04.09.2013 Views

In de schaduw van De Bezetting - Luc van Kemenade

In de schaduw van De Bezetting - Luc van Kemenade

In de schaduw van De Bezetting - Luc van Kemenade

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong><br />

Een on<strong>de</strong>rzoek naar Die Besatzung- Die Nie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong> 1940-45. Over historische<br />

documentaires en beeldvorming.<br />

Door <strong>Luc</strong> <strong>van</strong> Kemena<strong>de</strong><br />

Master Journalistiek Rijksuniversiteit Groningen, studiepad dagbladjournalistiek<br />

1 april 2008<br />

Lennisheuvel 6a<br />

5281 LE Boxtel<br />

stu<strong>de</strong>ntnummer: s1671553<br />

telefoonnummer: 06-24614797<br />

Hoofdbegelei<strong>de</strong>r: Prof. Dr. J.W. Ren<strong>de</strong>rs<br />

Begelei<strong>de</strong>r: Dr. Chris Vos<br />

1


e-mail: l.m.m.<strong>van</strong>.kemena<strong>de</strong>@rug.nl<br />

<strong>In</strong>houdsopgave<br />

<strong>In</strong>leiding en vraagstelling p.3<br />

H1 <strong>De</strong> historische documentaire p.11<br />

1.1 <strong>De</strong>finitie p.12<br />

1.2 Authenticiteitbena<strong>de</strong>ring p.14<br />

1.3 Het documentaire verhaal p.17<br />

1.4 Audiovisuele geschiedschrijving p.19<br />

H2 Publieke opinie p.25<br />

2.1 Het ontstaan <strong>van</strong> een rationeel publiek p.26<br />

2.2 Van publieke sfeer naar massa<strong>de</strong>mocratie p.29<br />

2.3 Een passief publiek p.31<br />

2.4 The pictures in our head p.32<br />

H3 Agenda setting theorie p.35<br />

3.1 Agenda setting p.35<br />

3.2 Framing p.37<br />

3.3 Priming p.40<br />

H4 Historische documentaires in Duitsland p.42<br />

H5 Casus: Die Besatzung p.45<br />

5.1 <strong>De</strong> metho<strong>de</strong> p.45<br />

5.2 <strong>De</strong> productie p.46<br />

5.3 <strong>De</strong> receptie p.51<br />

5.4 <strong>De</strong> discussie-uitzending p.51<br />

5.5 <strong>De</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging versus Die Ju<strong>de</strong>nverfolgung p.54<br />

Conclusie p.61<br />

Literatuur- en bronnenlijst p.64<br />

Personenregister p.69<br />

Bijlage 1: Script aflevering 3 Die Besatzung Die Nie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong> 1940-45<br />

2


<strong>In</strong>leiding<br />

Herinneringen aan <strong>de</strong> oorlog<br />

‘Ik heb me vergist, ik kwam er pas achter toen het mis ging.’ 1 <strong>De</strong> film <strong>De</strong>r Untergang (2004)<br />

<strong>van</strong> regisseur Oliver Hirschbiegel begint met <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een zogenaam<strong>de</strong> ‘tijdgenoot’.<br />

Traudl Junge was tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog <strong>de</strong> privé-secretaresse <strong>van</strong> Adolf Hitler en<br />

behoort tot een slinken<strong>de</strong> groep ‘tijdgenoten’: Duitse burgers die <strong>de</strong> opkomst en on<strong>de</strong>rgang<br />

<strong>van</strong> Hitlers <strong>De</strong>r<strong>de</strong> Rijk meemaakten. <strong>De</strong> film laat zien hoe Junge in <strong>de</strong> laatste maan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

naziterreur vol goe<strong>de</strong> moed solliciteert naar <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> persoonlijke assistente <strong>van</strong> Hitler.<br />

Hij is gecharmeerd <strong>van</strong> haar en zij kijkt tegen hem op als tegen een wijze grootva<strong>de</strong>r. Zelfs<br />

wanneer Berlijn zwaar on<strong>de</strong>r vuur ligt en het Russische Ro<strong>de</strong> Leger <strong>de</strong> Duitse hoofdstad al tot<br />

aan <strong>de</strong> Bran<strong>de</strong>nburger Tor heeft ingenomen, besluit ze bij haar baas te blijven. Wanneer <strong>de</strong>ze<br />

met zijn vrouw Eva Braun zelfmoord pleegt en Junge het lichaam <strong>van</strong> haar Führer afgevoerd<br />

ziet wor<strong>de</strong>n, breekt ze. Is Fraudl Junge uniek, of een representant voor een grote groep<br />

Duitsers die meegesleurd wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> dwingen<strong>de</strong> politiek <strong>van</strong> het totalitaire naziregime? En<br />

kun je in het geval <strong>van</strong> Junge spreken <strong>van</strong> da<strong>de</strong>r- of slachtofferschap?<br />

Tijdgenoten zoals Junge wor<strong>de</strong>n steeds zeldzamer. <strong>De</strong>r Untergang opent met een<br />

interview met Junge, documentaire beel<strong>de</strong>n waarin een ooggetuige <strong>van</strong> nazi-Duitsland haar<br />

verhaal kan doen. <strong>De</strong>ze niet-fictieve opening past in een trend <strong>van</strong> toenemen<strong>de</strong> media-<br />

aandacht voor schaarser wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ‘leven<strong>de</strong> bronnen’ uit <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog die <strong>de</strong><br />

laatste tien jaar in Duitsland valt te ont<strong>de</strong>kken. 2 Media lijken te beseffen dat dit een laatste<br />

kans is verhalen uit eerste hand te horen. Opvallend hierbij is dat er tij<strong>de</strong>ns dit terugblikken<br />

ruimte is voor Duits slachtofferschap, een taboe dat voorheen werd verme<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> laatste tien<br />

jaar wordt <strong>de</strong> Duitse herinnering aan het nazi-verle<strong>de</strong>n gedomineerd door publicaties en<br />

<strong>de</strong>batten over <strong>de</strong> verhouding tussen Duits da<strong>de</strong>r- en slachtofferschap.<br />

Een omslagpunt in <strong>de</strong> herinneringscultuur <strong>van</strong> Duitsland is wat ook wel wordt<br />

aangeduid als <strong>de</strong> intellectuele zelfmoord <strong>van</strong> Gunter Grass. Op 12 augustus 2006 onthul<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

schrijver en nobelprijswinnaar voor <strong>de</strong> literatuur in een interview met Frankfurter Allgemeine<br />

Zeitung dat hij op zeventienjarige leeftijd lid was <strong>van</strong> <strong>de</strong> Waffen-SS. Als bewaker <strong>van</strong> het<br />

Duitse geweten viel hij daarmee <strong>van</strong> zijn voetstuk en Duitsland toon<strong>de</strong> weinig begrip voor <strong>de</strong><br />

lange tijd dat hij zijn geheim verzweeg. 3 <strong>De</strong> opmerkelijke onthulling zette ook zijn<br />

succesvolle boek <strong>In</strong> Krabbengang (2002) in een an<strong>de</strong>r daglicht. Over het Duitse naziverle<strong>de</strong>n<br />

1 Oliver Hirschbiegel, <strong>De</strong>r Untergang, 2004.<br />

2 Patrick Dassen e.a., Duitsers als slachtoffers: het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> een taboe?, Mets&Schilt, Amsterdam 2007. p. 34.<br />

3 Patrick Dassen, p. 15.<br />

3


voorspel<strong>de</strong> hij daarin: ‘Dat houdt nooit op. Nooit houdt dat op.’ 4 <strong>De</strong> bestseller riep op tot<br />

aandacht voor <strong>de</strong> Duitse slachtoffers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog. Dat is hoogst opmerkelijk<br />

te noemen aangezien Grass met zijn publicaties <strong>de</strong>cennialang het moraliseren<strong>de</strong> links-<br />

kritische geweten <strong>van</strong> Duitsland was. Meer<strong>de</strong>re malen verweet hij conservatieven het<br />

oorlogsverle<strong>de</strong>n te verzwijgen of te bagatelliseren en benadrukte hij <strong>de</strong> schuldbewuste<br />

houding die Duitsland aan <strong>de</strong> wereld verplicht was. Was <strong>In</strong> Krabbengang een voorbo<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

zijn onthulling? Probeer<strong>de</strong> hij met <strong>de</strong> publicatie zijn coming out te regisseren? Het bleek hoe<br />

dan ook een doorbraak voor een vernieuw<strong>de</strong>, grootschalige aandacht voor het Duits<br />

slachtofferschap.<br />

Lange tijd mochten Duitsers niet klagen. Dat was ongepast tegenover <strong>de</strong> miljoenen<br />

do<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> extreme naziterreur <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog. Ook <strong>de</strong> Europese buurlan<strong>de</strong>n<br />

had<strong>de</strong>n hun oor<strong>de</strong>el klaar. <strong>In</strong> september 1950, op een NAVO-top in New York, barstte <strong>de</strong><br />

Franse minister <strong>van</strong> Buitenlandse Zaken Robert Schuman, tevens een <strong>van</strong> <strong>de</strong> grondleggers <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Europese Unie, in woe<strong>de</strong> uit. <strong>In</strong> een anti-Duitse tira<strong>de</strong> maakte hij dui<strong>de</strong>lijk dat hoe groot <strong>de</strong><br />

dreiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> Russen uit het Oosten ook was, het Duitse leger on<strong>de</strong>r geen beding in ere<br />

hersteld mocht wor<strong>de</strong>n. Vooral in Frankrijk had men angst voor een wraakzuchtige<br />

we<strong>de</strong>ropstanding <strong>van</strong> het verslagen Duitse naziregime. 5<br />

Ondanks het imago <strong>van</strong> absolute da<strong>de</strong>r kent Duitsland een lange traditie <strong>van</strong><br />

slachtofferschap. 6 Dat begon al in <strong>de</strong> eerste jaren na <strong>de</strong> oorlog die zelfs eer<strong>de</strong>r te typeren zijn<br />

door een slachtoffer- dan een da<strong>de</strong>rbewustzijn. Er was veel aandacht voor <strong>de</strong> Vertriebene, <strong>de</strong><br />

ruim twaalf miljoen Duitsers die <strong>van</strong>uit Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa gedwongen wer<strong>de</strong>n naar<br />

Duitsland te verhuizen. Maar ook voor <strong>de</strong> verkrachtingen <strong>van</strong> Duitse vrouwen door Russische<br />

soldaten <strong>van</strong> het Ro<strong>de</strong> Leger, <strong>de</strong> ruim 160 ste<strong>de</strong>n en burgerdoelen die wer<strong>de</strong>n gebombar<strong>de</strong>erd<br />

en <strong>de</strong> honger die werd gele<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> door bombar<strong>de</strong>menten verwoeste stad Dres<strong>de</strong>n werd het<br />

symbool <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse herinneringscultuur. Duitse vluchtelingen en hun kin<strong>de</strong>ren kregen<br />

financiële scha<strong>de</strong>loosstelling en materiële hulp, en over <strong>de</strong> Holocaust werd niet gesproken.<br />

Ook op politiek vlak werd geen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid genomen voor <strong>de</strong> nazida<strong>de</strong>n. <strong>De</strong><br />

Sozialistische Einheitspartei <strong>De</strong>utschlands regeer<strong>de</strong> en hanteer<strong>de</strong> een uiterst strenge<br />

hiërarchie in slachtofferschap. <strong>De</strong> communisten ston<strong>de</strong>n daarbij prominent op <strong>de</strong> eerste plek<br />

terwijl etnisch vervolg<strong>de</strong>n zoals Jo<strong>de</strong>n en zigeuners on<strong>de</strong>raan ston<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> socialisten voel<strong>de</strong>n<br />

4 Patrick Dassen, p. 16.<br />

5 Martin J. <strong>De</strong>dman, The Origins and <strong>De</strong>velopment of the European Union 1945-95. A history of European<br />

integration. Routledge, London en New York 1996. p. 70-72.<br />

6 Patrick Dassen, p. 21.<br />

4


zich slachtoffer <strong>van</strong> <strong>de</strong> nazi’s maar evengoed <strong>van</strong> het Amerikaans imperialisme, het<br />

kapitalisme en het Westen.<br />

Dat waren <strong>de</strong> jaren vijftig. Wat volg<strong>de</strong> was een impasse die tot <strong>de</strong> val <strong>van</strong> <strong>de</strong> Muur in<br />

1989 zou duren. <strong>De</strong> jaren zestig, <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die centraal staat in dit on<strong>de</strong>rzoek, zijn een<br />

omslagpunt in <strong>de</strong>ze. Aan <strong>de</strong> vooravond <strong>van</strong> een culturele revolutie werd teruggekeken naar <strong>de</strong><br />

oorlog en <strong>de</strong> Duitse schuld werd erkend en vooropgesteld. Wat volg<strong>de</strong> waren jaren waarin<br />

niet over Duitse slachtoffers werd gesproken, jaren <strong>van</strong> polarisatie en emotioneel bela<strong>de</strong>n<br />

thema’s. Elke nuancering <strong>van</strong> het naziverle<strong>de</strong>n werd, vooral door links-intellectuelen, als<br />

revisionistisch bestempeld. Socioloog Jürgen Habermas en Grass waren in <strong>de</strong>ze jaren <strong>de</strong><br />

voorvechters <strong>van</strong> het schuldbewustzijn in het publieke <strong>de</strong>bat. 7<br />

<strong>De</strong> val <strong>van</strong> <strong>de</strong> Berlijnse Muur was niet direct <strong>de</strong> aanleiding voor een nieuw publiek<br />

<strong>de</strong>bat, aan<strong>van</strong>kelijk veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> er weinig. Net zoals <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia bleef het nazi-<br />

verle<strong>de</strong>n een ‘open zenuw’: hevige polarisatie en politieke verdachtmakingen domineer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

discussie. 8 <strong>De</strong> linkse hegemonie <strong>van</strong> Habermas en Grass brokkel<strong>de</strong> eind jaren negentig af. <strong>De</strong><br />

discussies wer<strong>de</strong>n min<strong>de</strong>r fel gevoerd en <strong>de</strong> emoties liepen min<strong>de</strong>r hoog op. Zou <strong>de</strong> tijd dan<br />

ook in dit geval <strong>de</strong> won<strong>de</strong>n helen? <strong>De</strong> ‘normalisering’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> eenwording <strong>van</strong> Duitsland na<br />

1989 is een <strong>van</strong> <strong>de</strong> factoren die <strong>de</strong> verschuiving in <strong>de</strong> Duitse herinneringscultuur <strong>van</strong> na 1990<br />

kan verklaren. <strong>In</strong> eerste instantie heerstte zowel in Duitsland als in het buitenland wantrouwen<br />

jegens <strong>de</strong> hernieuw<strong>de</strong> grootmacht die ontstond in het centrum <strong>van</strong> Europa. Men was bang<br />

voor een ‘terugval’. Die angst verdween toen bleek dat er geen sprake was <strong>van</strong> revisionisme<br />

of hernieuwd nationalisme in Duitsland. Sterker nog, Duitsland ontwikkel<strong>de</strong> zich tot een<br />

normale Europese lidstaat die ook nog eens <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> economische motor <strong>van</strong> Europa op zich<br />

nam. <strong>In</strong> 1999 werd een gevoelige impasse doorbroken. <strong>In</strong> <strong>de</strong> persoon <strong>van</strong> Joschka Fischer,<br />

toenmalig minister <strong>van</strong> Buitenlandse Zaken, nam <strong>de</strong> linkse regering het besluit dat het Duitse<br />

leger zou <strong>de</strong>elnemen aan een aanval op Servië. 9 Het was <strong>de</strong> eerste militaire actie <strong>van</strong><br />

Duitsland sinds <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog en leid<strong>de</strong> tot heftige discussies. Fischer<br />

rechtvaardig<strong>de</strong> <strong>de</strong> trendbreuk door te wijzen op <strong>de</strong> dreigen<strong>de</strong> genoci<strong>de</strong> in Kosovo: ‘Wij<br />

hebben altijd gezegd: nooit meer oorlog! Maar we hebben ook altijd gezegd: nooit meer<br />

Auschwitz!’ 10 Uit pacifistische kringen klonk gemor maar <strong>de</strong> Duitse politiek zette door en<br />

tegenwoordig participeert Duitsland wereldwijd met 7.700 militairen in een tiental<br />

7 Patrick Dassen, p. 19-26.<br />

8 Patrick Dassen, p. 10-11.<br />

9 Patrick Dassen, p. 30.<br />

10 Arjan Paans, Onbemin<strong>de</strong> missie, Elsevier 18-08-2007.<br />

5


vre<strong>de</strong>smissies. 11 Er werd geaccepteerd dat er een groot verschil is tussen oorlog om<br />

vre<strong>de</strong>smissies te on<strong>de</strong>rsteunen en <strong>de</strong> nazigeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog. Het<br />

linkse verstar<strong>de</strong> moralisme werd op <strong>de</strong>ze manier herzien en nooit meer oorlog werd<br />

ver<strong>van</strong>gen door nooit meer Auschwitz. 12<br />

<strong>De</strong> europeanisering na <strong>de</strong> val <strong>van</strong> <strong>de</strong> Berlijnse Muur droeg ook bij aan <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring<br />

in herrinneringscultuur. Het toetre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Oost-Europa tot <strong>de</strong> Europese Unie bood ruimte<br />

voor herinneringen <strong>van</strong> pijn en verlies aan voormalige Duitse gebie<strong>de</strong>n. Naast <strong>de</strong> terugkeer<br />

<strong>van</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-Europa werd het perspectief verbreed door <strong>de</strong> balkanoorlogen. <strong>De</strong><br />

thema’s <strong>van</strong> het Duitse slachtofferschap bleken niet uniek te zijn: verdrijvingen, vluchten en<br />

etnische conflicten wer<strong>de</strong>n een Europees in plaats <strong>van</strong> een exclusief Duits probleem en<br />

daardoor beter bespreekbaar. Hierbij dient een kanttekening te wor<strong>de</strong>n geplaatst. 13 Te allen<br />

tij<strong>de</strong> was er het besef dat <strong>de</strong> nazi-strategie <strong>van</strong> lebensraum en etnische zuiveringen <strong>van</strong><br />

context verschil<strong>de</strong> met an<strong>de</strong>re Europese conflicten.<br />

Het verstrijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd en, daarmee samenhangend, <strong>de</strong> komst <strong>van</strong> nieuwe<br />

generaties had veel invloed op <strong>de</strong> herinneringscultuur. <strong>In</strong> <strong>de</strong> jaren negentig drong zich het<br />

besef op dat ooggetuigen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog steeds schaarser wer<strong>de</strong>n. 14<br />

Een genuanceer<strong>de</strong>r beeld<br />

Symbolisch voor <strong>de</strong> verschuiving in <strong>de</strong> Duitse herinneringscultuur en het afscheid <strong>van</strong> een<br />

generatie die jarenlang <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> het publiek-historische vertoog heeft bewaakt is <strong>de</strong><br />

strijd tussen Grass en <strong>de</strong> rechtse historicus en publicist Joachim Fest. <strong>In</strong> zijn autobiografie Ik<br />

niet: Herinneringen aan een jeugd reageert <strong>de</strong> in 2006 overle<strong>de</strong>n Joachim Fest op <strong>De</strong> Rokken<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Ui, <strong>de</strong> omstre<strong>de</strong>n autobiografie <strong>van</strong> Grass. Waar Grass schoon schip maakt en zijn<br />

naziverle<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r ogen komt is het antwoord <strong>van</strong> Fest daarop: ‘Ich nicht’ en rekent hij af<br />

met een traditie waarin <strong>de</strong> Duitse intellectuele burgerij tot hoofdschuldige voor het aan <strong>de</strong><br />

macht komen <strong>van</strong> Hitler wordt aangewezen. 15<br />

Fest stelt zichzelf in zijn autobiografie <strong>de</strong> opdracht te ‘herinneren’. Hij plaatst daarbij<br />

<strong>de</strong> kanttekening dat belevenissen en ervaringen uit zijn leven in <strong>de</strong> meeste gevallen in <strong>de</strong><br />

vergetelheid zijn teruggevallen of op zijn minst zijn vervormd door <strong>de</strong> jaren heen, want: ‘Het<br />

geheugen is onophou<strong>de</strong>lijk bezig het ene weg te nemen en het an<strong>de</strong>re ervoor in <strong>de</strong> plaats te<br />

11 Arjan Paans, Onbemin<strong>de</strong> missie, Elsevier 18-08-2007.<br />

12 Patrick Dassen, p. 27-30.<br />

13 Patrick Dassen, p. 30-34.<br />

14 Patrick Dassen, p. 34-37.<br />

15 Jan Luijten, Zwanezang <strong>van</strong> een dwarse Nazi-kenner- Ich Nicht <strong>van</strong> Joachim Fest<br />

http://www.duitslandweb.nl/actueel/boeken/2006/9/Ich-nicht.html bezocht op 25 augustus 2007.<br />

6


zetten of met nieuwe inzichten te over<strong>de</strong>kken.’ 16 Zowel <strong>de</strong> herinneringen <strong>van</strong> Fest als <strong>van</strong><br />

Grass maken dui<strong>de</strong>lijk dat het niet onbelangrijk is in welk milieu men opgroei<strong>de</strong> in <strong>de</strong> tijd <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> het nazisme. <strong>De</strong> va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Grass werd in 1936 lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nationaal-<br />

socialistische Duitse Arbei<strong>de</strong>rs Partij (NSDAP). <strong>De</strong> va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Fest daarentegen weiger<strong>de</strong> dit<br />

met als gevolg een bestaan <strong>van</strong> armoe<strong>de</strong> en isolement. Fest beschrijft hoe het gezin hieron<strong>de</strong>r<br />

leed. Moe<strong>de</strong>r Fest on<strong>de</strong>rnam een poging haar man te overtuigen dat het gezin ‘schijnlid’ <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> nazipartij moest wor<strong>de</strong>n. Het zou hun situatie verbeteren en ze zou<strong>de</strong>n toch <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

mensen blijven? Va<strong>de</strong>r Fest <strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze mening geenszins, hij weiger<strong>de</strong> ook maar iets met<br />

<strong>de</strong>ze ‘ben<strong>de</strong> misdadigers’ te maken te hebben. 17 Fest plaatst een nuance bij het beeld dat <strong>de</strong><br />

intellectuele burgerij <strong>van</strong> Duitsland me<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijk was voor het aan <strong>de</strong> macht komen<br />

<strong>van</strong> Hitler. Hij bevestigt <strong>de</strong> buigzame houding <strong>van</strong> veel burgers, die ‘mee<strong>de</strong><strong>de</strong>n om erger te<br />

voorkomen’, of om hun eigen hachje te red<strong>de</strong>n. 18 Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant laat hij door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong><br />

het egodocument zien dat <strong>de</strong> kwestie genuanceer<strong>de</strong>r ligt: va<strong>de</strong>r Fest, schooldirecteur voordat<br />

<strong>de</strong> NSDAP aan <strong>de</strong> macht kwam, bevond zich in een kring <strong>van</strong> hoogopgelei<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nstan<strong>de</strong>rs<br />

die ondanks <strong>de</strong> naziterreur die er tegenover stond vasthiel<strong>de</strong>n aan hun principes. <strong>De</strong><br />

autobiografie is doordrenkt met boodschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Fest dat <strong>de</strong>gene die erger<br />

probeer<strong>de</strong>n te voorkomen het tegenovergestel<strong>de</strong> bewerkstellig<strong>de</strong>n: met hun steun verschaften<br />

ze het naziregime juist aanzien en <strong>de</strong>skundigheid. Het gezin Fest is slachtoffer maar gedraagt<br />

zich op tegenovergestel<strong>de</strong> wijze. 19 Fest voert Goethe op om <strong>de</strong> situatie waarin het gezin zich<br />

verkeer<strong>de</strong> te verwoor<strong>de</strong>n: ‘Elke troost is laag en vuig/ en wanhoop slechts is onze plicht’. 20<br />

