HC ZL3_samenvatting.pdf - VETserieus.nl

HC ZL3_samenvatting.pdf - VETserieus.nl HC ZL3_samenvatting.pdf - VETserieus.nl

vetserieus.nl
from vetserieus.nl More from this publisher
04.09.2013 Views

www.VETserieus.nl Beste Student, De documenten op VETserieus.nl zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij het studeren. De samenvattingen worden nagekeken door studenten tijdens het volgen van de lessen en waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel foutloze samenvattingen te bieden die met hun tijd meegaan, ondanks dit streven is er altijd een kans dat er fouten in de documenten staan. Mocht je tijdens het lezen van de samenvatting fouten vinden kun je dat doorgeven via de contactpagina op de site of direct een mail sturen naar vetserieus@gmail.com De student is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode en voor het uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereidingen!! Hartelijke groet, VETserieus.nl 1

www.<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />

Beste Student,<br />

De documenten op <strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong> zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij<br />

het studeren. De <strong>samenvatting</strong>en worden nagekeken door studenten tijdens<br />

het volgen van de lessen en waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel<br />

foutloze <strong>samenvatting</strong>en te bieden die met hun tijd meegaan, ondanks dit<br />

streven is er altijd een kans dat er fouten in de documenten staan. Mocht je<br />

tijdens het lezen van de <strong>samenvatting</strong> fouten vinden kun je dat doorgeven<br />

via de contactpagina op de site of direct een mail sturen naar<br />

vetserieus@gmail.com<br />

De student is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode en voor het<br />

uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereidingen!!<br />

Hartelijke groet,<br />

<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />

1


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Hoorcollege 1 nieren en urinewegen<br />

Functionele eenheid nier: nefron<br />

bestaande uit:<br />

- Glomerulus: capillair netwerk tussen afferente en efferente arteriole<br />

renale arterie interlobaire arterie arcuate arterie interlobulaire arterie<br />

Functies:<br />

o Ultrafiltratie plasma<br />

o Bloeddruk regulering<br />

o Regulering peritubulaire doorbloeding<br />

o Tegenhouden circulerende macromoleculen ( vastlopen<br />

immuuncomplexen)<br />

- Tubulus: terugresorptie<br />

- juxtaglomerulaire apparaat: GFR<br />

De nier heeft een streepvormig patroon, dat ook vaak zichtbaar is bij pathologische<br />

veranderingen.<br />

De filtratiebarriere bestaat uit endotheel, basaalmembraan (collageen type 2, bevat<br />

anionen (-), zodat (-)eiwitten worden doorgelaten) en podocyten.<br />

De macula densa is een onderdeel van het juxtaglomerulaire apparaat.<br />

Reactiepatroon van de nieren<br />

Ontwikkelingsstoornissen:<br />

- aplasie / hypoplasie: onvolledige ontwikkeling<br />

- hoefijzernier: 2 nieren worden 1 nier<br />

- dysplasie: abnormale differentiatie en structuren in nier niet passend bij normale<br />

nefrogenese, bijvoorbeeld onvolwassen glomeruli<br />

o juveniele progressieve nefropathie: familiair in aantal hondenrassen,<br />

mogelijk variant van dysplasie<br />

macroscopisch: kleine/misvormde nieren. Ddx: fibrose met chronische nierziekte<br />

- cysten<br />

o aangeboren, mogelijk erfelijk<br />

o verkregen (secundair aan ontsteking)<br />

o ‘polycystic kidney disease’ erfelijk in Perzische kat en Bull terriërs<br />

o Bij Perzische kat, Cairn en West Highland White terriër in combinatie met<br />

‘cystic billiairy disease’.<br />

Circulatiestoornissen:<br />

- Neonatale systemische herpesinfectie<br />

o Macroscopisch:<br />

Bloeding/haemorrhagie<br />

Necrose/verval<br />

Dieren zijn jonger dan 14 dagen, heeft te maken met de<br />

temperatuur<br />

1


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

- Infarcering<br />

o coagulatienecrose tgv lokale ischemie door afsluiting van een bloedvat<br />

o meestal tgv thromboembolisme secundair aan valvulaire endocarditis,<br />

endarteritis of aseptische emboli (neoplasie)<br />

o rood of bleek: ouderdomvan infarct<br />

o bijvoorbeeld: acuut hemorrhagisch (rood) infarct tgv. thrombose van<br />

interlobaire arterie: schors en merg<br />

o bijvoorbeeld: bleek infarct tgv verstopping van interobulaire arterie<br />

- papilnecrose (door pijnstillers)<br />

Degeneratie en necrose:<br />

- ATN: acute tubulaire necrose<br />

o Bijvoorbeeld schaap met bacteriemie<br />

Macro: gezwollen bleke nieren met puntbloedingen<br />

Micro: necrose van tubulusepitheelcellen, bloedingen<br />

- Nefrotoxisch<br />

o Directe schade aan tubulaire epitheelcellen door toxine of metabolieten<br />

o Indirecte schade door metabolieten via vasoconstrictie en ischemie,<br />

meestal geen beschadiging van basaalmembranen en dus regeneratie van<br />

buisjes mogelijk<br />

- Ischemisch<br />

o Verlaagde nierperfusie, bijvoorbeeld hypovolemie of verminderde<br />

hartfunctie<br />

o Indien beschadiging aan basaalmembranen: geen regeneratie maar atrofie<br />

van buisjes en fibrose<br />

Stapelingen:<br />

- (met)hemoglobine in chronische kopervergiftiging bij het schaap<br />

o Lichamelijk onderzoek: schaap is icterisch en anemisch<br />

o Nier: pikzwart door stapeling pigment<br />

- Amyloid<br />

Ontsteking / nefritis:<br />

- Glomeruli: glomerulonefritis<br />

o Macroscopisch<br />

Meestal onopvallend<br />

Chronisch: bleke foci in schors, dunne schors, fibrose<br />

Acuut: rode foci in schors (Ddx: puntbloedingen)<br />

o Pathogenese<br />

Embolisch bacteriemie bijvoorbeeld actinobaccilus equuli bij<br />

veulen of rund met haardnefritis<br />

Viraal, bijvoorbeeld ICH (infectieuze canine hepatitis)<br />

2


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Immuun-gemedieerd<br />

Anti-basaalmembraan antilichamen: zeldzaam<br />

Vastlopen van immuuncomplexen<br />

o Chronische ontsteking<br />

o Kat: FeLV<br />

o Hond: Leishmania<br />

o Varken: circovirus<br />

Het vastlopen van immuuncomplexen wordt bepaald door:<br />

o Aantal complexen in circulatie<br />

o Doorlaatbaarheid capillairen<br />

o Grootte en lading complexen<br />

o Moleculaire configuratie complexen<br />

o Sterkte binding tussen antilichaam en antigeen<br />

Morfologische en klinische expressie van glomerulaire<br />

schade is afhanklijk van locatie van vastlopen<br />

van immuuncomplexen.<br />

(sub)endotheliaal en/of in<br />

basaalmembraan<br />

- complementbinding<br />

- activatie en vorming<br />

C5b-C9 = MAC<br />

- chemotaxis leukocyten<br />

- endotheelschade<br />

- degeneratie en necrose<br />

(sub)epitheliaal<br />

- beschadiging podocyten door<br />

activatie complement<br />

- geen chemotaxis leukocyten<br />

- complement afgevoerd naar<br />

urineruimte<br />

diagnose op basis van lichtmicroscopie (IgG, IgM,<br />

IgA, C3), onderverdeling:<br />

o membraneuze GN (membraneuze glomerulopathie)<br />

verdikking glomerulaire basaalmembranen<br />

geen celtoename<br />

geen ontsteking<br />

immuuncomplexen subepitheliaal<br />

o proliferatieve GN<br />

ontstekingscellen en necrose in vaatkluwen<br />

proliferatie endotheelcellen<br />

exsudaat = post-infectieuze of exsudatieve<br />

glomerulonefritis<br />

immuuncomplexen subendotheliaal<br />

o membranoproliferatieve GN<br />

3


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

dikke basaalmembraan ook bij:<br />

amyloid-stapeling kleuren met congorood<br />

o macroscopisch: nier gezwollen, bleek, gladde of<br />

granulaire oppervlakte (rund: zwavelnier)<br />

o Reden van de bleke/gele kleur:<br />

Verlies van eiwit door glomeruli:<br />

proteïnurie. Schors: eiwit resorptiedruppels<br />

in tubulusepitheel en vettige degeneratie met<br />

eiwitcylinders in lumina van buisjes<br />

Merg: eiwitcylinders in buisjes<br />

glomerulosclerose: celarme verschrompelde glomeruli tgv<br />

proliferatie van bindweefsel en mesangiale matrix<br />

o klinisch beeld glomerulopathie/glomerulonefritis<br />

proteïnurie (schade aan basaalmembraan, podocyten en/of<br />

endotheelcellen)<br />

+/- hematurie<br />

+/- nefrotisch syndroom<br />

+/- uremisch syndroom<br />

- interstitium (+tubuli): (tubulo)interstitiële nefritis<br />

o hematogeen<br />

o haardsgewijs en streepvormig<br />

o in interstitium om de vaten, tussen tubuli en om glomeruli<br />

o acuut tot chronisch<br />

o focaal tot multifocaal<br />

- nierbekken: pyelonefritis<br />

o ontsteking van nierbekken (pyelitis) en omringend parenchym<br />

(interstitium)<br />

o een- of beiderzijds<br />

o diffuus of gelokaliseerd, bijvoorbeeld in rund in 1 renculus<br />

o ascenderende infectie vanuit urineweg of hematogeen<br />

o mogelijk in combinatie met andere pathologie/verstoorde functie<br />

urinewegen/geslachtsapparaat<br />

o Chronische pyelonefritis: ureter verdikt, veel pus<br />

- bloedvaten: vasculitis<br />

o kat: FIP<br />

o ontsteking is kenmerkend rondom vaten<br />

o ook circovirus in varken met vasculitis en glomerulonefritis<br />

- (peritoneum: peritonitis)<br />

4


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Van een acute naar een chronische ontsteking:<br />

