag informatie doorgespeeld word<strong>en</strong> aan de ouders van e<strong>en</strong> minderjarige<br />
cliënt? Of geldt het <strong>beroepsgeheim</strong> ook teg<strong>en</strong>over h<strong>en</strong>? Als uitgangspunt<br />
geldt dat alle minderjarig<strong>en</strong>, ongeacht hun leeftijd of bekwaamheid, recht<br />
hebb<strong>en</strong> op privacy (cf. art. 16 Internationaal Verdrag inzake de Recht<strong>en</strong> van<br />
het Kind) <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vertrouwelijke behandeling van persoonlijke gegev<strong>en</strong>s,<br />
zelfs teg<strong>en</strong>over hun ouders. Het <strong>beroepsgeheim</strong> geldt dus in principe ook<br />
t.a.v. de ouders van minderjarige cliënt<strong>en</strong>!<br />
1011
Enkel ouders van e<strong>en</strong> onbekwame minderjarige, kunn<strong>en</strong> hun ouderlijk gezag<br />
inroep<strong>en</strong> om (ev<strong>en</strong>tueel) k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van bepaalde door de minderjarige<br />
aan de hulpverl<strong>en</strong>er toevertrouwde gegev<strong>en</strong>s, <strong>en</strong> dit met het oog op het<br />
nem<strong>en</strong> van belangrijke opvoedingsbeslissing<strong>en</strong> in het belang van hun minderjarig<br />
kind.<br />
Bekwame minderjarig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelf beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> over hun persoon.<br />
Ouders moet<strong>en</strong> deze beslissing<strong>en</strong> niet meer in hun plaats nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> verliez<strong>en</strong><br />
daardoor het recht om k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van de vertrouwelijke informatie die<br />
hun kinder<strong>en</strong> doorgav<strong>en</strong> aan hulpverl<strong>en</strong>ers.<br />
4.2. e<strong>en</strong> geheim dat toevertrouwd werd in het kader van iemands staat<br />
of beroep<br />
Artikel 458 Strafwetboek somt expliciet <strong>en</strong>kele beroep<strong>en</strong> op waarvoor het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
geldt. Verder onderwerpt art. 458 Sw. ook alle person<strong>en</strong> die uit hoofde van hun<br />
staat of beroep k<strong>en</strong>nis drag<strong>en</strong> van geheim<strong>en</strong>, aan het <strong>beroepsgeheim</strong>.<br />
Door de ruime maar tegelijk ook bijzonder vage formulering van art. 458 Sw. is de<br />
exacte draagwijdte ervan onzeker. Daarom beperkte het Hof van Cassatie de toepassing<br />
van art. 458 Sw. tot die person<strong>en</strong> die in het kader van hun staat of beroep als<br />
noodzakelijke vertrouw<strong>en</strong>sfigur<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oodzaakt zijn om<br />
zich tot h<strong>en</strong> te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> hun beroep of missie, én om h<strong>en</strong> in vertrouw<strong>en</strong> te<br />
nem<strong>en</strong>.<br />
TeR veRdUidelijking<br />
Ondersteun<strong>en</strong>de <strong>en</strong> administratieve personeelsled<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> noodzakelijke<br />
vertrouw<strong>en</strong>sperson<strong>en</strong> in de zin van art. 458 Sw. Zij zijn dus in principe niet onderworp<strong>en</strong><br />
aan het <strong>beroepsgeheim</strong>.<br />
Zij kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel wel onderworp<strong>en</strong> zijn aan de discretieplicht. Voor meer<br />
info over de discretieplicht zie verder ‘4. Onderscheid met de discretieplicht <strong>en</strong>/<br />
of ambtsgeheim’.<br />
Op de secretaresse van e<strong>en</strong> psychiater is het <strong>beroepsgeheim</strong> bijvoorbeeld niet<br />
van toepassing.<br />
1012
Het <strong>beroepsgeheim</strong> is <strong>en</strong>kel van toepassing binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de hulpverl<strong>en</strong>ingsrelatie<br />
<strong>en</strong> dus niet wanneer iemand op e<strong>en</strong> toevallige wijze of buit<strong>en</strong> elk verband met<br />
zijn beroep of staat k<strong>en</strong>nis krijgt van e<strong>en</strong> geheim.<br />
De geheimhoudingsplicht slaat niet <strong>en</strong>kel op alles wat verteld wordt door de cliënt<br />
maar op alles wat vertrouwelijk is <strong>en</strong> in kader van de uitoef<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> staat of beroep<br />
vernom<strong>en</strong> of vastgesteld werd. (Feit<strong>en</strong>, gedraging<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, uitlating<strong>en</strong>…)<br />
4.3. de bek<strong>en</strong>dmaking moet opzettelijk gebeurd zijn<br />
Hierbij is niet vereist dat het de bedoeling was om schade te berokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Er is sprake<br />