Door <strong>de</strong>ze tijdgenoten aan het woord te laten in biografieën en documentaires wer<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> misda<strong>de</strong>n uit het naziverle<strong>de</strong>n verpersoonlijkt en geconcretiseerd. <strong>De</strong> geschie<strong>de</strong>nis kreeg<br />

een gezicht en <strong>van</strong>af half jaren negentig kwamen er steeds meer <strong>van</strong> zulke close-ups. Het<br />

draagt bij aan nuancering <strong>van</strong> het zwartwitte beeld <strong>van</strong> ‘goed’ en ‘fout’ dat ooit door<br />

autoriteiten en getraumatiseer<strong>de</strong>n in een eer<strong>de</strong>re herinneringsfase werd neergezet. Dit<br />

inzoomen is ook in an<strong>de</strong>re Europese lan<strong>de</strong>n te zien. Zo houdt Frankrijk haar collaboreren<strong>de</strong><br />

Vichy-regering tegen het licht, bekijkt het in <strong>de</strong> oorlog neutrale Zwitserland <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> haar<br />

banken, in Ne<strong>de</strong>rland zijn politie en bureaucratie on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> discussie en Zwe<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>batteerd over haar neutraliteit. Het kwaad bleek steeds min<strong>de</strong>r een exclusief Duitse<br />

16<br />

Joachim Fest, Ik niet: Herinneringen aan een jeugd, <strong>De</strong> Bezige Bij, Amsterdam 2003. p.13.<br />

17<br />

Joachim Fest, p. 66.<br />

18<br />

Joachim Fest, p. 75.<br />

19<br />

Hans Ren<strong>de</strong>rs, Met Goethe in <strong>de</strong> loopgraaf, Vrij Ne<strong>de</strong>rland 30-06-2007.<br />

20 Joachim Fest, p. 48.<br />

7


aangelegenheid waardoor ruimte ontstond voor <strong>de</strong> Duitse slachtoffers. 21<br />

Historische documentaires<br />

<strong>In</strong> groepsherinneringen over een traumatische gebeurtenis als <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog zijn<br />

twee fasen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Direct na <strong>de</strong> gebeurtenis is er sprake <strong>van</strong> het collectief<br />

communicatieve geheugen. <strong>De</strong> herinnering aan <strong>de</strong> massale traumatische gebeurtenis wordt<br />

beheerst door <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> autoriteiten en <strong>de</strong> hierboven beschreven tijdgenoten. Door<br />

communicatie met ooggetuigen wordt het beeld en <strong>de</strong> ervaring gestructureerd. <strong>De</strong> ten<strong>de</strong>ns<br />

zoals in <strong>de</strong>ze inleiding beschreven is on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase. <strong>De</strong>ze speelt zich tussen <strong>de</strong><br />

veertig en tachtig jaar na dato af. <strong>De</strong> herinnering neemt een gestol<strong>de</strong> vorm aan en wordt<br />

daadwerkelijk geschie<strong>de</strong>nis. Tijdgenoten hebben steeds min<strong>de</strong>r invloed op hoe <strong>de</strong> herinnering<br />

wordt beleefd en <strong>de</strong>ze wordt zo opgenomen in het collectieve culturele geheugen. 22<br />

<strong>In</strong> het proefschrift Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire<br />

verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland on<strong>de</strong>rzocht historicus Chris Vos <strong>de</strong><br />

betekenis <strong>van</strong> Loe <strong>de</strong> Jongs <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op <strong>de</strong> beeldvorming over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog<br />

in Ne<strong>de</strong>rland. 23 Historische documentaires kunnen grote invloed hebben op het historisch<br />

besef <strong>van</strong> mensen en <strong>de</strong> beeldvorming over het on<strong>de</strong>rwerp dat wordt behan<strong>de</strong>ld. <strong>De</strong> publieke<br />

opinie wordt zo gevormd. <strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland was <strong>de</strong>ze 21-<strong>de</strong>lige historische documentaire begin<br />

jaren zestig een eerste poging <strong>de</strong> ervaringen uit <strong>de</strong> bezettingsjaren te structureren. <strong>De</strong> retoriek<br />

<strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> was nationalistisch en met een grote nadruk op <strong>de</strong> verzetshel<strong>de</strong>n en<br />

slachtoffers. <strong>De</strong> Jong profileer<strong>de</strong> zich als <strong>de</strong>skundige, een schoolmeester <strong>van</strong> het va<strong>de</strong>rland,<br />

en eigen<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> taak toe ‘goed’ <strong>van</strong> ‘fout’ te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. 24 Hij was zich bewust <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

invloed die hij had als presentator: ‘Ik vind het een voorrecht een zekere invloed te hebben op<br />

mensen.’ 25 <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> was een poging geschie<strong>de</strong>nis te schrijven en het volk op te voe<strong>de</strong>n en<br />

zo werd dat ook door <strong>de</strong> miljoenen Ne<strong>de</strong>rlandse kijkers begrepen.<br />

Er is een aanwijsbare samenhang tussen <strong>de</strong> media, in dit geval televisie, en het<br />

historisch besef <strong>van</strong> mensen. 26 <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> nam <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog<br />

21<br />

Patrick Dassen, p. 36-37.<br />

22<br />

Patrick Dassen, p. 34-37.<br />

23<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland. Verloren, Hilversum 1995, p. 9-13.<br />

24<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 253-254.<br />

25<br />

Henri Beun<strong>de</strong>rs, ‘Van “Dr. L. <strong>De</strong> Jong” tot “Zeg maar Loe” – <strong>de</strong> macht <strong>van</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne media’. Uit: Ma<strong>de</strong>lon<br />

<strong>de</strong> Keizer e.a., ‘Een dure verplichting en een kostelijk voorrecht’ Dr. L. <strong>De</strong> Jong en zijn Geschiedwerk. ’s-<br />

Gravenhage 1995, p. 168.<br />

26<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 11-13.<br />

8


in Ne<strong>de</strong>rland bij <strong>de</strong> hand en kreeg kritiek dat het teveel een blauwdruk was voor het or<strong>de</strong>nen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gebeurtenissen in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog. <strong>De</strong> bezettingsjaren wer<strong>de</strong>n gepresenteerd<br />

als een toneelstuk met een begin en een ein<strong>de</strong> met daartussen <strong>de</strong> door <strong>De</strong> Jong aangewezen<br />

belangrijkste gebeurtenissen met bijbehoren<strong>de</strong> hoofdrolspelers. Het goed-fout <strong>de</strong>nken dat<br />

daarbij hoor<strong>de</strong> was met name <strong>de</strong> jongere generatie te zwart-wit. 27<br />

Latere programmamakers waren er<strong>van</strong> overtuigd dat <strong>de</strong> bezettingsgeschie<strong>de</strong>nis<br />

complexer was dan <strong>De</strong> Jong in <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> voorstel<strong>de</strong>. Ze gingen op zoek naar <strong>de</strong> witte<br />

plekken die <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> achterliet. 28 Voor het <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in<br />

Ne<strong>de</strong>rland beteken<strong>de</strong> <strong>de</strong> uitzendingen <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> een omslag. <strong>De</strong> eerste uitzending, op<br />

7 mei 1960, bevond zich ‘op een breukvlak <strong>van</strong> radicale verschuiving in <strong>de</strong>nken en spreken<br />

over <strong>de</strong> oorlog’. <strong>De</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving had behoefte aan meer dan alleen her<strong>de</strong>nken<br />

zoals dat in <strong>de</strong> jaren 1950 werd gedaan. Velen von<strong>de</strong>n dat het oorlogsverle<strong>de</strong>n maar beter met<br />

rust kon wor<strong>de</strong>n gelaten. Enige uitzon<strong>de</strong>ringen waren do<strong>de</strong>nher<strong>de</strong>nking en bevrijdingsdag met<br />

televisieprogramma’s die daarbij aansloten. 29<br />

Fenomeen en casus<br />

Met <strong>De</strong> Jongs <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> maakte Ne<strong>de</strong>rland begin jaren zestig kennis met televisie als<br />

massamedium en met audiovisuele geschiedschrijving. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> kwam niet uit <strong>de</strong> lucht<br />

vallen: <strong>de</strong> historische documentaire sloot aan bij <strong>de</strong> actuele maatschappelijke discussie over<br />

<strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog en nam <strong>de</strong>ze bij <strong>de</strong> hand. Een belangrijke karaktereigenschap <strong>van</strong><br />

historische televisie is dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen aansluiten bij <strong>de</strong> actualiteit, bij <strong>de</strong> prioriteiten <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> tijdsgeest maar <strong>de</strong>ze an<strong>de</strong>rzijds ook beïnvloe<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> documentaire plaatst historische<br />

gebeurtenissen in perspectief en geeft een interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> historische werkelijkheid.<br />

Historici hebben twijfels over <strong>de</strong> geschiedkundige waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> audiovisuele<br />

geschiedschrijving. Ze vin<strong>de</strong>n het vluchtig, oppervlakkig en inhou<strong>de</strong>lijk beperkt. An<strong>de</strong>rs dan<br />

bij wetenschappelijk historische producties is audiovisuele geschiedschrijving on<strong>de</strong>rhevig aan<br />

<strong>de</strong> wetten <strong>van</strong> het medium en drama. Het moet op televisie wor<strong>de</strong>n uitgezon<strong>de</strong>n en door een<br />

groot publiek wor<strong>de</strong>n bekeken. Wanneer een regisseur daarin slaagt wordt een breed en<br />

gevarieerd publiek aangesproken. 30<br />

27<br />

Bruce Arthur Murray en Christopher J. Wickham, Framing the past: the historiography of German cinema<br />

and television. Southern Illinois University Press, Carbondale en Edwardsville 1992. P, 223-226.<br />

28<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, Historische Uitgeverij,<br />

Groningen, 1995, p. 79-84.<br />

29<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 60.<br />

30<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 263-266.<br />

9


Historische documentaires reflecteren maatschappelijke ontwikkelingen maar oefenen<br />

er ook invloed op uit. 31 Vanuit dat perspectief poogt <strong>de</strong>ze scriptie te on<strong>de</strong>rzoeken welke rol<br />

historische documentaires in <strong>de</strong> jaren zestig hebben gespeeld in <strong>de</strong> beeldvorming over <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland en Duitsland. Welke invloed hebben <strong>de</strong> documentaires op<br />

<strong>de</strong> publieke opinie, het historisch besef, <strong>de</strong> collectieve herinnering, ‘het verwerken’ en ‘het<br />

<strong>de</strong>nken’ over <strong>de</strong>ze traumatische tijd? Hoe komt <strong>de</strong> ‘moraal <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd’, <strong>de</strong> herinnering en het<br />

(schuld)bewustzijn over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, naar voren in <strong>de</strong>ze documentaires?<br />

Als voorbeeld en casus in het on<strong>de</strong>rzoek fungeert Die Besatzung- Die Nie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong><br />

1940-45, <strong>de</strong> Duitse versie <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> <strong>van</strong> Loe <strong>de</strong> Jong. Laatstgenoem<strong>de</strong> had met zijn<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> grote invloed op <strong>de</strong> beeldvorming over Ne<strong>de</strong>rland tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog. 32 Om richting te geven aan het on<strong>de</strong>rzoek en het on<strong>de</strong>rzoeksgebied in te<br />

ka<strong>de</strong>ren zal <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> hoofdvraag in dit alles lei<strong>de</strong>nd zijn: Op welke manier beïnvloe<strong>de</strong>n<br />

historische documentaires <strong>de</strong> beeldvorming over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland en<br />

Duitsland in <strong>de</strong> jaren zestig?<br />

31<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n: inleiding in <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> films en televisieprogramma’s, Boom,<br />

Amsterdam, 2004, p. 141-142.<br />

32<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 111-113.<br />

10


Hoofdstuk 1 – Historische documentaires<br />

‘<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> is het verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanranding <strong>van</strong> een onschuldig en onwetend volk, dat<br />

echter door zijn geestelijke kracht en onverzettelijkheid, on<strong>de</strong>r bezielen<strong>de</strong> leiding <strong>van</strong> zijn<br />

vorstin, het kwaad overwint en in wezen ongebroken en gezuiverd uit <strong>de</strong>ze worsteling<br />

tevoorschijn komt. <strong>De</strong> prijs is hoog, maar <strong>de</strong> gerechtigheid zegeviert.’ 33<br />

Bovenstaand citaat illustreert op een prachtige manier <strong>de</strong> toon <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> en <strong>de</strong><br />

boodschap die <strong>De</strong> Jong ermee wil<strong>de</strong> overbrengen. <strong>De</strong> bela<strong>de</strong>n termen uit <strong>de</strong> quote wer<strong>de</strong>n<br />

letterlijk in <strong>de</strong> uitzendingen gebruikt. Met <strong>de</strong>ze nationaal gunstig gestem<strong>de</strong> retoriek <strong>de</strong>ed <strong>De</strong><br />

Jong een poging zijn verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog aan een groot Ne<strong>de</strong>rlands publiek<br />

te presenteren. 34<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> had een drietal functies. <strong>De</strong> belangrijkste boodschap <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong was<br />

een opvoedkundige. Hij wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> opgroeien<strong>de</strong> generatie voorlichten. Met eenvoudige<br />

bewoordingen wil<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> ‘gewone man’ bereiken. 35 Een twee<strong>de</strong> functie was vorm en<br />

betekenis geven aan collectieve, nationale rituelen en herinneringen met betrekking tot <strong>de</strong><br />

oorlog. Vandaar het dramatische karakter: <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> slachtoffers moesten geëerd en<br />

herdacht wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> laatste functie is hier nauw mee verbon<strong>de</strong>n. <strong>In</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> kwamen<br />

individuele en collectieve herinneringen en ervaringen samen. 36<br />

<strong>De</strong> Jong was <strong>de</strong> autoriteit die herinneringen vorm gaf in <strong>de</strong> fase <strong>van</strong> collectief<br />

communicatief geheugen. Hij had <strong>de</strong> absolute regie in han<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> was <strong>De</strong> Jongs<br />

kijk op <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> bezettingstijd in Ne<strong>de</strong>rland. Het is niet zo dat er bepaal<strong>de</strong><br />

kwesties doelbewust wer<strong>de</strong>n verzwegen of verdraaid maar <strong>De</strong> Jong nam <strong>de</strong> vrijheid om<br />

accenten te leggen en <strong>de</strong> context naar eigen i<strong>de</strong>e te vormen. 37 Zijn serie was <strong>de</strong> eerste<br />

audiovisuele vorm <strong>van</strong> geschiedschrijving in Ne<strong>de</strong>rland en speel<strong>de</strong> een grote rol in <strong>de</strong><br />

acceptatie <strong>van</strong> televisie als intellectueel medium. 38 <strong>De</strong> Jong was een <strong>van</strong> <strong>de</strong> eersten die <strong>de</strong><br />

kracht <strong>van</strong> televisie op waar<strong>de</strong> wist te schatten en benutten. Hij stoor<strong>de</strong> zich aan intellectuelen<br />

33 Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, Historische Uitgeverij,<br />

Groningen 1995, p. 64.<br />

34 Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 253-254.<br />

35 Henri Beun<strong>de</strong>rs, p. 150.<br />

36 Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 76-78.<br />

37 Frank <strong>van</strong> Vree: ‘Televisie en <strong>de</strong> geschiedschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog’ in: Theoretische<br />

Geschie<strong>de</strong>nis, p.3.<br />

38 Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland., p. 254.<br />

11


die zich onverschillig opstel<strong>de</strong>n tegenover televisie. Het bood hem juist <strong>de</strong> gelegenheid <strong>de</strong><br />

conclusies <strong>van</strong> zijn on<strong>de</strong>rzoek aan een groot publiek te presenteren. 39<br />

<strong>In</strong> zijn toespraak bij <strong>de</strong> overhandiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste Querido-uitgave <strong>van</strong> <strong>de</strong> scripts<br />

<strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> in boekvorm sprak <strong>De</strong> Jong: ‘Zeker heeft <strong>de</strong> wetenschap geleer<strong>de</strong>n nodig<br />

die in <strong>de</strong> afgeslotenheid <strong>van</strong> hun ivoren toren hun on<strong>de</strong>rzoek verrichten, maar onze cultuur<br />

lijdt scha<strong>de</strong> wanneer niet uit <strong>de</strong> kringen <strong>van</strong> wetenschap en kunst door an<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> brug<br />

geslagen wordt naar hen, voor wie (…) musea, theaters en concertzalen eenvoudig nog niet<br />

bestaan. Hier ligt voor televisie… een formidabele taak.’ 40<br />

1.1 <strong>De</strong>finitie<br />

Aan <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> als eerste audiovisuele geschiedschrijving in Ne<strong>de</strong>rland gaat een<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> historische documentaires als ‘waarheidsbrengers’ vooraf. <strong>De</strong> eerste<br />

serieuze historische documentaires in Ne<strong>de</strong>rland waren <strong>de</strong> films <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Nationaalsocialistische Beweging (NSB). <strong>De</strong>ze propagandafilms gebruikten <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandse<br />

geschie<strong>de</strong>nis, die <strong>de</strong> makers op hun eigen manier interpreteer<strong>de</strong>n, om <strong>de</strong> nazi-i<strong>de</strong>ologie te<br />

legitimeren. Toen in 1951 <strong>de</strong> televisie zijn intre<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed, was <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse cinema vrijwel<br />

uitsluitend documentair gericht. Veel televisiemakers waren afkomstig uit <strong>de</strong> radiowereld en<br />

dat had zijn weerslag op <strong>de</strong> eerste televisie-uitzendingen: ze wer<strong>de</strong>n meer beïnvloed door<br />

radio dan door film. Dat leid<strong>de</strong> vervolgens tot een meer journalistieke dan een<br />

cinematografische televisiecultuur. 41<br />

Film werd <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> haar bestaan al gebruikt om <strong>de</strong> ‘werkelijkheid’ vast te<br />

leggen. <strong>De</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Lumière maakten eind negentien<strong>de</strong> eeuw een film over arbei<strong>de</strong>rs die<br />

hun va<strong>de</strong>rs fabriek in fotoartikelen verlieten. <strong>In</strong> <strong>de</strong>ze experimentele fase <strong>van</strong> <strong>de</strong> film had<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> broers nog geen verhalen<strong>de</strong> intenties. Ze wil<strong>de</strong>n gewoonweg registreren wat er gebeur<strong>de</strong>.<br />

<strong>De</strong> registraties <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ‘va<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> film’ zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eerste documentaires genoemd<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> eerste die het genre een eigen i<strong>de</strong>ntiteit verschaftte was echter <strong>de</strong> Schotse<br />

filmmaker John Grierson. Hij raakte in <strong>de</strong> jaren 1920 on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk <strong>van</strong> het werk <strong>van</strong><br />

collega filmmaker Robert J. Flaherty. 42 Over Flaherty’s Moana (1926), waarin <strong>de</strong> filmmaker<br />

het dagelijkse leven <strong>van</strong> eilandbewoners op Samoa vastleg<strong>de</strong>, zei hij dat <strong>de</strong>ze realistische<br />

39<br />

Henri Beun<strong>de</strong>rs, p. 146.<br />

40<br />

<strong>De</strong> Jong hield op 15 april 1966 een toespraak ter ere <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgave <strong>van</strong> zijn <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> in boekvorm,<br />

uitgegeven door Querido. Na <strong>de</strong> toespraak overhandig<strong>de</strong> hij een eerste exemplaar hier<strong>van</strong> aan dhr. Rengelink,<br />

programmacommissaris <strong>van</strong> <strong>de</strong> NTS. Bron: Ne<strong>de</strong>rlands <strong>In</strong>stituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).<br />

41<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 23.<br />

42<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p.17-18.<br />

12


‘documentaire waar<strong>de</strong>’ had. Film was volgens Grierson, net als geschreven documenten, in<br />

staat om ‘on<strong>de</strong>rwijzend’ en ‘bewijzend’ te zijn. 43 Waren <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Lumière <strong>de</strong> ‘va<strong>de</strong>rs<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> film’, Grierson bombar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Flaherty tot <strong>de</strong> ‘va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire’.<br />

Wat bedoel<strong>de</strong> Grierson met <strong>de</strong> realistische documentaire waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> film? Volgens<br />

Grierson was een documentaire een interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid, sterk bepaald door <strong>de</strong><br />

creatieve omgang <strong>van</strong> een filmmaker met die werkelijkheid. Een realistische documentaire<br />

moest volgens Grierson aan een aantal voorwaar<strong>de</strong>n voldoen: het moet een politiek en/of<br />

sociaal doel dienen, en gericht zijn op <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het algemene welzijn. <strong>De</strong>ze<br />

voorwaar<strong>de</strong>n maakten <strong>de</strong> documentaire tot een uitermate geschikt medium voor on<strong>de</strong>rwijs,<br />

voorlichting en propaganda. 44 Hier ontvouwt zich meteen een probleem in <strong>de</strong> <strong>de</strong>finiëring <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> documentaire. Het genrelabel kan op een grote verschei<strong>de</strong>nheid aan films wor<strong>de</strong>n geplakt.<br />

<strong>In</strong> sommige gevallen is het een keurmerk voor realistische beschouwingen, of voorlichtend en<br />

educatief. <strong>In</strong> an<strong>de</strong>re gevallen leent het zich voor pure propagandadoelein<strong>de</strong>n. 45 <strong>De</strong> waarheid<br />

die een documentaire voorspiegelt is wat Grierson een ‘creatieve waarheid’ noemt. Daarmee<br />

on<strong>de</strong>rscheidt <strong>de</strong> documentaire zich <strong>van</strong> fictief filmmateriaal. Het geeft een creatieve kijk op<br />

<strong>de</strong> actualiteit en/of <strong>de</strong> werkelijkheid. Op een filosofische manier is het daarom authentieker en<br />

realistischer dan fictief filmmateriaal. 46 Griersons <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ‘filosofische echtheid’<br />

behelst tegelijkertijd een waar<strong>de</strong>volle waarschuwing: documentairemakers zijn vrij om hun<br />

materiaal zo te bewerken dat het hun persoonlijke visie on<strong>de</strong>rbouwt. 47<br />

Er zijn veel verschillen<strong>de</strong> filmproducties die zich laten classificeren in het genre<br />

‘documentaire’: dat gaat <strong>van</strong> educatieve Britse documentaires uit <strong>de</strong> jaren 1930 en <strong>de</strong> cinéma<br />

vérité uit <strong>de</strong> jaren zestig, tot aan propaganda, journalistiek en zelfs drama. Het on<strong>de</strong>rscheid<br />

wordt niet gemaakt op basis <strong>van</strong> inhou<strong>de</strong>lijke verschillen maar op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkenning<br />

<strong>van</strong> het publiek. <strong>De</strong> kijkers verwachten <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire dat <strong>de</strong> content gebaseerd is op <strong>de</strong><br />

werkelijkheid, zij moet ‘waar’ zijn. Documentairemakers op hun beurt spelen hier op in door<br />

alle mechanismen die wijzen op een (re)constructie <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid zoveel mogelijk<br />

verborgen te hou<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> enscenering <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid mag niet door het publiek als<br />

zodanig wor<strong>de</strong>n herkend. Dat een geïnterview<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> opnames hetzelf<strong>de</strong> verhaal keer op<br />

43 Marnie Hughes-Warrington, History goes to the movies: studying history on film, Routledge, London 2007, p.<br />

122-124.<br />

44 Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p.17-23.<br />

45 William Hughes, ‘The Evaluation of Film as Evi<strong>de</strong>nce’ in: Paul Smith, The Historian and Film, Cambridge<br />

University Press 1976, p. 56.<br />

46 Marnie Hughes-Warrington, History goes to the movies: studying history on film, Routledge, London 2007, p.<br />

122-124.<br />

47 William Hughes, p. 57.<br />

13


keer opnieuw moet vertellen, of, in het geval <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>, een door <strong>De</strong> Jong geschreven<br />

tekst moet oplezen blijft, bijvoorbeeld, een geheim voor het publiek. 48 ‘<strong>De</strong> getuigen <strong>van</strong> toen,<br />

beklommen het spreekgestoelte,’ verklaar<strong>de</strong> <strong>De</strong> Jong later. 49 <strong>In</strong> dit licht kan <strong>de</strong> documentaire<br />

gezien wor<strong>de</strong>n als ‘reality fiction’: beel<strong>de</strong>n manipuleren <strong>de</strong> werkelijkheid. 50<br />

