NELOS Naslagwerk Praktisch Duiken-Decompressietechnieken
NELOS Naslagwerk Praktisch Duiken-Decompressietechnieken
NELOS Naslagwerk Praktisch Duiken-Decompressietechnieken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6. Het duikprofiel<br />
6.1. Inleiding<br />
Inzichten in decompressie zijn sinds Haldane sterk geëvolueerd. Deze inzichten leren ons<br />
dat de verzadiging wat aan belang verliest en het duikprofiel des te belangrijker wordt.<br />
Zeker omdat wij courant duiken in de Oosterschelde waar het duikprofiel verre van vierkant<br />
is moeten we daar rekening mee houden. Het duikprofiel bestaat uit drie stukken: de afdaling,<br />
het verblijf op de bodem en de opstijging. Ze hebben alle drie een groot belang voor<br />
de decompressie. Waar oudere decompressietheorieën (en oudere duikcomputers) enkel<br />
de verzadiging van een weefsel en de omgevingsdruk in rekening brachten ziet men nu in<br />
dat belgroei vooral afhangt van het duikprofiel. Een snelle en sterke compressie (pcrush) van<br />
de reeds aanwezige gaskernen en een geleidelijke decompressie met een beperkte maar<br />
constante oververzadiging (pss).<br />
6.2. Het ideale duikprofiel<br />
Ideale duikprofiel<br />
Enkele belangrijke kenmerken van het ideale duikprofiel:<br />
• Daal zo snel mogelijk af tot aan de maximum diepte zonder dat dit oncomfortabel<br />
wordt (je volgt in sommige gevallen beter de bodem dan dat je uitzwemt om dan snel<br />
te kunnen dalen naar de maximum diepte – Oosterschelde).<br />
• Verblijf enkele minuten op de maximum diepte en stijg enkele meters op.<br />
• Stijg aan de voorgeschreven stijgsnelheid op tot aan de deep stop diepte(s).<br />
• Vanaf de deep stop diepte(s) of tussen de deep stops stijg geleidelijk op aan<br />
10 m/min.<br />
• Daal niet meer af, éénmaal de opstijging begonnen tenzij het bodemprofiel dit niet<br />
toelaat.<br />
6.3. Bezwarende duikprofielen<br />
Bezwarende duikprofielen zijn duikprofielen die een groter risico hebben dan eenzelfde vierkant<br />
duikprofiel en waar de normale duikcomputer minder trap geeft dan nodig is. Dit komt<br />
omdat het redelijk eenvoudige berekeningsmodel met de menselijke bouw en fysiologie<br />
geen rekening houdt alsook het bestaan van kleine gaskernen in het lichaam. Bezwarende<br />
duikprofielen zorgen voor een sterk verhoogd risico op een decompressieongeval, vertragen<br />
de ontzadiging en geven daarmee een verhoogd risico op een decompressieongeval op een<br />
successieve duik.<br />
6.3.1. Invers duikprofiel<br />
Bij een invers duikprofiel wordt de grootste diepte op het einde van de duik bereikt. Bij dit<br />
duikprofiel worden zeer veel aanwezige gaskernen in groei gestimuleerd en is er dus een<br />
zeer hoog risico op decompressieongevallen.<br />
Invers duikprofiel<br />
6.3.2. Kort oppervlakte interval<br />
Op het einde van een duik worden er heel wat microbellen geproduceerd. Deze microbellen<br />
vertragen de ontzadiging die weliswaar afhangt van persoon tot persoon maar waar vele<br />
duikcomputers geen rekening mee houden. Het is dan ook aangeraden een oppervlakte<br />
interval van minimum 2 uur aan te houden.<br />
<strong>NELOS</strong> Infopublicatie - <strong>Praktisch</strong> <strong>Duiken</strong> / Decompresietechnieken 41