van opzet wanneer de hulpverl<strong>en</strong>er wist dat hij onder het <strong>beroepsgeheim</strong> viel <strong>en</strong> toch,<br />
zonder dwang, bepaalde vertrouwelijke informatie bek<strong>en</strong>dmaakte.<br />
TeR veRdUidelijking<br />
Wanneer informatie bek<strong>en</strong>d raakt of op<strong>en</strong>baar gemaakt wordt door onvoorzichtigheid<br />
of overmacht, is er ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van het <strong>beroepsgeheim</strong>.<br />
Wanneer e<strong>en</strong> boek<strong>en</strong>tas gestol<strong>en</strong> wordt met daarin vertrouwelijke<br />
gegev<strong>en</strong>s over cliënt<strong>en</strong>, of wanneer vertrouwelijke, digitale informatie verspreid<br />
wordt door e<strong>en</strong> computervirus… is er bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> sprake van het opzettelijk<br />
bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> van vertrouwelijke informatie.<br />
1013
5<br />
OndeRSCHeid MeT de diSCReTiePliCHT <strong>en</strong>/OF AMBTSgeHeiM<br />
De discretieplicht wordt in de rechtsleer omschrev<strong>en</strong> als de verplichting om bij het<br />
uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ambt of functie ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s vrij te gev<strong>en</strong> aan ander<strong>en</strong> dan<br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die gerechtigd zijn er k<strong>en</strong>nis van te nem<strong>en</strong>.<br />
In het kader van de goede werking van de di<strong>en</strong>st of onderneming, moet bepaalde<br />
informatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgewisseld tuss<strong>en</strong> collega’s <strong>en</strong> t.a.v. de leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />
Maar deze informatie mag niet vrijgegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan derd<strong>en</strong> die niet gerechtigd<br />
zijn er k<strong>en</strong>nis van te nem<strong>en</strong>. De houder van e<strong>en</strong> discretieplicht moet dus discreet <strong>en</strong><br />
omzichtig omgaan met verkreg<strong>en</strong> informatie t.a.v. derd<strong>en</strong> maar kan wel ge<strong>en</strong> zwijgrecht<br />
of zwijgplicht inroep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over zijn leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>/overst<strong>en</strong> of collega’s.<br />
De discretieplicht is ontwikkeld in het belang van de werking van de di<strong>en</strong>st of onderneming.<br />
En niet in het algeme<strong>en</strong> belang. Daarom wordt e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de discretieplicht<br />
niet strafrechtelijk gesanctioneerd, zoals dit wel het geval is bij art. 458 Sw. Er<br />
wordt <strong>en</strong>kel in tuchtsancties, zoals bvb. e<strong>en</strong> schorsing of zelfs ontslag, voorzi<strong>en</strong>.<br />
TeR veRdUidelijking<br />
Hulpverl<strong>en</strong>ers zijn vaak zowel onderworp<strong>en</strong> aan de discretieplicht, als werknemer<br />
of ambt<strong>en</strong>aar, als aan het <strong>beroepsgeheim</strong> door toepassing van art. 458 Sw.<br />
De discretieplicht is van toepassing op person<strong>en</strong> die in het kader van hun di<strong>en</strong>stverband<br />
k<strong>en</strong>nis krijg<strong>en</strong> van bepaalde, soms vertrouwelijke, informatie maar die niet<br />
optred<strong>en</strong> als noodzakelijke vertrouw<strong>en</strong>sfigur<strong>en</strong>. De informatie wordt h<strong>en</strong> dus niet<br />
toevertrouwd t<strong>en</strong> persoonlijke titel maar in naam van de di<strong>en</strong>st waarvoor zij werk<strong>en</strong><br />
waardoor het <strong>beroepsgeheim</strong> niet op h<strong>en</strong> van toepassing is.<br />
Artikel 17 van de Arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>wet voorziet expliciet in de discretieplicht<br />
voor werknemers. Op ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> rust e<strong>en</strong> ambtelijke discretieplicht, kortweg ambtsgeheim.<br />
Wanneer dit niet voorzi<strong>en</strong> wordt in specifieke, vaak sectorale, regelgeving,<br />
wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat dit e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> beginsel van op<strong>en</strong>bare ambt is.<br />
1014
We gaan dieper in op de situatie van personeelsled<strong>en</strong> uit de onderwijssector vanwege<br />
het belang van deze materie in de betrokk<strong>en</strong> sector.<br />
Voor wat betreft de medewerkers van e<strong>en</strong> CLB is de situatie duidelijk. Alle<br />
led<strong>en</strong> van het multidisciplinaire team zijn onderworp<strong>en</strong> aan het <strong>beroepsgeheim</strong>.<br />