Er is geen eenduidige <strong>de</strong>finitie voor het genre documentaire. Het vond zijn origine in<br />

het registreren <strong>van</strong> <strong>de</strong> actualiteit aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. On<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong><br />

een verhalen<strong>de</strong> structuur, specifieke conventies en invloe<strong>de</strong>n <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> filmwereld<br />

ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong> documentaire zich als registrator <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid tot <strong>de</strong> documentaire<br />

zoals Grierson die typeer<strong>de</strong>. 51 Dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>finieert <strong>de</strong> documentaire zoals Chris Vos dat<br />

doet in zijn proefschrift. Het on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire moet waargebeurd zijn en niet<br />

door acteurs wor<strong>de</strong>n verteld. <strong>De</strong> documentaire moet een zelfstandig programma zijn,<br />

eventueel als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> een serie uitgezon<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> documentaire moet geprogrammeerd<br />

zijn voor een algemeen publiek. Het is een programma dat tracht een samenhangen<strong>de</strong><br />

reconstructie en/of interpretatie <strong>van</strong> gebeurtenissen en ontwikkelingen uit <strong>de</strong> sociale,<br />

economische, cultureel-mentale en/of politieke geschie<strong>de</strong>nis te geven. Het maakt hierbij<br />

voornamelijk gebruik <strong>van</strong> niet-fictionele mid<strong>de</strong>len. 52<br />

1.2 Authenticiteitbena<strong>de</strong>ring<br />

Na verloop <strong>van</strong> tijd heeft <strong>de</strong> documentaire een naam <strong>van</strong> authenticiteit hoog te hou<strong>de</strong>n. Hoe<br />

betrouwbaar is <strong>de</strong> weergave die een documentaire <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid geeft? <strong>De</strong> beel<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> documentaire zijn te lezen als een geschreven tekst. Die tekst, betoog<strong>de</strong> taalfilosoof en<br />

literatuurcriticus Roland Barthes, ‘has been worked on, chosen, composed, constructed,<br />

treated according to professional aesthetic or i<strong>de</strong>ological norms.’ 53 Semiotiek – ofwel <strong>de</strong><br />

betekenis <strong>van</strong> beel<strong>de</strong>n, tekens en symbolen – vraagt om een ‘rethinking of the empiricist<br />

notion of “what you see is what you get.”’Alle teksten, zijn zo te begrijpen als ‘teksten in een<br />

bepaal<strong>de</strong> context’. 54 Het verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire, ook te beschouwen als een tekst, kan<br />

dan ook niet los wor<strong>de</strong>n gezien <strong>van</strong> zijn maatschappelijke context. Het is een product dat<br />

48<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 86-87.<br />

49<br />

Chris Vos, ‘Een onverschillige geschie<strong>de</strong>nis?’ <strong>In</strong>: Jaarboek Mediageschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>el 7 Stichting<br />

Mediageschie<strong>de</strong>nis, Stichting beheer IISG Amsterdam 1995, p. 236.<br />

50<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p 86-87.<br />

51<br />

Marnie Hughes-Warrington, p. 125-132.<br />

52<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 31.<br />

53<br />

Donald Matheson, ‘Making Sense of Images: the Visual Meanings of Reality Television’, in: Media<br />

Discourses, Mai<strong>de</strong>nhead, New York 2005, p. 103-104.<br />

54<br />

Barbie Zelizer, Taking journalism seriously. News and the aca<strong>de</strong>my, Sage Publications, Thousand Oaks 2004,<br />

p. 117-118.<br />

14


maatschappelijk gebon<strong>de</strong>n normen en waar<strong>de</strong>n reflecteert en verwerkt. <strong>De</strong> documentaire<br />

fungeert zo als een vervormen<strong>de</strong> spiegel <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving. 55<br />

Om het verhaal te vertellen maakt een documentairemaker gebruik <strong>van</strong> visuele<br />

narratieve technieken. Er wordt een vorm en stijl gekozen binnen <strong>de</strong> sociale regels <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

maker en het publiek. 56 Het productieproces <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire resulteert in een<br />

geselecteer<strong>de</strong>, bewerkte en gepolijste versie <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid. 57 <strong>De</strong> regisseur maakt<br />

keuzes en belicht <strong>de</strong> feiten die hij het belangrijkst acht voor zijn verhaal. Met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> feiten<br />

kunnen verschillen<strong>de</strong> verhalen wor<strong>de</strong>n verteld. 58 <strong>De</strong> historische documentaire is nooit een<br />

directe weerspiegeling <strong>van</strong> het verle<strong>de</strong>n, het is een narratieve reconstructie. <strong>In</strong>herent daaraan<br />

is dat er bepaal<strong>de</strong> aannames <strong>van</strong> <strong>de</strong> maker in zitten. <strong>De</strong> waarheid wordt dus niet gereflecteerd<br />

maar gecreëerd. <strong>De</strong> documentaire wordt ook wel een ‘raam naar het verle<strong>de</strong>n’ genoemd, maar<br />

bij die betiteling is voorzichtigheid gebo<strong>de</strong>n. Het publiek krijgt niet <strong>de</strong> historische gebeurtenis<br />

zelf te zien, ook niet wanneer er authentieke beel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gebruikt. Wat <strong>de</strong> documentaire<br />

laat zien zijn geselecteer<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n die zorgvuldig gearrangeerd zijn om het verhaal <strong>van</strong> een<br />

historische gebeurtenis te vertellen. 59<br />

Om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire als bron voor <strong>de</strong> realiteit te legitimeren is een<br />

herformulering <strong>van</strong> <strong>de</strong> authenticiteitwaar<strong>de</strong> nodig. Een documentaire geeft zel<strong>de</strong>n har<strong>de</strong> feiten<br />

maar altijd <strong>de</strong> sfeer en mentaliteit <strong>van</strong> een bepaal<strong>de</strong> tijd weer. 60 Het illustreert het karakter <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> samenleving waarin <strong>de</strong> documentaire werd geproduceerd. Historicus Arthur Marwick<br />

noemt <strong>de</strong> documentaire een ‘unwitting testimony’, onopzettelijk bewijsmateriaal waaraan<br />

informatie kan wor<strong>de</strong>n onttrokken over <strong>de</strong> mentale en sociale wereld <strong>van</strong> <strong>de</strong> makers en het<br />

publiek. Hierbij komt <strong>de</strong> paradox <strong>van</strong> documentaires aan het licht. <strong>De</strong> bedoeling <strong>van</strong> veel<br />

documentairemakers is om <strong>de</strong> authentieke werkelijkheid te laten zien. Hun documentaires zijn<br />

echter ook representaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid, gevormd door <strong>de</strong> conventies <strong>van</strong> het genre en<br />

<strong>de</strong> taal, die juist hun intenties en motieven, en <strong>de</strong> sfeer en <strong>de</strong> karakteristieken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

samenleving en <strong>de</strong> tijdsgeest waarin zij leef<strong>de</strong>n onthullen. 61<br />

<strong>De</strong> documentaire geeft een geschetste illusie die het zicht ontneemt op bewerkingen<br />

<strong>van</strong> beeld en geluid. Hier ontstaan ontologische spanningen: wat <strong>de</strong> camera registreert is niet<br />

55<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 115.<br />

56<br />

Michael Schudson, ‘The politics of narrative form’ in: i<strong>de</strong>m, The power of news, Harvard University Press,<br />

Harvard 1995, p. 55-56.<br />

57<br />

Donald Matheson, p. 103.<br />

58<br />

Michael Schudson, p.54.<br />

59<br />

Robert A. Rosenstone, Visions of the Past. The Challenge of Film to our I<strong>de</strong>a of History, Harvard University<br />

Press, Cambridge etc. 1995, p. 32-34.<br />

60<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 139-140.<br />

61<br />

Paul Smith, The Historian and Film, Cambridge University Press 1976, p. 7-8.<br />

15


per se representatief voor <strong>de</strong> werkelijkheid. Het toont slechts <strong>de</strong> buitenkant. Hetgeen zich<br />

buiten het blikveld <strong>van</strong> <strong>de</strong> camera afspeelt blijft namelijk verborgen. Een an<strong>de</strong>r probleem met<br />

authenticiteit is dat <strong>de</strong> grens tussen fictie en non-fictie dun is. Een goed voorbeeld daar<strong>van</strong> is<br />

<strong>de</strong> bevrijding <strong>van</strong> Auschwitz door het Russische Ro<strong>de</strong> Leger. Na <strong>de</strong> daadwerkelijke<br />

bevrijding moest het historische moment nog wor<strong>de</strong>n vastgelegd. <strong>De</strong> camera’s wer<strong>de</strong>n<br />

gepositioneerd en <strong>de</strong> getraumatiseer<strong>de</strong> kampbewoners werd gevraagd te poseren. Dit<br />

gebeur<strong>de</strong> niet uit kwa<strong>de</strong> wil zo, maar puur om technische re<strong>de</strong>nen. <strong>De</strong> beel<strong>de</strong>n die het publiek<br />

getuige laten zijn <strong>van</strong> een historisch moment als <strong>de</strong> bevrijding <strong>van</strong> Auschwitz zijn door <strong>de</strong><br />

mise-en-scène min<strong>de</strong>r authentiek dan doet vermoe<strong>de</strong>n. 62<br />

Samenhangend met <strong>de</strong> enscenering <strong>van</strong> historische gebeurtenissen is <strong>de</strong> documentaire<br />

on<strong>de</strong>rhevig aan <strong>de</strong> wetten <strong>van</strong> film en televisie. 63 Hoewel er <strong>van</strong> historische documentaires<br />

een bepaal<strong>de</strong> authenticiteit wordt verwacht, wor<strong>de</strong>n visuele narratieve technieken zoals<br />

personalisering en dramatisering gebruikt. En wanneer er geen authentieke beel<strong>de</strong>n voor<br />

han<strong>de</strong>n zijn – elke secon<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire dient immers te wor<strong>de</strong>n begeleid door beeld<br />

– wor<strong>de</strong>n fictieve elementen aan het verhaal toegevoegd. Drama, oppositie, hel<strong>de</strong>nrollen, het<br />

levert interessante televisie op voor <strong>de</strong> kijker. Documentaires zijn ‘succesvoller’ als ze meer<br />

op het hart dan op het brein zijn gericht. Althans, als dat succes wordt afgemeten aan kijk- en<br />

verkoopcijfers. Een hommage aan heldhaftigheid maakt een beter bekeken<br />

televisieprogramma dan ein<strong>de</strong>loze nuanceringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> historische werkelijkheid. 64<br />

Een an<strong>de</strong>re eis <strong>van</strong> het medium is dat elke secon<strong>de</strong> televisie begeleid moet wor<strong>de</strong>n<br />

door beel<strong>de</strong>n. Niet <strong>van</strong> elke historische gebeurtenis zijn echter beel<strong>de</strong>n beschikbaar. <strong>De</strong><br />

audiovisuele geschiedschrijver kan er in dat geval voor kiezen archiefbeel<strong>de</strong>n te gebruiken die<br />

misschien niet accuraat zijn maar waarmee door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> montage wel het verhaal kan<br />

wor<strong>de</strong>n verteld. <strong>De</strong>ze manipulatie <strong>van</strong> archiefmateriaal heeft een veran<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> context en<br />

betekenis <strong>van</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n tot gevolg, maar wordt door filmmakers als noodzakelijk gezien<br />

voor het reconstrueren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebeurtenis tot een televisiewerkelijkheid. 65 Een an<strong>de</strong>r gevolg<br />

is dat bepaal<strong>de</strong>, wellicht essentiële on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis achterwege wor<strong>de</strong>n<br />

gelaten. Zo wordt in documentaires over het <strong>De</strong>r<strong>de</strong> Rijk zel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verhouding tussen kerk en<br />

62 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 134-138.<br />

63 Robert A. Rosenstone, p. 35.<br />

64 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 87-88.<br />

65 Chris Vos, ‘Een onverschillige geschie<strong>de</strong>nis?’, p. 250.<br />

16


staat behan<strong>de</strong>ld. Er zijn simpelweg geen beel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> nazi’s met kerklei<strong>de</strong>rs beschikbaar en<br />

dus wordt een belangrijk aspect uit <strong>de</strong> nazigeschie<strong>de</strong>nis niet in <strong>de</strong> documentaire opgenomen. 66<br />

1.3 Het documentaire verhaal<br />

‘Talloos zijn <strong>de</strong> verhalen in <strong>de</strong> wereld,’ zei Barthes. 67 <strong>De</strong> historische documentaire vertelt een<br />

complexe geschie<strong>de</strong>nis in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een overzichtelijk verhaal dat volgens een logisch en<br />

causaal verloop <strong>van</strong> een dui<strong>de</strong>lijk gemarkeerd begin naar een al even dui<strong>de</strong>lijk ein<strong>de</strong><br />

toewerkt. 68 Zo wist <strong>De</strong> Jong met <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> <strong>de</strong> gecompliceer<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in een verhaal samen te vatten en aan een groot publiek voor te<br />

schotelen. <strong>De</strong> keuzes die hij daarvoor maakte hebben <strong>de</strong> authenticiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebeurtenis op<br />

een bepaal<strong>de</strong> manier geïnterpreteerd en overzichtelijk gemaakt. <strong>De</strong> geschie<strong>de</strong>nis in<br />

verhaalvorm was hierdoor beter te bevatten voor zijn publiek en verover<strong>de</strong> een dominante<br />

plek in hun herinnering aan <strong>de</strong> oorlog. 69<br />

<strong>De</strong> verschillen<strong>de</strong> vertelvormen <strong>van</strong> televisiedocumentaires zoals we die nu kennen<br />

vin<strong>de</strong>n hun oorsprong in <strong>de</strong> jaren zestig. <strong>De</strong> reportage is sterk on<strong>de</strong>rwerpgedreven en komt<br />

voort uit het journalistieke verslag zoals dat in het bioscoopjournaal was ontwikkeld. <strong>De</strong><br />

reconstructie richt zich op herbeleving met behulp <strong>van</strong> getuigen, <strong>de</strong>skundigen, locaties en<br />

archiefmateriaal. Eind jaren zestig en begin jaren 1970 ontstond <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘vlieg op <strong>de</strong><br />

muur’ die het publiek <strong>de</strong> suggestie geeft <strong>de</strong> werkelijkheid te betrappen. <strong>De</strong> camera is hier <strong>de</strong><br />

spioneren<strong>de</strong> vlieg die onzichtbaar <strong>de</strong> werkelijkheid registreert en zo het publiek me<strong>de</strong>getuige<br />

laat zijn. <strong>De</strong>ze vertelvorm kwam tot ontwikkeling met <strong>de</strong> komst <strong>van</strong> draagbare<br />

geluidscamera’s die ook zon<strong>de</strong>r kunstlicht, zowel binnen als buiten, kon<strong>de</strong>n bewegen en<br />

filmen. <strong>De</strong> queeste is een vertelvorm die geadopteerd is uit <strong>de</strong> literatuur. <strong>De</strong> documentaire laat<br />

in dit geval een zoektocht zien naar het verle<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> maker als zoeken<strong>de</strong> hoofdpersoon<br />

fungeert. <strong>In</strong> tegenstelling tot <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> vertelvormen, wordt <strong>de</strong> queeste<br />

gestructureerd door <strong>de</strong> auteur. Het heeft daardoor het karakter <strong>van</strong> een egodocument. Tot slot<br />

ontstond <strong>de</strong> documentaire als essay, een thematische verkenning <strong>van</strong>uit een bepaal<strong>de</strong><br />

invalshoek. 70 <strong>De</strong>ze vijf vertelvormen wer<strong>de</strong>n sterk beïnvloed door <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve doorbraak<br />

<strong>van</strong> televisie als massamedium in <strong>de</strong> jaren zestig-1965. <strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland steeg het aantal<br />

66<br />

Jerry Kuehl, ‘History on the Public Screen II’, in: Paul Smith, The Historian and Film, Cambridge University<br />

Press 1976, p.179.<br />

67<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 76.<br />

68<br />

Robert A. Rosenstone, p. 32.<br />

69<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 111-113.<br />

70 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 88-89.<br />

17


toestellen <strong>van</strong> 25 procent tot 68 procent <strong>van</strong> het aantal huishou<strong>de</strong>ns en ook het aantal<br />

zenduren verdubbel<strong>de</strong>, nog voordat in 1964 het twee<strong>de</strong> net in gebruik werd genomen. 71 Het<br />

medium bood ruimte voor verdieping en toelichting <strong>van</strong> actuele en historische thema’s en <strong>de</strong><br />

mogelijkheid dit met een groot publiek te <strong>de</strong>len. Naast televisie wer<strong>de</strong>n documentaires in <strong>de</strong><br />

jaren zestig ook beïnvloed door direct cinema, een Amerikaanse richting binnen <strong>de</strong><br />

documentaire, en het Franse cinéma vérité. <strong>In</strong> bei<strong>de</strong> stromingen werd uitgegaan <strong>van</strong> het<br />

principe dat <strong>de</strong> realiteit zich voor <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> het publiek moest ontvouwen. 72 <strong>De</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire laat een ontwikkeling zien waarin het genre steeds vormen<br />

aanneemt die afhankelijk zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> technologische en intellectuele mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

tijd. Het is een zoektocht naar <strong>de</strong> best mogelijke vorm om op een creatieve manier <strong>de</strong><br />

werkelijkheid te weerspiegelen, totdat <strong>de</strong>ze wordt ontmanteld door een betere vorm en <strong>de</strong><br />

ontwikkeling <strong>van</strong> documentaires zich weer voortzet. 73<br />

Het verhaal structureert <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len waaruit <strong>de</strong> content <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

documentaire bestaat. Door <strong>de</strong>ze structurering wor<strong>de</strong>n ook niet expliciet zichtbare<br />

betekenissen blootgelegd. <strong>De</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire is <strong>van</strong> even groot belang als <strong>de</strong><br />

daadwerkelijke inhoud: hoe <strong>de</strong> tekst is gestructureerd, wordt gepresenteerd aan het publiek en<br />

hoe het geheel past in een groter discours. Naast een representatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid zijn<br />

documentaires zo ook te begrijpen als ‘social maps of reality’. 74 Een regisseur construeert <strong>de</strong><br />

werkelijkheid die hij verbeeldt immers <strong>van</strong>uit zijn eigen sociale achtergrond en zijn perceptie<br />

<strong>van</strong>, en relatie tot het publiek. Elke keuze die hij maakt in het proces <strong>van</strong> representeren <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

werkelijkheid, bewust of onbewust, reflecteert daarom een grotere i<strong>de</strong>ologische positionering<br />

en een groter thematisch discours. 75 Mensen maken on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit <strong>van</strong> een sociaal systeem.<br />

Een documentaire wordt dan ook gemaakt volgens bepaal<strong>de</strong> ‘sociale regels’ die gel<strong>de</strong>n in dat<br />

systeem waartoe zowel <strong>de</strong> documentairemaker als zijn publiek behoren. 76 Documentaires<br />

bevatten veel informatie over <strong>de</strong> relatie tussen regisseur en zijn publiek omdat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

productie <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire rekening is gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> sociale regels. 77<br />

Het is niet zo dat <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire pas aan het ein<strong>de</strong> wordt ontvouwd.<br />

<strong>De</strong> documentaire vormt een samenhangend geheel waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> elementen hun betekenis<br />

71<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, ‘Televisie en <strong>de</strong> geschiedschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog’, p.10.<br />

72<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 88-89.<br />

73<br />

Marnie Hughes-Warrington, p. 125-132.<br />

74<br />

Michael Schudson, p.54.<br />

75<br />

Barbie Zelizer, p. 124.<br />

76<br />

Pierre Bourdieu, ‘Le nouveau capital’, in: Raisons Pratiques: sur la Théorie <strong>de</strong> l’Action, Paris 1994, p. 35-58.<br />

77 Barbie Zelizer, p. 124.<br />

18


ontlenen in relatie tot elkaar. 78 ‘<strong>De</strong> betekenis,’ zegt Barthes, ‘ligt niet aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> het<br />

verhaal, maar loopt er dwars doorheen.’ Het verhaal bevat dan ook veel meer dan slechts <strong>de</strong><br />

getoon<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> associaties die het bij het publiek oproept, <strong>de</strong> herinneringen, het gevoel.<br />

<strong>De</strong> vertelling <strong>van</strong> historische documentaires schrijft zo geschie<strong>de</strong>nis door een beeld te vormen<br />

in <strong>de</strong> gedachten <strong>van</strong> het publiek.<br />

1.4 Audiovisuele geschiedschrijving<br />

<strong>De</strong> programmamakers <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> wisten <strong>de</strong> potenties <strong>van</strong> <strong>de</strong> audiovisuele<br />

geschiedschrijving, televisie als massamedium en <strong>de</strong> tijdsgeest optimaal te benutten. <strong>De</strong><br />

werkelijkheidsillusie <strong>van</strong> het nieuwe medium, het karaktervolle optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong en <strong>de</strong><br />

synergie <strong>van</strong> muziek, beeld en tekst maakten in het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> serie een verpletteren<strong>de</strong><br />

indruk op het publiek. ‘Zo’n direct en massaal gevolg zou het lezen <strong>van</strong> een boek nooit<br />

kunnen hebben,’ beweert historicus Frank <strong>van</strong> Vree in Televisie en <strong>de</strong> geschiedschrijving <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog. 79<br />

Sir Arthur Elton, pionier op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire film, betoog<strong>de</strong> in 1955:<br />

‘Of the scolars, nothing is to be expected, I am afraid’. 80 Historici in <strong>de</strong> jaren zestig waren<br />

terughou<strong>de</strong>nd ten opzichte <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> film in hun vakgebied en namen een<br />

conservatieve houding aan ten opzichte <strong>van</strong> het fenomeen dat ze vooral beschouw<strong>de</strong>n als<br />

populair vermaak. Er zijn verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen te noemen voor <strong>de</strong>ze houding. Er was veel<br />

en, in hun ogen, genoeg geschreven on<strong>de</strong>rzoeksmateriaal voor han<strong>de</strong>n. Bovendien was het<br />

relatief moeilijk om on<strong>de</strong>rzoek te doen in <strong>de</strong>ze nieuwe discipline. Het betrekken <strong>van</strong><br />

beeldmateriaal in historisch on<strong>de</strong>rzoek of het schrijven <strong>van</strong> audiovisuele geschie<strong>de</strong>nis vereiste<br />

nieuwe technieken <strong>van</strong> analyse en presentatie. Bovendien werd werken met film gezien als<br />

tijdrovend en waren geld, filmmateriaal en faciliteiten om het filmmateriaal te gebruiken<br />

beperkt beschikbaar. 81<br />

Het maken <strong>van</strong> een non-fictie film over een historisch on<strong>de</strong>rwerp is evengoed<br />

geschiedschrijving als <strong>de</strong> geschreven variant. Net als elke an<strong>de</strong>re vorm <strong>van</strong> geschiedschrijving<br />

heeft het problemen met compositie en presentatie en moet het een publiek in acht nemen. 82<br />

Het medium televisie is i<strong>de</strong>aal voor het vertellen <strong>van</strong> verhalen en anekdotes, het creëren <strong>van</strong><br />

78<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 98.<br />

79<br />

Frank <strong>van</strong> Vree: ‘Televisie en <strong>de</strong> geschiedschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog’ in: Theoretische<br />

Geschie<strong>de</strong>nis, p.12.<br />

80<br />

Paul Smith, p. 1.<br />

81<br />

Paul Smith, p. 5.<br />

82<br />

Donald Watt, ‘History on the public screen 1’ in: Paul Smith, The Historian and Film, Cambridge University<br />

Press 1976, p. 170<br />

19


stemming en sfeer en het geven <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> indrukken. Beter dan geschreven historie<br />

kan het een publiek het verle<strong>de</strong>n laten beleven. 83 <strong>De</strong> Cana<strong>de</strong>se mediawetenschapper en<br />

filosoof Marshall McLuhan sprak al <strong>van</strong> een afname <strong>van</strong> het geschreven en gedrukte woord<br />

omdat het publiek wil ervaren, zien, horen en voelen. Televisie kan in die behoefte voorzien. 84<br />

