04.09.2013 Views

JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>19</strong><br />

ke hoven van Daun-Oberstein of Manderscheid-Blankenheim als bemiddelaars<br />

opgetreden zouden kunnen zijn. Het Heidelbergse afschrift van de Ogier daarentegen,<br />

dat naar een mededeling op het einde van het boek door de schrijver Ludwig<br />

Flùgel op 23 oktober 1479 voltooid werd, bevat een tekst die blijkbaar zonder tussenschakel<br />

direct op een Nederlandstalige bron teruggaat.<br />

Deze drie romans zijn voor de moderne lezer niet makkelijk toegankelijk, maar<br />

ook de middeleeuwse lezers of luisteraars zullen er al heel wat moeite mee gehad<br />

hebben. De Middelhoogduitse vertalingen uit Heidelberg hebben ook de uitgevers<br />

ervan voor grote moeilijkheden geplaatst. Het blijkt namelijk dat de Duitse vertaler<br />

(misschien waren er verscheidene) ófwel niet over voldoende kennis van het<br />

Middelnederlands beschikte om de teksten adequaat te vertalen óf misschien zelfs<br />

niet eens de bedoeling had om een goed verstaanbare Middelhoogduitse tekst te<br />

produceren. De Middelnederlandse verzen en zinnen bleven in zijn vertaling namelijk<br />

op talrijke plaatsen onder de vrij oppervlakkige aanpassing van de woordenschat<br />

aan het Duitse klank- en vormenpatroon bewaard, maar de betekenis van de Duitse<br />

tekst blijft vaak duister. Je ziet de Nederlandse grondtekst bijna in elke zin door de<br />

Duitse heenschemeren, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat de vertaler niet<br />

toch af en toe flink in de brontekst heeft ingegrepen. 3 Zekerheid hebben we daaromtrent<br />

vrijwel nooit. Op veel plaatsen zal het Duitstalige publiek in het beste geval<br />

associatief tot een min of meer impressionistisch begrip van de tekst gekomen zijn,<br />

maar het beluisteren van zulke lange teksten moet erg lastig geweest zijn. De vraag<br />

welk doel de vertaler met deze ongewone vertaling voor ogen had, bleef tot nu toe<br />

onbeantwoord. De maagdelijke toestand waarin de Heidelbergse handschriften<br />

vandaag de dag nog steeds verkeren zou er ook op kunnen wijzen, dat ze weinig<br />

gebruikt zijn. Misschien wilde degene die de vertaling liet maken ze alleen in zijn<br />

boekenkast hebben om zijn verzameling te completeren en werden ze nauwelijks of<br />

nooit ten gehore gebracht of gelezen.<br />

Als men een enigszins acceptabel tekstbegrip wil bereiken, dan is men vrijwel<br />

gedwongen om zijn toevlucht te nemen tot een hervertaling van de tekst uit het<br />

Duits naar het Nederlands. Dat is, zoals men uit ervaring met andere teksten zoals<br />

bijvoorbeeld die van Hei<strong>nr</strong>ic van Veldeke weet, geen sinecure. De uitgevers van de<br />

Malagijs, een team bestaande uit twee germanisten en twee neerlandici, hebben<br />

zich wat dit betreft grote moeite getroost en goed werk verricht. Bij de uitgave van<br />

de Ogier, die in deze bijdrage in het middelpunt staat, moeten veel dingen nog<br />

gedaan worden. De uitgever Hilkert Weddige heeft zich grotendeels op het standpunt<br />

van het middeleeuwse Duitse publiek geplaatst en geprobeerd de tekst op een<br />

vrij impressionistische manier te verklaren. Daardoor is de tekst op talrijke plaatsen<br />

duister gebleven en in het bijzonder voor neerlandici nog nauwelijks toegankelijk<br />

gemaakt. Hier moet nog veel werk verricht worden en er valt dus waarschijnlijk ook<br />

nog veel te ontdekken. Van zo’n ontdekking willen we hier verslag doen.<br />

We nemen het tekstfragment, waar Weddige het nummer 113 aan heeft gegeven.<br />

Inhoudelijk gaat het om het volgende: de Deense edelman Ogier, een man van<br />

reusachtige gestalte en lichaamskracht, voelt zich door Karel de Grote schandelijk<br />

bedrogen omdat diens zoon Charloet Ogiers zoon Boudewijn, die als gijzelaar aan<br />

het hof van Karel vastgehouden werd, gedood heeft. Ogier heeft wraak gezworen<br />

en probeert Karel overal te treffen waar hij kan. Op een dag dringt hij Parijs binnen,<br />

waar hij Karel te midden van zijn aanhangers ter verantwoording roept.<br />

Ondertussen laten de verraders Guwels 4 , Berengier en Hardreyt de stadspoorten<br />

Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!