JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ik kan de druk niet meer verdragen<br />
die ik verdroeg in vroeger dagen.<br />
Daarom is ’t beter dat vandaag<br />
al mijn tijd en aandacht gaat<br />
naar een christelijker leven.<br />
– Hoezo, heer, laat d’Heilige Geest<br />
in de steek uw brein en geest?<br />
Ge zijt nooit snuggerder geweest<br />
en zo schitterend in mijn ogen.<br />
– Vrouwlief, ge moogt het geloven,<br />
als ge zoveel hebt gestreden,<br />
zoveel gereisd van dorp tot stede,<br />
komt de Dood toch onverwacht<br />
als een dief komt in de nacht.<br />
Zij wezen dus zeer op hun hoede<br />
die zich niet op tijd behoeden<br />
voor een slecht en zondig eind.<br />
Zo’n arm leven heb ik geleid<br />
dat ik vanaf vandaag de tijd<br />
wil nemen voor berouw en spijt.<br />
Toen vos Reynaert bij die woorden<br />
het roepen van de koekoek hoorde<br />
liet hij een schaterlach horen.<br />
– Ik bezweer u, zegt hij, naar behoren,<br />
koekoek, laat mij waarheid horen:<br />
hoeveel jaren zijn mij nog beschoren?<br />
Ik wil het weten, geluksvogel,<br />
zal het nog een paar jaren mogen?<br />
Drie, koekoek? Vijf, zes of zeven?<br />
Acht, koekoek? Of zelfs negen?<br />
Tien, koekoek, of elf misschien?<br />
Nog twaalf jaren? Wat? Dertien?<br />
De vogel zwijgt en hij vliegt weg<br />
over beemd en struik en heg.<br />
En Reynaert neemt in zijn armen<br />
zijn lieve gade Ermengarde.<br />
– Hebt ge het gehoord?, zei Ermengart.<br />
Ik vraag u vol vreugde in mijn hart<br />
dat ge mij eens goed omarmt.<br />
– Vrouwlief, ik ben in de wolken,<br />
maar we houden het verborgen.<br />
Nooit heb ik zoveel vreugd gekend,<br />
nu de koekoek mij heeft bekend<br />
dat ik nog dertien lange jaren<br />
’t leven zal mogen bewaren.<br />
Dat vorst Nobel alvast wete<br />
dat ik hem zal doen aftreden<br />
en dat hem, of hij ’t wil of niet,<br />
zijn rijk hem binnen ’t jaar ontvliedt.<br />
62<br />
– Heer, zegt Erme, ‘k zie de dag dagen<br />
dat in uw opzet gij zult slagen.<br />
Reynaert stak zijn kop op snoevend<br />
en bleef thuis niet langer toeven.<br />
De volgende dag, bij d’eerste zon,<br />
stond Reynaert opgemonterd op.<br />
Hij verliet zijn warme bed,<br />
kuste zijn vrouw en ging op weg.<br />
Ik wil nu niet in ’t lang verhalen<br />
over zijn listen en zijn lagen,<br />
maar ik kan wel zeggen dat<br />
hij niet gerust heeft eer hij had<br />
bereikt de top en ’t meesterschap<br />
over wie hij rond zich verzameld had.<br />
’t Was in de nieuwe lentetijd<br />
dat Reynaert die had zijn verblijf<br />
in Malpertuis, zijn versterkt kasteel<br />
verliet en zich vertoonde aan heel<br />
het volk, en hij betrok in zijn plan<br />
menig dier waarvan ik niet kan<br />
melding maken zoals ik verkies.<br />
En nochtans of ik het wil of niet,<br />
ik moet verhalen over hen<br />
en laten horen ook hun stem<br />
over wat hen aangaat en betreft,<br />
omdat ik hoger heb vermeld<br />
hoe Reynaert hen bedrogen had<br />
toen hij zijn kromme paden nam.<br />
En zo is hij met korte sprongen<br />
zijn jacht in ’t heideveld begonnen.<br />
Hij speurt alert naar alle zijden<br />
en ziet Timer die in een weide<br />
zich aan distels te goed doet.<br />
Hij gaat meteen recht op hem toe<br />
en zegt hem terwijl hij hem groet:<br />
– Heer Timer, gij hebt het bestaan<br />
te dragen dagenlang het graan<br />
dat men, helaas, gestolen had.<br />
Daarvoor wordt ge ooit nog gestraft.<br />
Als Timer Reynaerts stemme hoort<br />
richt hij verbaasd op het hoofd.<br />
– Ach, lieve God, wat voor misdaad<br />
heb ik, beste vriend, toch begaan?<br />
Weet het wel, wees er zeker van,<br />
ik verkies distels, beste man,<br />
boven graan dat mij schaden kan;<br />
‘k verkies de distels langs de baan<br />
boven een maat gestolen graan.<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006