Toch zijn er beperkingen <strong>van</strong> audiovisuele geschiedschrijving ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschreven<br />

tegenhanger. Beperkte ‘leesmogelijkhe<strong>de</strong>n’ vormen bijvoorbeeld een belemmering bij<br />

historische documentaires. <strong>In</strong> tegenstelling tot boeken, waar je als lezer zelf bepaalt of je<br />

sneller leest, stukken overslaat, terugbla<strong>de</strong>rt, heeft <strong>de</strong> documentaire een dwingend en vast<br />

kijktempo waardoor het publiek beperkte invloed heeft op <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> informatie<br />

wordt opgenomen. 85 Er is geen re-call: mogelijkheid tot terugbla<strong>de</strong>ren, geen uitleg in<br />

voetnoten en geen ruimte voor reflectie. 86<br />

Voor elke secon<strong>de</strong> <strong>van</strong> een documentaire die wordt uitgezon<strong>de</strong>n zijn bovendien<br />

beel<strong>de</strong>n nodig. Het resultaat is dat archiefbeel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gebruikt om het<br />

achtergrondcommentaar te illustreren. Die beel<strong>de</strong>n vergroten niet altijd <strong>de</strong> historische<br />

accuratesse <strong>van</strong> <strong>de</strong> documentaire. Met <strong>de</strong> juiste montage is elk verhaal te vertellen, zelfs met<br />

beel<strong>de</strong>n die niets of weinig met het verhaal te maken hebben. <strong>De</strong> beel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gebruikt als<br />

‘opvulling’ en daarvoor uit hun oorspronkelijke context gehaald. Datering en situering lopen<br />

niet <strong>van</strong>zelfsprekend gelijk met <strong>de</strong> tekst die <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n begeleidt. 87<br />

Niet alle on<strong>de</strong>rwerpen lenen zich voor audiovisuele geschiedschrijving. Abstractere<br />

on<strong>de</strong>rwerpen, zoals economische geschie<strong>de</strong>nis, komen daardoor min<strong>de</strong>r vaak aan bod. Ze<br />

wor<strong>de</strong>n min<strong>de</strong>r snel verfilmd omdat het moeilijk te verbeel<strong>de</strong>n en daardoor min<strong>de</strong>r<br />

aantrekkelijk is. 88 Audiovisuele geschiedschrijving is, vaak tot frustratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> historicus die<br />

<strong>de</strong> filmmaker in kwestie <strong>van</strong> advies voorziet, on<strong>de</strong>rhevig aan <strong>de</strong> regels <strong>van</strong> televisie en moet<br />

rekening hou<strong>de</strong>n met het publiek dat het bedient. 89<br />

Het publiek waar <strong>de</strong> historische documentaire zich op richt is een massapubliek dat in<br />

geen verhouding staat tot het aca<strong>de</strong>mische publiek <strong>van</strong> geschreven geschiedschrijving. Het<br />

ge<strong>de</strong>elte dat <strong>de</strong> documentaire beroepsmatig bekijkt is te verwaarlozen. Voor <strong>de</strong> meeste kijkers<br />

is vermaak en ontspanning en, in een enkel geval, informeren het doel. Ver<strong>de</strong>r is het publiek<br />

erg divers in leeftijd, maar ook wat betreft opleiding. <strong>De</strong> filmmaker kan daarom geen<br />

83 Jerry Kuehl, p.178.<br />

84 Donald Matheson, p. 103.<br />

85 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 165.<br />

86 Donald Watt, p. 171-174.<br />

87 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 165.<br />

88 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 164.<br />

89 Donald Watt, p. 170.<br />

20


specifieke kennis verwachten <strong>van</strong> het publiek. Het is net zo gevaarlijk het publiek te<br />

overschatten, als te on<strong>de</strong>rschatten. Een documentaire mag niet té intellectueel wor<strong>de</strong>n want<br />

dan wordt er gezapt. Audiovisuele geschiedschrijving voor een groot publiek is populaire<br />

geschiedschrijving, daarin on<strong>de</strong>rscheidt het zich <strong>van</strong> veel geschreven geschiedwerken. 90<br />

<strong>In</strong> het geval <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> was <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> ‘schoolmeester’. Dat is een goe<strong>de</strong><br />

manier <strong>van</strong> kennisoverdracht voor een presentator maar heeft als na<strong>de</strong>el dat het document een<br />

sterk subjectief karakter krijgt. <strong>De</strong> Jong gaf een erg persoonlijke visie op <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bezettingstijd. 91 <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> was zeer didactisch <strong>van</strong> aard en moralistisch in toon. <strong>De</strong> Jong<br />

trad steeds op <strong>de</strong> voorgrond en had <strong>de</strong> absolute macht in han<strong>de</strong>n. Niemand <strong>van</strong> <strong>de</strong> opgevoer<strong>de</strong><br />

getuigen en <strong>de</strong>skundigen praatten tenzij hij dat toeliet. Er heerste zo een fundamentele<br />

ongelijkheid tussen verteller <strong>De</strong> Jong en zijn 169 getuigen. Zij vertegenwoordig<strong>de</strong>n zel<strong>de</strong>n<br />

hun eigen mening. Er was geen sprake <strong>van</strong> een interview, eer<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het afleggen <strong>van</strong> een<br />

verklaring die het betoog <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong moest illustreren of met argumenten moest staven. 92<br />

Vanwege <strong>de</strong> sterk gefragmenteer<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n hebben documentaires vaak commentaar<br />

nodig om <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n te dui<strong>de</strong>n. Dit commentaar kan niet gezien wor<strong>de</strong>n als een literaire tekst<br />

die op zichzelf staat maar fungeert als aanvulling op <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n. Het is bedoeld om uitleg te<br />

geven, aandacht te vragen en het verloop <strong>van</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n logisch te maken. 93 Dat kan op een<br />

subjectieve manier, in <strong>de</strong> ikvorm, of op objectievere manier met ‘<strong>de</strong> stem <strong>van</strong> god’. Een<br />

an<strong>de</strong>re optie is <strong>de</strong> monologue interieur. <strong>In</strong> dat geval krijgt het publiek ‘gedachtestemmen’ <strong>van</strong><br />

karakters voorgeschoteld. An<strong>de</strong>re vertellers zoals <strong>de</strong>skundigen en getuigen komen aan het<br />

woord door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> het interview. <strong>De</strong> <strong>de</strong>skundigen zorgen voor <strong>de</strong> context en <strong>de</strong> getuigen<br />

voor het ‘vlees en bloed’ <strong>van</strong> het verhaal. Vooral <strong>de</strong> laatste categorie, met haar menselijke<br />

emoties, wordt door historici nogal eens beschouwd als een wankele basis voor<br />

geschiedschrijving. Toch heeft oral history in documentaires een meerwaar<strong>de</strong>. Audiovisuele<br />

geschiedschrijving heeft <strong>de</strong> mogelijkheid een zogenaamd ‘multiperspectief’ op <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis te bie<strong>de</strong>n. Door parallelmontage kunnen verklaringen <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

vertellers naast of tegenover elkaar wor<strong>de</strong>n gemonteerd en elkaar zo op een geconstrueer<strong>de</strong><br />

manier aanvullen of op elkaar reageren. <strong>De</strong>ze verschillen<strong>de</strong>, persoonlijke versies <strong>van</strong> een<br />

gebeurtenis kunnen een levendig, vermakelijk, maar ook genuanceerd beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis schetsen. 94<br />

90<br />

Jerry Kuehl, p. 180-183.<br />

91<br />

Chris Vos, Bewegend Verle<strong>de</strong>n, p. 162-165.<br />

92<br />

Frank <strong>van</strong> Vree: ‘Televisie en <strong>de</strong> geschiedschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog’, p.3.<br />

93<br />

Jerry Kuehl, p.179.<br />

94<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 162-165.<br />

21


Historicus R.J. Raack, die zelf verschillen<strong>de</strong> historische documentaires heeft gemaakt,<br />

is een voorstan<strong>de</strong>r <strong>van</strong> audiovisuele geschie<strong>de</strong>nis. Hij betoogt zelfs dat het wellicht een beter<br />

medium is dan het geschreven woord dat volgens hem te beperkt is om <strong>de</strong> complexe,<br />

multidimensionale werkelijkheid weer te geven. Door een mixage aan beeld en geluid kan<br />

audiovisuele geschiedschrijving een bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het ‘echte leven’ geven: <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

dagelijkse ervaringen <strong>van</strong> ‘i<strong>de</strong>as, words, images, preoccupations, distractions, sensory<br />

<strong>de</strong>ceptions, conscious and unconscious motives and emotions’. 95 Raack beschouwt <strong>de</strong><br />

historische documentaire als het eer<strong>de</strong>r besproken ‘raam naar het verle<strong>de</strong>n’. <strong>De</strong> filosoof Ian<br />

Jarvie <strong>de</strong>nkt daar an<strong>de</strong>rs over. Film kan volgens Jarvie interessante en plausibele verhalen<br />

vertellen maar kent niet <strong>de</strong> kritische elementen <strong>van</strong> het historische discours. Er is geen<br />

mogelijkheid tot evaluatie <strong>van</strong> bronmateriaal en ook geen systematische afweging <strong>van</strong> bewijs,<br />

laat staan discussie over <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong> het verle<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> historische documentaire kan<br />

een levendig portret schetsen maar zal volgens hem altijd inaccuraat zijn en in simplificaties<br />

vervallen. 96<br />

Is het een probleem dat ‘het grote publiek’ <strong>de</strong>ze versimpel<strong>de</strong> versies <strong>van</strong> een complex<br />

verle<strong>de</strong>n voorgeschoteld krijgen? Visuele media zijn in <strong>de</strong> twintigste eeuw uitgegroeid tot <strong>de</strong><br />

belangrijkste bron voor historische kennis en bewustzijn <strong>van</strong> een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> westerse<br />

bevolking. Mensen vergaren in toenemen<strong>de</strong> mate historische kennis uit films,<br />

televisieprogramma’s, docudrama’s, miniseries en ook historische documentaires. 97 <strong>De</strong><br />

audiovisuele media hebben het in zich om <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis bij <strong>de</strong> ‘gewone man’ te brengen. 98<br />

Een voorbeeld daar<strong>van</strong> zijn historische beel<strong>de</strong>n die, dankzij visuele media, iconen <strong>van</strong> het<br />

verle<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n. Tij<strong>de</strong>ns research voor <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op het ministerie <strong>van</strong><br />

Binnenlandse Zaken ont<strong>de</strong>kte <strong>De</strong> Jong een film over doorgangskamp Westerbork, die door<br />

een Joodse fotograaf, in opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse kampcommandant, was gemaakt. Een beeld<br />

uit die film gebruikte hij ter afsluiting <strong>van</strong> zijn programma: een negen secon<strong>de</strong> duren<strong>de</strong><br />

opname <strong>van</strong> een meisje tussen <strong>de</strong> schuif<strong>de</strong>uren <strong>van</strong> een treincoupé, op weg naar een<br />

vernietigingskamp. Het werd een symbool voor het Joodse slachtoffer, en dat bleef het<br />

ondanks dat later bleek dat het geen Joods maar een zigeunermeisje was. 99<br />

Iconische beel<strong>de</strong>n zoals het zigeunermeisje uit <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> shockeren en<br />

confronteren het publiek. Ze beheersen hierdoor <strong>de</strong> beeldvorming over <strong>de</strong> verbeel<strong>de</strong><br />

95 Robert A. Rosenstone, p. 26.<br />

96 Robert A. Rosenstone, p. 25-29.<br />

97 Robert A. Rosenstone, p. 22.<br />

98 Chris Vos, ‘Een onverschillige geschie<strong>de</strong>nis?’, p. 237.<br />

99 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 158.<br />

22


geschie<strong>de</strong>nis, staan er symbool voor, en wor<strong>de</strong>n opgenomen in het collectieve geheugen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> samenleving. Typisch voor <strong>de</strong>ze iconische clichés is dat ze altijd gericht zijn op<br />

i<strong>de</strong>ntificatie, gepresenteerd wor<strong>de</strong>n als een spontane gebeurtenis en een beslissend moment.<br />

Ze voldoen zo aan <strong>de</strong> esthetische standaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het medium én reflecteren een historische<br />

gebeurtenis. 100<br />

Audiovisuele geschiedschrijving kan, door een simplificering <strong>van</strong> een complexe<br />

geschie<strong>de</strong>nis, een brug slaan tussen wetenschap en het publiek. <strong>De</strong>ze vereenvoudiging hoeft<br />

geen probleem te zijn. <strong>De</strong> waar<strong>de</strong> er<strong>van</strong> schuilt in het on<strong>de</strong>rzoek dat eraan vooraf gaat. Net als<br />

geschreven geschie<strong>de</strong>nis is <strong>de</strong> populaire voorstelling <strong>van</strong> historische documentaires gebaseerd<br />

op on<strong>de</strong>rzoek dat ver<strong>de</strong>r strekt dan alleen beeldbronnen. 101 <strong>De</strong> research bij audiovisuele<br />

geschiedschrijving is minstens zo tijdrovend en ‘zwaar’ als bij geschreven geschie<strong>de</strong>nis. <strong>De</strong><br />

selectie <strong>van</strong> beel<strong>de</strong>n komt erg nauw. Ze moeten zichtbare fenomenen uitbeel<strong>de</strong>n die<br />

karakteristiek zijn en <strong>de</strong> kennis over het behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp direct vergroten. Ook moeten<br />

<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n ‘waar’ zijn, een documentairemaker kan geen beeldvulling, valse beel<strong>de</strong>n of<br />

beel<strong>de</strong>n die een vergelijkbare werkelijkheid creëren gebruiken. Audiovisuele<br />

geschiedschrijving zou wat dat betreft <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> standaard als geschreven aca<strong>de</strong>mische historie<br />

moeten hanteren om <strong>van</strong> enige waar<strong>de</strong> te zijn. <strong>De</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke productie ligt<br />

in <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek en vervolgens in <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> documentaire het<br />

verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis aan het publiek weet te presenteren. 102<br />

Historische televisie is een relatief vluchtige vorm <strong>van</strong> geschiedschrijving. <strong>De</strong><br />

duurzaamheid en informatiedichtheid is vele malen lager dan bij literatuur. <strong>De</strong> emotionele<br />

waar<strong>de</strong> is vaak juist hoger waardoor het explosief is en een groot publiek aanspreekt. <strong>De</strong><br />

cumulering <strong>van</strong> kennis, zoals dat bij geschreven geschiedschrijving plaatsheeft – elke studie is<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> een steeds completer wor<strong>de</strong>nd beeld – ontbreekt. Een oplossing daarvoor zou<br />

kunnen zijn <strong>de</strong> ‘klassiekers’ op televisie regelmatig te herhalen, zoals bij geschiedschrijving<br />

<strong>de</strong> klassieke literatuur ook steeds wordt herhaald. <strong>De</strong> wetten <strong>van</strong> het medium vormen hierin<br />

echter een beperking. Uitzon<strong>de</strong>ring zijn archiefbeel<strong>de</strong>n die tot iconen verwor<strong>de</strong>n. Veel<br />

beel<strong>de</strong>n uit <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> zien we <strong>van</strong>daag nog steeds standaard voorbij komen wanneer het<br />

over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog gaat.<br />

Audiovisuele geschiedschrijving is meestal niet gelijkwaardig aan aca<strong>de</strong>mische<br />

geschreven geschiedschrijving, maar dient zo ook niet te wor<strong>de</strong>n begrepen. Een historische<br />

100 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 166-167.<br />

101 Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 167-169.<br />

102 Rolf Schuursma, ‘The historian as film-maker 1’ in: Paul Smith, The Historian and Film, Cambridge<br />

University Press 1976, p. 124-125.<br />

23


documentaire is een populaire voorstelling die rekening houdt met een gefragmenteerd en<br />

divers publiek en is on<strong>de</strong>rhevig aan <strong>de</strong> wetten <strong>van</strong> het medium. Het heeft niet het doel om<br />

aca<strong>de</strong>mische historici te verbazen of baanbreken<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis te schrijven. Het doel is<br />

veeleer journalistiek dan wetenschappelijk <strong>van</strong> aard: <strong>de</strong> complexe werkelijkheid vertalen naar<br />

een groot publiek. 103<br />

103 Jerry Kuehl, p. 183-184.<br />

24


Hoofdstuk 2 – Publieke Opinie<br />

Het grote succes <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> schuil<strong>de</strong> in het overstijgen <strong>van</strong> herinneringen en<br />

<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n die verschillen<strong>de</strong> maatschappelijke groeperingen in het verzuil<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rland erop<br />

na hiel<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> het<br />

-proces in Israël en an<strong>de</strong>re processen tegen oorlogsmisdadigers herleef<strong>de</strong> <strong>de</strong> belangstelling<br />

voor <strong>de</strong> bezettingstijd. Er was behoefte aan een algemene reconstructie die <strong>de</strong> traumatische<br />

gebeurtenissen in een context plaatste. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> sloot aan bij <strong>de</strong>ze trend zon<strong>de</strong>r daarbij<br />

één bepaal<strong>de</strong> zuil te bedienen. Televisie speel<strong>de</strong> een grote rol in het grote bereik <strong>van</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong>. Het medium won begin jaren zestig aan populariteit. Mensen waren er benieuwd<br />

naar en ook gevoelig voor. 104 Samen met mo<strong>de</strong>rne radio droeg het bij aan<br />

gedaanteveran<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong> West-Europese samenlevingen. <strong>De</strong> invloed <strong>van</strong> televisie is<br />

moeilijk te meten, maar ook onmiskenbaar groot. Zo veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> televisieverslaggeving<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> politieke affaire <strong>de</strong> ‘Nacht <strong>van</strong> Schmelzer’ – waarbij het kabintet-Cals na een motie<br />

<strong>van</strong> wantrouwen <strong>van</strong> fractievoorzitter Norbert Schmelzer <strong>van</strong> <strong>de</strong> Katholieke Volkspartij (KVP)<br />

viel – zowel <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> media als <strong>van</strong> <strong>de</strong> politiek. Het politieke conflict tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

beschouwingen in <strong>de</strong> nacht <strong>van</strong> 13 op 14 oktober 1966 was tot vijf uur ’s ochtends op televisie<br />

te volgen geweest en werd een knap geregisseerd stukje drama. Op het Binnenhof ston<strong>de</strong>n<br />

televisiejournalisten <strong>de</strong> politici op te wachten. <strong>De</strong> gevallen minister-presi<strong>de</strong>nt Jo Cals<br />

weiger<strong>de</strong> in eerste instantie commentaar te geven. Na aandringen <strong>van</strong> KRO-journalist Ed <strong>van</strong><br />

Westerloo gaf hij alsnog een geëmotioneer<strong>de</strong> uitleg. Een unieke veran<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> (machts-<br />

)verhouding tussen politiek en journalistiek die hiermee onomkeerbaar was veran<strong>de</strong>rd. 105 <strong>De</strong><br />

Nacht <strong>van</strong> Schmelzer geldt hierdoor als een <strong>van</strong> <strong>de</strong> sleutelgebeurtenissen in een tienjarig<br />

proces <strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ring en professionalisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> journalistieke conventies in <strong>de</strong> jaren<br />

zestig. 106 Politieke partijen kon<strong>de</strong>n niet meer rekenen op <strong>van</strong>zelfspreken<strong>de</strong> steun <strong>van</strong> media<br />

uit ‘hun’ zuil, media stel<strong>de</strong>n zich kritischer op en weiger<strong>de</strong> nog langer staatsboodschappen<br />

door te geven. <strong>De</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse media ontworstel<strong>de</strong> zich <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘dienen<strong>de</strong> rol’ die ze jarenlang<br />

in <strong>de</strong> verzuil<strong>de</strong> samenleving had<strong>de</strong>n gespeeld. 107<br />

104<br />

Chris Vos, ‘Breaking the mirror: Dutch television and the history of the Second World War’, in: Gary R.<br />

Edgerton en Peter C. Rollins (red.), Television Histories, Shaping collective memory in the Media Age, The<br />

University Press of Kentucky, Kentucky 2001, p. 124.<br />

105<br />

Huub Wijfjes, Omroep in Ne<strong>de</strong>rland. Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994. Waan<strong>de</strong>rs,<br />

Zwolle 1994, p. 35.<br />

106<br />

Jan Bank, ‘<strong>De</strong> dramatisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nacht <strong>van</strong> Schmelzer. Televisie en politiek rondom 1966’. <strong>In</strong>: Jaarboek<br />

Mediageschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>el 3, Stichting beheer IISG Stichting Mediageschie<strong>de</strong>nis, Amsterdam 1991, p. 269<br />

107<br />

Huub Wijfjes, p. 35.<br />

25


Televisie creëer<strong>de</strong> zo een nieuwe mediacultuur. <strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland wer<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong> grenzen<br />

doorbroken en ingesleten gewoonten aan <strong>de</strong> kant gezet. 108 <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> werd bijvoorbeeld<br />

neergezet als een klassenloze, nationale voorstelling, uitgezon<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse Televisie Stichting (NTS). 109 Dat was een uitzon<strong>de</strong>ring in een tijd waarin<br />

documentaires, net als an<strong>de</strong>re media, vooral wer<strong>de</strong>n gezien als <strong>de</strong> stem <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuil, <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale<br />

manier om mensen te ‘verlichten’ en gebeurtenissen te interpreteren binnen <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong><br />

een levensbeschouwing. 110<br />

<strong>De</strong> Jong stel<strong>de</strong> zichzelf met <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> ten doel <strong>de</strong> ‘gewone man’ te bereiken en het<br />

<strong>de</strong>nken <strong>van</strong> zijn publiek over <strong>de</strong> oorlog te beïnvloe<strong>de</strong>n. 111 Het is lastig om dat publiek te<br />

<strong>de</strong>finiëren. 112 Het publiek <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> bestond uit miljoenen Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs die thuis voor<br />

<strong>de</strong> televisie zaten. <strong>De</strong> Jong was een <strong>van</strong> <strong>de</strong> eersten die <strong>de</strong>ze abstracte groep met het medium<br />

televisie wist te raken. 113 Hij stoor<strong>de</strong> zich dan ook aan intellectuelen die op het massamedium<br />

neerkeken. Het bood hem juist <strong>de</strong> kans zijn werk aan een groot publiek te presenteren en <strong>de</strong><br />

publieke opinie zo een bepaal<strong>de</strong> richting op te sturen. 114<br />

2.1 Het ontstaan <strong>van</strong> een rationeel publiek<br />

Het concept <strong>van</strong> een rationeel publiek zoals dat zich in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

staat positioneer<strong>de</strong> is <strong>van</strong> belang om het publiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> twintigste eeuw en, specifiek voor dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek, <strong>de</strong> jaren zestig te kunnen <strong>de</strong>finiëren. 115 <strong>De</strong> oorsprong <strong>van</strong> dit rationele publiek<br />

hangt samen met het ontstaan <strong>van</strong> een nieuwe publieke sfeer in <strong>de</strong> koffiehuizen en salons <strong>van</strong><br />

vroeg mo<strong>de</strong>rn Europa. Door <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> commercieel kapitalisme in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw<br />

en veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> institutionele vormen <strong>van</strong> politieke macht werd een nieuw publiek domein<br />

vormgegeven. <strong>In</strong> <strong>de</strong>ze publieke sfeer waren individuen actief die samenkwamen om te<br />

<strong>de</strong>batteren over het algemeen publieke belang, het functioneren <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat en<br />

staatsregulering <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving. <strong>De</strong> publieke sfeer was geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat maar<br />

108<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, ‘<strong>De</strong> vuile was <strong>van</strong> het gezag, dagbladpers en journalistieke cultuur in <strong>de</strong> jaren vijftig en<br />

zestig’, in: Jaarboek Mediageschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>el 3, Stichting Mediageschie<strong>de</strong>nis, Stichting beheer IISG, Amsterdam<br />

1991. p. 215-242.<br />

109<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 78.<br />

110<br />

Chris Vos, ‘Breaking the mirror: Dutch television and the history of the Second World War’, p. 124.<br />

111<br />

Henri Beun<strong>de</strong>rs p. 150.<br />

112<br />

James W. Carey, ‘The Press, Public Opinion, and Public Discourse’, in: Theodore L. Glasser en Charles T.<br />