- eindstadium schrompelnier<br />

- pathogenese<br />

o gevolg van chronische tubulointerstitiele nefritis<br />

o gevolg van chronische glomerulonefritis of pyelonefritis<br />

o gevolg van immuun-gemedieerde schade aan tubuli of interstitium<br />

o vasculair<br />

- macroscopisch en histologisch aspecifiek beeld: initiele laesie vaak niet meer<br />

herkenbaar<br />

- fibrose en verlies van nefronen<br />

- pathologisch beeld: uremisch sectiebeeld, bijvoorbeeld secundaire renale<br />

hyperparathyreoidie<br />

Reactiepatronen van de urinewegen en blaas<br />

Ontwikkelingsstoornissen<br />

Urolithiasis<br />

Verwijding van het lumen<br />

Blaasruptuur<br />

Ontsteking<br />

Neoplasie<br />

- niercarcinoom<br />

- nefroblastoom<br />

- lymfoom<br />

- leiomyoom<br />

- overgangsepitheelcelcarcinoom<br />

Extra in hoorcollege 1 2008<br />

Glomerulonefritis door vastlopen immuuncomplexen<br />

- grote complexen (overmaat Ab) subendotheliaal en mesangiaal<br />

- kleine complexen (overmaat Ag) subepitheliaal<br />

Membraneuze glomerulonefritis: verdikte capillairlissen bij<br />

immuuncomplexglomerulonefritis.<br />

Bij elektronenmicroscopie zijn immuuncomplexen zichtbaar als dense deposits.<br />

Glomerulonefrose:<br />

- metabole cellulaire veranderingen<br />

- toename intracellulaire matrix in glomeruluslissen zonder proliferatie van cellen<br />

(sclerose)<br />

- afzetting amyloid<br />

5


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Glomerulonefritis:<br />

- exsudatie (fibrine in Bowmanse holte)<br />

- cellulaire proliferatie<br />

- depositie van immuuncomplexen in de glomerulaire basaalmembraan<br />

Tubulo-interstitiele aandoeningen: UREMIE<br />

- tubulonefrose<br />

o tgv ischemie, toxinen, zware metalen<br />

o pigmentstapelingen, bijv lipofuscine<br />

- interstitiele ontsteking:<br />

o (Multi)focaal: purulent of non-purulent<br />

o diffuus: acuut of chronisch<br />

chronisch: hond schrompelnier, varken juist gladde nier!!<br />

Sepsisnier: bleek, opgezwollen, zachte consistentie<br />

Uremisch ziektebeeld:<br />

glossitis (stomatitis)<br />

gastritis (enteritis)<br />

pleuritis<br />

endocarditis (endarteritis)<br />

arterieverkalking (kat, konijn)<br />

puimstee<strong>nl</strong>ong (nierfalen fosfaten Ca-fosfaten slaan neer in lichaam)<br />

osteodystrofie<br />

hyperparathyreoidie<br />

harthypertrofie<br />

anemie<br />

Hoorcollege 2 nieren en urinewegen<br />

Renale perfusie:<br />

- afferente arteriole<br />

- efferente arteriole<br />

- peritubulaire capillairen<br />

- vasa recti<br />

Glomerulaire Filtratie: GFR<br />

GFR = Puf x S x K<br />

Renaal versus extrarenaal<br />

GFR ↓:<br />

- Extrarenaal<br />

o Prerenaal<br />

dehydratie, CO ↓<br />

- Postrenaal<br />

o urethraobstructie (ureterobstructie)<br />

6


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

- Renaal<br />

o Glomerulair:<br />

Glomerulonefritis (immuun-gemedieerd)<br />

Amyloidnefrose (familiair)<br />

o Interstitieel:<br />

diffuus: leptospirose, etc<br />

purulente haardnefritis / pyelonefritis (hematogeen/ascenderend)<br />

(hydronefrose)<br />

o Tubulair:<br />

ATN<br />

Intoxicaties<br />

Ischaemie<br />

(PKD)<br />

Glomerulair tubulair interstitieel<br />

Proteïnurie<br />

Ontsteking<br />

Interstitiele fibrosis<br />

Vasculaire obliteratie<br />

Tubulaire atrofie<br />

Atubulaire Glomeruli tubuloglomerulaire feedback<br />

GFR ↓<br />

Ook andere onderdelen betrokken in de ontsteking<br />

Verminderde filtratie:<br />

- retentie metabolieten:<br />

o gastrointestinaal (eetlust ↓, braken)<br />

o hemorrhagisch (anemie, melena, etc)<br />

o neurologisch (sopor, tremor)<br />

Verminderde selectie:<br />

- grootte en lading<br />

o 60.000-65.000 Dalton<br />

o Negatief geladen glomerulaire wand<br />

7


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

- albumine<br />

o belangrijk eiwit<br />

o filtratie ‘grensgeval’<br />

o proteïnurie/albuminurie<br />

Proteinurie is niet gelijk nefrotisch syndroom!!<br />

Nefrotisch syndroom:<br />

- oedeemvorming (& ascites)<br />

- Hypoalbuminemie<br />

- Proteïnurie, glomerulair eiwitverlies<br />

Tubulaire cel<br />

Ultrafiltraat<br />

Na,K, H, Cl, etc<br />

eiwit, glucose<br />

H +, NH3, <strong>HC</strong>O3 -, glutamine, HPO3 -<br />

capillair<br />

Secretie en reabsorptie:<br />

- extrarenaal<br />

o prerenaal<br />

diabetes mellitus<br />

o postrenaal<br />

blaasontsteking postrenale proteïnurie<br />

blaasruptuur postrenaal uremisch syndroom<br />

- renaal<br />

o tubulair<br />

hypoxie, intoxicatie<br />

o interstitium<br />

primair: ascenderende (hematogene) infectie<br />

8


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

- in kader van chronische nieraandoeningen (pu/pd, glucosurie, hypo/hyperkalemie,<br />

metabole acidose/alkalose)<br />

Productie:<br />

- extrarenale invloeden<br />

o vit D: opname, leverfunctie, Ca, PTH<br />

o RAAS: Renine, Aldosteron > [Kalium]<br />

o Erythropoetine: hypoxie<br />

- renaal:<br />

o mn chronische nierziekten (CDK) > SRH<br />

o bijv maligne lymfoom > hypoxie > EPO ↑<br />

Purulente haardnefritis:<br />

Pyogene bacteriën hematogeen verval glomeruli (met name) en tubuli richting<br />

pyelum pyelonefritis<br />

- rund<br />

o arcanobacterium<br />

o coccen<br />

o E. coli<br />

o Salmonella<br />

- Paard<br />

o Actinobacillus equuli<br />

o Coccen<br />

o E. coli<br />

o Salmonella<br />

o Jonge paarden/pony’s ook Strongylus Vulgaris<br />

- Varken<br />

o Coccen<br />

o Arcanobacterium<br />

o Corynebacterium<br />

Pyelonefritis: varken en rund: pus en bloed in urine<br />

- Oorzaak:<br />

o bacteriële infectie<br />

o toxische stoffen<br />

o concrementen in het nierbekken<br />

o belemmerde afvoer urine<br />

- rund:<br />

o na partus corynebacterium renale<br />

- varken<br />

o na dekking actinobaculum suis<br />

- hond<br />

o in combinatie met infecties van de uterus, blaas, prostaat, meestal<br />

asymmetrisch, chronisch verloop<br />

E. coli<br />

Staphylococcen / streptococcen<br />

9


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Proteus<br />

- Konijn<br />

o Pasteurella multocida<br />

o Staphylococcen<br />

Hoorcollege 3 hemopoietische systeem<br />

Reactiepatroon van het hemopoietische systeem:<br />

- Regressieve veranderingen<br />

o atrofie<br />

o hypoplasie<br />

- progressieve veranderingen<br />

o hyperplasie<br />

Geen hypertrofie, want de cellen worden niet groter, het worden er meer!<br />

Het hemopoietische systeem bestaat uit:<br />

- beenmerg<br />

- lymforeticulaire weefsels<br />

o milt<br />

o lymfeknopen<br />

- lymfoepitheliale weefsels<br />

o thymus<br />

o tonsillen<br />

- mononucleaire fagocytensysteem<br />

o monocyten<br />

o macrofagen/histiocyten<br />

o Kupfferse stercellen<br />

o microglia e.d.<br />

- diffuus door alle weefsels lymfoide aggregaten<br />

o bijv. MALT<br />

Beenmerg<br />

Als hoofdfunctie bloedaanmaak. Bij juveniele dieren wordt dit ook in lever, milt en nier<br />

aangemaakt, onder speciale omstandigheden (m.n. verhoogde vraag) is ook bij adulten<br />

extramedullaire bloedaanmaak.<br />

Regressieve veranderingen:<br />

hypoplasie / aplasie (=numerieke atrofie)<br />

o onderscheid aan de hand van betrokken celtypen<br />

erythroide reeks<br />

myeloide reeks<br />

alle celtypen: pancytopenie<br />

o mogelijke oorzaken:<br />

toxinen (exogeen bijv. geneesmiddelen, evt. endogeen)<br />

radioactieve straling<br />

chronische nefritis (erythropoetine tekort)<br />

10


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

infecties<br />

tumoren<br />

afwijkingen in hemoglobine<br />

Feline pa<strong>nl</strong>eukopenie (parvovirus) wordt ook wel kattenziekte genoemd. De gevolgen<br />

hiervan lijken op de gevolgen van bestraling, namelijk destructie van prolifererende<br />

cellen, met name in beenmerg, maagdarmkanaal, milt, lymfeknopen en thymus.<br />

Het histologisch beeld wordt gekenmerkt door het lege celbeeld.<br />

Bij het rund met een ernstige chronische maag-darmworminfectie zie je sereuze atrofie.<br />

Het vetweefsel wordt dan volledig onttrokken, zodat er een gelatineuze massa overblijft.<br />

Progressieve veranderingen<br />

erythroide hyperplasie, meestal als reactie op hypoxie (macroscopisch rode kleur)<br />

o door chronisch bloedverlies<br />

bloedzuigende parasieten<br />

hemolytische anemieen<br />

toxische stoffen<br />

infectieuze agentia<br />

o leven op grote hoogte<br />

myeloide of leukoblastische hyperplasie (macroscopisch een meer grijze kleur)<br />

