JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9<br />
Op de derde dag stoot de vader een gebrul over hen uit en zo wekt<br />
hij hen tot leven. Zo denk ik ook (zegt Richard) dat, als jij mij zou<br />
willen terugroepen tot jouw liefde voor mij, dat voor mij het middel<br />
zou kunnen zijn om opgewekt te worden uit de dood, namelijk de<br />
liefdesdood, waaraan ik ben gestorven.<br />
(Szirmai en Lops, p. 76)<br />
Vaak is de tekst cynisch (bijvoorbeeld als de auteur spreekt over de hond die zijn<br />
eigen braaksel weer opeet: zo zou hij ook zijn vroegere liefdesaanzoeken weer willen<br />
inslikken. Ze hebben immers niks geholpen). Bovendien is de toon vaak egoistisch<br />
en soms tamelijk vrouwonvriendelijk (bijvoorbeeld: de wezelin wordt zwanger<br />
via het oor en baart via de mond. Zo horen vrouwen liefdesverklaringen via het oor<br />
en beantwoorden die met weigeringen door de mond. Ze willen over alles spreken<br />
behalve over wat voor de minnaar het belangrijkste is).<br />
Zo’n houding ten opzichte van vrouwen was in de volkstaal tamelijk nieuw. In de<br />
liefdeslyriek stelt de man zich altijd onderdanig op ten opzichte van zijn geliefde. Het<br />
is niet zeker of dat de reden is dat de tekst zo populair geworden is. Het is evident<br />
wel de reden waarom de tekst ook bestreden is, het felst en elegantst door een<br />
‘Antwoord’ van de dame, waarin zij alle dieren die Richard heeft besproken,<br />
opnieuw aan de orde stelt, maar hun eigenschappen herinterpreteert. In veel handschriften<br />
komen beide teksten samen voor. De auteur van de tweede tekst is echter<br />
onbekend.<br />
In het Nederlands<br />
Keren we ons tenslotte tot de Nederlanden. 3 Hoe stond het hier met de bestiariumtraditie?<br />
Die is in de Nederlanden zeker bekend geweest. In de beeldende kunst<br />
van deze streken vinden we namelijk vele uitbeeldingen van dieren zoals ze in de<br />
bestiaria worden beschreven (bijvoorbeeld de eenhoorn die zich laat vangen door<br />
een maagd, de phoenix die uit zijn eigen as herrijst, de pelikaan die zijn eigen bloed<br />
geeft om zijn jongen te voeden). Bovendien weten we uit boekenlijsten dat in de<br />
veertiende eeuw sommige inwoners van Gent exemplaren van een bestiarium<br />
bezaten. Maar hierbij zou het ook om Franse of Latijnse teksten kunnen gaan. In elk<br />
geval, in het Middelnederlands is nauwelijks bestiariummateriaal overgeleverd. Wie<br />
een zo breed mogelijk beeld wil schetsen, moet het over vier teksten hebben (en<br />
over drie daarvan is eigenlijk niet eens zo heel veel te zeggen).<br />
De eerste van die vier teksten is Jacob van Maerlants Der naturen bloeme. Jacob<br />
van Maerlant is een van de belangrijkste schrijvers in het Middelnederlands. Hij<br />
schreef in de tweede helft van de dertiende eeuw. Een groot deel van zijn werk is<br />
vervaardigd voor edellieden uit het gevolg van Floris V (1256-1296) of voor deze<br />
Hollandse graaf zelf. Der naturen bloeme is geschreven voor de Zeeuwse edelman<br />
Nicolaas van Cats. Het is een vereenvoudigende weergave in Middelnederlandse<br />
verzen van Thomas van Cantimprés encyclopedie De natura rerum, geschreven in<br />
Latijns proza. (Vergelijk de opmerkingen over de Franse bestiaires in verzen hierboven.)<br />
De natura rerum is een van de grote dertiende-eeuwse encyclopedieën.<br />
Dus ondanks al zijn vereenvoudigingen biedt Maerlant zijn lezers een tekst aan met<br />
een intellectueel niveau dat tot dan toe (we hebben het over circa 1270) in het<br />
Middelnederlands niet was vertoond.<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006