Salmon (red.), Public Opinion and the Communication of Consent, The Guilford Press, New York/London 1995,<br />

p. 373 – 402.<br />

113<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 254.<br />

114 Henri Beun<strong>de</strong>rs, p. 146.<br />

115 James W. Carey, p. 380.<br />

26


juist een ruimte waarin <strong>de</strong> activiteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat vrij en op een rationele manier besproken<br />

en bekritiseerd kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. 116<br />

<strong>De</strong> theorie <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke sfeer werd voor het eerst historisch en politiek-filosofisch<br />

uitgewerkt in het veel geciteer<strong>de</strong> werk Strukturwan<strong>de</strong>l <strong>de</strong>r Öffentlichkeit (1962) <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse<br />

filosoof Jürgen Habermas. Hij omschreef <strong>de</strong> publieke sfeer als een ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> het sociale<br />

leven in vroeg mo<strong>de</strong>rn Europa waarin <strong>de</strong> publieke opinie werd gevormd. Het was een medium<br />

tussen <strong>de</strong> staat en <strong>de</strong> samenleving waarin het publiek zich organiseer<strong>de</strong> als dragers <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

publieke opinie. <strong>In</strong> <strong>de</strong> meest i<strong>de</strong>ale vorm was <strong>de</strong> sfeer toegankelijk voor alle burgers die er<br />

vrij kon<strong>de</strong>n converseren en discussiëren om zo tot opinies over het algemeen publieke belang<br />

te komen. Het vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> basis <strong>van</strong> kritiek en controle op <strong>de</strong> machthebbers. Een essentiële<br />

functie die aan <strong>de</strong> basis stond <strong>van</strong> een <strong>de</strong>mocratische samenleving omdat het burgers politieke<br />

macht ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> autoriteiten gaf. <strong>De</strong>ze macht ging ver<strong>de</strong>r dan het uitbrengen <strong>van</strong><br />

een stem in verkiezingstijd. Het verplichtte autoriteiten transparant te zijn. 117<br />

<strong>In</strong> <strong>de</strong> praktijk was <strong>de</strong> publieke sfeer een beperkte sociale groepering met uitsluitend<br />

burgers uit <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nklasse. <strong>De</strong> ruimte werd door Habermas gekarakteriseerd door een<br />

principiële openheid en vrije toegankelijkheid. <strong>In</strong> werkelijkheid was <strong>de</strong> sociale formatie actief<br />

in <strong>de</strong>ze ruimte sterk beperkt door ras, klasse en sekse en bestond het uit blanke, mannelijke<br />

bourgeoisie met belangen in commerciële en publieke zaken. 118 Het publiek was niet voor<br />

privé-doelein<strong>de</strong>n actief in <strong>de</strong> publieke sfeer en ook niet <strong>van</strong> <strong>van</strong>uit een bepaal<strong>de</strong> politieke<br />

functie of beroep. 119 Burgers in <strong>de</strong> publieke sfeer moesten in staat zijn te communiceren met<br />

an<strong>de</strong>re, wellicht onbeken<strong>de</strong>, burgers. <strong>In</strong>timiteit was daarbij uit <strong>de</strong>n boze. Men dien<strong>de</strong> een<br />

algemeen publiek belang en moest daarom ook in een publieke hoedanigheid acteren.<br />

<strong>De</strong>elname aan het rationele <strong>de</strong>bat, gevoerd op basis <strong>van</strong> argumenten, had tot gevolg dat het<br />

publiek psychologisch afstand nam <strong>van</strong> het individu dat ze in <strong>de</strong> privé of in zakelijke sfeer<br />

waren. Als begrip refereert ‘het publiek’ aan meer dan slechts <strong>de</strong>ze groep discussiëren<strong>de</strong><br />

bourgeoisie. Het behelst ook een locatie, een sfeer, een sector in <strong>de</strong> samenleving. <strong>De</strong> publieke<br />

sfeer <strong>van</strong> Habermas was een nieuwe ruimte, los <strong>van</strong> persoonlijke, religieuze of politieke<br />

belangen, tussen staat en samenleving in met politieke macht, buiten <strong>de</strong> staat om. 120<br />

116<br />

John B. Thompson, The media and mo<strong>de</strong>rnity. A social theory of the media, Polity Press, Cambridge 1995, p.<br />

69-70.<br />

117<br />

Jürgen Habermas, ‘The Public Sphere: An Encyclopaedia Article’ in: S.E. Bronner en D.M. Kellner ed.,<br />

Critical Theory and Society: A Rea<strong>de</strong>r, New York etc.: Routledge 1989, p. 136.<br />

118<br />

James W. Carey, p. 379-380.<br />

119 John B. Thompson, p. 69.<br />

120 James W. Carey, p. 381-382.<br />

27


<strong>De</strong> theorie <strong>van</strong> Habermas gaat voorbij aan an<strong>de</strong>re vormen <strong>van</strong> publiek discours en<br />

activiteit die ontston<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> verlichting. Habermas negeert populaire sociale<br />

bewegingen die wer<strong>de</strong>n uitgesloten <strong>van</strong> toegang tot het rationele publiek. Hoewel <strong>de</strong>ze<br />

bewegingen erg gefragmenteerd waren en naar verwachting niet erg rationeel, had<strong>de</strong>n ze wel<br />

een geheel eigen karakter en dynamiek. <strong>De</strong> relatie tussen <strong>de</strong> bourgeoisie en <strong>de</strong> populaire<br />

sociale bewegingen was conflictueus. <strong>De</strong> publieke sfeer manifesteer<strong>de</strong> zich zo niet alleen<br />

tegenover <strong>de</strong> staat maar ook tegenover een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het ‘gewone volk’. Hierdoor kreeg<br />

het een exclusief en gesloten karakter. Behalve arbei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> werken<strong>de</strong> klasse behoor<strong>de</strong>n<br />

ook vrouwen zel<strong>de</strong>n tot het rationele publiek. 121<br />

Habermas benadrukt <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> lokaal en kleinschalig georiënteer<strong>de</strong> media in het ontstaan <strong>van</strong><br />

een rationeel publiek. <strong>De</strong> opinies die ontston<strong>de</strong>n uit het <strong>de</strong>bat in <strong>de</strong> koffiehuizen wer<strong>de</strong>n in<br />

toenemen<strong>de</strong> mate weerspiegeld in <strong>de</strong>ze media. 122 Het ‘spoken word’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke sfeer<br />

werd <strong>de</strong> belangrijkste bron voor <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> pers. Omgekeerd wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />

<strong>van</strong> gesprek in <strong>de</strong> publieke sfeer weer sterk beïnvloed door wat <strong>de</strong>elnemers aan conversatie en<br />

discussie gehoord en gelezen had<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> lokale media. Op die manier werd het rationele<br />

publiek zowel <strong>de</strong> doelgroep, als het belangrijkste on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> het nieuws. 123<br />

Begin achttien<strong>de</strong> eeuw glorieer<strong>de</strong> <strong>de</strong> publieke sfeer <strong>van</strong> Habermas. <strong>De</strong> autoriteiten<br />

accepteer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze onafhankelijke controleren<strong>de</strong> macht en creëer<strong>de</strong> betere omstandighe<strong>de</strong>n<br />

door openheid <strong>van</strong> zaken te geven en geen censuur of politieke controle op <strong>de</strong> media uit te<br />

oefenen. <strong>De</strong> koffiehuizen bloei<strong>de</strong>n op: in <strong>de</strong> jaren 1810 beston<strong>de</strong>n er in Lon<strong>de</strong>n alleen al zo’n<br />

drieduizend. 124 Een kanttekening die moet wor<strong>de</strong>n gemaakt is dat naast <strong>de</strong> media als dragers<br />

en voe<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke opinie er ook in <strong>de</strong>ze tijd al commerciële en sensationeel<br />

georiënteer<strong>de</strong> kranten waren. 125 <strong>De</strong>ze media en hun specifieke vorm <strong>van</strong> representatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

werkelijkheid ontbreken in Habermas’ analyse.<br />

<strong>De</strong> publieke sfeer had grote invloed op het ontstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste mo<strong>de</strong>rne<br />

<strong>de</strong>mocratische grondwetten, ze weerspiegel<strong>de</strong>n dit <strong>de</strong>mocratische principe. <strong>De</strong> machthebber<br />

in <strong>de</strong>ze westerse samenleving werd een rationele autoriteit die on<strong>de</strong>r supervisie <strong>van</strong> een vrij<br />

publiek stond, dat het algemene belang vertegenwoordig<strong>de</strong>. 126 <strong>De</strong> Amerikaanse grondwet is<br />

hier<strong>van</strong> een goed voorbeeld. Hoewel ‘het publiek’ niet werd benoemd was <strong>de</strong> grondwet het<br />

meest fundamentele concept <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke sfeer in <strong>de</strong> vroege liberale traditie. Het eerste<br />

121 John B. Thompson, p. 70-72.<br />

122 John B. Thompson, p. 70.<br />

123 James W. Carey, p. 379-380.<br />

124 John B. Thompson, p. 70.<br />

125 John B. Thompson, p 71.<br />

126 Jürgen Habermas, p.140-141.<br />

28


amen<strong>de</strong>ment dien<strong>de</strong> niet te wor<strong>de</strong>n gezien als een reeks losse rechten voor vrijheid <strong>van</strong><br />

religie, meningsuiting en pers, maar juist een samenhangend geheel dat <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> het<br />

publieke leven <strong>de</strong>finieer<strong>de</strong> en door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> grondrechten waarborg<strong>de</strong>. Het i<strong>de</strong>aal <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Founding Fathers werd treffend door <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt <strong>van</strong> Amerika, Thomas Jefferson,<br />

verwoord: ‘We could all be participants in the government of our affairs.’ 127<br />

2.2 Van publieke sfeer naar massa<strong>de</strong>mocratie<br />

<strong>De</strong> i<strong>de</strong>aaltypische publieke sfeer zoals Habermas beschreef was niet <strong>van</strong> lange duur. <strong>De</strong><br />

publieke sfeer raakte <strong>van</strong>af het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw haar sociale exclusiviteit kwijt.<br />

Aan <strong>de</strong> ene kant was er <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzorgingsstaat, eind negentien<strong>de</strong> eeuw, met een<br />

overheid die zich in toenemen<strong>de</strong> mate met het welzijn <strong>van</strong> burgers ging bemoeien en zo ook<br />

tot over <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke sfeer reikte. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant kregen lagere sociale<br />

groepen meer rechten en een hogere levenstandaard. Waar <strong>de</strong> publieke sfeer zich eerst<br />

tegenover <strong>de</strong> staat en het gewone volk kon opstellen wer<strong>de</strong>n haar grenzen nu zowel <strong>van</strong> boven<br />

als <strong>van</strong> on<strong>de</strong>raf overstegen. Met het verlies <strong>van</strong> sociale exclusiviteit ging ook <strong>de</strong> relatief hoge<br />

standaard <strong>van</strong> het rationele <strong>de</strong>bat verloren. Er ontstond een grotere verschei<strong>de</strong>nheid aan<br />

publieke opinies en verschillen<strong>de</strong> groepen met even verschillen<strong>de</strong> belangen stre<strong>de</strong>n met elkaar<br />

in <strong>de</strong> publieke sfeer. <strong>De</strong> bourgeoisie reageer<strong>de</strong> op <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>ring: vooraanstaan<strong>de</strong> sociale<br />

groepen meng<strong>de</strong>n zich in wat nu <strong>de</strong> politieke publieke sfeer was. Ze sloten zich aan bij<br />

politieke partijen of zelfs bij <strong>de</strong> overheid. Georganiseer<strong>de</strong> belangengroepen raakten politiek<br />

betrokken. 128<br />

<strong>De</strong> ou<strong>de</strong> koffiehuizen en salons die voorheen als forum dien<strong>de</strong>n verloren hun functie<br />

en ook <strong>de</strong> media veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>van</strong> vorm. Nationale magazines en kranten, <strong>de</strong> telegraaf en<br />

primitieve vormen <strong>van</strong> elektronische communicatie wisten een lan<strong>de</strong>lijk publiek te bereiken.<br />

Het massapubliek was in opkomst. <strong>De</strong> komst <strong>van</strong> radio en televisie was <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stap. <strong>De</strong><br />

nationale media bereiken een groot nationaal publiek. Alle gestructureer<strong>de</strong> groepen gebaseerd<br />

op ras, etniciteit, beroep, regio, religie en sociale klasse wer<strong>de</strong>n overstegen. Ie<strong>de</strong>reen die<br />

toegang had tot <strong>de</strong> media behoor<strong>de</strong> tot dit grote publiek, dat zich nu verbon<strong>de</strong>n voel<strong>de</strong> met<br />

wat historicus Benedict An<strong>de</strong>rson <strong>de</strong> ‘immaginary community of a nation’ noemt. 129 <strong>De</strong><br />

kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale media is dat het <strong>de</strong> tijd tussen verzen<strong>de</strong>n en aankomst <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

boodschap wist te reduceren, evenals <strong>de</strong> rol die ‘ruimte’ speelt in dit proces. Ook kwam er een<br />

127 James W. Carey, p. 381- 383.<br />

128 Jürgen Habermas, p.140-141.<br />

129 James W. Carey, p. 385.<br />

29


directe verbinding met, en toegang tot <strong>de</strong> nationale instituten voor het publiek tot stand. <strong>De</strong><br />

overheid werd op <strong>de</strong>ze manier gecentraliseerd en tegelijkertijd beter controleerbaar.<br />

An<strong>de</strong>rzijds kon<strong>de</strong>n autoriteiten op grote schaal <strong>de</strong> burger bereiken via <strong>de</strong> nationale media. Dit<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> journalisten ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> autoriteiten. <strong>De</strong> pers als<br />

vertegenwoordiger <strong>van</strong> het publiek en het algemene publieke belang. Journalisten namen <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid op zich om bepaal<strong>de</strong> belangengroepen te controleren. Het ontmaskeren<br />

<strong>van</strong> macht, privileges en speciale belangen die haaks ston<strong>de</strong>n op het algemene belang <strong>van</strong><br />

zowel <strong>de</strong> private als publieke instituties. 130 Maar naast <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>alistische roeping was er ook<br />

<strong>de</strong> commerciële waarheid waar journalisten mee te maken kregen: lokale pers had zich<br />

ontwikkeld tot massamedia als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> media-instituten die grootschalig georganiseerd<br />

waren en toenemen<strong>de</strong> commerciële belangen nastreef<strong>de</strong>n. 131<br />

Het rationeel-kritische forum dat <strong>de</strong> publieke sfeer ooit was, werd zo een domein <strong>van</strong><br />

culturele consumptie, een wereld <strong>van</strong> beeldvorming en opiniemanagement. Volgens<br />

Habermas heeft <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> massa<strong>de</strong>mocratie zelfs geleid tot een ‘refeodalisering’ <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

publieke sfeer. Politiek veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in een georganiseer<strong>de</strong> show waarin politieke lei<strong>de</strong>rs en<br />

partijen zich, op een manier die Habermas vergelijkt met festivals in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen, tot<br />

een ge<strong>de</strong>politiseer<strong>de</strong> massa richten. 132 Toch moesten <strong>de</strong> autoriteiten zich <strong>de</strong> steun <strong>van</strong> het volk<br />

verzekeren, wat een bepaal<strong>de</strong> mate <strong>van</strong> openheid vereiste. <strong>De</strong>ze openheid werd voorheen<br />

gewaarborgd door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> publiciteit, wat tevens een controlemid<strong>de</strong>l was. <strong>De</strong>ze kritieke<br />

functie veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> door massa<strong>de</strong>mocratie tot een politiek instrument om <strong>de</strong> bevolking voor<br />

zich te winnen. 133 <strong>De</strong> massa werd uitgesloten <strong>van</strong> publieke discussie en het nemen <strong>van</strong><br />

besluiten en behan<strong>de</strong>ld als object in naam waar<strong>van</strong> politici, met behulp <strong>van</strong> massamedia, hun<br />

politieke programma’s legitimeren. 134 Publieke opinie werd niet meer gevormd door<br />

onafhankelijke burgers in een rationele discussie maar door top-down communicatie <strong>van</strong> een<br />

groot aantal formele meningen. Opinievorming door een rationeel en kritisch <strong>de</strong>bat werd zo<br />

opinieconsumptie. Actieve burgers wer<strong>de</strong>n volgens Habermas passieve, onverschillige<br />

consumenten en massamedia kregen veel macht door <strong>de</strong> steeds groter wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kloof tussen<br />

<strong>de</strong> bezitters <strong>van</strong> essentiële informatie en <strong>de</strong>gene die hierover moesten wor<strong>de</strong>n<br />

geïnformeerd. 135<br />

130 James W. Carey, p. 386.<br />

131 John B. Thompson, p.74.<br />

132 John B. Thompson, p.74.<br />

133 Jürgen Habermas, p.141-142.<br />

134 John B. Thompson, p. 74.<br />

135 Stuart Allan, ‘News and the Public Sphere. Towards a history of objectivity and impartiality’ in: Michael<br />

Bromley en Tom O’Malley eds., A Journalism Rea<strong>de</strong>r, London/ New York 1997, p. 318-319.<br />

30


2.3 Een passief publiek<br />

Het gros aan informatie over publieke zaken komt niet voort uit <strong>de</strong> persoonlijke ervaring <strong>van</strong><br />

burgers. 136 Het publiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren zestig was voor informatie over publieke zaken<br />

groten<strong>de</strong>els afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> media. Journalisten legitimeer<strong>de</strong>n hun bestaan zelfs in <strong>de</strong> naam<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze groep. <strong>De</strong> relatie tussen journalist en publiek veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> zo <strong>van</strong> een interactieve naar<br />

een afhankelijke: ‘the public’s right to know’ werd het motto <strong>van</strong> <strong>de</strong> massamedia. 137 <strong>De</strong> pers<br />

stel<strong>de</strong> zich op als <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> macht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie, ter controle <strong>van</strong> <strong>de</strong> autoriteiten en in<br />

naam <strong>van</strong> het publiek. Er zijn wel een aantal voorwaar<strong>de</strong>n waaraan moest wor<strong>de</strong>n voldaan<br />

wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> media als vertegenwoordiger <strong>van</strong> het volk kunnen optre<strong>de</strong>n. Het publiek moest<br />

geloven dat <strong>de</strong> pers haar vertegenwoordig<strong>de</strong> en daar <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor nam. Het<br />

moest zogezegd <strong>de</strong> macht uit han<strong>de</strong>n geven. Ook moest het publiek geloven dat pers, politiek<br />

en an<strong>de</strong>re machthebben<strong>de</strong> belangengroepen geschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elkaar opereer<strong>de</strong>n. Er moest<br />

vertrouwen zijn dat <strong>de</strong> pers in staat was een re<strong>de</strong>lijke, ware en feitelijke vertegenwoordiging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld neer te zetten. 138<br />

<strong>De</strong> paradox in het ontstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze nieuwe rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> media is dat het gepaard ging<br />

met een sentiment <strong>van</strong> toenemend antipopulisme en <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong> een antipubliek. <strong>De</strong><br />

principiële architect hier<strong>van</strong> was vooraanstaand journalist en schrijver Walter Lippmann<br />

(1889-1974). <strong>In</strong> 1922 conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> hij in zijn boek Public Opinion: ‘There is no such thing as<br />

informed public opinion.’ Lippmann sprak later, in 1925, over the phantom public, iets dat<br />

niet in concrete zin bestaat maar als een abstract geheel moest wor<strong>de</strong>n gezien. <strong>De</strong> opinie <strong>van</strong><br />

dit publiek had volgens Lippmann veel min<strong>de</strong>r invloed op gebeurtenissen dan voorheen werd<br />

gedacht. Hij had geen vertrouwen in het kunnen <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke opinie of actie on<strong>de</strong>rnomen<br />

door <strong>de</strong> massa. 139 <strong>De</strong> enige hoop op een geïnformeer<strong>de</strong>, open en <strong>de</strong>mocratische samenleving<br />

lag in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een gespecialiseer<strong>de</strong> groep die het initiatief nam om <strong>de</strong>mocratie te laten<br />

werken voor <strong>de</strong> massa, of ze dat nu wil<strong>de</strong>n of niet. <strong>De</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> burger had nu eenmaal niet<br />

<strong>de</strong> capaciteit maar vooral ook niet <strong>de</strong> wens om <strong>de</strong> samenleving aan te spreken en te<br />

veran<strong>de</strong>ren of te controleren. 140 Lippmann vergeleek het publiek met toeschouwers <strong>van</strong> een<br />

136 Maxwell McCombs, Setting the agenda. The mass media and public opinion. Polity Press/ Blackwell<br />

Publishing <strong>In</strong>c., Cambridge/Mal<strong>de</strong>n 2004, p. 1.<br />

137 James W. Carey, p. 381.<br />

138 James W. Carey, p. 395.<br />

139 James W. Carey, p. 388-389.<br />

140 James W. Carey, p. 390.<br />

31


toneelstuk: ze komen tij<strong>de</strong>ns het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bedrijf en vertrekken voordat het doek valt, zo zijn ze<br />

precies lang genoeg aanwezig om te weten wie <strong>de</strong> held en wie <strong>de</strong> vijand is in het verhaal. 141<br />

Met zijn theorieën in The Phantom Public <strong>de</strong>politiseer<strong>de</strong> Lippmann <strong>de</strong> publieke sfeer:<br />

wetenschappers waren <strong>de</strong> enige waarheidszoekers en het massapubliek <strong>de</strong> toeschouwers. Het<br />

was niet <strong>de</strong> taak <strong>van</strong> journalisten om <strong>de</strong> waarheid te zoeken en presenteren. 142 <strong>De</strong> functie <strong>van</strong><br />

waarheidszoekers was om verborgen feiten boven water te brengen, in relatie met elkaar te<br />

zetten en zo een beeld te creëren waarop het publiek kon reageren. 143 <strong>De</strong> taak <strong>van</strong> <strong>de</strong> media<br />

hierin was het vertalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevindingen <strong>van</strong> experts, <strong>de</strong>skundigen, wetenschappers naar<br />

het publiek. Publiciteit was een vitale <strong>de</strong>mocratische functie. Het hield <strong>de</strong> experts eerlijk, en<br />

het weerhield hen er<strong>van</strong> het publieke belang te vergeten omdat er constant een spotlight op<br />

hen stond gericht. Lippmann had meer vertrouwen in <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratiseren<strong>de</strong> macht <strong>van</strong><br />

publiciteit dan in het belang <strong>van</strong> nieuws of het bestaan <strong>van</strong> een geïnformeerd en betrokken<br />

publiek. Lippmann zag <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> publicity men dan ook als een logisch gevolg en<br />

een dui<strong>de</strong>lijk signaal dat <strong>de</strong> feiten in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne tijd niet spontaan een begrijpelijke vorm<br />

kon<strong>de</strong>n aannemen. Ze moesten wor<strong>de</strong>n vormgegeven en zo aan het publiek wor<strong>de</strong>n<br />

gepresenteerd. 144<br />

Het rationele publieke <strong>de</strong>bat was verdwenen en <strong>de</strong> publieke opinie werd gemo<strong>de</strong>lleerd<br />

door wat historicus en communicatietheoreticus James W. Carey <strong>de</strong> public opinion industry<br />

noem<strong>de</strong>. Het woord publiek herinner<strong>de</strong> hierin nog aan wat het ooit was, maar publiek als<br />

factor in politiek was verdwenen. 145 Het publiek werd obser<strong>van</strong>t in plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> door<br />

Jefferson gewenste ‘participator in the government of our affairs.’<br />

2.4 The pictures in our head<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> nam het publiek in <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland als<br />

het ware bij <strong>de</strong> hand. 146 Het publiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> twintigste eeuw was voor publieke informatie<br />

voornamelijk afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> media, belangengroepen en <strong>de</strong> publiciteitsmachine <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

141 Walter Lippmann, The Phantom Public, Transaction Publishers, New Brunswick/ Lon<strong>de</strong>n, vijf<strong>de</strong> druk 2004,<br />

p. 55.<br />

142 James W. Carey, p. 391-193.<br />

143 Stuart Allan, News Culture, Open University Press en Two Penn Plaza, Berkshire/New York twee<strong>de</strong> editie<br />

