JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
– En ik wil, zei Rein, dat mijn tuniek<br />
gedeeld wordt en wordt versierd<br />
met een jakobijnse hoofdkap<br />
en bovendien wens ik ook dat<br />
de onvrede hier geregeld wordt<br />
voor ik vertrek naar Nobel de vorst,<br />
zodat van nu af vrienden blijven<br />
de minores en jakobijnen.<br />
– Bij ’t Heilig Kruis aanvaarden wij<br />
vrienden van elkaar te zijn<br />
van nu af aan en voor altijd.<br />
En zo ontstond vrede en peis<br />
tussen minor en jakobijn.<br />
Ze zweren dat onder hen voortaan<br />
geen onenigheid meer zal bestaan.<br />
Zolang Reynaert in ’t convent<br />
verbleef, waren ze zeer attent<br />
om hem te dienen en te eren<br />
alsof hij was hun abt en here.<br />
En dat deden ze lange tijd.<br />
Van minor ging Rein naar jakobijn<br />
en hij leerde hen goed<br />
hoe elk zich gedragen moet<br />
als hovelingen in ’t paleis.<br />
Hij leerde hen elke geplogenheid<br />
en deed het in een klein jaar tijd.<br />
Met veel moeite en inspanningen<br />
maakte hij van hen hovelingen,<br />
voor wanneer minor en jakobijn<br />
aan ’t hof van Nobel zouden zijn.<br />
Wat nog meer? Heel kort hield Reynaert<br />
iedereen en heeft nooit herhaald<br />
wat hij al eerder had gezegd<br />
en iedereen had opgelegd.<br />
Zij gehoorzaamden zo accuraat<br />
dat ook nog de dag van vandaag<br />
geen orde als daar steeds zijn<br />
van predikheer tot jakobijn<br />
waar Reynaert de vos binnentreedt<br />
of hij wordt geducht en gevreesd.<br />
De monken houden zich rustig en kalm<br />
zoals vermeld in hun verdrag.<br />
Maar de vos bleef daar niet lang<br />
en hij nam afscheid van de abt<br />
om te bezoeken vorst Nobel<br />
die oud was en ziek lag te bed.<br />
Als klerk van stand kleedde hij zich aan<br />
en liet een frater met hem gaan.<br />
Zo lang zijn ze dan gegaan<br />
73<br />
tot zij bij het hof kwamen aan.<br />
Reynaert gedroeg zich uiteraard<br />
nederig en religieus van aard.<br />
Hij toonde zich niet trots of fier<br />
maar eenvoudig en zacht en lief.<br />
Niemand verhinderde dat de klerk<br />
toegelaten werd bij Nobels bed,<br />
zodat hij tot de vorst kon spreken.<br />
– In godsnaam, wees rustig, heren.<br />
Ik ben gekomen zonder vreze<br />
om mijn meester te genezen.<br />
Toen de edelen hadden gehoord<br />
de hofmeester en Reins wederwoord,<br />
brachten ze Rein naar Nobels bed<br />
waar de vos dan heeft gezegd:<br />
– Vorst, dat een goede dag u schenkt<br />
die voor ons op ’t kruis moest sterven.<br />
– Moogt gij eeuwig heil verwerven!<br />
Zeg me nu, heer, wie ge zijt.<br />
– Heer, hij is de abt van de abdij<br />
der jakobijnen van Sint-Ferri.<br />
– Heer, zegt Nobel, dank u en merci,<br />
grote dank voor uw beider komst<br />
zei nog dankbaar de zieke vorst.<br />
Reynaert zei: – Wie ’s ochtends zweet,<br />
het ’s avonds, koning, vaak koud heeft.<br />
Ook zeg ik dat wie denkt te staan<br />
vaak valt of aan het wanklen gaat.<br />
Hij denkt dikwijls dat hij waakt<br />
die vaak in de zondigheid slaapt.<br />
Daarom zeg ik u, heer koning,<br />
dat ge moet maken uw rekening.<br />
We hebben in tekens waargenomen<br />
dat uw eind staat aan te komen.<br />
– Moeder Gods, wie ’t als grap heeft<br />
gezeid<br />
had niet volkomen ongelijk.<br />
– Toch wel, heer, want het uur dat wenkt<br />
is altijd anders dan men denkt.<br />
Dagen komen en dagen gaan<br />
maar zonden plakken altijd aan<br />
de sterveling die ze heeft begaan.<br />
Geef u rekenschap van uw lot<br />
tegenover uw rechter, onze God.<br />
– Heer, zegt Nobel, ik ben zeer bang<br />
voor wat mij boven het hoofd hangt.<br />
– In Godes naam, vorst, ik weet goed<br />
dat ge weldra sterven moet,<br />
wellicht op de tweede sinksendag.<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006