Er zijn meer pmk’s dan erythroide component<br />

o pyogene infecties<br />

Langdurige stimulering kan tot hypo/aplasie leiden (uitputting)<br />

Big met hemorrhagische diathese: verhoogde bloedingsneiging, de trombo’s zijn<br />

verstoord, de ery’s ook. De antilichamen van de moeder grijpen aan op de big <br />

isoimmune hemolytische anemie. Ddx: varkenspest, sepsis<br />

Hond met bruine urine, gezwollen lever en milt, nieren donkerbruin met bleke streping.<br />

De rode vloeistof in tubuli is hemoglobine, dus de ery’s zijn stuk erytrolyse.<br />

Zuurstofvoorziening in het dier daalt hypoxy degeneratie tubulus.<br />

De lever is bleek; in de Kupfferse cellen worden ery’s opgeruimd = erytrophagocytose <br />

anemie. Dit blijkt Babesia te zijn. De vector hiervan is Dermacentor reticulatus (teek).<br />

Acute infectie: hemolytische anemie (hemoglobinurie, hemoglobine nefrose) met vaak<br />

sterfte. Chronisch: anemie en icterus<br />

Lymfeknopen<br />

Functie: filterfunctie en reactieve hyperplasie<br />

Regressieve veranderingen<br />

- bijv. ten gevolge van:<br />

o chronische ondervoeding<br />

o stress<br />

o behandeling met corticosteroiden<br />

o lymfodepletie door virussen (bijv. EHV en CHV)<br />

11


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Progressieve veranderingen:<br />

- non-speciefieke reactieve hyperplasie<br />

o acuut:<br />

meer vocht in cellen uit drainage gebied<br />

hyperemie<br />

hyperplasie van macrofagen (sinushistiocytose)<br />

o chronisch:<br />

folliculaire (B-cel) hyperplasie<br />

paracorticale (T-cel) hyperplasie<br />

fibrosering<br />

- lymfadenitis<br />

meestal lokaal, soms gegeneraliseerd in kader van sepsis.<br />

Een bronchiale lymfeknoop waar zwarte gebieden in aanwezig zijn, bevatten<br />

roetpartikels in de macrofagen in de lymfeknopen. Dit kan bij dieren die in de stad wonen<br />

of die bij mensen wonen die de hele dag roken. (Webct: anthracosis..?)<br />

Milt<br />

De milt is een hemopoietisch orgaan dat bloed filtert via een sinusoïdaal systeem. Het<br />

bevat geen aanvoerende lymfevaten.<br />

Regressieve veranderingen:<br />

- vergelijkbaar met lymfeknoop<br />

Progressieve veranderingen:<br />

- non specifieke reactieve hyperplasie diffuse verandering<br />

o acuut<br />

o chronisch<br />

- splenitis focale of diffuse verandering<br />

Splenomegalie: diffuse miltvergroting bijvoorbeeld door:<br />

maligne lymfoom<br />

hyperemie (bijvoorbeeld tijdens/na narcose!)<br />

reactiviteit<br />

amyloidose<br />

stapelingsziekten<br />

Naast diffuse reactieve veranderingen, zijn er ook haardsgewijze miltontstekingen:<br />

- focale necrotiserende splenitis (kalf, door F. necrophorum)<br />

- gangreneuze splenitis (rund met traumatische reticulitis moddermilt)<br />

Hoe maak je het onderscheid tussen reactieve hyperplasie en een ontsteking:<br />

1. lymfodepletie; veel oedeem<br />

2. reactiviteit; gemengd celbeeld<br />

3. metastase plaveiselcarcinoom in lymfeknoop; celrijkdom, dichte structuur, met<br />

name lymfoblasten<br />

12


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Milttumoren:<br />

- hyperplasie haarden / splenomen<br />

- hemangio(sarco)men<br />

- fibrosarcomen<br />

Maligne lymfoom (lymfoom, lymfosarcoom, leukose): tumoreuze ontaarding van<br />

lymfoide cellen. Lymfoide cellen ‘blijven steken’ in hun differentiatie.<br />

Bij een aantal diersoorten (kip, kat, rund) kan maligne lymfoom door een virus worden<br />

veroorzaakt!<br />

Classificatie:<br />

localisatie c.q. verspreidingspatroon<br />

o multicentrisch (in diverse organen)<br />

o abdominaal / alimentair<br />

o mediastinaal (thymus)<br />

o huid<br />

celtype<br />

o T-cel of B-cel origine (immuunhisto/cytologie)<br />

o low- grade maligne (klein lymfocytair, plasmacytoid)<br />

o intermediate-grade maligne (small-cleaved, large cleaved)<br />

o high-grade maligne (immunoblastair en lymfoblastair)<br />

WHO classificatie<br />

Immuunhistochemische methode T/B-cel differentiatie: Antilichaam nemen wat aan<br />

specifiek antigeen op/in de cel zal binden. Enzym aan antilichaam waaraan een substraat<br />

hecht en bruin zal worden.<br />

Samenvattend, het hemopoietische systeem:<br />

- Kent een algemeen reactiepatroon met regressieve (atrofie / hypoplasie) en<br />

progressieve (hyperplasie) veranderingen<br />

- reactieve hyperaplsie van lymfeknoop en milt: normale functie<br />

- gezwollen lymfeknoop/milt niet altijd door zelfde verandering<br />

Hoorcollege 4 Anemie<br />

Anemie: te weinig Hb om voldoende O2 te transporteren<br />

Anemie:<br />

- symptomen<br />

o bleke slijmvliezen<br />

o hoge pols<br />

o verminderd presteren<br />

o hyperpneu<br />

o flauwtes<br />

o oranje faeces<br />

o rood/bruine urine<br />

13


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

- de symptomen zijn afhankelijk van<br />

o de ernst van de anemie<br />

o de pathogenese<br />

o de snelheid van ontstaan<br />

DPG O2-afgifte uit het bloed stijgt<br />

De ernst van de anemie, bepaalt de ernst van de verschijnselen<br />

1. verminderde aanmaak ery’s<br />

a. non-regeneratieve anemie<br />

2. verhoogde afbraak ery’s<br />

a. regeneratieve anemie (regeneratief als >1% reticulocyten / ery’s)<br />

3. verlies van ery’s<br />

a. regeneratieve anemie<br />

verlaging Hb<br />

Aanmaakstoornissen:<br />

- beenmerginsufficientie<br />

o cachexie (beenmerg verdwijnt)<br />

o toxische effecten<br />

o straling<br />

o uremie<br />

o verdringing door weefseltoename (tumor)<br />

- tekort bouwstoffen<br />

o deficiëntie voeding<br />

ijzer (bacterie is dol op ijzer)<br />

koper<br />

foliumzuur<br />

Vit B12<br />

- Chronische ontstekingen (cytokinen zorgen dat Fe niet vrijkomt, daar zijn<br />

bacteriën immers blij mee. Differentiatie pluripotente stamcellen en differentiatie<br />

erytropoetine)<br />

o IL-1: Fe blijft gebonden en intracellulair<br />

o IL-6: Fe kan cel niet uit en EPO kan niet op de receptor, dus er ontstaat<br />

geen nieuwe rode cellijn.<br />

o TNFα<br />

o IFNγ<br />

Verhoogde afbraak:<br />

- hemolyse door afwijkingen ery<br />

o enzymdeficienties<br />

o erfelijke of verkregen afwijkingen van de membraan<br />

- hemolyse door extracellulaire factoren<br />

o (A)IHA ((auto)immune hemolytische anemie), SLE<br />

o Neonatale isoerytrolysis<br />

o Puerperale hemoglobinurie<br />

14


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

o mycoplasma suis / hemofelis (mycoplasma gaat op de ery zitten,<br />

waardoor het membraan stuk gaat)<br />

o hemobartonella felis<br />

o babesiosis<br />

Hemolyse:<br />

- extravasculair<br />

o RES Billirubine lever<br />

- Intravasculair<br />

o Vrij plasma Hb bindt zich aan haptoglobine lever<br />

Bloedverlies:<br />

- Acuut: bleke slijmvliezen, shock, Ht normaal (zal pas na paar uur dalen)<br />

- Chronisch: pas Fe tekort als het dier bloed verlies ‘naar buiten’.<br />

o ecto- endoparasieten<br />

haemonchus schaap, parasiet in de lebmaag; bleke slijmvliezen en<br />

overal oedeem, sterfte<br />

o maagulcera<br />

o hemofilie (VIII en XI)<br />

o warfarin<br />

o adelaarsvaren<br />

- occult<br />

Morfologische indeling:<br />

- MCV: micro-, macro-, of normocytair<br />

- MC<strong>HC</strong>: hypo-, of normochroom<br />

- Dan wordt het dus:<br />

o A. hypochrome, microcytaire anemieen<br />

Ijzergebreksanemie<br />

Thalassemieen (uitsluitend bij de mens een autosomaal dominant<br />

overervende synthese-stoornis van α- of β- ketens van Hb)<br />

Sideroblastaire anemie (stoornis in de inbouw van Fe in haem; pas<br />

op met drank!)<br />

o B. Normochrome, evt. hyperchrome macrocytaire anemieen<br />

Vit B12 deficientie<br />

Foliumzuurdeficientie<br />

o C. Normochrome, normocytaire anemie<br />

Acuut bloedverlies (resulteert na enige tijd in een regeneratieve<br />

anemie)<br />

Hemolytische anemie (resulteert na enige tijd in een regeneratieve<br />

anemie)<br />

Anemie bij chronische aandoeningen (infecties, systeemziekten,<br />

maligniteiten)<br />

Primaire afwijkingen van het beenmerg<br />

15


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Gerichte vragen voor het stellen van de diagnose anemie:<br />

1. heeft de eigenaar recent of in het verleden bloedverlies of bloedingen in huid of<br />

slijmvliezen geconstateerd?<br />

2. zijn de eigenaar afwijkingen aan urine of ontlasting opgevallen, zoals bloedige<br />

zwarte of oranjegele ontlasting?<br />

3. heeft de patiënt specifieke medicijnen gebruikt die een anemie kunnen<br />

veroorzaken?<br />

4. is de patiënt in het buite<strong>nl</strong>and geweest en zo ja, waar en wanneer?<br />