Dit vanwege de toepassing van art. 458 Sw. in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />
art. 11 van het CLB-Decreet <strong>en</strong> art. 8 van het kaderdecreet van de integrale<br />
jeugdhulp in het bijzonder.<br />
Schol<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Onderwijspersoneel is<br />
daarom in principe niet gebond<strong>en</strong> door het <strong>beroepsgeheim</strong>. Deze personeelsled<strong>en</strong><br />
vall<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de toepasselijke regelgeving <strong>en</strong>kel onder het ambtsgeheim/discretieplicht.<br />
Het onderwijspersoneel zal daarom ge<strong>en</strong> zwijgrecht<br />
kunn<strong>en</strong> inroep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zijn leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>/overst<strong>en</strong> of zijn collega’s. En kan<br />
bijgevolg ge<strong>en</strong> echte geheimhouding belov<strong>en</strong> aan leerling<strong>en</strong> (<strong>en</strong>/of ouders).<br />
Ook vertrouw<strong>en</strong>sleerkracht<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s de huidige wetgeving, rechtsleer<br />
of rechtspraak niet gebond<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> <strong>beroepsgeheim</strong>. Zij vall<strong>en</strong> net als het<br />
overig onderwijspersoneel onder de discretieplicht. Dit betek<strong>en</strong>t dat ook zij,<br />
ondanks hun titel, ge<strong>en</strong> geheimhouding kunn<strong>en</strong> belov<strong>en</strong> aan de leerling<strong>en</strong><br />
die h<strong>en</strong> in vertrouw<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> bijzondere situatie is deze van onderwijspersoneel dat optreedt als bijstandspersoon<br />
zoals voorzi<strong>en</strong> in art. 24 van het decreet rechtspositie. Deze<br />
bijstandspersoon valt wel degelijk onder het <strong>beroepsgeheim</strong> van art. 458 Sw.<br />
maar <strong>en</strong>kel voor wat betreft die informatie die door de minderjarige werd<br />
toevertrouwd in het kader van zijn optred<strong>en</strong> als bijstandspersoon. Voor wat<br />
betreft informatie waarvan deze persoon k<strong>en</strong>nis krijgt buit<strong>en</strong> zijn opdracht als<br />
bijstandspersoon geldt de geheimhoudingplicht niet.<br />
TiPS<br />
Aangezi<strong>en</strong> de titel ‘vertrouw<strong>en</strong>sleerkracht’ misleid<strong>en</strong>d is, zoud<strong>en</strong> deze leerkracht<strong>en</strong><br />
er extra moet<strong>en</strong> op lett<strong>en</strong> om leerling<strong>en</strong> te informer<strong>en</strong> over hun opdracht.<br />
Leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er van bij het begin van het gesprek op gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat<br />
e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>sleerkracht ge<strong>en</strong> <strong>beroepsgeheim</strong> heeft. En dat er ge<strong>en</strong> geheimhoudingsplicht<br />
bestaat t.a.v. wat zij h<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong>.<br />
1015
E<strong>en</strong> hekel punt is de gegev<strong>en</strong>suitwisseling van het CLB naar de school.<br />
In principe kan ge<strong>en</strong> vertrouwelijke informatie doorgev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />
CLB-medewerker die gebond<strong>en</strong> is door het <strong>beroepsgeheim</strong>, aan onderwijspersoneel<br />
dat niet gebond<strong>en</strong> is door het <strong>beroepsgeheim</strong>. Maar zoals eerder<br />
reeds toegelicht werd, kunn<strong>en</strong> wettelijke bepaling<strong>en</strong> het uitwissel<strong>en</strong> van vertrouwelijke<br />
informatie die onder de geheimhoudingsplicht valt, wel toelat<strong>en</strong><br />
of zelfs verplicht<strong>en</strong> (zie 2.2.)<br />
In die zin lat<strong>en</strong> artikel 36 CLB-decreet <strong>en</strong> artikel 9 CLB-Besluit toe dat het CLB<br />
relevante informatie doorgeeft aan de school. Datzelfde Besluitsartikel stelt<br />
bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat het CLB ook aan ander<strong>en</strong> dan de school informatie mag doorgev<strong>en</strong>,<br />
maar dit <strong>en</strong>kel mét toestemming van de minderjarige wanneer die 14<br />
jaar of ouder is, of die van zijn ouders wanneer hij jonger is.<br />
Omdat er echter sprake is van ‘relevantie informatie-uitwisseling’, wat e<strong>en</strong><br />
ruime <strong>en</strong> vage omschrijving is, is het aan te rad<strong>en</strong> om zich, zeker als geheimplichtige,<br />
zorgvuldig <strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>d op te stell<strong>en</strong>. Het lijkt gepast om pas<br />
