JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
samen voor met ‘wetenschappelijke’ teksten, zoals de Image du monde, of met andere teksten over dieren zoals fabels. De Franse context van de Bestiaire d’amour is dus breder. Meer in het algemeen moet men zeggen dat de invloed van de Bestiaire d’amour op de Middelnederlandse literatuur niet heel groot is geweest. De Middelnederlandse vertaling komt uit het oosten en de versbewerking uit het westen van het Nederlandse taalgebied en beide lijken geen enkele invloed te hebben gehad. Van beide is maar één handschrift overgeleverd en in andere teksten is geen spoor van de Bestiaire d’amour of van de twee Middelnederlandse omzettingen aan te treffen. Het is dus beter niet van een traditie te spreken, maar van twee losse, weinig succesvolle tekenen van receptie. Deze uitspraak kan verbreed worden voor de bestiariumtraditie als geheel. Receptie van traditioneel bestiariummateriaal in geschreven Middelnederlandse teksten is nauwelijks te vinden. Er zijn 91 handschriften bekend met Latijnse bestiaria en 35 met Franse, maar er bestaat geen Middelnederlandse vertaling van een traditioneel bestiarium (meer). Slechts Maerlants Der naturen bloeme geeft een redelijk deel van de traditionele informatie uit bestiaria en in die tekst is deze verbonden met andere natuurkundige en biologische kennis. Overigens is dat in Europees perspectief ook niet uniek. Er zijn ook Latijnse en Franse bestiaria die voorkomen in handschriften met verder voornamelijk ‘wetenschappelijk’ materiaal. Gewoner zijn echter verbindingen van bestiaria met theologisch of moreel materiaal van diverse aard. Van Der naturen bloeme bestaan nog elf complete handschriften (waarvan zeven met miniaturen) en fragmenten van 23 andere. Bovendien kennen we vier handschriften met excerpten uit deze tekst. Maar Maerlant is bij tijden kritisch ten opzichte van de traditionele kennis uit bestiaria en nadere studie van de excerpten en de fragmenten van Der naturen bloeme lijkt erop te wijzen dat vooral de boeken over kruiden en stenen populair waren en dat het Nederlandse publiek minder geïnteresseerd was in de symbolische of moralistische betekenis van dieren en andere wezens dan in hun praktische bruikbaarheid. Dat suggereert een zekere eigenheid van het Nederlandse publiek. Was dat in de middeleeuwen al pragmatischer dan de andere Europeanen? We moeten heel voorzichtig zijn met dit soort uitspraken. We hebben hierboven immers gezien dat in de meeste talen van West-Europa het bestiarium nauwelijks overgeleverd is. Het lijkt er eerder op dat de kennis die in bestiaria ligt opgeslagen zich voornamelijk via het Frans en het Latijn over Europa heeft verspreid. In die talen hebben we immers wel veel bestiaria en die twee talen werden in de middeleeuwen in heel Europa gebruikt. Maar waarom die kennis dan wel afbeeldingen en toespelingen heeft opgeleverd en geen teksten in de eigen volkstaal, dat is nog een raadsel. Wetenschappers hebben nog veel te doen. Noten 16 1. Twee middeleeuwse beestenboeken. Het Beestenboek van Pierre de Beauvais & Het Beestenboek van de Liefde van Richard de Fournival. Vertaald door Julia C. Szirmai en Reinier Lops. MemoranduM 5. Hilversum, Verloren, 2005. 2. In de vertaling worden bijbelcitaten wel gemarkeerd door aanhalingstekens, maar er staan geen verwijzingen bij. Dat is jammer, want het maakt het vergelijken met de bijbel lastiger. Dit is overigens het enige hulpmiddel dat ik in het boekje mis. Alle andere noodzakelijke informatie wordt gegeven. 3. Het deel over de Nederlanden van dit artikel is gebaseerd op: P. Wackers, The Middle Dutch Tiecelijn, 19, 2006
