JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ze reden verder en een goede vaart<br />
hield erin de vos Reynaert.<br />
De dorper die begerig was<br />
naar ’t geld dat men hem beloofd had,<br />
vroeg: – Reynaert, kan ik hier te voet<br />
doorkomen zonder tegenspoed?<br />
Rein antwoordt: – Jazeker, vester!<br />
volg mij vol moed, wees vermetel.<br />
Maar die voorop rijdt en loopt<br />
en die maar twintig ponden woog<br />
snelde altijd gezwind rechtdoor;<br />
maar hij die ponden zwaarder was<br />
bleef plots steken in ’t moeras.<br />
Zijn gewicht trok hem neer en hij<br />
zonk traag weg in de modderbrij.<br />
De vester laat zijn angsten horen:<br />
– Aai, Reynaert, gilt hij. ‘k ben verloren.<br />
Ge hebt me alweer beetgenomen.<br />
– Wacht tot we u hebben bepist,<br />
ik en mijn gezel dan beslist,<br />
zullen wij u compassie tonen.<br />
Nu maakte Rein bij de wolf<br />
de brede riem los die hem bond<br />
zoals ik hoger heb verteld.<br />
Dan hebben beiden neergeveld<br />
de boer die zich niet kon verweren<br />
en van geen vin durfde bewegen.<br />
Uit schrik voor wat nog komen ging,<br />
keerde hij zich bevend naar Ysegrin.<br />
– Boerenknul, zei die, zie wat gij<br />
van uw houtvester als loon krijgt.<br />
Hij poept voluit op zijn gezicht,<br />
op zijn neus, zijn mond en kin.<br />
Reynaert zei: – Zo dienen altijd<br />
bestraft hebzucht en inhaligheid.<br />
En dan houdt hij hem voor de aap<br />
met d’ontlasting die uit maag<br />
en darm hem schonk wolf Ysegrijn<br />
op een wenk van de sluwe Rein.<br />
Dan hebben de wolf en Reynaert<br />
hem beledigd en dom verklaard.<br />
De vos vraagt: – Waarom drommels,<br />
hebt gij een strik gezet, gij dorper?<br />
Dacht ge daaruit te profiteren?<br />
Nu kunt ge beter maar vergeten<br />
dat ge een goede prijs zoudt krijgen.<br />
Ge kunt het op uw buik nu schrijven<br />
want van mij en van Ysegrijn<br />
kreegt ge al de beloofde prijs.<br />
68<br />
Daarop hebben ze achtergelaten<br />
de dorper die hen wou verraden<br />
omdat hij slecht was en verwaand.<br />
Daarom toonde ik u aan<br />
dat het met hebzucht slecht moet gaan,<br />
met hem die zo onbedachtzaam<br />
op een voorstel is ingegaan,<br />
om een zaak te doen die finaal<br />
uitloopt op schande en kabaal.<br />
Zo handelen veel dwaze lieden<br />
die in de weer zijn als de vliegen<br />
en hopen tarwebrood te krijgen<br />
maar zich met rogge moeten spijzen.<br />
Boven een gewone aderlating<br />
verkiezen ze een darmspoeling.<br />
Ze kennen hun eind in ’t moeras<br />
waarin de boer gevallen was<br />
zoals ik hoger kon aantonen.<br />
Nu moet ik tot Rein terugkomen<br />
die Ysegrijne had bevrijd<br />
uit de strik, zoals hiervoor gezeid.<br />
Toen ze dan met kleine sprongen<br />
verder in het bos doordrongen<br />
terwijl de dorper achterbleef,<br />
riep Reynaert tot de wolf: – Neef,<br />
we kregen het samen voor elkaar.<br />
Ik denk dat ik in geen jaar<br />
zoveel macht en faam heb vergaard.<br />
Ik walg nu echter van dit leven.<br />
Moge de Heer God mij ontnemen<br />
mijn lusten en mijn kwade zeden.<br />
Naar hem luisterde Ysegrijn<br />
en geloofde hem wegens ’t bewijs<br />
dat hij hem onlangs had bevrijd.<br />
Hij dacht dat Reynaert waarheid sprak<br />
wat vroeger zelden het geval was.<br />
Hij zei: – Baron, ik beloof u dat<br />
ik u nooit meer zal bedriegen<br />
of zelfs om bestwil niet beliegen<br />
omdat ik u zeer dankbaar ben<br />
dat ge mij van de vester hebt gered.<br />
De vos Reynaert zei: – Wie met goed<br />
al het kwade heeft vergoed,<br />
wordt gered. Gij dacht dat ge door mij<br />
bedrogen werd en misleid,<br />
belaagd werd en aangevallen,<br />
dat ik u in de strik deed vallen,<br />
wat ge als een loyaal man<br />
over mij niet mogen denken had.<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006