JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 19 nr 1 - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
11<br />
Utenhove prijst. Meestal is hij namelijk ook negatief over de auteurs van<br />
Middelnederlandse teksten met een Franse bron. Het is niet duidelijk hoe deze uitzondering<br />
verklaard moet worden. Wel is duidelijk dat Maerlants wantrouwen ten<br />
opzichte van het Frans niet algemeen is. In feite zijn heel veel Middelnederlandse<br />
teksten op een Franse bron gebaseerd en de auteurs daarvan tonen geen enkel<br />
teken van twijfel over de betrouwbaarheid van hun bron als ze zich daarover uitspreken.<br />
Deze afhankelijkheid van het Frans geldt ook voor de twee ‘echte’ bestiaria<br />
in het Middelnederlands. Beide zijn gebaseerd op het hierboven al globaal<br />
besproken Bestiaire d’amour van Richard de Fournival en niet op een Latijnse tekst.<br />
De eerste Middelnederlandse tekst, een vertaling van de Bestiaire d’amour, is<br />
overgeleverd in het zogenoemde Nederrijns moraalboek. Dit is een van de oudste<br />
overgeleverde handschriften met Middelnederlandse teksten. Het boek is tegen het<br />
einde van de dertiende eeuw vervaardigd in het graafschap Gelre. De 57 miniaturen<br />
en de decoratie met bladgoud maken het heel kostbaar. Het moet voor de hoogste<br />
kringen van het graafschap gemaakt zijn, misschien wel voor de graaf zelf. Het<br />
Nederrijns moraalboek bevat drie prozateksten, telkens een vertaling, met name:<br />
- van de Franse versie van Willem van Conches’ Moralium dogma<br />
philosophorum, een traktaat over de vier kardinale deugden;<br />
- van een Franse collectie spreuken en aforismen;<br />
- van het Bestiaire d’amour.<br />
Het is duidelijk dat deze codex een Franse achtergrond heeft. De drie teksten lijken<br />
het werk te zijn van één auteur. Alle vertalingen zijn uiterst getrouw en er wordt maar<br />
weinig toegevoegd of weggelaten. Opmerkelijk genoeg worden deze drie teksten,<br />
die voor moderne onderzoekers duidelijk verschillend zijn, in het Nederrijns moraalboek<br />
gepresenteerd als een eenheid. Om deze eenheid te bereiken verplaatste de<br />
maker van het boek een deel van de proloog van de Bestiaire d’amour naar het<br />
begin van het manuscript en bewerkte dat tot een inleiding op het boek als geheel.<br />
Dit kon gemakkelijk omdat de proloog van de Bestiaire d’amour begint met algemene<br />
reflecties over kennis en geheugen als algemene menselijke vermogens.<br />
Allereerst wordt gesteld dat het natuurlijk is voor mensen om kennis te begeren.<br />
Maar hoewel alles gekend kan worden, kan niemand alles kennen. Bovendien wisten<br />
de ouden vele dingen die niemand die tegenwoordig leeft op basis van zijn<br />
eigen intelligentie zou kunnen afleiden. Daarom heeft God aan de mensen het<br />
geheugen gegeven opdat alle ooit verworven kennis bewaard zou kunnen worden.<br />
Er zijn twee deuren naar het Geheugen: Zien en Horen. Er leiden twee wegen naar<br />
die deuren, namelijk Afbeelding en Beschrijving. Deze mededelingen kunnen heel<br />
goed dienen als algemene introductie omdat ze zo globaal zijn en omdat het boek<br />
gedeeltelijk met miniaturen versierd is en dus materiaal biedt aan zowel Zien als<br />
Horen.<br />
Na deze beschrijving van het belang van Geheugen en de rol van Horen en Zien,<br />
gaat de auteur over op de inhoud van het handschrift. Daarbij volgt hij de Franse versie<br />
van Willems traktaat over de kardinale deugden. Nieuwe zaken verdrijven oude<br />
uit de geest, zegt hij. Daarom is het nuttig om belangrijke dingen op te schrijven,<br />
zodat ze teruggeroepen kunnen worden in de geest. Wat hier geschreven zal worden,<br />
gaat over de juiste en verstandige manier van leven. Een moderne onderzoeker kan<br />
bepalen dat deze introductie is gebaseerd op delen van twee afzonderlijke teksten,<br />
maar wie het stuk zomaar leest, ervaart het als één introductie op een daarop volgende<br />
eenheid.<br />
Tiecelijn, <strong>19</strong>, 2006