JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7<br />
uiterst zinvolle reeks zijn eenvoudig maar smaakvol uitgegeven en beperken zich<br />
qua inhoud tot de kern: men krijgt heldere, goed leesbare en betrouwbare vertalingen<br />
in neutraal Nederlands, een beknopte inleiding en, waar nodig, aantekeningen<br />
over detailproblemen.<br />
Dit deel over ‘beestenboeken’, zoals de vertalers het Oudfranse ‘bestiaire’ weergeven,<br />
begint met een korte inleiding. Deze start met een bespreking van de<br />
Physiologus-bestiariumtraditie en vervolgt met de Franse overlevering, die geconcentreerd<br />
is in de twaalfde en dertiende eeuw. Zij begint met drie versteksten, waarvan<br />
we de auteurs nog kennen: Philippe de Thaun, Guillaume le Clerc de<br />
Normandie en Gervaise. Het beestenboek van Pierre de Beauvais is jonger dan<br />
deze versteksten en in proza. Dat is een normale situatie. Veel Latijns materiaal<br />
wordt in eerste instantie in volkstalige verzen vertaald – of beter gezegd: bewerkt –<br />
en pas na geruime tijd ook in volkstalig proza aangeboden. Dat komt omdat de<br />
volkstalige tradities oorspronkelijk oraal zijn en mondeling overgeleverd materiaal<br />
kan makkelijker onthouden worden als het in verzen is. Volkstalige toehoorders zijn<br />
dus aan versteksten gewend en krijgen geschreven (nieuw) materiaal in eerste<br />
instantie het liefst in een bekende vorm aangeboden.<br />
In Frankrijk treedt de omslag van voornamelijk verzen naar voornamelijk proza in<br />
de dertiende eeuw op. Pierres beestenboek is deel van deze ontwikkeling. Het is<br />
een heel interessant beestenboek, want er bestaat een korte en een lange versie<br />
van. Men neemt aan dat beide voor 1218 ontstaan zijn en dat de korte versie de<br />
oudste is, maar zeker is dat laatste allerminst. Van Pierre, de auteur, weten we heel<br />
weinig. Hij was waarschijnlijk geestelijke in Beauvais en heeft behalve dit beestenboek<br />
nog enkele andere teksten geschreven, meestal van theologische of morele<br />
aard.<br />
De korte versie, die in het Nederlands vertaald is, bestaat uit 37 hoofdstukjes,<br />
voorafgegaan door een korte proloog, die als volgt begint:<br />
Hier begint het boek dat men Bestiaire noemt; het heet zo omdat<br />
het spreekt van de aard der beesten, want ieder wezen dat God op<br />
aarde schiep, schiep hij voor de mens, om er een voorbeeld aan te<br />
nemen van geloof en trouw. Pierre heeft er lang aan gewerkt om<br />
dit boek uit het Latijn in het Frans te vertalen en schiep er genoegen<br />
in dit te doen, maar omdat rijm graag gebruik maakt van mooie<br />
woorden die de waarheid geen recht doen, schreef hij dit boek in<br />
proza…<br />
(Szirmai en Lops, p. <strong>19</strong>)<br />
De eerste zin drukt het belang van de geestelijke betekenis van alle wezens uit.<br />
Mensen kunnen er geloof in en trouw aan God van leren. De tweede zin maakt duidelijk<br />
waarom Pierre proza gebruikt. Wie in verzen schrijft, doet de waarheid vaak<br />
geweld aan. Hij moet immers rijmen en daardoor soms zijn woordkeuze aanpassen.<br />
Dat levert wel mooie taal op, maar die kan gemakkelijk niet geheel betrouwbaar<br />
meer zijn. Dit is een van de standaardargumenten voor het overgaan op prozateksten<br />
in de volkstaal.<br />
De hoofdstukjes van Pierres tekst zijn niet erg lang. De ‘biologische’ of ‘natuurlijke’<br />
beschrijving van dieren en vogels is vrij kort. Meer aandacht wordt besteed aan<br />
de geestelijke uitleg. Daarbij worden veel vrome vermaningen en bijbelcitaten<br />
gebruikt. Ook dit maakt het belang van de geestelijke betekenis duidelijk. Pierres<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006