gegev<strong>en</strong>s uit te wissel<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> dit echt nodig is, waarbij de aard <strong>en</strong> de hoeveelheid<br />
van de uitgewisselde gegev<strong>en</strong>s in verhouding staan tot de noodzaak<br />
(cf. need to know versus nice to know).<br />
Ook de gegev<strong>en</strong>suitwisseling van de school naar het CLB is niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d.<br />
CLB-medewerkers zijn vreemd aan het ambt van onderwijspersoneel.<br />
Leerkracht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich dus op hun ambtsgeheim of discretieplicht<br />
beroep<strong>en</strong> om <strong>en</strong>kel die informatie die voldo<strong>en</strong>de relevant is door te gev<strong>en</strong><br />
aan het CLB. (Ook hier is de grondslag van de informatie-uitwisseling terug te<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> op artikel 36 CLB-decreet.)<br />
TeR veRdUidelijking<br />
verschilpunt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de discretieplicht <strong>en</strong> het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
discretieplicht of ambtsgeheim Beroepsgeheim<br />
In belang van de di<strong>en</strong>st In belang van vertrouw<strong>en</strong>srelatie cliënt<br />
Geldt niet t.a.v. collega’s of overste Geldt t.a.v. iedere<strong>en</strong><br />
Ge<strong>en</strong> zwijgrecht t.a.v. rechter Zwijgrecht, ge<strong>en</strong> zwijgplicht t.a.v. rechter<br />
Arbeids- of tuchtrechtelijke Strafsanctie<br />
Sanctie of schadevergoeding<br />
(Dia uit PowerPoint Pres<strong>en</strong>tatie van prof dr. Johan Put)<br />
1016
6<br />
BeROePSgeHeiM <strong>en</strong> MindeRjARige CliËnT<strong>en</strong> in de jeUgdHUlP<br />
Art.8 decreet betreff<strong>en</strong>de de integrale jeugdhulp<br />
Onverminderd artikel 31 <strong>en</strong> 32, zijn alle person<strong>en</strong> die hun medewerking<br />
verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de toepassing van dit decreet, gebond<strong>en</strong> door de geheimhoudingplicht,<br />
bedoeld in art. 458 van het Strafwetboek, met betrekking tot<br />
de gegev<strong>en</strong>s waarvan zij in de uitoef<strong>en</strong>ing van hun opdracht k<strong>en</strong>nis krijg<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> die daarmee verband houd<strong>en</strong>.<br />
Art. 31 decreet betreff<strong>en</strong>de de integrale jeugdhulp<br />
§ 1. Als meerdere personeelsled<strong>en</strong> van de toegangspoort belast zijn met de<br />
indicatiestelling, wissel<strong>en</strong> zij onderling de persoonsgegev<strong>en</strong>s uit die nuttig<br />
zijn voor het verricht<strong>en</strong> van de indicatiestelling.<br />
§ 2. Als meerdere personeelsled<strong>en</strong> van de toegangspoort belast zijn met de<br />
toewijzing, wissel<strong>en</strong> zij onderling de persoonsgegev<strong>en</strong>s uit die nuttig zijn<br />
voor het verricht<strong>en</strong> van de toewijzing.<br />
§ 3. Als meerdere person<strong>en</strong> belast zijn met de trajectbegeleiding,<br />
wissel<strong>en</strong> zij onderling de persoonsgegev<strong>en</strong>s uit die nuttig zijn voor de uitvoering<br />
van de trajectbegeleiding.<br />
Art. 32 decreet betreff<strong>en</strong>de de integrale jeugdhulp<br />
De actor<strong>en</strong>, bedoeld in artikel 30, eerste lid, wissel<strong>en</strong> onder elkaar persoonsgegev<strong>en</strong>s<br />
uit met het oog op de uitvoering van de bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong><br />
geregeld bij of kracht<strong>en</strong>s dit decreet. Onverminderd de verplichting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
beperking<strong>en</strong> die voortvloei<strong>en</strong> uit de wet van 8 december 1992 betreff<strong>en</strong>de de<br />
bescherming van de persoonlijke lev<strong>en</strong>ssfeer t<strong>en</strong> opzichte van de verwerking<br />
van persoonsgegev<strong>en</strong>s of uit de regelgeving<strong>en</strong> van de sector<strong>en</strong>, is deze<br />
gegev<strong>en</strong>suitwisseling onderworp<strong>en</strong> aan de volg<strong>en</strong>de voorwaard<strong>en</strong>:<br />
1° de gegev<strong>en</strong>suitwisseling heeft <strong>en</strong>kel betrekking op gegev<strong>en</strong>s die noodzakelijk<br />
zijn voor de jeugdhulp;<br />
2° de gegev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel uitgewisseld in het belang van de person<strong>en</strong> tot<br />
wie de jeugdhulp zich richt;<br />
3° de actor<strong>en</strong>, bedoeld in artikel 30, eerste lid, tracht<strong>en</strong>, in de mate van het<br />
mogelijke, de geïnformeerde instemming met de gegev<strong>en</strong>suitwisseling te<br />