Ijzergebreksanemie:<br />

- bij vleeskalveren sporadisch<br />

- bij witvleeskalveren (krijgen alleen melk, zo blijft het vlees wit)<br />

- bij varken zonder Fe toediening altijd (big, week 3-4, bleek)<br />

- bij GD secundair door bloedverlies (MDK, vlooien)<br />

Bij een varken met cyanose kan er geen sprake zijn van anemie. Andersom is zo dat een<br />

dier met anemie wel cyanose kan hebben, maar er is dan geen blauwverkleuring, er is<br />

immers een tekort aan Hb en dus ook aan gedesoxygeneerd Hb.<br />

Bij varkenspest zijn de biggetjes ook bleek, maar dit komt doordat de dieren koorts<br />

hebben, en er dus perifere vasoconstrictie is. Hier is dus geen sprake van anemie.<br />

Anemie door bloedverlies<br />

- rund<br />

o lebmaag<br />

o ligamentum latum<br />

o uier<br />

o trauma<br />

o cystopyelonephritis<br />

- kleine herkauwer<br />

o leverbot<br />

o haemonchose<br />

- paard<br />

o trauma<br />

o vaatruptuur aneurysma<br />

o luchtzakken<br />

o ligamentum latum<br />

o maagdarmwormen<br />

- varken<br />

o enteritis (CPC, PIA, dysenterie)<br />

o maag<br />

- pluimvee<br />

o vogelmijt<br />

16


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Hemolytische anemie niet infectieus:<br />

verkorting levensduur ery<br />

o waterintoxicatie<br />

o isoerytrolysis neonatalis (veulen, big, kitten)<br />

o soortvreemd colostrum lam<br />

lysis door toxische stoffen<br />

o uien<br />

o kool<br />

o adelaarsvaren (rund)<br />

o koper (schaap)<br />

hypofosfatemie<br />

o puerperale hemoglobinurie bij het rund<br />

Hemolytische anemie infectieus<br />

infectieuze anemie paard<br />

o Retrovirus<br />

o stomoxys calcitrans vector<br />

o Lijst B<br />

o Heinz-bodies<br />

infectieuze anemie kip<br />

o chicken anemia virus geeft geen directe lysis, maar aplastische anemie<br />

infectieuze anemie rund/hond<br />

o babesiose, vector: teek. Ixodes ricinus voor B. divergens<br />

Anemie is een bevinding, geen diagnose. De achterliggende oorzaak bepaalt de prognose.<br />

Hoorcollege 5 pathogenese van de endocriene organen<br />

Algemeen reactiepatroon:<br />

De wijze waarop een orgaan of weefsel<br />

reageert op een prikkel, inclusief<br />

aangeboren afwijkingen. Bijv:<br />

- hypoplasie / aplasie<br />

- atrofie / hypertrofie / hyperplasie<br />

- degeneratie / necrose<br />

- ontsteking<br />

Maar verandering vorm is niet perse<br />

verandering functie. Bijv. adenoom<br />

hypofyse functioneel of niet functioneel.<br />

Morfologie:<br />

zijn de zichtbare afwijkingen<br />

o Macroscopisch te zien<br />

o histologisch te zien<br />

o ultrastructureel<br />

hoe is de verspreiding?<br />

17


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

o focaal<br />

nodulair<br />

haardsgewijs<br />

o multinodulair<br />

o diffuus<br />

welke celtypen zijn aanwezig?<br />

o immunohistochemische typering<br />

bijvoorbeeld adenoom hypofyse van acidofiele cellen<br />

in geval van gepaarde organen, is het<br />

o eenzijdig of beiderzijds<br />

o effect op contralaterale klier zichtbaar<br />

De oorzaak van een endocriene ziekte of stofwisselingsstoornis is niet altijd primair<br />

gelegen in het ogenschij<strong>nl</strong>ijk afwijkend orgaan.<br />

Het ziektebeeld betreft vaak meerdere organen, zoals bijvoorbeeld bij diabetes mellitus.<br />

Pathogenetische mechanismen van endocriene aandoeningen<br />

- primaire hyperfunctie<br />

- secundaire hyperfunctie<br />

- primaire hypofunctie<br />

- secundaire hypofunctie<br />

- endocriene hyperactiviteit veroorzaakt<br />

door niet-endocriene organen<br />

o bijvoorbeeld hypercalciemie door<br />

een osteosarcoom<br />

- abnormale vorming of afbraak hormonen<br />

- endocriene disfunctie door ‘failure of<br />

target cells’ (bijv. Hormoonresistentie)<br />

- paraneoplastische syndromen<br />

- iatrogeen (overmaat toegediend orgaan)<br />

- ectopische hormoonproductie<br />

Reactiepatroon van de hypofyse:<br />

congenitaal (soms)<br />

o cyste hond (leidend tot hypofysaire dwerggroei (hypopituarisme))<br />

aplasie / hypoplasie (zelden)<br />

atrofie, meestal drukatrofie (vaak)<br />

hypertrofie (vaak)<br />

o functioneel, bijv. hyperplasie bij dracht, lactatie<br />

o pathologisch/reactief, bijv. hypothyreoidie of bij castratie<br />

ontsteking (zeldzaam)<br />

o hypofisitis, kan secundair<br />

bijvoorbeeld na sinusitis bij<br />

hoornamputatie rund, of na abces<br />

elders of huiddefect)<br />

tumor<br />

18


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Tumor hypofyse:<br />

- meestal adenoom (benigne)<br />

- metastaseren vrijwel nooit, wel lokaal invasief!<br />

- effecten:<br />

o mate van druk op rest van hypofyseweefsel en omgeving<br />

o wel of niet destructie hersenweefsel<br />

o wel of niet-functioneel<br />

bijv. chromofoob adenoom als oorzaak hypofysaire Cushing<br />

- meestal monohormonaal<br />

- classificatie celtypen en immunohistochemie op basis van hormoonproductie door<br />

tumorcellen.<br />

o Bijvoorbeeld: adenoom ACTH producerende cellen<br />

Reactiepatroon van de bijnierschors:<br />

Atrofie (groenig laagje is schors wat overblijft na atrofie)<br />

hyperplasie<br />

o nodulair of diffuus<br />

multinodulair bij ouderdomshyperplasie<br />

o eenzijdig of beiderzijds ( bij sectie altijd allebei beoordelen!!)<br />

degeneratie en necrose<br />

o +/- bloedingen en ontsteking<br />

Neoplasie<br />

o Adenoom (meest gezien, meestal solitair)<br />

o Carcinoom<br />

o Kunnen aa<strong>nl</strong>eiding geven tot:<br />

Ziekte van Addison<br />

Conn Syndroom (hyperaldosteronisme)<br />

Ziekte van Cushing<br />

o Bijnieren liggen vlak bij de vena cava, dus gemakkelijk ingroei<br />

normale bijnieren schors:merg:schors = 1:1:1<br />

Cushing:<br />

- Iatrogene Cushing<br />

o atrofie bijnierschors (zona fasciculata en zona reticularis)<br />

- hypofysetumor<br />

o diffuse hyperplasie van de bijnierschors beiderzijds<br />

- bijnierschorstumor<br />

o bijvoorbeeld een autonoom hyperfunctionerende bijnierschorstumour met<br />

productie cortisol atrofie van de rest van de schors<br />

De overige afwijkingen bij een patiënt met Cushing:<br />

- lever groot, bleek en gezwollen<br />

o door steroïd-geinduceerde hepatopathie hyperadrenocorticisme<br />

- folliculaire atrofie in de huis<br />

o met of zonder haarverlies<br />

19


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Ziekte van Addison:<br />

Bijvoorbeeld door immuungemedieerde adrenalitis sterk verlies van schorscellen uit<br />

alle drie de zona’s met fibrosering en infiltraties met lymfocyten.<br />

Symptomen:<br />

- moeheid<br />

- bovenbuikklachten<br />

- diarree<br />

- braken<br />

- krachteloosheid<br />

- vermagering<br />

- anemie<br />

- eosinofilie<br />

- zouthonger<br />

- anorexie<br />

- hyperkaliemie<br />

- hypotensie<br />

De huid ondergaat een bronsachtige verkleuring ten gevolge van hyperpigmentatie.<br />

In de Ddx van een zwelling van de bijnier, hoort ook nog het Pheochromocytoom, dit is<br />

een tumor van het bijniermerg en komt met name bij de hond voor. Soms functioneel:<br />

catecholamine (adrenaline/noradrenaline)<br />

Degeneratie en necrose van de bijnieren kan plaatsvinden bij acute infectieziekten, zoals<br />

Salmonellose, E.coli, streptococcen bij jonge dieren (kalf, veulen) en EHV bij het paard.<br />

Algemeen reactiepatroon schildklier:<br />

atrofie diffuus<br />

o bijv. hypofyse afwijking (afname TSH)<br />

hypothyreoiedie<br />

o bijv. focale autonome schildklierhormoon productie<br />

eu- of hyperthyreoidie<br />

hyperplasie<br />

o haardsgewijs<br />

eu- of hyperthyreoidie<br />

bijv. ouderdomshyperplasieën en multipele adenomateuze<br />

hyperplasie (kat)<br />

hyperplasie<br />

o diffuus = struma, krop<br />

eu- of hypothyreoidie<br />

neoplasie (let op, schildklier zit vlak bij grote vaten ingroei)<br />

o adenoom of carcinoom<br />

eu- of hyperthyreoidie; soms hypo<br />

soms ectopisch aan de hartbasis<br />

ontsteking<br />

o bijv. bij adult verkregen hypothyreoidie<br />

hypo-, eu-, en soms (voorbijgaand) hyperthyreoidie<br />

20


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Struma:<br />

- parenchymateus / microfolliculair:<br />

o vergrote, vlezige klier<br />

o Oorzaak: jodiumdeficiente voeding,<br />

soms famillair<br />

- colloidaal/macrofolliculair:<br />

o vergrote klier met veel vergrote<br />

follikels.<br />

o Oorzaak: involutiestadium parenchymateus struma<br />

- nodulair:<br />

o ontwikkelt in diffuse struma<br />

Histologisch vallen in de schildklier de resorptievacuolen op, dit geeft blijk van het feit<br />

dat schildklierhormonen actief worden opgenomen.<br />

Algemeen reactiepatroon van de bijschildklier<br />

atrofie: zeldzaam, meestal plaatselijke drukatrofie bijv. met struma<br />

hyperplasie<br />

o nodulair bijv. ouderdomshyperplasie<br />

o diffuus: ziektebeelden samengevat onder term hyperparathyreoidie<br />

primaire hyperparathyreoidie: autonoom ontstaan<br />

bijv. hyperplasie of tumor bijschildklier<br />

secundaire hyperthyreoidie<br />

renaal: nier insufficiëntie<br />

voeding: voedingsfout bijv. onjuist Ca/P verhouding<br />

tertiaire hyperparathyreoidie: secundair wordt autonoom<br />

neoplasie: zeldzaam<br />

Algemeen reactiepatroon de endocriene pancreas: eilandjes van Langerhans<br />

deposities, v<strong>nl</strong> amyloid (lichtroze, structuurloos materiaal)<br />

o amyloidstapeling kat: lever, hersenen, eilandjes van Langerhans<br />

o amyloidstapeling hond: glomeruli, hart<br />

ontsteking (evt. in combinatie met exocriene pancreas)<br />

neoplasie<br />

o meestal adenoom of carcinoom van β-cellen, meestal functioneel met<br />

productie insuline = insulinoom = meestal solitair, meestal maligne<br />

Atrofie pancreas: ( DM)<br />

- secundair tot ernstige pancreatitis eindstadium atrofie<br />

- selectieve degeneratie eilandjes in immuun-gemedieerde isletitis<br />

- idiopathische atrofie pancreas jonge honden<br />

- aplasie eilandjes jonge honden, normale exocriene pancreas<br />

21


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Andere endocriene organen/weefsels”<br />