2004, p. 23.<br />

144 Walter Lipmann, Public Opinion, The Macmillan Company, New York 1950 [<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> druk, eerste druk<br />

1922], p. 345.<br />

145 James W. Carey, p. 391-193.<br />

146 Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 111-113.<br />

32


overheid. Veel informatie over publieke zaken kwam niet voort uit persoonlijke ervaringen. 147<br />

Lippmann betoog<strong>de</strong> dat burgers voor bijna alle publieke zaken te maken hebben met een<br />

twee<strong>de</strong>rangs werkelijkheid. <strong>De</strong>ze werkelijkheid wordt gestructureerd door <strong>de</strong> media die<br />

verslag doen <strong>van</strong> gebeurtenissen in wat je <strong>de</strong> ‘daadwerkelijke werkelijkheid’ zou kunnen<br />

noemen. <strong>De</strong> publieke opinie is dus niet <strong>de</strong> reactie <strong>van</strong> het publiek op wat daadwerkelijk is<br />

voorgevallen maar <strong>de</strong> reactie op het beeld dat <strong>van</strong> het voorval wordt geschetst. 148 <strong>De</strong> enige<br />

inbeelding die iemand kan hebben <strong>van</strong> een gebeurtenis waar hij niet zelf bij was, is het gevoel<br />

dat voortkomt uit zijn beeld, <strong>de</strong> voorstelling <strong>van</strong> die gebeurtenis. 149 Dit beeld is vervolgens<br />

weer bepalend voor <strong>de</strong> perceptie <strong>van</strong> het publiek. 150 <strong>De</strong>ze persoonlijke perceptie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

waarheid is wat het publiek aanzet tot het vormen <strong>van</strong> opinie of zelfs het on<strong>de</strong>rnemen <strong>van</strong><br />

actie. Lippmann omschreef het als volgt: als iemand een atlas heeft waar in staat dat <strong>de</strong> aar<strong>de</strong><br />

plat is, zal hij niet gaan varen op <strong>de</strong> plek waar<strong>van</strong> hij <strong>de</strong>nkt dat wereld er ophoudt. <strong>De</strong> manier<br />

waarop mensen zich hun wereld voorstellen is op elk gegeven moment bepalend voor hun<br />

gedrag. Het bepaalt niet wat ze zullen bereiken maar wel hun inzet, gevoel en hun hoop. 151<br />

Publieke opinie heeft zo een driehoeksverhouding met: <strong>de</strong> gebeurtenis, het beeld <strong>van</strong><br />

die gebeurtenis en <strong>de</strong> reactie op het beeld dat weer invloed uitoefent op <strong>de</strong> gebeurtenis. 152<br />

Publieke opinie zijn <strong>de</strong> pictures in our heads: het beeld dat men <strong>van</strong> zichzelf heeft, <strong>van</strong><br />

an<strong>de</strong>ren, <strong>van</strong> behoeftes, doelen, relaties en dus ook publieke opinies. Lippmann maakte hierin<br />

nog een on<strong>de</strong>rscheid. Wanneer het publiek, of dat nu individuen zijn of groepen mensen, in<br />

naam <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze perceptie actie on<strong>de</strong>rneemt, weegt <strong>de</strong> opinie zwaar<strong>de</strong>r en wordt het Publieke<br />

Opinie, in hoofdletters. 153<br />

Symbolische beel<strong>de</strong>n zijn bepalend voor publiek gedrag. Ze zijn steeds on<strong>de</strong>rhevig<br />

aan controle, vergelijking en re<strong>de</strong>nering. Ze komen en gaan en vertegenwoordigen nooit<br />

perfect <strong>de</strong> emotie <strong>van</strong> een hele groep. <strong>De</strong> publieke opinie wordt altijd omringd door conflict,<br />

twijfel, keuze en compromissen en is wat dat betreft altijd een balans <strong>van</strong> belangen. 154 <strong>De</strong><br />

orthodoxe theorie is dat <strong>de</strong> publieke opinie bestaat uit een morele veroor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een groep<br />

feiten. Lippmanns theorie is dat <strong>de</strong> publieke opinie vooral een gemoraliseer<strong>de</strong> en<br />

gecodificeer<strong>de</strong> versie <strong>van</strong> <strong>de</strong> feiten is. Stereotypen die centraal staan in <strong>de</strong>ze co<strong>de</strong>s bepalen<br />

welke feiten we zien en in welk licht. Daarom weerspiegelt het nieuwsbeleid <strong>van</strong> een krant <strong>de</strong><br />

147 Maxwell McCombs, p.1.<br />

148 Maxwell McCombs, p.1.<br />

149 Walter Lippmann, p. 13.<br />

150 Maxwell McCombs, p.1.<br />

151 Walter Lippmann, p. 25-26.<br />

152 Walter Lippmann, p.16-17.<br />

153 Walter Lippmann, p. 29.<br />

154 Walter Lippmann, p. 11.<br />

33


zienswijze <strong>van</strong> een redactie. En daarom ook ziet een liberaal an<strong>de</strong>re feiten en kenmerken dan<br />

een socialist. Ze vin<strong>de</strong>n elkaar onre<strong>de</strong>lijk en misschien zelfs onbegrijpelijk dom, maar het<br />

échte verschil is een verschil in perceptie dat wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> stereotyperingen die<br />

ze erop na hou<strong>de</strong>n. 155<br />

Het publiek kan volgens Lippmann <strong>de</strong> gehele complexe werkelijkheid niet bevatten. <strong>De</strong><br />

werkelijkheid is te allesomvattend, te dynamische en te complex. Toch dient het publiek te<br />

reageren op gebeurtenissen en zich er meningen over te vormen. 156 Publieke opinies wor<strong>de</strong>n<br />

gebaseerd op een door media, belangengroepen en overheid geconstrueer<strong>de</strong> werkelijkheid.<br />

Het gaat niet om een inci<strong>de</strong>nt maar om jarenlang, <strong>van</strong> dag tot dag, selectie en verslag <strong>van</strong><br />

nieuwsfeiten met een enorme invloed op <strong>de</strong> focus en perceptie <strong>van</strong> wat mensen uit het aanbod<br />

bezighoudt. <strong>De</strong> agenda <strong>van</strong> <strong>de</strong> media wordt <strong>de</strong> publieke agenda. <strong>De</strong> media zetten on<strong>de</strong>rwerpen<br />

op <strong>de</strong> publieke agenda zodat het publiek zich hierop focust en wellicht actie on<strong>de</strong>rneemt. Dit<br />

is een belangrijke fase in <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> publieke opinie <strong>van</strong> een massapubliek. <strong>In</strong> het<br />

volgen<strong>de</strong> hoofdstuk wordt ingegaan op <strong>de</strong>ze rol <strong>van</strong> agenda setting door <strong>de</strong> media. 157<br />

155 Walter Lippmann, p. 125.<br />

156 Walter Lippmann, p.16.<br />

157 Maxwell McCombs, p. 1-2.<br />

34


Hoofdstuk 3 – Agenda setting theorie<br />

Eind jaren 1950 en begin jaren zestig was er in Ne<strong>de</strong>rland sprake <strong>van</strong> een hernieuw<strong>de</strong><br />

belangstelling voor <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, aangewakkerd door <strong>de</strong> Eichmann-processen en<br />

rechtzaken tegen oorlogsmisdadigers. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> voorzag in <strong>de</strong> behoefte <strong>van</strong> het<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse publiek door een algemeen verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> complexe werkelijkheid die <strong>de</strong> oorlog<br />

was te construeren. Het wakker<strong>de</strong> <strong>de</strong> belangstelling voor <strong>de</strong> bezettingstijd ver<strong>de</strong>r aan, gaf <strong>de</strong><br />

discussie in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> vorm en inhoud en riep vragen op. <strong>In</strong> haar vertelling leg<strong>de</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong> grote nadruk op het verzet en <strong>de</strong> nationale hel<strong>de</strong>nrol <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse volk. Door<br />

<strong>de</strong> keuzes die <strong>De</strong> Jong en zijn me<strong>de</strong>werkers maakten voor bepaal<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n, bepaal<strong>de</strong><br />

getuigen en bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen werd een beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> bezettingstijd in Ne<strong>de</strong>rland<br />

geschetst. Zowel <strong>de</strong> grote mate <strong>van</strong> overeenstemming als <strong>de</strong> latere felle kritiek op <strong>De</strong> Jongs<br />

geschiedschrijving kwam niet voort uit <strong>de</strong> daadwerkelijke gebeurtenissen uit <strong>de</strong> jaren 1940-<br />

1945, ie<strong>de</strong>reen had immers zijn eigen persoonlijke oorlog beleefd, maar uit het beeld, het<br />

verhaal, <strong>de</strong> pseudo-Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, die <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> haar publiek voorschotel<strong>de</strong>. 158<br />

3.1 Agenda setting<br />

<strong>De</strong> term agenda setting komt in Lippmanns Public Opinion niet voor. Toch is Walter<br />

Lippmann behalve grondlegger <strong>van</strong> het principe <strong>van</strong> een passief antipubliek ook <strong>de</strong><br />

grondlegger <strong>van</strong> <strong>de</strong> agenda setting theorie zoals die in 1968 in <strong>de</strong> Chapel Hill studie door Don<br />

Shaw en Maxwell McCombs, professors aan <strong>de</strong> School of Journalism in <strong>de</strong> Amerikaanse staat<br />

North Carolina, werd getoetst. ‘The world we have to <strong>de</strong>al with politically is out of reach, out<br />

of sight, out of mind,’ schreef Lippmann. 159 Voor bijna alle publieke zaken heeft het publiek<br />

te maken met een twee<strong>de</strong>hands werkelijkheid, een werkelijkheid die vaak gestructureerd<br />

wordt door informatie uit <strong>de</strong> media die hun berichtgeving op <strong>de</strong> ‘échte werkelijkheid’ baseren.<br />

<strong>De</strong> publieke opinie reageert vervolgens niet op die échte werkelijkheid, maar op <strong>de</strong> pseudo-<br />

gebeurtenis zoals <strong>de</strong>ze is geconstrueerd door <strong>de</strong> media tot <strong>de</strong> pictures in our heads. 160<br />

Het eerste empirische bewijs voor <strong>de</strong> agenda setting theorie werd in 1968 verzameld<br />

in Chapel Hill, een stad in North Carolina. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> campagnes <strong>van</strong> <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>ntskandidaten<br />

vergeleken Shaw en McCombs <strong>de</strong> media agenda, ofwel <strong>de</strong> politieke en maatschappelijke<br />

kwesties waaraan <strong>de</strong> media aandacht besteed<strong>de</strong>n, met <strong>de</strong> publieke agenda, ofwel <strong>de</strong> politieke<br />

158 Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 251-255.<br />

159 Walter Lippmann, p. 29.<br />

160 Maxwell McCombs, p. 3.<br />

35


en maatschappelijke kwesties die <strong>de</strong> kiezers <strong>van</strong> Chapel Hill het belangrijkst achtten. <strong>De</strong><br />

hypothetische invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> informatiestroom uit <strong>de</strong> media op <strong>de</strong> aandachtspunten <strong>van</strong> het<br />

publiek noem<strong>de</strong>n ze agenda setting. <strong>De</strong> centrale aanname in het on<strong>de</strong>rzoek was dat <strong>de</strong><br />

kwesties die wer<strong>de</strong>n benadrukt in <strong>de</strong> nieuwsvoorziening in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd ook als belangrijk<br />

wer<strong>de</strong>n ervaren door het publiek. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> media oefen<strong>de</strong>n een directe invloed<br />

uit op <strong>de</strong> publieke agenda.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek richtte zich op <strong>de</strong> ‘zweven<strong>de</strong> kiezers’, burgers <strong>van</strong> Chapel Hill die nog<br />

geen keuze voor een presi<strong>de</strong>ntskandidaat had<strong>de</strong>n gemaakt. Zo werd voorkomen dat <strong>de</strong> invloed<br />

<strong>van</strong> massamedia op <strong>de</strong>elnemers werd ‘vervuild’ door psychologische i<strong>de</strong>ntificatie met politici<br />

of partijstandpunten en selectieve perceptie, <strong>de</strong> neiging <strong>van</strong> het publiek om op zoek te gaan<br />

naar informatie die hun meningen of vermoe<strong>de</strong>ns bevestigen. <strong>De</strong> zweven<strong>de</strong> kiezers moesten<br />

<strong>de</strong> key issues <strong>van</strong> <strong>de</strong> campagne benoemen en in volgor<strong>de</strong> <strong>van</strong> belangrijkheid zetten.<br />

On<strong>de</strong>rtussen analyseer<strong>de</strong>n Shaw en McCombs <strong>de</strong> content <strong>van</strong> vijf lokale en vijf nationale<br />

kranten, twee televisiestations en twee nieuwstijdschriften in <strong>de</strong> weken voorafgaand aan <strong>de</strong><br />

campagnes.<br />

Het kleinschalige on<strong>de</strong>rzoek in Chapel Hill toon<strong>de</strong> een bijna perfecte overeenkomst<br />

tussen <strong>de</strong> door het publiek genoem<strong>de</strong> belangrijke kwesties en <strong>de</strong> door <strong>de</strong> media behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwerpen. Vijf on<strong>de</strong>rwerpen sprongen eruit: buitenlands beleid, veiligheid, economie,<br />

welzijn en burgerrechten. Het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze kwesties on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> onbesliste kiezers was<br />

vrijwel i<strong>de</strong>ntiek aan <strong>de</strong> aandacht die <strong>de</strong> kwesties in <strong>de</strong> media had<strong>de</strong>n gekregen in <strong>de</strong> weken<br />

voorafgaand aan on<strong>de</strong>rzoek. 161 <strong>De</strong> studie in Chapel Hill is hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n keren over <strong>de</strong> hele<br />

wereld herhaald om <strong>de</strong> agenda setting-functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> media met cijfers te kunnen staven.<br />

Lippmanns zoektocht naar <strong>de</strong> link tussen <strong>de</strong> pictures in our head en <strong>de</strong> informatievoorziening<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> media werd kwantitatief en empirisch gestaafd door <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken. 162 Ze bewijzen<br />

dat er een causaal verband tussen <strong>de</strong> agenda <strong>van</strong> <strong>de</strong> media en <strong>de</strong> publieke agenda bestaat. 163<br />

Dat betekent echter niet dat <strong>de</strong> macht <strong>van</strong> <strong>de</strong> media absoluut is. Het is eer<strong>de</strong>r een<br />

proportionele kracht: bepaal<strong>de</strong> mediacontent heeft in bepaal<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n een bepaald<br />

effect op bepaal<strong>de</strong> mensen. Het publiek is immers divers en interpreteert mediaboodschappen<br />

zelfstandig en zeker niet uniform. Eenzijdig aan dit voorbeeld <strong>van</strong> ‘vroege’ agenda setting is<br />

dat het erg op media gefocust is, het bestu<strong>de</strong>ert slechts <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> media en het<br />

publiek. Later on<strong>de</strong>rzoek focust meer op an<strong>de</strong>re agenda setting relaties die <strong>de</strong> publieke<br />

161 Maxwell McCombs, p. 4-8.<br />

162 Maxwell McCombs, p. 69.<br />

163 Maxwell McCombs, p. 16.<br />

36


agenda en ook <strong>de</strong> media agenda beïnvloe<strong>de</strong>n. Er zijn meer<strong>de</strong>re georganiseer<strong>de</strong> agenda’s in<br />

mo<strong>de</strong>rne samenlevingen. Voorbeel<strong>de</strong>n daar<strong>van</strong> zijn <strong>de</strong> agenda’s <strong>van</strong> wettelijke organen en<br />

an<strong>de</strong>re publieke bestuurlijke instanties, concurreren<strong>de</strong> politieke agenda’s in verkiezingstijd of<br />

<strong>de</strong> public relations af<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> bedrijven. Veel informatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid en het<br />

bedrijfsleven wordt georganiseerd en gecommuniceerd door communicatieprofessionals die<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> persconferenties en persberichten invloed uitoefenen op zowel <strong>de</strong> media- als<br />

<strong>de</strong> publieke agenda. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> medische sector, <strong>de</strong> wetenschap en niet<br />

gouvernementele organisaties. 164<br />

Agenda setting is <strong>de</strong> macht <strong>van</strong> media om <strong>de</strong> ‘kwestie <strong>van</strong> <strong>de</strong> dag’ te bepalen. <strong>De</strong><br />

aandacht <strong>van</strong> media voor verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen dicteert het belang dat het publiek hecht<br />

aan <strong>de</strong>ze zaken. 165 Er zijn veel on<strong>de</strong>rwerpen die strij<strong>de</strong>n om publieke aandacht. Toch krijgen<br />

slechts een aantal daadwerkelijk die aandacht. 166 Door <strong>de</strong> beperkte ruimte die media hebben,<br />

zegt <strong>de</strong> selectie <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rwerpen veel over het belang er<strong>van</strong>. Onafhankelijk <strong>van</strong> welk medium<br />

het komt is een sterke focus op een klein aantal bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen een sterke boodschap<br />

naar het publiek toe over wat belangrijk is en aandacht vereist. 167 <strong>De</strong> volgen<strong>de</strong> stap in het<br />

proces <strong>van</strong> agenda setting is het beeld dat <strong>de</strong> media construeren <strong>van</strong> hetgeen waarvoor ze<br />

aandacht vragen. Door gebruik <strong>van</strong> selectie, benadrukken, weglaten en uitleg wordt het<br />

on<strong>de</strong>rwerp in een bepaald frame geplaatst.<br />

3.2 Framing<br />

Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> framing ontstaat een interpretatieka<strong>de</strong>r. Frames hebben een organiserend en<br />

structurerend karakter en geven vorm aan hoe het publiek mediaboodschappen over publieke<br />

zaken moet interpreteren. Selectie en het uitlichten <strong>van</strong> informatie staan centraal in het proces<br />

<strong>van</strong> framing. <strong>In</strong> <strong>de</strong>ze fase <strong>van</strong> agenda setting wor<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> een gebeurtenis<br />

eruit gelicht en vervolgens benadrukt in een tekst, ook beeld valt hieron<strong>de</strong>r, die naar een<br />

publiek wordt gecommuniceerd. Dit kan door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> herhaling, of strategische plaatsing<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> informatie. 168 Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> framen wordt het beeld <strong>van</strong> een gebeurtenis of<br />

164 Maxwell McCombs, p. 89-107.<br />

165 Shantoo Iyengar en Richard Reeves, Do the Media Govern? Politicians, Voters and Reporters in America,<br />

Thousand Oaks, Sage Publications 1997, p. 249-250.<br />

166 Maxwell McCombs, p. 2-3.<br />

167 Maxwell McCombs, p. 20.<br />

168 Maxwell McCombs, p. 87-89.<br />

37


probleem ge<strong>de</strong>finieerd: oorzaak en gevolg wor<strong>de</strong>n uiteengezet, een moreel oor<strong>de</strong>el geveld en<br />

een mogelijke oplossing geopperd. 169<br />

Een <strong>van</strong> <strong>de</strong> meest geciteer<strong>de</strong> experimenten om <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> framing en het proces<br />

<strong>van</strong> selectie, benadrukken en weglaten te illustreren is een on<strong>de</strong>rzoek dat psychologen Daniel<br />

Kahneman en Amos Tversky in 1984 uitvoer<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> on<strong>de</strong>rzoekers vroegen <strong>de</strong>elnemers aan<br />

hun experiment het volgen<strong>de</strong>:<br />

‘Beeld je in dat <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten zich voorberei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> uitbraak <strong>van</strong> een ongebruikelijke<br />

Aziatische ziekte, waar<strong>van</strong> wordt verwacht dat <strong>de</strong>ze zeshon<strong>de</strong>rd do<strong>de</strong>lijke slachtoffers tot<br />

gevolg zal hebben. Twee verschillen<strong>de</strong> bestrijdingsmetho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voorgesteld. Exact het<br />

volgen<strong>de</strong> is <strong>de</strong> consequentie <strong>van</strong> een keuze voor een <strong>van</strong> <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n: Als metho<strong>de</strong> A wordt<br />

gekozen, wor<strong>de</strong>n tweehon<strong>de</strong>rd mensen gered. Als metho<strong>de</strong> B wordt gekozen, is <strong>de</strong> kans<br />

een<strong>de</strong>r<strong>de</strong> dat alle zeshon<strong>de</strong>rd mensen wor<strong>de</strong>n gered en twee<strong>de</strong>r<strong>de</strong> dat niemand wordt gered.<br />

Welke metho<strong>de</strong> heeft uw voorkeur?’ 170<br />

<strong>In</strong> het experiment koos 72 procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers voor metho<strong>de</strong> A, 28 procent<br />

koos metho<strong>de</strong> B. <strong>In</strong> het volgen<strong>de</strong> experiment wer<strong>de</strong>n i<strong>de</strong>ntieke opties voorgelegd om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

rampsituatie te voorkomen, ditmaal echter ‘geframed’ in termen <strong>van</strong> mogelijke do<strong>de</strong>n in<br />

plaats <strong>van</strong> mogelijke overleven<strong>de</strong>n: ‘Als metho<strong>de</strong> C wordt gekozen, zullen vierhon<strong>de</strong>rd<br />

mensen sterven. Als metho<strong>de</strong> D wordt gekozen, is <strong>de</strong> kans een<strong>de</strong>r<strong>de</strong> dat niemand sterft en<br />

twee<strong>de</strong>r<strong>de</strong> dat zeshon<strong>de</strong>rd mensen doodgaan.’ 171 <strong>De</strong> percentages <strong>van</strong> <strong>de</strong> keuzes wer<strong>de</strong>n<br />

omgedraaid door het frame. Metho<strong>de</strong> C werd door 22 procent gekozen, terwijl het i<strong>de</strong>ntieke<br />

metho<strong>de</strong> A door 72 procent werd gekozen. Metho<strong>de</strong> D kreeg 78 procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> stemmen,<br />

terwijl het i<strong>de</strong>ntieke metho<strong>de</strong> B slechts 28 procent kreeg.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek illustreert dat het frame bepaalt of en hoe mensen een probleem zien,<br />

hoe men het zich herinnert, hoe men het evalueert en er vervolgens op reageert. Framing heeft<br />

een effect op een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het publiek dat <strong>de</strong> boodschap ont<strong>van</strong>gt. Het experiment toont<br />

aan dat frames aandacht vragen voor bepaal<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> beschreven werkelijkheid. Dat<br />

betekent <strong>van</strong>zelfsprekend dat <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re aspecten wordt afgeleid. Wat wordt<br />

169<br />

Robert M. Entman, ‘Framing: Towards Clarification of a Fractured Paradigm’, in: Journal of Communication,<br />

43 (4), Herfst 1993, p. 52-53.<br />

170<br />

Daniel Kahneman en Amos Tversky, ‘Choice, values, and frames’, American Psychologist 39, p. 343.<br />

171 Kahneman en Tversky, p. 343<br />

38


weggelaten heeft evenveel effect op hoe het publiek informatie ont<strong>van</strong>gt dan wat wordt<br />

benadrukt. 172<br />

Er is een on<strong>de</strong>rscheid te maken tussen episodic framing en thematic framing. Bij<br />

episodic framing laten media publieke kwesties zien in termen <strong>van</strong> concrete instanties of<br />

specifieke gebeurtenissen. Televisie leent zich het best voor <strong>de</strong> concrete aard <strong>van</strong> episodic<br />

framing omdat het makkelijker in beeld is uit te drukken. Het effect is dat het publiek <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid zoekt bij <strong>de</strong> individuen die centraal staan in <strong>de</strong> boodschap. Thematic<br />

framing legt <strong>de</strong> nadruk vooral op een algemene en abstracte context met veel analyse: thema’s<br />

wor<strong>de</strong>n in een context geplaatst, het komt dan ook vaker voor in geschreven pers. Het effect is<br />

dat het publiek <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid meer bij structurele, sociale factoren legt. 173<br />