verkrijg<strong>en</strong> van de persoon op wie de gegev<strong>en</strong>s betrekking hebb<strong>en</strong>.<br />
De Vlaamse Regering kan nadere regels bepal<strong>en</strong> met betrekking tot de vorm<br />
waarin <strong>en</strong> de wijze waarop de persoonsgegev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> uitgewisseld.<br />
1017
Artikel 8 van het decreet betreff<strong>en</strong>de de integrale jeugdhulp stelt expliciet dat het<br />
<strong>beroepsgeheim</strong> van toepassing is op alle person<strong>en</strong> die meewerk<strong>en</strong> aan de jeugdhulp.<br />
Dus bvb. ook op stagiaires, pleegouders, ondersteun<strong>en</strong>d personeel, …<br />
Geldt het <strong>beroepsgeheim</strong> ook teg<strong>en</strong>over de ouders van de minderjarige?<br />
Zoals eerder werd vermeld, geldt het <strong>beroepsgeheim</strong>, ook teg<strong>en</strong>over de ouders (wettelijke<br />
verteg<strong>en</strong>woordigers) van e<strong>en</strong> minderjarige cliënt. Ongeacht de leeftijd of de<br />
bekwaamheid van de minderjarige!<br />
Het uitgangspunt is dat minderjarig<strong>en</strong>, ongeacht hun leeftijd of bekwaamheid, recht<br />
hebb<strong>en</strong> op privacy (cf. art. 16 Internationaal Verdrag inzake de Recht<strong>en</strong> van het Kind)<br />
<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vertrouwelijke behandeling van hun persoonlijke gegev<strong>en</strong>s. Zij kunn<strong>en</strong> dit<br />
recht ook inroep<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van hun ouders.<br />
TeR veRdUidelijking<br />
Art. 23 van het decreet rechtspositie stelt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat ook de minderjarige<br />
het recht heeft om door hem verstrekte gegev<strong>en</strong>s als vertrouwelijk te bestempel<strong>en</strong>.<br />
Hierdoor zijn die gegev<strong>en</strong>s in het dossier niet toegankelijk voor ouders of<br />
andere person<strong>en</strong> van het cliëntsysteem.<br />
Enkel ouders van e<strong>en</strong> onbekwame minderjarige, kunn<strong>en</strong> hun ouderlijk gezag inroep<strong>en</strong><br />
om k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van bepaalde door de minderjarige aan de hulpverl<strong>en</strong>er toevertrouwde<br />
gegev<strong>en</strong>s, <strong>en</strong> dit <strong>en</strong>kel met het oog op het nem<strong>en</strong> van bepaalde fundam<strong>en</strong>tele<br />
opvoedingsbeslissing<strong>en</strong> in het belang van hun minderjarig (onbekwaam)<br />
kind.<br />
Art. 372 B.W. stelt dat e<strong>en</strong> kind onder het gezag van zijn ouders blijft tot aan zijn<br />
meerderjarigheid of tot zijn ontvoogding. Dit ouderlijke gezag omvat in hoofde van<br />
de ouders o.a. het gezag over de persoon van de minderjarige waarin het recht van<br />
bewaring <strong>en</strong> het beslissingsrecht over fundam<strong>en</strong>tele opties wordt begrep<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t<br />
dat ouders in principe alle belangrijke beslissing<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de gezondheid,<br />
de opvoeding <strong>en</strong> de opleiding van het minderjarige kind kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />
Ouders hebb<strong>en</strong> vanuit hun ouderlijk gezag dus recht op informatie om deze fundam<strong>en</strong>tele<br />
beslissing<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> t.a.v. hun minderjarige kinder<strong>en</strong>.<br />
1018
Maar het ouderlijk gezag heeft e<strong>en</strong> evolutief karakter. Dit betek<strong>en</strong>t dat het ouderlijk<br />
gezag evolueert, uitdunt, naarmate de minderjarige kinder<strong>en</strong> ouder <strong>en</strong> bekwamer<br />
word<strong>en</strong>. Hoe ouder <strong>en</strong> dus bekwamer minderjarig<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, hoe meer beslissing<strong>en</strong><br />
ze zelf mog<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Bekwame minderjarig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelf beslissing<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> over<br />
hun persoon.<br />
TiPS<br />
Om de juiste hulp te krijg<strong>en</strong>, is het belangrijk dat e<strong>en</strong> minderjarige e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er<br />
in vertrouw<strong>en</strong> durft te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hem alle nodige informatie verschaft die<br />
de hulpverl<strong>en</strong>er e<strong>en</strong> volledig inzicht geeft over de probleemsituatie waarin de<br />
minderjarige verkeert.<br />
Je moet als hulpverl<strong>en</strong>er dus steeds zorgvuldig omgaan met de noodzakelijke<br />