- pijnappelklier (epifyse)<br />

- chemoreceptorweefsel: bijv. in arcus aorta en bofurcatie a. carotis; vormen soms<br />

tumor zoals bij hartbasis = chemodectoom<br />

- DNES: diffuus neuro-endocrien systeem verspreid in endocriene en nietendocriene<br />

organen. Bijv. DNES-cellen (pheochromocyten) in bijniermerg<br />

bevatten adrenaline of noradrenaline; vormen soms tumor = pheochromocytoom<br />

Paraneoplastische syndromen<br />

- niet-neoplastische toestand<br />

- gerelateerd aan een tumor<br />

- op een plaats verwijderd van primaire tumor of metastase<br />

- niet te verklaren door direct effect van tumor<br />

- mag manifesteren als hormonale afwijking<br />

Bijvoorbeeld: carcinoom apocriene klieren anaalzak hond productie stof met<br />

osteolytische werking; zonder rechtstreekse ingroei in of destructie van botweefsel<br />

Bijvoorbeeld: pancreas gastrinoom, tumor produceert gastrine productie <strong>HC</strong>L door<br />

parietale cellen in maag ulceraties in maag en duodenum<br />

Hoorcollege 6 hypofyse-bijnierschors-as<br />

Cholesterol:<br />

- mineralocorticoide pad aldosteron<br />

- glucocorticoide pad cortisol<br />

- androgene pad testosteron<br />

eiwitafbraak:<br />

- dunne huid<br />

- spieratrofie<br />

CRH/Vasopressine uit de hypothalamus ACTH uit de hypofyse in de bijnierschors<br />

wordt cortisol uit cholesterol gevormd negatieve feedback via de HPA<br />

22


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Afwijkingen:<br />

Adrenocortical hyperfunction:<br />

o Mineralocorticoide overmaat / hyperaldosteronisme (kat)<br />

o glucocorticoide overmaat Cushing<br />

pituitary-dependent<br />

adrenal-dependent<br />

iatrogen<br />

o androgenen overmaat (fret)<br />

Adrenocortical hypofunction<br />

o Primair ziekte van Addison<br />

o Secundair<br />

Ziekte van Cushing: de fysische en biochemische veranderingen als resultaat van een<br />

chronisch glucocorticoiden overmaat.<br />

Hyperadrenocorticism: GNG stijgt, vetsynthese stijgt.<br />

Symptomen:<br />

- pu/pd (cortisol ↑ ADH↓ pu/pd)<br />

- polyfagie (veelvraat)<br />

- alopecia (kaalheid)<br />

- dunne huid (kat: fragile skin syndrome)<br />

- grote buikomvang (door vet en door vergroting lever)<br />

- hepatomegaly<br />

- spieratrofie<br />

- reproductiviteitsproblemen<br />

- DM (door cortisol insulineresistentie en stijging GNG stijging glucose <br />

uitputting β-cellen)<br />

Onderzoeksbevindingen:<br />

- verhoogde plasma alkaline fosfatase level (levercellen stuk na uitzetting)<br />

o hond: hittestabiel AF al belangrijk diagnosticum aanwezig.<br />

- hyperglycemie<br />

- laag plasma thyrocine level (cortico’s AP65 stijgt eiwit-T4 binding<br />

verstoord) (bij hypothyreoidie geen pu/pd!!)<br />

- neutrophilia<br />

- eosinophilia<br />

- lymphopenie<br />

- urine: low specific gravidity<br />

Bij kat vaak eerst de diagnose DM, die<br />

lijkt niet te controleren en dan blijkt het<br />

beestje Cushing te hebben.<br />

23


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Hypercortisolisme:<br />

1. iatrogeen<br />

a. behandeling met steroïden/corticoiden<br />

↓ groeifactoren voor zona reticularis en fasciculata atrofie<br />

2. hypofyse-afhankelijk<br />

a. tumor in pars anterior<br />

b. tumor in pars intermedia<br />

3. bijnierschors tumor<br />

a. adenoom<br />

b. carcinoom<br />

Bij ziekte van Cushing is 85% hypofyse<br />

afhankelijk en in 15% dus ACTHonafhankelijk;<br />

een bijnierschorstumor.<br />

Bij iatrogene Cushing door medicijngebruik,<br />

de cortico’s altijd afbouwen, de<br />

bijnierschors is immers gekrompen en kan<br />

niet ineens zijn functie hervatten.<br />

Cortisol wordt pulsatiel afgegeven, dus in 1 monster is geen Cushing aan te tonen.<br />

Endocriene tests:<br />

- corticoide/creatinine ratio in urine (UCCR)<br />

- lage dosis dexamethason suppressietest (3x om de 4 uur prikken (stress…))<br />

- ACTH-stimulatie test (niet in NL, reserve bijnierschors bekijken)<br />

Waarom UCCR?<br />

- non-invasief<br />

- makkelijk thuis te doen<br />

- gevoelige test<br />

- kan gecombineerd worden met de HDDST (hoge dosis dexamethason suppressie<br />

test effect op corticotrophe cellen in de hypofyse negatieve feedback <br />

cortisol daalt)<br />

Op 3 achtereenvolgende ochtenden urine opvangen. Na collectie van het 2 e monster, een<br />

dexamethason tablet geven van 0.1 mg/kg/6-8 uur<br />

UCCR/HDDST: In het eerste monster de basale UCCR meten.<br />

Cushing als:<br />

hond: > 10 x 10 -6<br />

kat: >42 x 10 -6<br />

24


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Dexamethason zal cortisol secretie onderdrukken met meer dan 50% in geval van een<br />

hypofyse-tumor in de voorkwab. In deze tumor zitten namelijk meestal cortisol<br />

receptoren die nu op de negatieve feedback zullen reageren. Soms zitten deze receptoren<br />

er helaas niet. Bij een tumor in de middenkwab of in de bijnierschors zelf, zal de daling<br />

cortisol minder dan 50% zijn.<br />

Als de UCCR niet onderdrukt wordt:<br />

- basale ACTH meten<br />

- diagnostische tests:<br />

o echo van de bijnieren<br />

o CT/MRI van de hypofyse<br />

In geval van chirurgisch verwijderen bijnier:<br />

verwijderen bijnier<br />

2 maanden cortisol toedienen<br />

De differentiatie tussen een adenoom en carcinoom is ook voor de patholoog erg<br />

moeilijk<br />

In geval van chirurgisch verwijderen hypofyse:<br />

verwijderen hypofyse<br />

levenslang toedienen van cortisol en<br />

thyroxine<br />

tijdelijk AVP toedienen.<br />

Middel van voorkeur: Trilostane. Dit is een<br />

enzymremmer en zorgt voor een reversibele blokkade van de formatie van<br />

bijnierhormonen. Het heeft een korte werkingsduur. Je start met 2-4 mg/kg/dag. 3 weken<br />

na de start van de therapie test je de reserve van de bijnierschors met de ACTHstimulatietest<br />

2-3 uur na toediening van Trilostane.<br />

Mineralocorticoide deficiënties leiden tot hyponatriemie en hyperkaliemie.<br />

Hyponatriemie:<br />

- hypovolumie<br />

- shock<br />

- verminderde renale permeabiliteit<br />

- prerenale uremie<br />

- anorexie, braken<br />

Hyperkaliemie:<br />

- hypopolarisatie van de<br />

celmembraanpotentiaal<br />

- spierzwakte<br />

- cardiaal ritme verstoringen en lage<br />

frequentie<br />

25


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Andere mogelijkheid: Lysodren<br />

