JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dat Ysegrijns naam werd geschrapt<br />
omdat hij de vorst beledigd had.<br />
Er werd ook overeengekomen,<br />
dat, om Tibelijn eer te betonen<br />
en ook aan ’t witte ram Belijn<br />
die zich wreekten op Ysegrijn<br />
om ’s konings eer te vrijwaren,<br />
dat zij zouden kiezen tegader<br />
in peis en vrede een wijs man<br />
voor het vacante koningschap,<br />
die evenwel niet kon zijn<br />
het ram Belijn of Tibelijn.<br />
Ze gingen akkoord en iedereen hing<br />
zijn zegel aan het zegellint.<br />
Daarvan waren uiterst tevreden<br />
het wit schaap en ook de egel.<br />
Ze kweten zich ernstig van hun taak<br />
en samen hielden zij beraad.<br />
De egel zei: Ik weet het niet,<br />
wie gij, Belijn, als koning ziet.<br />
– Wie mag voor u de koning zijn?<br />
– Wel, op mijn eer: baron Ysegrijn,<br />
die is van mij een goede vriend.<br />
– Denkt gij dat hij het verdient<br />
of spreekt gij uit genegenheid?<br />
– Maar neen, ge moet niet bezorgd zijn.<br />
Spreek gij eerst, maar wel naar<br />
waarheid.<br />
– Voor mij is het Capra, de geit.<br />
– Een groot koning zou dat zijn,<br />
God in de hemel, spotte Tibelijn.<br />
Waarheid zegt hij die beweert<br />
dat dwaas is wie zichzelf negeert<br />
als hij door anderen wordt geëerd,<br />
wat dagelijks wordt geconstateerd.<br />
Daaruit vloeit de leuke zedenles:<br />
Belijn, ex re nomen habes.<br />
Schaap zijt gij en schaap gij blijft<br />
tot ’t einde van uw levenstijd.<br />
Maar zeg me nu, baron Belijn,<br />
om welke reden, welk profijt<br />
wilt gij tot vorst Capra de geit?<br />
Hoe groot is haar intelligentie,<br />
dat gij een koning in haar ziet?<br />
Omdat ik klein ben, denk toch niet<br />
dat ik volg uw redenering<br />
en zal kiezen voor uw koning.<br />
Wel neen, ze heeft weinig verstand<br />
al is haar sikkebaard wel lang.<br />
86<br />
In een baard steekt geen verstand,<br />
want als ’t verstand zich zou bevinden<br />
in baarden, dan zouden ook hinden<br />
en geiten zeer verstandig zijn.<br />
Uw argument, baron Belijn,<br />
geeft u zeker geen gelijk.<br />
Voor uw geluk hebt ge alles veil.<br />
Ge denkt niet aan ’t algemeen heil.<br />
Alleen voor eigen welbehagen<br />
wilt gij de koningstroon verlagen.<br />
Capra heeft u in haar macht,<br />
daarom wilt gij het rijk ontkracht.<br />
– Wel, stel dan iemand anders voor,<br />
antwoordde Belijn, die hierdoor<br />
zijn felle wrok en woede toonde<br />
die toen helaas in hem woonden<br />
omdat zijn voorstel werd weerlegd.<br />
– Welnu, heeft d’egel dan gezegd,<br />
ik stel voor dat baron Rein<br />
onze vorst en koning zou zijn,<br />
want geen andere kandidaat<br />
of wie dan ook is in staat<br />
aan hem te kunnen ontkomen<br />
al draagt hij de korte kap van Rome,<br />
een tabbaard of zelfs een tuniek,<br />
aan zijn gerecht ontsnapt men niet.<br />
Daarom verlaat ik mij op hem.<br />
Ik weet niet wat ge daar op zegt.<br />
– Hoezo, mijn beste Tibelijn,<br />
Dat kan toch maar een grapje zijn!<br />
Werd Rein dan niet schuldig erkend<br />
aan de verkrachting van Hersent?<br />
En heeft hij niet al zijn buren<br />
dikwijls gelegd in de luren?<br />
En hen ook vaak o<strong>nr</strong>echt aangedaan.<br />
In hem woont meer nijd en verraad<br />
dan in ons en in heel de raad.<br />
– Arm schaap toch, wat beweert ge daar.<br />
Als hij in ’t kwade is bekwaam<br />
dan kan hij ’t ook in ’t goede zijn.<br />
Ik ken geen sterveling, heer Belijn,<br />
belast met ’t bestuur van een rijk<br />
die zou waard zijn een florijn<br />
als hij goed en kwaad niet kan scheiden.<br />
Daarom, Belijn, blijf ik belijden:<br />
een vorst moet kunnen onderscheiden<br />
wat voor zijn land goed is of kwaad.<br />
Weet dat de machtigen der aard<br />
om de vrede te behouden<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006