vertrouw<strong>en</strong>srelatie die je in staat stelt om als hulpverl<strong>en</strong>er te werk<strong>en</strong>. Dit zal<br />
echter niet steeds evid<strong>en</strong>t zijn: Hoe ga je als JAC-medewerker om met e<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong>jarig,<br />
zwanger meisje dat e<strong>en</strong> abortus overweegt <strong>en</strong> niet wilt dat je haar<br />
ouders hierover inlicht? Of als medewerker van e<strong>en</strong> Vertrouw<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>trum Kindermishandeling<br />
met e<strong>en</strong> meisje van 14 dat e<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> verkracht werd <strong>en</strong><br />
dat niet wil dat haar ouders dit te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Of als medewerker van e<strong>en</strong> MPI<br />
met e<strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>jarige jong<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> licht m<strong>en</strong>tale handicap die aangeeft dat<br />
hij zijn lev<strong>en</strong> moe is <strong>en</strong> er het liefst e<strong>en</strong> einde wil aan mak<strong>en</strong>?<br />
Bij het afweg<strong>en</strong> van het al dan niet doorbrek<strong>en</strong> van je <strong>beroepsgeheim</strong> in geval<br />
van e<strong>en</strong> minderjarige cliënt spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal contextvariabel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol: is de<br />
hulpverl<strong>en</strong>ing gestart op vraag van de minderjarige of op vraag van de ouders?<br />
Wat is de mate van betrokk<strong>en</strong>heid van de ouders bij de hulpverl<strong>en</strong>ingssituatie?<br />
Is de vraag naar informatie relevant <strong>en</strong> precies welke informatie is nodig in functie<br />
van het nem<strong>en</strong> van fundam<strong>en</strong>tele opvoedingsbeslissing<strong>en</strong>? Is het meedel<strong>en</strong><br />
van deze informatie noodzakelijk om e<strong>en</strong> goede hulpverl<strong>en</strong>ing te bied<strong>en</strong>?<br />
Als hulpverl<strong>en</strong>er draag je hier heel wat verantwoordelijkheid. Je kan rond deze<br />
afweging misschi<strong>en</strong> overleg pleg<strong>en</strong> met je collega’s of teamoverste?<br />
Behandel hierbij de vraag van de ouders om informatie met ev<strong>en</strong>veel respect als<br />
de vraag van de minderjarige om geheimhouding. Wanneer je niet kan ingaan<br />
op de vraag van de ouders, leg je h<strong>en</strong> het belang van de vertrouw<strong>en</strong>srelatie uit:<br />
je probeert niet jezelf af te scherm<strong>en</strong> maar het vertrouw<strong>en</strong> van je minderjarige<br />
cliënt te beveilig<strong>en</strong>.<br />
1019
Ouders moet<strong>en</strong> deze beslissing<strong>en</strong> niet meer in hun plaats nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> verliez<strong>en</strong> daardoor<br />
het recht om k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van de vertrouwelijke informatie die hun kinder<strong>en</strong><br />
doorgav<strong>en</strong> aan hulpverl<strong>en</strong>ers. Daarom hebb<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> ouders van e<strong>en</strong> onbekwame<br />
minderjarige, recht om k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van bepaalde gegev<strong>en</strong>s die hun kind, als cli<strong>en</strong>t,<br />
toevertrouwd heeft aan e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er. De bekwaamheid van de minderjarige<br />
moet word<strong>en</strong> beoordeeld in het licht van zijn leeftijd, maturiteit, het onderwerp, <strong>en</strong>z.<br />
E<strong>en</strong> minderjarige van 12 jaar wordt ev<strong>en</strong>wel vermoed over voldo<strong>en</strong>de onderscheidingsvermog<strong>en</strong><br />
te beschikk<strong>en</strong> (art. 4 Decreet Rechtspositie Minderjarig<strong>en</strong>). Dit vermoed<strong>en</strong><br />
is weerlegbaar.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het ouderlijk gezag e<strong>en</strong> verzameling van doelgebond<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>,<br />
die slechts kunn<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> in het belang van de minderjarige. Ouders<br />
van onbekwame minderjarige cliënt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bijgevolg <strong>en</strong>kel recht op die vertrouwelijke<br />
informatie waarover ze noodzakelijk moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> om fundam<strong>en</strong>tele<br />
opvoedingsbeslissing<strong>en</strong> in het belang van hun kind te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Ouders mog<strong>en</strong><br />