Framing heeft plaats op alle locaties in het communicatieproces: <strong>de</strong> zen<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> tekst,<br />

het publiek en <strong>de</strong> cultuur. <strong>De</strong> journalist maakt bewuste en onbewuste keuzes tij<strong>de</strong>ns het<br />

schrijven <strong>van</strong> zijn tekst. <strong>De</strong>ze keuzes wor<strong>de</strong>n gemaakt on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> frames die het<br />

referentieka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> journalist organiseren. <strong>De</strong> tekst bevat frames die zich manifesteren<br />

door bepaal<strong>de</strong> kernwoor<strong>de</strong>n, of juist het gebrek hieraan, door stereotype beel<strong>de</strong>n, brongebruik<br />

en zinnen die thematisch bepaal<strong>de</strong> feiten of oor<strong>de</strong>len kracht bijzetten. <strong>De</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mediaboodschap, het publiek, leest <strong>de</strong> tekst niet per <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong>uit eenzelf<strong>de</strong> frame als <strong>de</strong><br />

zen<strong>de</strong>r. 174 Door veel aandacht te beste<strong>de</strong>n aan bepaal<strong>de</strong> bronnen en collectieve voorstellingen<br />

en het nieuws te interpreteren <strong>van</strong>uit hun eigen referentieka<strong>de</strong>r kunnen media hoogstens een<br />

frame uitdragen. 175 Wanneer <strong>de</strong> boodschap eenmaal verzon<strong>de</strong>n is, is het aan het publiek <strong>de</strong>ze<br />

te interpreteren. <strong>De</strong> invloed <strong>van</strong> media hierop is groot maar niet absoluut. Wat het publiek als<br />

‘opvallend’ of ‘<strong>van</strong> belang’ beschouwt in een tekst is het product <strong>van</strong> <strong>de</strong> interactie tussen <strong>de</strong><br />

tekst en het publiek. Er kan dus niet wor<strong>de</strong>n gegaran<strong>de</strong>erd dat nieuws of een an<strong>de</strong>re<br />

mediaboodschap het publiek <strong>van</strong> mening doet veran<strong>de</strong>ren of tot actie beweegt. 176 <strong>De</strong> cultuur<br />

waarin <strong>de</strong> interactie tussen tekst en publiek plaatsheeft, is op haar beurt weer een verzameling<br />

<strong>van</strong> maatschappelijk geaccepteer<strong>de</strong> en gevorm<strong>de</strong> frames. Op alle locaties heeft framing<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> functie: selecteren en uitlichten. Op <strong>de</strong>ze manier kan een probleem, oorzaak,<br />

evaluatie en oplossing naar voren wor<strong>de</strong>n gebracht. 177 En hoewel <strong>de</strong> media niet altijd<br />

172 Robert M. Entman, p. 53-54.<br />

173 Shanto Iyengar en Richard Reeves, p. 250-251.<br />

174 Robert M. Entman, p. 52-53.<br />

175 Peter Vasterman, Mediahypes, Aksant, Amsterdam 2004, p. 241-242.<br />

176 Bernard Cohen, The Press and Foreign Policy, Princeton University Press, Princeton 1963, p. 13.<br />

177 Robert M. Entman, p. 52-53.<br />

39


succesvol zijn in het bepalen wat het publiek moet <strong>de</strong>nken, zijn ze vaak erg succesvol in het<br />

bepalen waarover het publiek moet na<strong>de</strong>nken. 178<br />

3.3 Priming<br />

Dat <strong>de</strong> media wel invloed kunnen hebben op <strong>de</strong> richting <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke opinie en dus<br />

het gedrag <strong>van</strong> het publiek kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n blijkt uit een volgen<strong>de</strong> stap in het proces <strong>van</strong><br />

agenda setting: priming. Priming is een uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> agenda setting. Het brengt<br />

<strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> media rechtstreeks in het centrum <strong>van</strong> publieke opinievorming. Het beeld<br />

dat het publiek vormt op basis <strong>van</strong> informatie uit <strong>de</strong> media bepaalt hun opinie en gedrag. Er<br />

bestaat een dui<strong>de</strong>lijk verband tussen <strong>de</strong> opvallendheid <strong>van</strong> een on<strong>de</strong>rwerp en het belang <strong>van</strong><br />

bepaal<strong>de</strong> aspecten die binnen dat on<strong>de</strong>rwerp wor<strong>de</strong>n uitgelicht en <strong>de</strong> richting <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke<br />

opinie. 179<br />

<strong>De</strong> woordkeuze, toonzetting maar ook het benadrukken of juist weglaten <strong>van</strong><br />

informatie kan <strong>van</strong> invloed zijn op <strong>de</strong> perceptie <strong>van</strong> het publiek. Als een klein aspect<br />

opvallend wordt gemaakt, dat staat voor een groter goed, een mening, een opvatting, dan heeft<br />

dat invloed op <strong>de</strong> manier waarop het publiek <strong>de</strong> kwestie beoor<strong>de</strong>elt. <strong>In</strong> sommige gevallen<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze ‘geprime<strong>de</strong>’ aspecten door het publiek overgenomen, en zijn ze bepalend in het<br />

vormen <strong>van</strong> hun mening. 180<br />

<strong>De</strong> zwartwitte weergave <strong>van</strong> ‘goed’ en ‘fout’ in <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> en <strong>de</strong> invloed daar<strong>van</strong> op<br />

haar publiek is een voorbeeld <strong>van</strong> een opvatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> makers die door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> priming<br />

<strong>van</strong> kleinere, gerelateer<strong>de</strong> aspecten werd overgebracht op het publiek. NSB’ers wer<strong>de</strong>n in <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong> zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring en zon<strong>de</strong>r nuances negatief neergezet en collaboreren<strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs waren volgens <strong>de</strong> documentaire een geïsoleer<strong>de</strong> groep in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

samenleving. Hiertegenover stond een lofzang aan het verzet en <strong>de</strong> strijdbare houding <strong>van</strong> het<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse volk dat wijdverbreid was. Samenhangend met het benadrukken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze twee<br />

extremen verdween het grijze gebied dat daartussen lag in zijn geheel. 181<br />

<strong>De</strong>ze weergave <strong>van</strong> <strong>de</strong> bezettingstijd kon bij <strong>de</strong> oorlogsgeneratie veelal rekenen op<br />

instemming. Het bevestig<strong>de</strong> <strong>de</strong> verwachtingen <strong>van</strong> dit publiek en kwam overeen met <strong>de</strong> eigen<br />

herinneringen aan <strong>de</strong> oorlog. Voor <strong>de</strong> jongere generatie <strong>van</strong> na <strong>de</strong> oorlog gold dat niet. Zij<br />

bekeken <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> <strong>van</strong>uit een an<strong>de</strong>r frame en had<strong>de</strong>n moeite met <strong>de</strong> ‘geprime<strong>de</strong>’ aspecten<br />

die een veroor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> ‘goed’ en ‘fout’ uitdroegen. Ze von<strong>de</strong>n dat <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> een sterk<br />

178 Bernard Cohen, p. 13.<br />

179 Maxwell McCombs, p. 121-124.<br />

180 Shanto Iyengar en Richard Reeves, p. 250.<br />

181 Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 66-68.<br />

40


vereenvoudig<strong>de</strong> reconstructie was <strong>van</strong> <strong>de</strong> complexe werkelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog. <strong>De</strong> ‘geprime<strong>de</strong>’ opvatting bewoog <strong>de</strong> publieke opinie. Het wekte kritische<br />

vragen op en leid<strong>de</strong> tot een heftige discussie tussen <strong>de</strong> jongere en ou<strong>de</strong>re generatie. 182<br />

182 Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 253-254.<br />

41


Hoofdstuk 4 – Historische documentaires in Duitsland<br />

Op weg naar <strong>de</strong> casus in dit on<strong>de</strong>rzoek – Die Besatzung Die Nie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong> 1940-45 – is het <strong>van</strong><br />

belang <strong>de</strong> context te schetsen waarin <strong>de</strong>ze Duitse versie <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> werd uitgezon<strong>de</strong>n.<br />

<strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland was het oorlogsverle<strong>de</strong>n als on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> documentaires zeer dominant:<br />

een<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> 1100 geproduceer<strong>de</strong> documentaires tussen 1951 en 1990. 183 Duitsland gaat<br />

daar ruim overheen met 1200 programma’s in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1963-1993. 184 Opvallend is wel dat<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse zen<strong>de</strong>rs zich drie jaar eer<strong>de</strong>r aan documentaires met <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog als<br />

thema waag<strong>de</strong>n dan Duitse zen<strong>de</strong>rs. 185<br />

<strong>De</strong> Duitse televisie werd in <strong>de</strong> eerste jaren na <strong>de</strong> bevrijding getypeerd door stilte<br />

rondom het naziverle<strong>de</strong>n. 186 Er zijn twee sleutelproducties te noemen die het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

stilte inluid<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> Franse holocaust-film Nuit et Brouillard <strong>van</strong> Alain Resnais uit 1956 en<br />

Het dagboek <strong>van</strong> Anne Frank uit 1958. Laatstgenoem<strong>de</strong> toneelverfilming was erg populair<br />

on<strong>de</strong>r Duitse jongeren die naar aanleiding <strong>van</strong> Anne Frank <strong>de</strong> Holocaust wil<strong>de</strong>n her<strong>de</strong>nken.<br />

Dit stuitte op verzet bij <strong>de</strong> oorlogsgeneratie en er ontstond een discussie over <strong>de</strong> oorlog. 187<br />

Tekenend voor <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijdsgeest in <strong>de</strong> jaren 1950 is dat Het Achterhuis al in<br />

1947 in boekvorm in Ne<strong>de</strong>rland werd gepubliceerd. Binnen drie jaar werd het ook in het Duits<br />

en het Frans vertaald maar grote successen bleven uit. Anne Franks va<strong>de</strong>r Otto Frank ving<br />

zelfs meer<strong>de</strong>re malen bot toen hij Het Achterhuis in Amerika wil<strong>de</strong> laten uitgeven.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk stem<strong>de</strong> een Amerikaanse uitgever toe mits <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> vertaling ge<strong>de</strong>eld<br />

kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met een Engelse uitgever. <strong>De</strong> Engelse versie verscheen uitein<strong>de</strong>lijk pas in<br />

1952 op <strong>de</strong> Amerikaanse markt, uitgegeven door Doubleday, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel Anne Frank. The<br />

diary of a young girl. Op 5 oktober 1955 beleef<strong>de</strong> <strong>de</strong> toneelversie <strong>van</strong> het boek haar première<br />

op Broadway in New York. Met groot succes werd het stuk duizen<strong>de</strong>n keren opgevoerd. <strong>In</strong><br />

1958 ging vervolgens <strong>de</strong> Hollywood verfilming The Diary of Anne Frank <strong>van</strong> regisseur<br />

George Stevens in première. <strong>De</strong>ze film werd ook in Ne<strong>de</strong>rlandse en Duitse bioscopen<br />

vertoond en sprak jongeren aan. Meer dan tien jaar na publicatie werd het verhaal <strong>van</strong> Anne<br />

Frank pas populair nadat Broadway en Hollywood zich erover had<strong>de</strong>n ontfermd. 188<br />

183<br />

Chris Vos, ‘Breaking the mirror: Dutch television and the history of the Second World War’, p. 124.<br />

184<br />

Wulf Kansteiner, <strong>In</strong> pursuit of German memory: history, television and politics after Auschwitz. Ohio<br />

University Press, Athens, Ohio 2006, p. 111.<br />

185<br />

Henri Beun<strong>de</strong>rs, p. 154-157.<br />

186<br />

Bruce Arthur Murray en Christopher J. Wickham, p. 226-228.<br />

187<br />

Bruce Arthur Murray en Christopher J. Wickham, p. 226-230.<br />

188<br />

Chris Vos, ‘Breaking the mirror: Dutch television and the history of the Second World War’, p. 124.<br />

42


<strong>In</strong> <strong>de</strong> Duitse televisieproducties <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren zestig werd direct en zelfkritisch<br />

engagement met betrekking tot <strong>de</strong> nazigeschie<strong>de</strong>nis verme<strong>de</strong>n. Er waren drie soorten<br />

programma’s te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Allereerst wer<strong>de</strong>n er documentaires uitgezon<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> Duits-<br />

Joodse cultuur behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n. Tot een twee<strong>de</strong>, erg populaire soort, hoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> geïmporteer<strong>de</strong><br />

films, die groten<strong>de</strong>els uit Oost-Europa afkomstig waren. Ze waren zelf-kritisch <strong>van</strong> toon en<br />

vertel<strong>de</strong>n verhalen over mislukte reddingsacties of ontsnappingen <strong>van</strong> Joodse slachtoffers <strong>van</strong><br />

het naziregime. <strong>De</strong> films leg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nadruk op morele dilemma’s <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking die zich<br />

soms niet kon en vaak niet wil<strong>de</strong> verzetten tegen <strong>de</strong> bezetter. <strong>In</strong> Oost-Europese lan<strong>de</strong>n gold<br />

dit als zelf-kritisch maar in <strong>de</strong> Duitse context was het een twijfelachtige on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

conclusie dat <strong>de</strong> Duitsers geen antwoord had<strong>de</strong>n op het naziregime en dus <strong>de</strong> status <strong>van</strong> bezet<br />

gebied verdien<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> soort programma’s waren verhalen waarin heldhaftige Duitsers<br />

centraal ston<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> hoofdrollen wer<strong>de</strong>n vaak vertolkt door geestelijken en collaborateurs met<br />

<strong>de</strong> geallieer<strong>de</strong> zaak, uit het Duitse leger. Dit alles om het geloof in <strong>de</strong> Duitse humaniteit te<br />

herstellen.<br />

Het probleem was lange tijd dat <strong>de</strong> historische documentaires wer<strong>de</strong>n gemaakt door en<br />

voor mensen die <strong>de</strong> oorlog bewust had<strong>de</strong>n meegemaakt. Het waren hierdoor geen<br />

reconstructies <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis maar een hulpmid<strong>de</strong>l bij het verwerken <strong>van</strong> het<br />

oorlogstrauma en het herstellen <strong>van</strong> het imago <strong>van</strong> Duitsland. <strong>De</strong> programma’s waren anti-<br />

nazi en bevatten strategieën om publieksloyaliteit aan het ‘nieuwe Duitsland’ te versterken en<br />

<strong>de</strong> zware erfenis <strong>van</strong> het nazisme te verzachten. 189 Hoewel Ne<strong>de</strong>rland een an<strong>de</strong>r trauma te<br />

verwerken had dan <strong>de</strong> Duitsers zijn er overeenkomsten in <strong>de</strong> nationalistische en patriarchische<br />

toon <strong>van</strong> <strong>de</strong> televisieprogramma’s in <strong>de</strong>ze fase <strong>van</strong> collectief communicatief geheugen.<br />

Zoals <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> door critici als een versimplificeer<strong>de</strong> versie <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid<br />

werd gezien had<strong>de</strong>n ook Duitse televisieprogramma’s in <strong>de</strong> jaren zestig vaak een<br />

schematische en voorspelbare narratie. 190 Er werd gebruik gemaakt <strong>van</strong> stereotype karakters<br />

en situaties. Dit om het publiek <strong>de</strong> kans te geven haar herinneringen te heror<strong>de</strong>nen of zich te<br />

kunnen inleven in <strong>de</strong> ervaringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorlog. Het onvermij<strong>de</strong>lijke verwijt <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe<br />

generatie was hetzelf<strong>de</strong> verwijt dat <strong>De</strong> Jong te horen kreeg: het beeld dat werd geschetst was<br />

te zwartwit. Een an<strong>de</strong>r kritiekpunt was dat <strong>de</strong> televisieprogramma’s geen reflectie waren <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> discussies die in <strong>de</strong> Duitse samenleving speel<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> tijd <strong>van</strong> vergangenheitsbewältigung,<br />

het omgaan met het verle<strong>de</strong>n, en trauerarbeit stond bol <strong>van</strong> heftige tegenstellingen tussen<br />

jong en oud en het publiek en politici. Hier<strong>van</strong> was weinig terug te zien in <strong>de</strong> verbeelding <strong>van</strong><br />

189 Wulf Kansteiner, p. 139.<br />

190 Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 79-84.<br />

43


<strong>de</strong> oorlog. Het duur<strong>de</strong> tot 1978, toen <strong>de</strong> Amerikaanse dramaserie Holocaust <strong>van</strong> Gerald Green<br />

en Marvin J. Chomski werd uitgezon<strong>de</strong>n, voordat een directe confrontatie met het verle<strong>de</strong>n<br />

werd aangegaan. Voor 1978 was <strong>de</strong> houding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse televisie vooral te typeren als <strong>van</strong><br />

‘(…) a nation refusing and unable to begin the labor of mourning’. 191<br />

Ondanks alle kritiek heeft <strong>de</strong> Duitse televisie een cruciale rol gespeeld in het<br />

verwerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> nazitijd. Programmamakers ston<strong>de</strong>n tussen het volk en <strong>de</strong> intelligentsia in<br />

en wisten <strong>de</strong> verhalen over het naziverle<strong>de</strong>n bij het Duitse publiek te krijgen. Ze slaag<strong>de</strong>n erin<br />

te verbeel<strong>de</strong>n hoe Duitsland zich ontwikkel<strong>de</strong> tot een <strong>de</strong>mocratische samenleving die in <strong>de</strong><br />

loop <strong>de</strong>r tijd een verrassend kritische houding tegenover haar verle<strong>de</strong>n aannam. 192<br />

191 Bruce Arthur Murray en Christopher J. Wickham, p. 222.<br />

192 Wulf Kansteiner, 111-151.<br />

44


Hoofdstuk 5 – Casus: Die Besatzung<br />

<strong>In</strong> augustus 1961 nam Loe <strong>de</strong> Jong contact op met <strong>de</strong> West<strong>de</strong>utsche Rundfunk (WDR). Hij<br />

wil<strong>de</strong> met <strong>de</strong> scenario’s <strong>van</strong> zijn successerie <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> naar Duitsland te komen. 193 Vijf<br />

jaar later kwam het tot een afspraak en <strong>De</strong> Jong reis<strong>de</strong> af naar Keulen voor een viewing <strong>van</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> aan enkele afgevaardig<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> WDR. <strong>De</strong> Duitse televisiezen<strong>de</strong>r toon<strong>de</strong> zich<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk. Er werd besloten het leed <strong>van</strong> het kleine buurland ook aan het Duitse volk te<br />

vertonen. 194 <strong>De</strong> eerste aflevering <strong>van</strong> Die Besatzung – Die Nie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong> 1940-45 werd op 6<br />

oktober 1966 op <strong>de</strong> Bildungsfernsehen uitgezon<strong>de</strong>n. 195<br />

Waarom wil<strong>de</strong> <strong>De</strong> Jong <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op <strong>de</strong> Duitse televisie krijgen? En wat waren <strong>de</strong><br />

beweegre<strong>de</strong>nen voor <strong>de</strong> WDR om <strong>de</strong> serie uit te zen<strong>de</strong>n? Hoe reageer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse pers op<br />

Die Besatzung en wat waren <strong>de</strong> reacties in <strong>de</strong> Duitse pers? Werd Die Besatzung, net als <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong>, een monument? <strong>In</strong> <strong>de</strong>ze casus zal ik proberen een beeld te schetsen <strong>van</strong> een<br />

Ne<strong>de</strong>rlands-Duitse productie met een gevoelig thema. <strong>In</strong> hoeverre is Die Besatzung – Die<br />

Nie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong> 1940-45 een succes te noemen?<br />

5.1 Metho<strong>de</strong><br />

Om <strong>de</strong> receptie <strong>van</strong> Die Besatzung te on<strong>de</strong>rzoeken heb ik me gericht op recensies en reacties<br />

in <strong>de</strong> pers. Dat is methodologisch geen waterdichte metho<strong>de</strong>. <strong>De</strong> pers is immers niet<br />

representatief voor <strong>de</strong> publieke opinie. 196 Historicus Chris Vos geeft twee re<strong>de</strong>nen om<br />

persreacties als peiler voor <strong>de</strong> receptie <strong>van</strong> een historische documentaire, zoals Die Besatzung,<br />

te nemen. <strong>De</strong> eerste is dat er buiten <strong>de</strong> pers weinig gegevens bestaan die iets zeggen over <strong>de</strong><br />

receptie. Ten twee<strong>de</strong> geeft <strong>de</strong> pers, met name via <strong>de</strong> recensies en commentaren, een goe<strong>de</strong><br />

indicatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke opinie. <strong>De</strong> mening <strong>van</strong> journalisten is ook publieke opinie. <strong>De</strong><br />

media geven een beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> receptie <strong>van</strong> Die Besatzung en <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> opvattingen in die<br />

tijd. 197<br />

193 <strong>De</strong> Jong schreef op 15 augustus 1961 aan Gerd Ruge <strong>van</strong> WDR dat hij in <strong>de</strong> toekomst met het script <strong>van</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong> naar Keulen wil komen. Gerd Ruge stuur<strong>de</strong> <strong>de</strong> Jong het script <strong>van</strong> Das Dritte Reich, door <strong>de</strong> Jong<br />

opgevraagd ter voorbereiding <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>. Bron: Ne<strong>de</strong>rlands <strong>In</strong>stituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).<br />

Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntiearchief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

194<br />

[auteur onbekend], Het Vrije Volk, ‘Ge<strong>de</strong>elte ‘<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>’ op Duitse schermen’, 11-01-1966.<br />

195<br />

Uit het script <strong>van</strong> Die Besatzung in het correspon<strong>de</strong>ntiearchief <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlands <strong>In</strong>stituut voor<br />

Oorlogsdocumentatie (NIOD). Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntiearchief, Algemeen I: Die Besatzung en Queridouitgave.<br />

196<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 14-15.<br />

197<br />

Zie hiervoor <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> in Chris Vos’ proefschrift Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong><br />

documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland. Verloren. Hilversum 1995.<br />

45


<strong>De</strong> receptie <strong>van</strong> Die Besatzung in Ne<strong>de</strong>rland heb ik gebaseerd op publicaties in <strong>De</strong><br />

Volkskrant; Het Vrije Volk; Het Parool; het Eindhovens Dagblad; Trouw; <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Rotterdamse Courant en G.W Voormalig Verzet Ne<strong>de</strong>rland, een blad voor oud-<br />

verzetsstrij<strong>de</strong>rs. Wat Duitse kranten betreft heb ik <strong>de</strong> Frankfurter Allgemeine Zeitung, Die<br />

Welt, Das Parlement, <strong>de</strong> Süd<strong>de</strong>utsche Zeitung, Frankfurter Rundschau, <strong>de</strong> Rheinische Post en<br />

<strong>De</strong>r Spiegel bestu<strong>de</strong>erd. Ik heb me geconcentreerd op het jaargang 1966 waarin zowel <strong>de</strong><br />

productie als <strong>de</strong> uitzending <strong>van</strong> Die Besatzung plaatsvond.<br />

<strong>De</strong> totstandkoming <strong>van</strong> Die Besatzung heb ik on<strong>de</strong>rzocht door <strong>de</strong> correspon<strong>de</strong>ntie<br />

tussen <strong>De</strong> Jong, <strong>de</strong> WDR en alle betrokkenen te bestu<strong>de</strong>ren. Uit analyse daar<strong>van</strong> blijkt hoe <strong>de</strong><br />

verhoudingen tussen <strong>de</strong> betrokkenen lagen, welke ambities ze had<strong>de</strong>n, welke doelen gesteld<br />

wer<strong>de</strong>n, welke keuzes gemaakt en <strong>de</strong> problemen die op hun pad kwamen. Om daarbij een<br />

beter beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijdsgeest <strong>van</strong> 1966 te krijgen heb ik <strong>de</strong> regisseur <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>, Milo<br />

Anstadt, geïnterviewd. <strong>De</strong> Jong had schriftelijk contact met hem opgenomen om over het<br />

Duitse script en met name <strong>de</strong> discussie-uitzending te spreken. 198 Anstadt had <strong>de</strong>ze brief echter<br />

nooit ont<strong>van</strong>gen en was op geen enkele manier betrokken geweest bij Die Besatzung.<br />

