JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
dat hij aantrok dit habijt.<br />
Ja, sedert een vijftal dagen<br />
zag men broeder Rein niet slapen,<br />
al wat hij deed was de Heer bidden<br />
u op te nemen in zijn midden<br />
door de kracht van zijn genade.<br />
Niets anders deden ook die dagen<br />
al de broeders van ’t convent<br />
met aan hun hoofd hun president.<br />
Dat God u neme in zijn bescherming,<br />
wanneer uw ziel, edele koning,<br />
uw zieke lichaam zal verlaten.<br />
– Reynaert, kan geen hulp meer baten?<br />
– Op niemand kunt ge u verlaten<br />
op niemand, heer, noch op mij<br />
of uw barbier, op niemand, tenzij<br />
op Jezus Christus, Godes zoon,<br />
die naast de Heer zit op de troon.<br />
Alleen Hij kan u nog behoeden,<br />
ofschoon we allen sterven moeten.<br />
Daar ik uw dood niet kan verdragen,<br />
doe ‘k boete door die pij te dragen.<br />
– Vlug, baronnen, kom tezamen<br />
en verkies een koning met macht,<br />
een koning goed voor ons geslacht,<br />
want ik wil weten voor mijn dood<br />
wie dragen zal mijn gouden kroon.<br />
Daar ik als vorst heb d’eerste stem,<br />
verklaar ik bewust en met klem,<br />
tot mijn opvolger en erfgenaam<br />
Tibelijn die mij voor mijn raad<br />
heeft verdedigd en gewroken<br />
en zich ook niet heeft verdoken<br />
achter excuses, al is hij klein,<br />
Tibelijn zal koning zijn.<br />
Eer dan gij heren of uw magen,<br />
kan hij kroon en scepter dragen.<br />
Ik wil dat u allen ten overstaan<br />
zweren en ’t u goed doen verstaan.<br />
Daarom, breng vlug uit uw stem<br />
voor iemand anders dan voor hem.<br />
Reynaert zegt: – Als ik u bidden mag,<br />
zeg mij voor ik gerust vertrekken kan,<br />
waarom uw voorkeur voor Tibelijn,<br />
door niemand aanvaard naar ‘t mij<br />
schijnt?<br />
– Baron Reynaert, vertrek gerust<br />
en wees, bij God, niet ongerust.<br />
Vraag aan de baronnen hier tezamen,<br />
85<br />
die zullen verklaren en beamen,<br />
waarom naar d’egel mijn voorkeur gaat.<br />
’t Was op de dag van Hemelvaart<br />
dat onenigheid was ontstaan<br />
in Quaburcht, ’t koninklijk paleis.<br />
En uiterst talrijk waren zij,<br />
zowel de kwaden als de goeden<br />
die de stemming beïnvloedden.<br />
Reynaert, goed ter spraak en onderlegd,<br />
ging met veel branie en veel lef<br />
voor zijn zieke koning staan<br />
en ving als volgt te spreken aan.<br />
– Heer Nobel, wil een kort moment<br />
aandachtig luistren naar mijn stem.<br />
– Goed, zei de vorst, ik ga akkoord,<br />
van nu af aan hebt gij het woord.<br />
– Waar is ’t heer, dat niet lang geleden<br />
ik in ’t convent ben ingetreden<br />
omdat ik oud ben en versleten<br />
om met de hulp van zedige lieden<br />
aan ’t kwade tegenstand te bieden<br />
en de mij nog toegemeten tijd<br />
te werken aan mijn zaligheid.<br />
Heer, ziehier mijn zoon, sterk en schoon,<br />
staan voor uw koninklijke troon,<br />
wijl ik oud en vermoeid, voortaan<br />
ver van de wereld zal leven gaan,<br />
een wereld die in vuil vergaat<br />
en aan verraad ten ondergaat.<br />
Heer, als ik om mij henen kijk<br />
dan zie ik dat uw koninkrijk<br />
een naarling als zijn koning krijgt,<br />
een persoon vol haat en nijd,<br />
wat mij bedroeft en niet verblijdt.<br />
– Baron ook mij maakt dat niet blij.<br />
Ga nu terug naar uw abdij.<br />
Daarop de vos Reynaert recht springt,<br />
en zijn habijt gooit op het grind<br />
om in wape<strong>nr</strong>ok te verschijnen<br />
met als compeer zoon Renardijne,<br />
waarover ik u heb verhaald.<br />
Hij sprak luid en hij sprak klaar:<br />
– Compeers en baronnen kom naderbij<br />
en voer uit wat de koning zei,<br />
bevelen die gij hebt gehoord.<br />
Ik verzwijg hier elk wederwoord<br />
dat gezegd werd en gehoord.<br />
Op ’t eind ging iedereen akkoord<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006