de verkreg<strong>en</strong> informatie niet voor andere doeleind<strong>en</strong> aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (bv. in het kader van<br />
e<strong>en</strong> procedure voor verblijfs- <strong>en</strong> omgangsregeling met het kind).<br />
Natuurlijk kunn<strong>en</strong> in situaties waarbij minderjarig<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn wel dezelfde uitzondering<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong> die ook geld<strong>en</strong> voor het <strong>beroepsgeheim</strong> in het algeme<strong>en</strong>.<br />
(Zie 2. Uitzondering<strong>en</strong> op het <strong>beroepsgeheim</strong>.) Enkele van bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde uitzondering<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> expliciet voorzi<strong>en</strong> in artikel 31 <strong>en</strong> 32 van het decreet betreff<strong>en</strong>de de<br />
integrale jeugdhulp.<br />
Art. 31 voorziet de mogelijkheid om nuttige gegev<strong>en</strong>s uit te wissel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zelfde<br />
team van hulpverl<strong>en</strong>ers van de toegangspoort of trajectbegeleiding (= het gezam<strong>en</strong>lijk<br />
<strong>beroepsgeheim</strong>).<br />
Art. 32 maakt gegev<strong>en</strong>suitwisseling ook mogelijk tuss<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers die niet hor<strong>en</strong><br />
tot e<strong>en</strong>zelfde team maar die wel werk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zelfde hulpverl<strong>en</strong>ingscontext (=<br />
het gedeeld <strong>beroepsgeheim</strong>). Deze gegev<strong>en</strong>suitwisseling is dan onderworp<strong>en</strong> aan de<br />
volg<strong>en</strong>de voorwaard<strong>en</strong>:<br />
1° de gegev<strong>en</strong>suitwisseling heeft <strong>en</strong>kel betrekking op gegev<strong>en</strong>s die noodzakelijk<br />
zijn voor de jeugdhulp;<br />
2° de gegev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel uitgewisseld in het belang van de person<strong>en</strong> tot wie<br />
de jeugdhulp zich richt;<br />
3° de betrokk<strong>en</strong> jeugdhulpverl<strong>en</strong>ers tracht<strong>en</strong>, in de mate van het mogelijke, de geinformeerde<br />
instemming te verkrijg<strong>en</strong> voor de gegev<strong>en</strong>suitwisseling van de persoon<br />
op wie de gegev<strong>en</strong>s betrekking hebb<strong>en</strong>.<br />
1020
AAn de SlAg...<br />
Toets je huidige visie over het <strong>beroepsgeheim</strong> <strong>en</strong> minderjarig<strong>en</strong> aan wat je nu<br />
allemaal te wet<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> b<strong>en</strong>t. Ga je voldo<strong>en</strong>de omzichtig om met wat door<br />
minderjarige cliënt<strong>en</strong> toevertrouwd werd?<br />
Moet het beleid dat door je organisatie gehanteerd wordt m.b.t. het <strong>beroepsgeheim</strong><br />
teg<strong>en</strong>over minderjarig<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ouders bijgesteld word<strong>en</strong>? Ontwikkel<br />
hierover e<strong>en</strong> duidelijke visie, maak hierover afsprak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de voorzi<strong>en</strong>ing<br />
<strong>en</strong> communiceer deze afsprak<strong>en</strong> duidelijk aan de minderjarige bij de aanvang<br />
van de hulpverl<strong>en</strong>ing. De minderjarig<strong>en</strong> moet van bij het begin van de hulpverl<strong>en</strong>ing<br />
wet<strong>en</strong> of hij bepaalde informatie in vertrouw<strong>en</strong> kan besprek<strong>en</strong> met de<br />
hulpverl<strong>en</strong>ers.<br />
1021
SAM<strong>en</strong>gevAT<br />
➤ Ongeacht hun leeftijd <strong>en</strong>/of hun bekwaamheid hebb<strong>en</strong> minderjarige cliënt<strong>en</strong><br />
het recht om bepaalde informatie in vertrouw<strong>en</strong> te vertell<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er.<br />
Hulpverl<strong>en</strong>ers hebb<strong>en</strong> dus ook <strong>beroepsgeheim</strong> indi<strong>en</strong> hun cliënt<strong>en</strong><br />
minderjarig zijn!<br />
➤ Ouders hebb<strong>en</strong> vanuit hun ouderlijk gezag recht op informatie over hun<br />
minderjarige kinder<strong>en</strong> om fundam<strong>en</strong>tele opvoedingsbeslissing<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />
nem<strong>en</strong>. Dit ouderlijk gezag is echter niet onbegr<strong>en</strong>sd:<br />
• Het recht van ouders om fundam<strong>en</strong>tele beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> over<br />
<strong>en</strong> voor hun kinder<strong>en</strong> evolueert, vermindert, naarmate hun kinder<strong>en</strong><br />