17 Bestiary Tradition, in: B. van den Abeele (ed.), Bestiaires médiévaux. Nouvelles perspectives sur les manuscrits et les traditions textuelles. Louvain-la-neuve: UCL, 2005. In het hier volgende worden alleen hoofdlijnen gegeven. Voor verantwoording en onderbouwing verwijs ik naar de Engelse tekst. 4. Een aantal handschriften van De natura rerum noemt niet Thomas maar Albertus Magnus als auteur van de tekst. Maerlant moet zo’n handschrift gebruikt hebben. Literatuur In het artikel zelf zijn slechts enkele noten of verwijzingen geplaatst. De verwijzingen zijn of naar elektronische hulpmiddelen of naar specifieke bronnen voor de behandelde informatie. De volgende boeken bieden daarnaast bruikbare en interessante algemene gegevens (en soms illustraties). Barber, R., Bestiary, Being an English Version of the Bodleian Library, Oxford, M.s. Bodley 764 with all the Miniatures Reproduced in Facsimile, Transl. and Introd. by -, Woodbridge, Boydell Press, 1993. Clark, W.B. & M.T. McMunn (eds), Beasts and Birds of the Middle Ages. The Bestiary and its Legacy, Philadelphia, University of Philadelphia Press, 1989. Fabeldieren, speciaal nummer van Kunstschrift, 2002, nr. 2. Hassig, D., Medieval bestiaries. Text, Image, Ideology, Cambridge, U.P., 1995 Hassig, D. (ed.), The Mark of the Beast. The Medieval Bestiary in Art, Life and Literature. New York/London, Garland, 1999. Hond, J. de (red.), Monsters en Fabeldieren. 2500 jaar geschiedenis van randgevallen. Amsterdam/’s-Hertogenbosch, Ludion/Noordbrabants Museum, 2003. Müller, U. & W. Wunderlich (hg.), Dämonen, Monster, Fabelwesen, Sankt-Gallen, UVK, 1999. White, T. The Bestiary. A Book of Beasts, New York, 1960. Tiecelijn, 19, 2006
- Page 1 and 2: De kroning van Reynaert Zeven! Reed
- Page 3 and 4: 3 Daartussen worden een of meer eig
- Page 5 and 6: 5 bonden. De egel bijvoorbeeld krij
- Page 7 and 8: 7 uiterst zinvolle reeks zijn eenvo
- Page 9 and 10: 9 Op de derde dag stoot de vader ee
- Page 11 and 12: 11 Utenhove prijst. Meestal is hij
- Page 13 and 14: 13 Fournival heeft zelf ook een ver
- Page 15: 15 Daarmee zijn we door de Middelne
- Page 19 and 20: 19 ke hoven van Daun-Oberstein of M
- Page 21 and 22: Zu e der zijt und stat, das weiß m
- Page 23 and 24: komt het woord ‘postele’ in het
- Page 25 and 26: 25 Wie Van den vos Reynaerde kent,
- Page 27 and 28: 27 bewaarde fragmenten van de Neder
- Page 29 and 30: 29 18. Middelnederlandsch Woordenbo
- Page 31 and 32: afb. 2 Het exemplaar uit de collect
- Page 33 and 34: Wie kon in de achttiende en negenti
- Page 35 and 36: afb. 3 breuze verwijzingen geschrap
- Page 37 and 38: 37 De gewijzigde tekst luidt volgen
- Page 39 and 40: 39 54 Antwerpen: Josephus Thys [181
- Page 41 and 42: afb. 4 J.P. de Bruyn. Zijn bedrijvi
- Page 43 and 44: afb. 5 Naast schilderijen en tekeni
- Page 45 and 46: 45 vooral prentenverzamelaars die w
- Page 47 and 48: 47 Meteen zullen we het verval kunn
- Page 49 and 50: 49 Jegher. Door die duidelijkere co
- Page 51 and 52: afb. 13 afb. 14 4. De bron voor het
- Page 53 and 54: 53 woedende hond heeft de vacht van
- Page 55 and 56: Rik van Daele en Paul Wackers, Nog
- Page 57 and 58: 57 priester is benoemd en hij biedt
- Page 59 and 60: 59 bieden. Ysegrijn treft hem aan i
- Page 61 and 62: 61 Die dag gingen verloren voor alt
- Page 63 and 64: Al had ik honderd maten graan, ik z
- Page 65 and 66: Toen begon de boer te zweren op God
samen voor met ‘wetenschappelijke’ teksten, zoals de Image du monde, of met<br />
andere teksten over dieren zoals fabels. De Franse context van de Bestiaire<br />
d’amour is dus breder.<br />
Meer in het algemeen moet men zeggen dat de invloed van de Bestiaire d’amour<br />