Dit middel zorgt voor gedeeltelijke of gehele afbraak van de adrenale cortex. Het is<br />

moeilijk te schatten hoeveel er vernietigd is. Dit zul je 5 dagen elke dag in moeten<br />

spuiten, daarna om de dag tot een totaal van 20 doses. Hierna wel substitutie medicijnen<br />

blijven toedienen. Cushing Addison. Heel duur.<br />

50% recidief in 2 jaar.<br />

Glucocorticoid deficiëntie:<br />

- verminderde GNG hypoglycemie<br />

- verminderde erytropoese non-regeneratieve anemie<br />

- anorexie, lethargie, zwakte<br />

Hoorcollege 7 afwijkingen van de Ca- en Mg-stofwisseling<br />

Calcium belangrijk voor:<br />

intracellulaire processen (concentratie laag)<br />

o spiercontractie<br />

o secretie<br />

o celdeling<br />

extracellulaire processen (concentratie hoog)<br />

o prikkeloverdracht<br />

o spiercontractie<br />

o bloedstolling<br />

o membraanfunctie<br />

skelet<br />

o ondersteuning en bescherming<br />

o reservoir regulatie Calciumstofwisseling (99%)<br />

Calcium in het extracellulaire fluid:<br />

- 40% is eiwitgebonden aan albumine<br />

- 10% is complexgebonden bijvoorbeeld CaPO4<br />

- 50% is geïoniseerd (Ca 2+) biochemisch actieve fractie<br />

Ca2+ (geïoniseerd) kan veranderen door:<br />

- verandering van de totale Ca concentratie<br />

- veranderende bloed pH<br />

o alkalose verhoogt Ca affiniteit voor eiwit: Ca 2+ ↓<br />

o acidose verlaagt Ca affiniteit voor eitwit: Ca 2+ ↑<br />

- veranderende plasma eiwitten<br />

o minder eitwiiten minder gebonden Ca<br />

Maar weet wat je meet:<br />

Met chemische analyse meet je Ca, met bloedgaswaarden meet de Ca 2+ . Maar bij een<br />

alkalose kan de Ca 2+ verlaagd zijn, terwijl Ca normaal is en bij een acidose kan de Ca 2+<br />

normaal zijn, terwijl Ca is verlaagd.<br />

26


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

De reglulerende hormonen:<br />

- PTH<br />

- Vit D3 (calcitriol)<br />

- Calcitonine<br />

o Belangrijk bij vissen (die hebben geen PTH)<br />

PTH wordt geactiveerd bij een daling van het plasma[Ca 2+ ] en<br />

resulteert dan in:<br />

- mobilisatie van Ca (en P) uit bot<br />

- toename renale absorptie van Ca<br />

- activatie van Vit D in de nier<br />

Vit D3 wordt geactiveerd door een daling van het plasma[Ca 2+ ]<br />

en/of [P] en resulteert in:<br />

- toegenomen intestinale Ca absorptie<br />

- toegenomen intestinale P absorptie<br />

- negatieve feedback op PTH<br />

o er is dus Vit D3 nodig voor een degelijke functie van<br />

PTH!<br />

Oorzaken voor chronische hypocalcemie:<br />

- vaak rond de partus t.g.v. (plotseling) verhoogde Ca behoefte i.c.m. trage<br />

mobilisatie van Ca<br />

o Ca-verbruik foetus (m.n. bij meerlingdracht)<br />

o Ca-afgifte met de melk<br />

- verstoorde regulatie<br />

o primaire hypoparathyreoidie (hond en kat)<br />

o hypovitaminose D<br />

- Verstoorde orgaanfunctie<br />

o Renale tubulaire ziekte<br />

- Voeding<br />

o Inadequate Ca:P verhouding (mn<br />

bij groeiende dieren)<br />

o door voeding oxalaten (in zuring,<br />

bietenblad) binden calcium in<br />

bloed<br />

27


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Primaire hypoparathyreodisme verstoring functie van de bijschildklieren<br />

- lage Ca reabsorptie in de nier<br />

- verlaagde activatie van Vit D in de nier<br />

chronische Ca depletie in het organisme<br />

Bij hypovitaminose B krijg je secundaire hyperparathyreoidisme<br />

Bij een chronische nierziekte is er sprake van<br />

- inadequate Ca reabsorptie<br />

- inadequate Vit D actievatie<br />

Ca depletie<br />

secundaire hyperparathyreoidisme door insufficiënte renale respons op PTH<br />

Bij jonge dieren noemen we chronische hypocalcemie Rachitis, en bij volwassenen<br />

Osteomalacia. De verschijnselen zijn dan:<br />

- deformiteiten in de ledematien<br />

- fracturen<br />

- verlamming of ataxie<br />

- blijven liggen<br />

- botten pij<strong>nl</strong>ijk bij palpatie<br />

Oorzaken voor acute hypocalcemie:<br />

- [Ca] in colostrum van de koe is 2g/l (200 mg/dl) 20g Ca nodig voor 10 liter<br />

colostrum<br />

- Plasma [Ca] is ongeveer 10 mg/dl<br />

Ca in bloed is ongeveer 5 g<br />

Ca in ECF is ongeveer 20 g<br />

Dus: 10 liter colostrum bevat net zoveel calcium als de hele extracellulaire hoeveelheid!<br />

De verschijnselen die je dan kunt verwachten:<br />

- verminderde spiercontractiliteit<br />

o dwarsgestreepte spieren spierzwakte<br />

o gladde spieren verminderde motiliteit MDK<br />

o hartspieren verminderde cardiac output<br />

- verminderde membraanstabiliteit<br />

o de rustpotentiaal van de cel is dichter bij de drempelwaarde<br />

o de cel wordt dus makkelijker exciteerbaar<br />

spierbundeling (?)<br />

spierspasmen<br />

- veranderde neurotransmitter release<br />

o Ach release hangt af van het extracellulaire Ca<br />

hypocalcemie kan Ach release verminderen<br />

verstoorde neuromusculaire signaal transmissie<br />

28


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

De symptomen van hypocalcemie bij de verschillende diersoorten:<br />

rund, schaap: spierzwakte<br />

hond, kat, paard: spierspasmen (door hun hogere aantal neurotransmitters)<br />

Hypocalcemie rund:<br />

Synoniemen: melkziekte, paresis puerperalis, kalfsziekte, milk fever, parturient<br />

paresis<br />

1 á 2 dagen post partum (1 d. a.p. tot 3 d. p.p.)<br />

bij oudere koeien, want:<br />

o geven meer melk<br />

o benuttings% Ca opname ongunstiger<br />

o slechtere mobilisatie van Ca uit het bot<br />

Symptomen hypocalcemie rund:<br />

dwars + glad gestreepte musculatuur<br />

verlamd<br />

algehele spierzwakte (tonusverlaging)<br />

ligt met kop in de flank<br />

(zelfauscultatie)<br />

verlaagde lichaamstemperatuur<br />

zwakke pols<br />

koude extremiteiten<br />

verminderde motiliteit<br />

maagdarmkanaal<br />

uiteindelijk plat liggen<br />

onvoldoende slikken, regurgiteren<br />

lichaamstemperatuur 36-37˚C<br />

geen pupilreflex<br />

coma<br />

Hypocalcemie schaap en geit:<br />

schaap: (vanaf 6 wkn) voor de partus<br />

o bij meerling-dracht i.c.m. stress<br />

o tot 10 wkn post partum<br />

melkkreupelheid<br />

geit: 1 tot 3 weken post partum<br />

o hoge melkproductie<br />

symptomen schaap en geit ± als bij rund<br />

Hypocalcemie paard:<br />

Tetanie:<br />

o meestal bij lacterende merries in de eerste 10 dagen<br />

o i.c.m. stress en hyperventilatie<br />

respiratoire alkalose<br />

verhoogt de eiwitbinding van Ca<br />

29


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Symptomen tetanie paard:<br />

tonusverhoging van de spieren<br />

stijve gang<br />

ataxie<br />

zweten<br />

spiertrekkingen<br />

trismus (kaakkramp)<br />

papegaaienbek<br />

tachycardie<br />

singultus (hik)<br />

De Ddx van hypocalcemie bij het paard:<br />

- tetanus<br />

- koliek<br />

- myositis<br />

- laminitis<br />

Hypocalcemie hond + kat<br />

post partum bij lacterende dieren<br />

o vaak i.c.m. te laag Ca in de voeding<br />

symptomen: tonusverhoging spieren<br />

o slapte, lethargie<br />

o tetanie, convulsies<br />

o tachycardie<br />

Therapie Hypocalcemie:<br />

Calcium oplossing intraveneus<br />

o vaak calcium-magnesium-borogluconaatoplossing<br />

o langzaam toedienen onder geleide van hartauscultatie<br />

o bij aritmie en/of tachycardie toediening stoppen<br />

nabehandelen met Ca (poeders) per os<br />

Oorzaken hypercalcemie bij hond en kat<br />

primaire hyperparathyroïdie (neoplasie)<br />

pseudohyperparathyroïdie<br />

o maligniteit buiten bijschildklier<br />

maligne lymfoom, anaalzaktumor<br />

o produceert PTH related peptide (PTHrP)<br />

Ca en P uit bot geabsorbeerd<br />

Renale reabsorptie Ca ↑<br />

Humoral hypercalcemia of malignancy (HHM)<br />

Acuut nierfalen<br />

Vitamin D intoxication<br />

o Iatrogenic<br />

o Opname planten met hoge Vit D concentraties<br />

30


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Symptomen:<br />

lusteloosheid<br />

spierzwakte<br />

anorexie, braken, gewichtsverlies<br />

hond: polyurie en polydipsie; NIET bij kat<br />

dehydratie<br />

bradycardie, aritmie<br />

demineralisatie skelet<br />

Mg belangrijk voor:<br />

extracellulair (concentratie laag)<br />

o prikkeloverdracht aan synapsen<br />

o bot (60-70%)<br />

intracellulair (concentratie hoog)<br />

o Co-factor enzymreacties<br />

o Mg nodig als co-factor bij PTH secretie en hydroxylatie van Vit D<br />

o DNA, RNA en eiwitsynthese<br />

Mg-concentratie in ECF afhankelijk van:<br />

1. absorptie van Mg in maagdarmkanaal<br />

(mn pens/netmaag, beetje duda)<br />

2. behoefte (weefsels, melkproductie)<br />

3. uitscheiding via de nieren<br />

- geen (hormonale) feedback regulatie<br />

o geen mobilisatie uit bot!<br />

o geen aanpassing opname uit<br />

MDK!<br />

- uitscheiding door de nier kan worden<br />

gereguleerd o.i.v. PTH meer<br />

reabsorptie van Mg<br />

Opname uit het MDK is afhankelijk van:<br />

- Mg concentratie in het rantsoen<br />

- Hoeveelheid K in rantsoen (K remt opname Mg)<br />

- Hoeveelheid eiwit in rantsoen (ammonia remt opname Mg)<br />

Hypomagnesemie bij herkauwers:<br />

- weidetetanus (kopziekte)<br />

o snel groeiend gras lage Mg concentratie<br />

- lactatie tetanus<br />

o hooglacterende koeien op een laag Mg rantsoen<br />

- winter tetanus (vleeskoeien)<br />

o voer met lage Mg concentraties<br />

- melk tetanus<br />

o kalveren die alleen melk krijgen maande<strong>nl</strong>ang<br />

31


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

- transport tetanus<br />

o laag Mg rantsoen en transport<br />

Kopziekte/weidetetanie: rund<br />

hypomagnesemic tetany, grass staggers, grass tetany, wheat pasture poisoning<br />