bekwamer word<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze zelf in staat zijn om beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>.<br />
Bekwame minderjarig<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bijvoorbeeld zelf beslissing<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> over hun persoon zonder tuss<strong>en</strong>komst van hun ouders.<br />
Ouders van bekwame minderjarig<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong> daardoor het<br />
recht op vertrouwelijke informatie aangaande deze beslissing<strong>en</strong>.<br />
• Het ouderlijk gezag bestaat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> aantal doelgebond<strong>en</strong><br />
bevoegdhed<strong>en</strong> die steeds moet<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> in het belang<br />
van de minderjarige. Ouders van onbekwame minderjarig<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> dus <strong>en</strong>kel recht om k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van die vertrouwelijke<br />
informatie die ze nodig hebb<strong>en</strong> in het belang van de minderjarige.<br />
➤ Wanneer het gaat om e<strong>en</strong> bekwame minderjarige, mog<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers hun<br />
<strong>beroepsgeheim</strong> niet sch<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> informatie die de minderjarige h<strong>en</strong><br />
toevertrouwde, bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> aan derd<strong>en</strong>. Ook niet aan de ouders van de minderjarige<br />
die in principe als derd<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de hulpverl<strong>en</strong>ingsrelatie<br />
word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
In e<strong>en</strong> aantal uitzonderlijke gevall<strong>en</strong> wordt aanvaard dat m<strong>en</strong> toch bepaalde<br />
vertrouwelijke informatie kan bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> aan derd<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld wanneer<br />
m<strong>en</strong> moet getuig<strong>en</strong> in rechte, wanneer m<strong>en</strong> hiertoe verplicht wordt door e<strong>en</strong><br />
wettelijke bepaling, wanneer m<strong>en</strong> zich moet verdedig<strong>en</strong> in rechte, wanneer er<br />
sprake is van e<strong>en</strong> noodtoestand, of in het kader van het gedeeld of het gezam<strong>en</strong>lijk<br />
<strong>beroepsgeheim</strong>, ...<br />
1022
➤ Wanneer het gaat om e<strong>en</strong> onbekwame minderjarige, mog<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers<br />
daarnaast ook bepaalde vertrouwelijke informatie doorgev<strong>en</strong> aan de ouders<br />
van de minderjarige wanneer zij noodzakelijk over deze informatie moet<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong><br />
in het belang van de opvoeding.<br />
vOOR wie MeeR wil weT<strong>en</strong><br />
• ANKAERT, E. <strong>en</strong> PUT, J., Advies ‘Beroepsgeheim <strong>en</strong> ambtsgeheim in het onderwijs<br />
<strong>en</strong> de CLB’s, met specifieke aandacht voor de vertrouw<strong>en</strong>sleerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de bijstandspersoon’., 22 p., http://www.law.kuleuv<strong>en</strong>.be/isr.<br />
• BERGHMANS, M., ‘Informatie uitwissel<strong>en</strong> over <strong>en</strong> met jeugdhulpcliënt<strong>en</strong>’, Sociaal<br />
<strong>Welzijn</strong>smagazine, 2007, nr. 8, 14–17.<br />
• BERGHMANS, M., ‘ Ouderlijk gezag <strong>en</strong> <strong>beroepsgeheim</strong>’, www.jeugdrecht.be,<br />
2002/11-12, update februari 2007.<br />
• DE SOUTER, V., ‘Het <strong>beroepsgeheim</strong> <strong>en</strong> de invoering van e<strong>en</strong> spreekrecht door<br />
de wet van 28 november 2000 betreff<strong>en</strong>de de strafrechtelijke bescherming van<br />
minderjarig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nadere analyse van het artikel 458bis van het Strafwetboek’,<br />
T.J.K., 2001/5, 184-192.<br />
• HERBOTS, K. ‘Beroepsgeheim van e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er bij minderjarige cliënt<strong>en</strong>,<br />
www.jeugdrecht.be, 2006/06.<br />
• MAES, K., ‘Recht uit het veld’, T.J.K, 2006/2, 167-168.<br />
• PUT, J. <strong>en</strong> VAN DER STRAETE, I., Beroepsgeheim <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing, Brugge, Die<br />
Keure, 2005, 267 p.<br />
• SCHULPEN, Y., ‘Beroepsgeheim <strong>en</strong> ambtsgeheim’, IMAGO, 2005, nr.4, 20-21.<br />
1023
Integrale Jeugdhulp<br />
Vlaamse overheid<br />
V.U.: Marc Morris, Waarnem<strong>en</strong>d secretaris-g<strong>en</strong>eraal<br />
Departem<strong>en</strong>t <strong>Welzijn</strong>, <strong>Volksgezondheid</strong> <strong>en</strong> Cultuur.