JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
grafiek<br />
■ Willy Feliers<br />
30<br />
De centsprent Geschiedenis van Reinaert den Vos<br />
Dan waren er vooral: de mannekesbladen waaraan wij elke week<br />
onzen Zondagscent besteedden, en waarop, in felle kleuren<br />
bekladderd, de geschiedenis van Duimke, de Stadsmuzikanten,<br />
Jaakje met zijn Fluitje, Jan van Parijs, in simplis-tischen vorm<br />
waren uitgebeeld. Dat de voorstelling gebrekkig was en we ’t zonder<br />
den tekst moesten stellen, deed er al weinig toe, de bezielende<br />
adem ging van onszelf uit, onze phantasie verklaarde, vulde<br />
aan en strooide er een eigen poëzie over.<br />
Stijn Streuvels (1871-<strong>19</strong>69), in: Herinneringen, p. 322.<br />
Een tijd geleden toonde Peter Everaers van antiquariaat Secundus mij de<br />
Reynaertcentsprent Geschiedenis van Reinaert den Vos. Het betrof een variant van<br />
het al in <strong>19</strong>93 door Rik van Daele besproken ‘mannekensblad’ uit de collectie<br />
Herman Heyse.<br />
We lezen in Stijn Streuvels’ Herinneringen dat hij elke week zijn ‘Zondagscent’ aan<br />
‘mannekesbladen’ besteedde. Hoewel hij dit Reynaertmannekensblad niet uitdrukkelijk<br />
vermeldt, kan hij het in zijn kinderjaren wel gezien hebben. Het is zelfs mogelijk<br />
dat dit in zijn memoires uit het oog verloren mannekensblad, de onbewuste oerbron<br />
is van zijn latere belangstelling voor de Reynaert. Streuvels was bijna 60 toen<br />
hij in Herinneringen over zijn ‘kinderlectuur’ schreef. Hij vermeldde in zijn mémoires<br />
echter niet altijd de bronnen van zijn werk.<br />
De Reynaertcentsprent wordt in het standaardwerk De Volks- en Kinderprent in<br />
de Nederlanden van de 15e tot de 20e eeuw van Maurits de Meyer onder nummer<br />
118 (dubbel) gecatalogiseerd als:<br />
Geschiedenis van Reinaert den Vos 20. hsnn. [houtsneden],<br />
2. G. & V.G., coll. v. Veen; op naam v. Kapel, coll. v. Kuyk.<br />
Geschiedenis van Reinaert den Vos. 20 (andere) hsnn.,<br />
4. z.a. (Glen. & Zn.) coll. Folkl. Mus. Antw. M, Walter G 2, e.a.<br />
De firma Glenisson & Van Genechten werd in 1833 in Turnhout opgericht. In 1856<br />
werd de vennootschap ontbonden en de inboedel verdeeld. Jaak Edward Glenisson<br />
zette samen met zijn zonen Edward en Gustaaf de firma verder als Glenisson en<br />
zonen. In <strong>19</strong>00 werd de firma opgedoekt en werden de bestaande houtblokken verbrand<br />
(De Meyer, p. 125). Ook Antoon van Genechten begon een eigen firma.<br />
De eerste druk van de Reinaertprent werd uitgegeven vóór of in 1856. De eerste<br />
drukken van de eerste firma werden gemerkt met de vermelding ‘Glenisson & Van<br />
Genechten te Turnhout’, de latere drukken met ‘G. & V.G. te Turnhout’, de nog jongere<br />
enkel met de initiaal ‘G’. Dit laatste is het geval met de hier afgebeelde prent<br />
uit de collectie Everaers. De door Peter Everaers gevonden eentalige centsprent,<br />
die bij dit nummer als een apart kleurenblad is afgedrukt (afb. 1), is bij De Meyer<br />
niet gecatalogeerd en valt onder De Meyers beschrijving: ‘3. G’ (d.w.z. dat de firmanaam<br />
is afgekort tot G).<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006