bij alle herkauwers, maar m.n. oudere hoogproductieve melkkoeien<br />

tekort door verminderde opnamen en verhoogde behoefte<br />

klinische verschijnselen bij Mg bloed


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

melktetanus kalveren:<br />

= Lal, Bler<br />

kalveren (2-4 maanden oud), meststieren<br />

melkrantsoen met onvoldoende Magnesium<br />

bij stress, diarree te weinig opname van Mg<br />

symptomen: excitatie, bleren, opisthotonus, dood<br />

Samenvattend Calcium:<br />

belangrijk voor veel functies<br />

regulatie d.m.v. een feedbackmechanisme<br />

hypocalcemie vaak in relatie met een (plotseling) verhoogd verbruik<br />

symptomen bij herkauwers spierzwakte i.t.t. tot andere dieren<br />

hypercalcemie komt minder vaak voor en m.n. bij GD<br />

Samenvattend Magnesium:<br />

belangrijk voor veel functies<br />

regulatie: geen feedbackmechanisme, teveel uitgescheiden door de nieren<br />

tekort door verhoogd verbruik voor melkgift, of tekort in voeding (kalf)<br />

samenhang en oorzaak Calcium tekort<br />

symptomen tekort: excitatie<br />

kopziekte bij runderen<br />

DDx liggende koe bij melkziekte:<br />

zenuwbeschadigingen<br />

fracturen<br />

spierbeschadigingen<br />

toxinemie (tgv peritonitis, mastitis, endometritis)<br />

verbloeding<br />

kopziekte<br />

downer<br />

DDx hypocalcemie schaap en geit: acetonemie en dode lammeren met toxinemie<br />

Ddx stijve houterige gang bij tetanie paard:<br />

tetanus<br />

spierbevangenheid<br />

hoefbevangen<br />

meningitis<br />

Ddx hypocalcemie hond en kat:<br />

tetanus<br />

neurologische aandoeningen<br />

metabole aandoeningen<br />

intoxicaties<br />

circulatoire aandoeningen<br />

33


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Hoorcollege 8 DM bij de kat<br />

Diabetes Mellitus:<br />

- Persisterende hyperglycemie<br />

- Gemeten in veneus plasma van een nuchter dier<br />

- Bloedglucoseconcentratie kat = 9,5 mM<br />

- In praktijk: bloedglucoseconcentratie “nierdrempel” bij kat is +/- 14 mmol/l, bij<br />

hond 10<br />

- Relatief of absoluut insulinetekort<br />

Zakglucosemeter werkt niet goed voor een glucose < 3<br />

Humane indeling DM:<br />

- Type 1 DM autoimmune destructie van de β-cellen geen of te weinig<br />

insuline. Op jonge of op oude leeftijd<br />

- Type 2 DM<br />

o Insulineresistentie (= meer nodig voor hetzelfde effect)<br />

Overgewicht<br />

Inactiviteit<br />

o Insulineresistentie insulinegebrek<br />

Relatief<br />

Absoluut<br />

o Insulineresistentie Amyloïdose van eilandjes van Langerhans (amyline<br />

zit samen met insuline in vesikel, dus als insuline stijgt, stijgt amyline ook.<br />

Amiline klontert samen tot amyloid en dit is toxisch voor de β-cel)<br />

- Overige specifieke types DM<br />

o Door medicaties veroorzaakt<br />

Progestagenen GH in mamma insulineresistentie<br />

Corticosteroïden<br />

o Door andere ziekten veroorzaakt:<br />

Acromegalie<br />

Syndroom van Cushing<br />

Hyperthyreoidie<br />

Pancreasproblemen<br />

- Zwangerschaps DM, tijdens de zwangerschap geproduceerde hormonen die<br />

insulineresistentie veroorzaken. Bij honden (♀) vergelijkbare situatie (zelfs<br />

zonder dracht) tijdens luteale fase (Progesteron).<br />

Hond:<br />

- Type 1 DM: ja<br />

- Type 2 DM: nee<br />

- Overige specifieke types DM: ja<br />

- ‘Zwangerschaps’ DM: ja<br />

Kat:<br />

- Type 1 DM: zelden<br />

- Type 2 DM: ja<br />

- Overige specifieke types DM: ja<br />

- ‘Zwangerschaps’ DM: nee<br />

34


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Diagnose diabetes mellitus berust op:<br />

Bij herhaling gemeten hyperglycemie<br />

Aanwezig zijn van klinische symptomen<br />

Verhoogde plasmafructosamineconcentratie, langdurige hyperglycemie (> 3<br />

weken) zorgt voor stijging in plasmafructosamineconcentratie onderscheidt<br />

DM van stress. Fructosamine is glucose aan albumine gebonden.<br />

Acromegalie hypofysetumor maakt heel veel GH<br />

- hond: grove gelaatstrekken<br />

- kat: aan de buitenkant niet te zien<br />

Behandelingsmogelijkheden kat met DM:<br />

1. niet insulinesecretie verhogen, want dan ook amyloid omhoog toxisch<br />

2. Verminderen insulineresistentie<br />

a. Stimuleren lichamelijke activiteit !!!<br />

b. Gewichtsverlies, let op leververvetting<br />

c. Thiazolidinediones<br />

3. Dieetmaatregelen<br />

a. Laag koolhydraat / hoog eiwit (m/d, Atkinson dieet)<br />

b. 4 maaltijden per dag of ad lib, als het karakter van de kat het toelaat<br />

4. eventueel insuline toedienen; caninsulin<br />

Caninsulin:<br />

- Werkingsduur maximaal 12 uur: 2 x daags s.c. toedienen<br />

- Controlemoment bij katten: +/- 4 uur na insulinegift<br />

- Begindosering afhankelijk van plasmaglucoseconcentratie bij diagnose en<br />

lichaamsgewicht<br />

• < 20 mM: 2dd ¼ IE/kg<br />

• > 20 mM: 2dd ½ IE/kg<br />

Controle door meten plasmaglucoseconcentratie, bij katten +/- 4 uur na insulinegift<br />

Afhankelijk van plasmaglucoseconcentratie wordt de dosis caninsulin aangepast:<br />

- < 5 mM: dosis verminderen met ½ IE<br />

- 5-9 mM: dosis niet veranderen<br />

- > 9 mM: dosis verhogen met ½ IE<br />

Problemen bij de regulatie<br />

Eigenaar gerelateerd<br />

Andere werkingsduur Caninsulin®<br />

Insulineresistentie<br />

Somogyi-effect (teveel insuline) <br />

35


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Hoorcollege 9 Voortplantingsorganen<br />

Vrouwelijke voortplantingsorganen:<br />

- aangeboren afwijkingen<br />

- ontsteking<br />

- hypertrofie / hyperplasie<br />

- neoplasie<br />

- afwijkingen van de drachtige uterus<br />

Aangeboren afwijkingen:<br />

- Hermafroditisme<br />

o ware hermafrodiet (zeldzaam) (1 testikel, 1 ovarium)<br />

o mannelijke (testiculaire) pseudohermafrodiet<br />

o vrouwelijke (ovariele) pseudohermafrodiet (zeldzaam)<br />

- Aplasie<br />

o Bilateraal (beide hoornen ontbreken)<br />

o Unilateraal (een hoorn ontbreekt)<br />

o segmentaal<br />

Ontsteking<br />

- Vaginitis en perivaginitis<br />

o Trauma na zware partus<br />

Acute fibrineus-necrotiserende endometritis vaak door niet<br />

afkomen van de nageboorte (fusobacterium, actinobacterium,<br />

streptococcen en bij paard en hond ook E.coli)<br />

o Trauma/infectie na dekking<br />

o Puppy en jonge teven vaginitis<br />

o Overige:<br />

uro- of pneumovagina<br />

bacteriële- en virusinfecties<br />

tumoren<br />

- uteruswand<br />

o endometritis (endometrium)<br />

acuut:<br />

exsudatief<br />

necrotisch<br />

chronisch:<br />

purulent ( pyometra)<br />

niet purulent ( bindweefsel, verdikking klieren)<br />

o metritis (alle lagen)<br />

acuut:<br />

exsudatief (septisch)<br />

necrotisch<br />

o perimetritis (perimetrium = serosa)<br />

36


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

- Cysteuze endometrium hyperplasie (CEH): de wand is gering verdikt, multipele<br />

kleine haardjes door dilatatie van de kliertjes welke gevuld zijn met vocht.<br />

o Histo: kliertjes zitten vol met gedegenereerde neutro’s, epitheelcellen en<br />

slijm. In de lamina propria zitten ook ontstekingscellen<br />

- Pyometra = pus in de baarmoeder<br />

Bij de meeste diersoorten komt endometritis (= ontsteking baarmoederslijmvlies)<br />

voornamelijk post partum voor (Endometritis puerperalis)<br />

Bij de hond daarentegen komt endometritis voornamelijk bij (oudere) niet-drachtige<br />

teven, vaak enkele weken na de loopsheid voor.<br />

CEH-pyometra complex:<br />

- pathogenese: exogeen of endogeen progesteron, met (of zonder) priming door<br />

oestrogenen proliferatie van endometriumkliertjes en cysteuze endometrium<br />

hyperplasie (CEH).<br />

- Tevens bacteriën in uterus (vaak E.coli, tijdens oestrus) endometritis/pyometra<br />

