JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
27<br />
bewaarde fragmenten van de Nederlandse tekst stammen zonder uitzondering allemaal<br />
uit de veertiende eeuw. 23 Bovendien noemt Weddige in de inleiding bij zijn editie<br />
overtuigende redenen om niet alleen de overgeleverde fragmenten, maar ook de<br />
Vlaamse brontekst van de Ogier in de veertiende eeuw te dateren. 24 Van den vos<br />
Reynaerde, waarvan men op goede gronden aanneemt dat het in het derde kwart<br />
van de dertiende eeuw ontstaan is, zou bijgevolg noodzakelijkerwijs ouder moeten<br />
zijn dan de Ogier en er is geen enkele reden om aan te nemen dat omgekeerd<br />
Ogier het dierenepos zou parodiëren. Terwijl de geciteerde passage in de Ogier een<br />
voortreffelijk voorbeeld voor de Bruunepisode in Van den vos Reynaerde zou kunnen<br />
leveren, komt het dierenepos als bron voor Ogier nauwelijks in aanmerking. Op<br />
die manier komt het zoeken naar mogelijke intertextuele relaties tussen beide teksten<br />
op een heel ander niveau terecht. Maar om die te onderzoeken is interdisciplinaire<br />
samenwerking een conditio sine qua non. Enkele hypotheses zouden er als<br />
volgt uit kunnen zien:<br />
- In Vlaanderen waren er zo veel contacten met de Franse literatuur, dat het zonder<br />
meer denkbaar is dat Van den vos Reynaerde het niet op de Nederlandse Ogier van<br />
Denemerken-bewerking, maar direct op diens Franse bron, de Ogier le Danois<br />
gemunt heeft, die in zijn bewaard gebleven vorm door Richard Trachsler in het<br />
Lexikon des Mittelalters in de jaren 1200-1220 gedateerd wordt. 25 Met zijn datering<br />
rond het midden van de dertiende eeuw zou Van den vos Reynaerde daar chronologisch<br />
precies bij aansluiten.<br />
- Zoals bekend heeft de branche I van de Roman de Renart de Nederlandse dichter<br />
van Van den vos Reynaerde tot voorbeeld gediend. In de Franse tekst is ook al<br />
een vergelijkbare passage aanwezig, waarin de wezenlijke elementen uit de<br />
beschreven scène voorhanden zijn: de op de gevangen beer aanstormende boeren<br />
zijn met knotsen, een hak, een vlegel, een stekelige stok, een mestvork en zelfs met<br />
een rundshoorn bewapend. 26 Wanneer niet alles op een toeval berust, is het niet<br />
ondenkbaar dat de in de Nederlandse bewerkingen van zowel de Ogier als van Van<br />
den vos Reynaerde voorkomende overeenstemmingen een soort intertextualiteit<br />
van de tweede graad voorstellen, waarbij achteraf relaties gelegd werden tussen<br />
Nederlandse bewerkingen van twee Franse voorbeelden, die misschien van hun<br />
kant reeds aan elkaar gerelateerd waren.<br />
- Of misschien hebben we het helemaal verkeerd en is er van intertextualiteit geen<br />
sprake. Misschien bestond er een soort topos ‘held door een onwaardige tegenstander<br />
belaagd’, dat in verschillende contexten met steeds dezelfde bewoordingen<br />
geactualiseerd kon worden.<br />
De internationaliteit van middeleeuwse teksten en in het bijzonder van de<br />
Middelnederlandse maakt het noodzakelijk om ze niet uitsluitend vanuit de beperkte<br />
optiek van een nationale letterkunde te bekijken. Men mag de Europese dimensie<br />
van de middeleeuwse literaire traditie nooit uit het oog verliezen.<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006