op de Middelnederlandse literatuur niet heel groot is geweest. De Middelnederlandse<br />
vertaling komt uit het oosten en de versbewerking uit het westen van het<br />
Nederlandse taalgebied en beide lijken geen enkele invloed te hebben gehad. Van<br />
beide is maar één handschrift overgeleverd en in andere teksten is geen spoor van<br />
de Bestiaire d’amour of van de twee Middelnederlandse omzettingen aan te treffen.<br />
Het is dus beter niet van een traditie te spreken, maar van twee losse, weinig succesvolle<br />
tekenen van receptie.<br />
Deze uitspraak kan verbreed worden voor de bestiariumtraditie als geheel.<br />
Receptie van traditioneel bestiariummateriaal in geschreven Middelnederlandse<br />
teksten is nauwelijks te vinden. Er zijn 91 handschriften bekend met Latijnse bestiaria<br />
en 35 met Franse, maar er bestaat geen Middelnederlandse vertaling van een<br />
traditioneel bestiarium (meer). Slechts Maerlants Der naturen bloeme geeft een<br />
redelijk deel van de traditionele informatie uit bestiaria en in die tekst is deze verbonden<br />
met andere natuurkundige en biologische kennis. Overigens is dat in<br />
Europees perspectief ook niet uniek. Er zijn ook Latijnse en Franse bestiaria die<br />
voorkomen in handschriften met verder voornamelijk ‘wetenschappelijk’ materiaal.<br />
Gewoner zijn echter verbindingen van bestiaria met theologisch of moreel materiaal<br />
van diverse aard.<br />
Van Der naturen bloeme bestaan nog elf complete handschriften (waarvan zeven<br />
met miniaturen) en fragmenten van 23 andere. Bovendien kennen we vier handschriften<br />
met excerpten uit deze tekst. Maar Maerlant is bij tijden kritisch ten opzichte<br />
van de traditionele kennis uit bestiaria en nadere studie van de excerpten en de<br />
fragmenten van Der naturen bloeme lijkt erop te wijzen dat vooral de boeken over<br />
kruiden en stenen populair waren en dat het Nederlandse publiek minder geïnteresseerd<br />
was in de symbolische of moralistische betekenis van dieren en andere<br />
wezens dan in hun praktische bruikbaarheid. Dat suggereert een zekere eigenheid<br />
van het Nederlandse publiek. Was dat in de middeleeuwen al pragmatischer dan de<br />
andere Europeanen? We moeten heel voorzichtig zijn met dit soort uitspraken. We<br />
hebben hierboven immers gezien dat in de meeste talen van West-Europa het<br />
bestiarium nauwelijks overgeleverd is. Het lijkt er eerder op dat de kennis die in<br />
bestiaria ligt opgeslagen zich voornamelijk via het Frans en het Latijn over Europa<br />
heeft verspreid. In die talen hebben we immers wel veel bestiaria en die twee talen<br />
werden in de middeleeuwen in heel Europa gebruikt. Maar waarom die kennis dan<br />
wel afbeeldingen en toespelingen heeft opgeleverd en geen teksten in de eigen<br />
volkstaal, dat is nog een raadsel. Wetenschappers hebben nog veel te doen.<br />
Noten<br />
16<br />
1. Twee middeleeuwse beestenboeken. Het Beestenboek van Pierre de Beauvais & Het<br />
Beestenboek van de Liefde van Richard de Fournival. Vertaald door Julia C. Szirmai en<br />
Reinier Lops. MemoranduM 5. Hilversum, Verloren, 2005.<br />
2. In de vertaling worden bijbelcitaten wel gemarkeerd door aanhalingstekens, maar er staan<br />
geen verwijzingen bij. Dat is jammer, want het maakt het vergelijken met de bijbel lastiger. Dit<br />
is overigens het enige hulpmiddel dat ik in het boekje mis. Alle andere noodzakelijke informatie<br />
wordt gegeven.<br />
3. Het deel over de Nederlanden van dit artikel is gebaseerd op: P. Wackers, The Middle Dutch<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006