(cervix blijft gesloten onder invloed van progesteron)<br />

- Anamnese: sloom, anorexie, koorts, pu/pd, 2-6 weken na de loopsheid. Soms<br />

vaginale uitvloeiing.<br />

Hypertrofie / hyperplasie<br />

- hormonaal: oestrogenen en progerstagenen<br />

- vaak resulterend in CEH-pyometra complex<br />

o regelmatig bij hond en rund<br />

neoplasie<br />

- ovaria<br />

o granulosaceltumor: heel groot, bevat holtes, multicysteus. De tumor kan<br />

hormonen aanmaken: testosteron merrie in anoestrus gaan<br />

hengstengedrag vertonen en krijgt een dikke spiernek.<br />

o thecaceltumor<br />

o lutealeceltumor<br />

meestal een mengbeeld!<br />

o Teratoom: tumor die uitgaat van de multipele stamcel (voorloper eicel)<br />

bot, haar, tanden enz. mogelijk in de tumor. Meestal benigne. De tumor<br />

bevat minimaal 2 van de 3 kiembladen om het een teratoom te noemen.<br />

- Uterus<br />

o epitheliaal<br />

adenomen en eventueel carcinomen<br />

uteruscarcinoom: meest voorkomende tumor bij konijnen,<br />

metname bij oude voedsters waar niet/weinig mee gefokt is<br />

o mesenchymaal<br />

leucose (rund)<br />

leiomyoom (hond)<br />

37


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

afwijkingen van de drachtige uterus<br />

- placentitis<br />

o tweelingdracht paard: Invaginatie van het allantochorion van een foetus in<br />

het allantochorion van de andere foetus<br />

- torsie ( sterft door bloeding ophangbanden of sepsis)<br />

- prolaps<br />

- dystocia (moeilijke bevalling; bevalling in buikholte door ruptuur baarmoeder na<br />

lang persen)<br />

- vruchtdood<br />

o Foetale mummificatie (steriel, door indroging) en maceratie (bacteriële<br />

enzymen, er blijft alleen botweefsel over)<br />

o Oorzaken intra-uteriene vruchtdood:<br />

Systemische aandoening moederdier<br />

septicaemie en/of koorts<br />

trauma<br />

stress<br />

intoxicaties<br />

hormonale dysbalans<br />

Aantasting placenta/navelstreng, kan infectieus<br />

Intra-uteriene infectie foet(en)<br />

Viraal<br />

o herpes<br />

Protozoair<br />

o toxoplasma<br />

bacterieel<br />

Overige: Afwijkingen foetus (chromosomaal) resorptie door<br />

moederdier<br />

- retentio secundinarum<br />

Mannelijke voortplantingsorganen<br />

- testikels<br />

- penis en preputium<br />

- accessoire geslachtsklieren: prostaat<br />

Testikels<br />

- cryptorchidie (het niet indalen van de testikels) deze testikels kunnen tumoreus<br />

ontaarden. Er zijn geen spermatozoa in de tubuli te zien. Er zijn alleen<br />

sertolicellen te zien (kiemcellen, interstitiele cellen ( maken testosteron)) Dit is<br />

een atrofisch testikel.<br />

- Torsie<br />

- Orchitis<br />

- Tumoren<br />

o Leydigceltumor (interstitiële cel tumor) meestal benign, regelmatig,<br />

gelig, produceert androgenen<br />

o Seminoom (kiemceltumor)<br />

38


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

o Sertoliceltumor komt vaak voor bij hond, ook bij hengst en stier,<br />

stevig, grijswit tot bruine tumor, cysteus kan.<br />

hond : meer dan 50% van de sertoliceltumoren bevinden zich in<br />

cryptorche testikels.<br />

Ongeveer 33% van de tumoren produceert oestrogenen; mogelijke<br />

gevolgen: feminisatiesyndroom<br />

zittend plassen<br />

gynaecomastie (borstvorming)<br />

alopecia<br />

adipositas<br />

attractief voor reuen<br />

squameuze metaplasie prostaat<br />

eventueel toxische effecten van oestrogenen op beenmerg<br />

(myelotoxiciteit)<br />

Metastasen zijn mogelijk (maligne kenmerk).<br />

- Teratoom<br />

Penis en preputium<br />

- ontsteking<br />

- …?<br />

Prostaat<br />

- ontsteking<br />

- hyperplasie / hypertrofie<br />

o prostaathyperplasie (o.i.v. testosteron)<br />

- metaplasie<br />

o squameuze metaplasie prostaat<br />

- neoplasie<br />

o adenocarcinoom<br />

Hoorcollege 10 retentio secundinarum & endometritis<br />

Normaal puerperium rund:<br />

- afkomen nageboorte 4-6 uur<br />

- afstoten koplaag karunkel vanaf 5 dagen<br />

- afstoten karunkelsteel 10-11 dagen<br />

- Rectale exploratie: bereiken van de voorrand van de uterus na +/- 10 dagen<br />

- Einde uitvloeiing na +/- 20 dagen (uitvloeiing mag niet stinken!)<br />

- Involutie complaat na +/- 40 dagen<br />

Normaal puerperium paard:<br />

- sneller verloop (< 14 dagen)<br />

- minder uitvloeiing, zonder weefselbrokjes (na 1 dag al geen brokjes meer)<br />

39


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Normaal puerperium hond:<br />

- endotheliochoriale placenta veel contact (let op: groene randzone =<br />

hemochlorine)<br />

- dieper meer kans op persisterende bloedingen<br />

- soms ontstekingen van placentaplaatsen<br />

- langzaam verloop<br />

- soms gestoorde involutie van de placentaplaatsen<br />

Belangrijke stappen van het loslatingsproces van de placenta met het rund als model:<br />

- progressieve collagenisatie van het bindweefsel in de placentoom<br />

- afvlekken van het epitheel in de crypten<br />

- afwisselende ischaemie en hyperemie gedurende de uitdrijving<br />

- afplatten van de placentoom<br />

- totale ischaemie van de foetale villi na het breken van de navelstreng<br />

- uteruscontracties na de geboorte<br />

rund Kleine herkauwer paard Hond en kat<br />

Normaal 4-6 uur < 2 uur 15-60 minuten Direct<br />

Vertraagd 6-12 uur 2-12 uur 1-6 uur ??<br />

Retentio secundinarum >12 uur >12 uur >6 uur ??<br />

‘norm’% ret sec 3-5% 1-2% 1-2% ??<br />

Retentio secundinarum paard:<br />

- snel ernstig ziek<br />

- toxinaemie<br />

o snel ingrijpen<br />

o oxytocine<br />

injecties<br />

infuus<br />

o manueel<br />

o spoelen (belangrijker dan AB, toch ook AB)<br />

o AB parenteraal (niet lokaal, omdat men bang is dat er resistente kiemen<br />

overblijven)<br />

Ddx retentio secundinarum<br />

- schijnbare retentio secundinarum (het ligt wel los, maar komt niet af. Komt zelden<br />

voor)<br />

o uterus atonie<br />

melkziekte<br />

o fleischspange / dubbele cervix<br />

o inklemming cervix<br />

o inklemming uterushoorn<br />

40


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Predisponerende factoren:<br />

- onrijpheid (placentomen)<br />

o drachtlengte<br />

- oedeem placente en/of uterus<br />

- hygiene<br />

- dystocia en manipulatie uterus<br />

- (verwantschap moeder foetus (M<strong>HC</strong>))<br />

- Activiteit leucocyten al voor de partus verminderd<br />

Therapie herkauwer:<br />

- AB lokaal (als rund niet ziek is)<br />

- AB parenteraal<br />

- NSAID’s<br />

- Oxytocine (voedingsbron voor bacteriën weghalen door uteruscontracties <br />

bijwerking is loslaten van de nageboorte)<br />

o Diersoortverschillen: rund vs. paard<br />

o Duur effect<br />

o Effect op ret sec<br />

Prognose rund:<br />

- Gunstig<br />

- Wel follow-up nodig<br />

o Acute puerperale endometritis<br />

o Chronische endometritis/witvuilen<br />

o Fertiliteitsstoornissen<br />

Postpartum uterus rund:<br />

- anaerobe omgeving<br />

- aanwezigheid van weefseldelen en pus<br />

- aanwezigheid van veel organismen die enzymen produceren die antibiotica<br />

kunnen inactiveren (bijv. penicillinase)<br />

Facultatief anaeroob Obligaat anaeroob<br />

Actinobacterium pyogenes Bacteroides<br />

E. coli Fusobacterium necrophorum<br />

Streptococcen spp. Gram + coccen<br />

Endometritis:<br />

- endometritis puerperalis acuta<br />

- endometritis puerperalis chronica<br />

etiologie endometritis:<br />

- dystocia (moeilijke bevalling)<br />

- abnormaal puerperium (bijv. ret. sec.)<br />

- te weinig uterus activiteit<br />

- hygiëne rondom de partus<br />

41


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Klinische verschijnselen endometritis puerperalis acuta:<br />

ziek (ernstig)<br />

APT (ademhaling, pols, temp) verhoogd<br />

Melkgift minder<br />

Eetlust duidelijk minder<br />

Afwijkende uitvloeiing<br />

RE: uterus groot en slap, uterusinhoud te dun, fluctueert<br />

(bij rund soms gas in uterus physometra, waardoor meer spanning op wand (evt<br />

steelband/metallische geluiden. Soms pre-perforatieve peritonitis)<br />

Sepsis/toxinaemie<br />

Let op: hond perforerende uteruszweer<br />

Therapie endometritis puerperalis acuta:<br />

- rund<br />

o matig ziek: lokaal AB<br />

o ernstig ziek: parenteraal AB + NSAID’s<br />

- Paard<br />

o Spoelen uterus<br />

o Parenteraal AB + NSAID’s<br />

o Oxytocine<br />

-<br />

- Hond (ernstig ziek)<br />

o Parenteraal AB, zelden OVHX<br />

o Oxytocine<br />

o Spoelen onmogelijk!<br />

Klinische symptomen endometritis puerperalis chronica:<br />

- vanaf 14 dagen pp<br />

- niet algemeen ziek<br />

- APT normaal<br />

- Afwijkende uitvloeiing: (muco)purulent<br />

- RE: uterus wat groot<br />

Therapie edometritis puerperalis chronica (LH en paard)<br />

- oestrus afwachten<br />

- PGF2α<br />

- AB lokaal (bij paard o.i.v antibiogram)<br />

Pyometra rund (rund is niet ziek):<br />

- diagnose<br />

o vergrote uterus en inhoud<br />

o aanwezigheid CL<br />

o geen pos drachtigheids criteria<br />

- therapie<br />

o PGF2α (om het CL te vernietigen) evt. AB bijgeven<br />

o Controle na 3 weken<br />

42


Hoorcolleges Ziekteleer 3<br />

Verschijnselen CEH hond (cysteuze endometrium hyperplasie)<br />

- ziek afhankelijk van ernst<br />

- tijdens luteale fase; 2-6 weken na loopsheid<br />

- uitvloeiing ?<br />

- sterk vergrote uterus: pyometra<br />

- complicatie: glomerulonefritis peritonitis<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!