5.2 <strong>De</strong> productie<br />

Wegens het succes <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> en om een nog groter publiek te bereiken wil<strong>de</strong> <strong>De</strong> Jong<br />

met zijn documentaire <strong>de</strong> grens over. <strong>De</strong>ze internationale ambities waren al zichtbaar tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> oorlog. Eind 1940 kreeg hij het verzoek <strong>van</strong> een Britse uitgeverij een boek te schrijven<br />

over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse reacties op <strong>de</strong> Duitse bezetting. Dit werd Holland fights the Nazis. Een<br />

an<strong>de</strong>r voorbeeld is zijn speelfilm <strong>De</strong> Overval die in 1963 in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bioscopen<br />

verscheen: het zou <strong>de</strong> eerste nagesynchroniseer<strong>de</strong> film in het buitenland wor<strong>de</strong>n. 199<br />

Al voor <strong>de</strong> eerste uitzending <strong>van</strong> Die Besatzung zocht <strong>De</strong> Jong naar mogelijkhe<strong>de</strong>n om<br />

<strong>de</strong> serie in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> man te brengen. Bijvoorbeeld in Scandinavië. <strong>De</strong> Jong zocht<br />

contact met prof.dr. Magne Skodvin <strong>van</strong> het historisch instituut aan <strong>de</strong> universiteit <strong>van</strong> Oslo.<br />

Hij opper<strong>de</strong> het i<strong>de</strong>e een Noorse versie <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> te maken voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

televisie, en Die Besatzung in Noorwegen, <strong>De</strong>nemarken en Zwe<strong>de</strong>n uit te zen<strong>de</strong>n. Skodvin<br />

stuur<strong>de</strong> het verzoek door naar <strong>de</strong> Noorse omroep. 200 <strong>De</strong> Jong probeer<strong>de</strong> het ook in <strong>de</strong><br />

198 <strong>De</strong> Jong schreef op 31 augustus 1966 een brief aan Milo Anstadt. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie<br />

archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

199 Henri Beun<strong>de</strong>rs, p. 149-159.<br />

200 <strong>De</strong> Jong schreef op 17 juni 1966 met Prof. Dr. Magne Skodvin <strong>van</strong> Historisk <strong>In</strong>stitutt Universitetet i Oslo<br />

over Die Besatzung. Op 21 juni 1966 ontving hij een antwoord <strong>van</strong> Skodvin. Bron: NIOD. Collectie 700:<br />

correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

46


Verenig<strong>de</strong> Staten waar hij Die Besatzung aan Daniel Schorr <strong>van</strong> Columbia Broadcasting<br />

System (CBS) aanbeval. 201 Bei<strong>de</strong> pogingen bleven steken.<br />

Op maandag 10 januari 1966 reis<strong>de</strong>n plaatsver<strong>van</strong>gend hoofd <strong>van</strong> <strong>de</strong> VARA-<br />

televisiedienst, Otto Montagne, NTS-voorzitter Emile Schüttenhelm en Loe <strong>de</strong> Jong af naar<br />

Keulen om daar twee afleveringen <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> te vertonen. <strong>De</strong> basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze afspraak<br />

werd gelegd toen <strong>De</strong> Jong in 1961 het script <strong>van</strong> Das Dritte Reich. 202 <strong>De</strong> vertoning <strong>van</strong> het<br />

beeldmateriaal werd bekeken door dr. Klaus von Bismarck, intendant <strong>van</strong> <strong>de</strong> WDR, plus enkele<br />

journalisten en wetenschappers. Von Bismarck verklaar<strong>de</strong> dat hij ‘<strong>van</strong> talrijke gebeurtenissen,<br />

die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlog in Ne<strong>de</strong>rland voorgevallen waren, onkundig was geweest.’ 203 Hij stel<strong>de</strong><br />

voor een Duitse serie te maken met <strong>de</strong> bezettingsjaren in Ne<strong>de</strong>rland als thema. Von Bismarck<br />

vroeg <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> technische leiding op zich te nemen. Zijn <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> dien<strong>de</strong> als<br />

basismateriaal. Er werd een team samengesteld om <strong>de</strong> wetenschappelijke fun<strong>de</strong>ring, bij <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong> al gelegd door het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD), te verzekeren.<br />

Dr. F.W. Räuker stond aan het hoofd <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Wissenschaftliche Abteilung. 204<br />

Uit het beeldmateriaal <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> stel<strong>de</strong> <strong>De</strong> Jong een selectie samen. Hij werkte<br />

hiervoor nauw samen met Heiner Lichtenstein die later werd aangesteld als presentator. 205<br />

Lichtenstein was wetenschapsredacteur bij <strong>de</strong> WDR. Het is ondui<strong>de</strong>lijk waarom <strong>De</strong> Jong niet<br />

zelf <strong>de</strong> presentatie op zich nam. Hij beheerste <strong>de</strong> Duitse taal voortreffelijk, getuige zijn<br />

optre<strong>de</strong>ns in een televisiediscussie in Bonn naar aanleiding <strong>van</strong> Die Besatzung, <strong>de</strong><br />

briefcorrespon<strong>de</strong>ntie in het Duits en zijn <strong>de</strong>elname aan <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> discussieaflevering <strong>van</strong> Die<br />

Besatzung. 206<br />

Nog voor <strong>de</strong> samenwerking goed en wel <strong>van</strong> start was gegaan, het grootste ge<strong>de</strong>elte<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> daadwerkelijke productie vond in juni tot en met september 1966 plaats, roem<strong>de</strong> <strong>De</strong><br />

Jong <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> WDR omging met het oorlogsverle<strong>de</strong>n. ‘Ik heb <strong>de</strong> stellige indruk dat<br />

<strong>de</strong> WDR heel goed begrijpt dat <strong>de</strong>ze zaak tegenover het Duitse publiek moeilijk ligt. Het gaat<br />

om har<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> WDR is men daar gelukkig niet bang voor.’ 207 Met het uitzen<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

201<br />

Op 2 september schreef <strong>De</strong> Jong aan brief aan zijn vriend Daniel Schorr <strong>van</strong> het Amerikaanse CBS. Bron:<br />

NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

202<br />

Op 15 aug 1961 schreef <strong>De</strong> Jong aan Gerd Ruge <strong>van</strong> WDR. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief,<br />

Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

203<br />

[auteur onbekend], Eindhovens Dagblad, ‘<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>’ op Duitse televisie’, 12-1-1966.<br />

204<br />

[auteur onbekend], Eindhovens Dagblad, ‘<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>’ op Duitse televisie’, 12-1-1966.<br />

205<br />

Het eerste schriftelijke contact tussen <strong>De</strong> Jong en Lichtenstein was op 18 mei 1966. Bron: NIOD. Collectie<br />

700: correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

206<br />

[auteur onbekend], G.W Voormalig Verzet Ne<strong>de</strong>rland, ‘Duitsers zagen eerste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> “Die Besatzung”’, 07-<br />

10-1966.<br />

207<br />

[auteur onbekend], Trouw, ‘Uitzending “<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>”’, 15-01-1966.<br />

47


Das Dritte Reich, een documentaire uit zestig over het leven in Hitlers Duitsland <strong>van</strong> 1933 tot<br />

1945, had <strong>de</strong> WDR zich al eer<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> oorlog als thema op televisie gewaagd.<br />

Het was <strong>de</strong> bedoeling drie of vier uitzendingen te maken <strong>van</strong> een half uur en die in januari<br />

of februari 1967 uit te zen<strong>de</strong>n. Uitein<strong>de</strong>lijk zag het programmaschema er als volgt uit:<br />

- Don<strong>de</strong>rdag 6 oktober 1966 <strong>van</strong> 20.15u – 20.45u.<br />

Aflevering 1. <strong>De</strong>r Angriff<br />

- Don<strong>de</strong>rdag 13 oktober 1966 <strong>van</strong> 20.15u – 20.45u.<br />

Aflevering 2. Kollaboration und Wi<strong>de</strong>rstand<br />

- Don<strong>de</strong>rdag 20 oktober 1966 <strong>van</strong> 20.15u – 20.45u.<br />

Aflevering 3. Ju<strong>de</strong>nverfolgung<br />

- Don<strong>de</strong>rdag 27 okober 1966 <strong>van</strong> 20.15u – 20.45u.<br />

Aflevering 4. Die Befreiung<br />

- Don<strong>de</strong>rdag 3 november 1966 <strong>van</strong> 20.15u – 21.00u<br />

Aflevering 5. Rückblik: Eine Diskussion zwischen dr. L. <strong>de</strong> Jong, professor dr.<br />

Jacques Presser und professor dr. Jan Bastiaans. Leitung: Heiner Lichtenstein. 208<br />

Op 24 juni 1966 droeg <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> over aan <strong>de</strong> WDR. Ook<br />

stuur<strong>de</strong> hij een lijst met alle contactgegevens <strong>van</strong> getuigen en bronnen die gebruikt waren bij<br />

<strong>de</strong> productie <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>. <strong>De</strong> Jong on<strong>de</strong>rhield zelf schriftelijk contact met <strong>de</strong>ze getuigen.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> foto’s en an<strong>de</strong>r beeldmateriaal kwam op kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> WDR. <strong>In</strong> een enkel<br />

geval, zoals met mevrouw Violette Cornelius, gebruikten ze beeldmateriaal zon<strong>de</strong>r<br />

toestemming. Mevrouw Cornelius reageer<strong>de</strong> niet op <strong>De</strong> Jongs brieven, haar foto’s wer<strong>de</strong>n<br />

niettemin gebruikt in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> aflevering: Kollaboration und Wi<strong>de</strong>rstand. 209<br />

Het beeldmateriaal kwam ook <strong>van</strong> over <strong>de</strong> grens. <strong>De</strong> Jong schreef het Central Office of<br />

<strong>In</strong>formation in London aan voor een fragment <strong>van</strong> twintig secon<strong>de</strong>n uit School of Danger.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk wist hij <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n te bemachtigen via het Imperial War Museum. Er werd ook<br />

contact opgenomen met <strong>de</strong> Stock Shot Library National Film Board in Canada voor beel<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bevrijding. Wat opvalt in <strong>de</strong>ze correspon<strong>de</strong>ntie zijn <strong>de</strong> oorlogsemoties. <strong>De</strong> Jong liet<br />

208<br />

Uit het script <strong>van</strong> Die Besatzung in het correspon<strong>de</strong>ntiearchief <strong>van</strong> het NIOD. Collectie 700 Algemeen I: Die<br />

Besatzung en Querido-uitgave.<br />

209<br />

Op 12 september 1966 schreef <strong>De</strong> Jong aan Räuker dat Violette Cornelius nauwelijks bereikbaar is. Toch<br />

wil<strong>de</strong> hij haar foto’s gebruiken in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> aflevering: Kollaboration und Wi<strong>de</strong>rstand. <strong>De</strong> Jong nam <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid op zich. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en<br />

Querido-uitgave.<br />

48


nadrukkelijk zijn waar<strong>de</strong>ring blijken voor <strong>de</strong> Britse en Cana<strong>de</strong>se bijdrage in <strong>de</strong> bevrijding. Hij<br />

vermeldt in elke brief dat het Ne<strong>de</strong>rlandse volk zwaar heeft gele<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlog. Vanuit<br />

Canada wordt hij door <strong>de</strong> chief Stock Shots & Film Research hartelijk bedankt voor <strong>de</strong><br />

publiciteit die Die Besatzung zal geven aan <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> Canada tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bevrijding. 210<br />

<strong>De</strong> Jong stond bekend om zijn verbluffend snelle manier <strong>van</strong> werken. 211 <strong>De</strong> productie<br />

<strong>van</strong> Die Besatzung volg<strong>de</strong> dat stramien. <strong>In</strong> een paar maan<strong>de</strong>n tijd wer<strong>de</strong>n vier afleveringen en<br />

een discussie-uitzending voorbereid. Toen <strong>de</strong> productie er in september op zat was <strong>De</strong> Jong<br />

nog steeds erg te spreken over <strong>de</strong> samenwerking met <strong>de</strong> WDR. <strong>In</strong> een dankbrief aan Von<br />

Bismarck schrijft hij zich geen betere samenwerking te kunnen wensen. Hetzelf<strong>de</strong> schreef hij<br />

aan programmacommissaris Rengelink <strong>van</strong> <strong>de</strong> NTS. 212 <strong>De</strong> Jong on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> zijn<br />

tevre<strong>de</strong>nheid in <strong>de</strong> brieven niet, het kon dus ook diplomatiek of uit beleefdheid zijn geweest.<br />

Wel sprak hij zijn hoop uit dat Die Besatzung veel reacties op zou roepen in Duitsland en zou<br />

bijdragen aan we<strong>de</strong>rzijds begrip tussen Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs en Duitsers. 213<br />

Het grote succes <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> schuil<strong>de</strong> in het overstijgen <strong>van</strong> herinneringen en<br />

<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n die verschillen<strong>de</strong> maatschappelijke groeperingen in het verzuil<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rland erop<br />

na hiel<strong>de</strong>n. Er was behoefte aan een algemene reconstructie die <strong>de</strong> traumatische<br />

gebeurtenissen in context plaatste. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> sloot daarbij aan zon<strong>de</strong>r zich op een bepaal<strong>de</strong><br />

zuil te richten. Televisie speel<strong>de</strong> hierin een grote rol: het won aan populariteit en mensen<br />

waren er benieuwd naar en gevoelig voor. Omdat er slechts één kanaal was dat alle zuilen<br />

moest bedienen werd <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> als een klassenloze, nationale voorstelling neergezet,<br />

uitgezon<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Televisie Stichting. 214 Een uitzon<strong>de</strong>ring in<br />

een tijd waarin <strong>de</strong> documentaire werd gezien als <strong>de</strong> stem <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuil, <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale manier om<br />

mensen te ‘verlichten’ en gebeurtenissen te interpreteren binnen <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> een<br />

levensbeschouwing. 215<br />

<strong>De</strong> afleveringen <strong>van</strong> Die Besatzung wer<strong>de</strong>n uitgezon<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> Bildungsfernsehen, op<br />

het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> net <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse televisie. Het net had een educatieve functie en kon slechts<br />

210<br />

Op 8 juni 1966 schreef <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong>ze brieven aan het Central Office of <strong>In</strong>formation in Lon<strong>de</strong>n, Mr. Sutters en<br />

Nadine Manning <strong>van</strong> Stock Shot Library National Film Board in Canada. Op 15 juni 1966 kreeg hij antwoord uit<br />

Canada. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

211<br />

Henri Beun<strong>de</strong>rs. p. 150.<br />

212<br />

<strong>De</strong> brieven aan Rengelink en Von Bismarck schreef <strong>De</strong> Jong op 12 september 1966. Bron: NIOD. Collectie<br />

700: correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

213<br />

Brief aan Von Bismarck op 12 september 1966. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief,<br />

Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

214<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 78.<br />

215<br />

Chris Vos, ‘Breaking the mirror: Dutch television and the history of the Second World War’, p. 124.<br />

49


400.000 toestellen bereiken. 216 Dat is een fractie <strong>van</strong> het Duitse bevolkingsaantal dat in 1966<br />

rond <strong>de</strong> 66 miljoen lag. 217 Het is niet aannemelijk dat alle toestellen ook daadwerkelijk op Die<br />

Besatzung afstem<strong>de</strong>n dus het maximum aantal kijkers zal niet zijn bereikt. Vergeleken met <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong>, dat in het veel kleinere Ne<strong>de</strong>rland een miljoenenpubliek bereikte, was dat een<br />

mager resultaat.<br />

<strong>De</strong> Bildungsfernsehen werd bekeken door een actief publiek <strong>van</strong> belangstellen<strong>de</strong>n.<br />

Veel uitzendingen wer<strong>de</strong>n gevolgd in discussiegroepen <strong>van</strong> volkshogescholen,<br />

jeugdbewegingen en vakbon<strong>de</strong>n. <strong>De</strong>ze mensen vorm<strong>de</strong>n zo een mening die ze vervolgens mee<br />

naar huis namen en wellicht aan familie, vrien<strong>de</strong>n en collega’s vertel<strong>de</strong>n. <strong>In</strong> <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Rotterdamse Courant (NRC) werd het getrapte effect dat dit teweeg zou brengen geroemd. Het<br />

zou volgens <strong>de</strong> krant wel eens belangrijker en <strong>van</strong> grotere invloed kunnen zijn dan het<br />

vluchtige effect <strong>van</strong> algemenere televisieprogramma’s. 218 <strong>In</strong> vergelijking met het monument<br />

dat <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> in Ne<strong>de</strong>rland werd moet dat echter een schrale troost voor <strong>De</strong> Jong zijn<br />

geweest.<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> kreeg tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> laatste uitzendingen in 1965 en achteraf <strong>de</strong> kritiek dat<br />

het teveel een blauwdruk was voor het or<strong>de</strong>nen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebeurtenissen in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog. <strong>De</strong> bezettingsjaren wer<strong>de</strong>n gepresenteerd als een toneelstuk met een begin en<br />

een ein<strong>de</strong> met daartussen <strong>de</strong> door <strong>De</strong> Jong aangewezen belangrijkste gebeurtenissen met<br />

bijbehoren<strong>de</strong> hoofdrolspelers. Het ‘goed’ ‘fout’- <strong>de</strong>nken dat daarbij hoor<strong>de</strong> was met name <strong>de</strong><br />

jongere generatie te zwart-wit. 219<br />

Latere generaties televisiemakers waren er<strong>van</strong> overtuigd dat <strong>de</strong> bezettingsgeschie<strong>de</strong>nis<br />

complexer was dan <strong>De</strong> Jong in <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> voorstel<strong>de</strong>. Ze gingen op zoek naar <strong>de</strong> witte<br />

plekken die <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> achterliet. 220 Voor het <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in<br />

Ne<strong>de</strong>rland beteken<strong>de</strong> <strong>de</strong> uitzendingen <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> een omslag. <strong>De</strong> eerste uitzending <strong>van</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> bevond zich ‘op een breukvlak <strong>van</strong> radicale verschuiving in <strong>de</strong>nken en spreken<br />

over <strong>de</strong> oorlog’. <strong>De</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving had behoefte aan meer dan alleen her<strong>de</strong>nken.<br />

Voor die tijd von<strong>de</strong>n velen dat het oorlogsverle<strong>de</strong>n maar beter met rust gelaten kon wor<strong>de</strong>n.<br />

Enige uitzon<strong>de</strong>ringen waren do<strong>de</strong>nher<strong>de</strong>nking en bevrijdingsdag met televisieprogramma’s<br />

216<br />

Nieuwe Rotterdamse Courant, <strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op z’n Duits, 12-11-1966<br />

217<br />

[auteur onbekend], http://<strong>de</strong>.wikipedia.org/wiki/<strong>De</strong>mografie_<strong>De</strong>utschlands#Weblinks, geraadpleegd op 25-<br />

06-2007. <strong>De</strong> <strong>de</strong>mografische cijfers cijn gebaseerd op on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit Utrecht.<br />

218<br />

[auteur onbekend], Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘<strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op<br />

z’n Duits’, 12-11-1966.<br />

219<br />

Bruce Arthur Murray en Christopher J. Wickham, p. 223-226.<br />

220<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 79-84.<br />

50


die daarbij aansloten. 221<br />

5.3 <strong>De</strong> receptie<br />

Ophef of gebrek aan ophef over een film of documentaire zegt veel over een samenleving.<br />

Discussies die ontstaan dui<strong>de</strong>n altijd op bestaan<strong>de</strong> gevoelighe<strong>de</strong>n of dominante waar<strong>de</strong>n die<br />

wor<strong>de</strong>n bedreigd. 222 <strong>De</strong> Jong hoopte dat Die Besatzung veel reacties los zou maken in<br />

Duitsland. 223 Het eerste bericht kwam uit Ne<strong>de</strong>rland. Het Vrije Volk was in januari 1966 <strong>de</strong><br />

eerste krant die berichtte over Die Besatzung. 224 Vrij snel daarop volg<strong>de</strong>n het Eindhovens<br />

Dagblad, <strong>De</strong> Volkskrant, Trouw en Het Parool met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> boodschap. <strong>In</strong> <strong>de</strong> Duitse pers was<br />

<strong>de</strong> aankondiging <strong>van</strong> Die Besatzung geen nieuws.<br />

Een dag na <strong>de</strong> eerste uitzending, verscheen een artikel in G.W. Voormalig Verzet<br />

Ne<strong>de</strong>rland. Het verzetsblad roem<strong>de</strong> <strong>de</strong> WDR en was <strong>van</strong> mening dat Die Besatzung een<br />

bijdrage kon leveren aan een beter inzicht in het leed <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolking. 225 Aan<br />

<strong>de</strong> eerste vier uitzendingen werd in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse pers ver<strong>de</strong>r geen aandacht besteed.<br />

<strong>In</strong> <strong>de</strong> Duitse pers bleef het nog stiller rond Die Besatzung. <strong>De</strong> Frankfürter Allgemeine<br />

Zeitung, <strong>de</strong> Süd<strong>de</strong>utsche Zeitung,<strong>de</strong> Frankfurter Rundschau en <strong>De</strong>r Spiegel repten met geen<br />

woord over <strong>de</strong> serie. 226 <strong>In</strong> het politieke weekblad Das Parlement stond Die Besatzung<br />

geduren<strong>de</strong> oktober en november wekelijks aangekondigd in <strong>de</strong> rubriek Politik in Hörfunk und<br />

Fernsehen. 227 Die Welt nam <strong>de</strong> serie ook in haar gids op. 228<br />

5.4 <strong>De</strong> discussie-uitzending<br />

<strong>De</strong> discussieaflevering <strong>van</strong> 3 november 1966 kreeg meer aandacht in <strong>de</strong> Duitse en<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse pers. <strong>In</strong> die uitzending gingen <strong>De</strong> Jong, professor dr. Jacques Presser en<br />

professor dr. Jan Bastiaans, on<strong>de</strong>r leiding <strong>van</strong> presentator Lichtenstein, in het Duits, met<br />

elkaar in discussie. Aangrijpend waren <strong>de</strong> unieke filmopnamen <strong>van</strong> Bastiaans, gemaakt bij <strong>de</strong><br />

221<br />

Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 60.<br />

222<br />

Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n, p. 126.<br />

223<br />

Brief aan Von Bismarck op 12 september 1966. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief,<br />

Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

224<br />

[auteur onbekend], Het Vrije Volk, ‘Ge<strong>de</strong>elte ‘<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>’ op Duitse schermen’, 11-01-1966.<br />

225<br />

[auteur onbekend], G.W Voormalig Verzet Ne<strong>de</strong>rland, ‘Duitsers zagen eerste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> “Die Besatzung”’, 07-<br />

10-1966.<br />

226<br />

<strong>De</strong>ze titels wer<strong>de</strong>n systematisch gescreend op berichtgeving over Die Besatzung.<br />

227<br />

[auteur onbekend], Das Parlement, ‘Politik in Hörfunk und Fernsehen’, 6 oktober 1966, 13 oktober 1966, 20<br />

oktober 1966, 27 oktober 1966 en 3 november 1966. Bron: Koninklijke Bibliotheek, <strong>De</strong>n Haag.<br />

228<br />

[auteur onbekend], Die Welt, 6 oktober 1966, 13 oktober 1966, 20 oktober 1966, 27 oktober 1966 en 3<br />

november 1966. Bron: Koninklijke Bibliotheek, <strong>De</strong>n Haag.<br />

51


ehan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> psychiatrische patiënten met oorlogstrauma’s. Hij gebruikte LSD om<br />

weggedrukte herinneringen bij zijn patiënten boven te laten komen. Die bewustmaking was<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het genezingsproces. <strong>De</strong> opnamen zijn on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> een drie kwartier duren<strong>de</strong><br />

documentaire over <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> LSD op mensen met een concentratiekampsyndroom,<br />

gemaakt door Ad <strong>van</strong> Praag.<br />

Voor het Vrije Volk <strong>van</strong> 4 november 1966 gaf presentator Lichtenstein toe ‘bij het zien<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> opnamen vaak een brok in <strong>de</strong> keel te hebben gekregen.’ 229 Er wer<strong>de</strong>n beel<strong>de</strong>n vertoond<br />

<strong>van</strong> een Ne<strong>de</strong>rlandse vrouw die herbeleef<strong>de</strong> dat ze stokslagen kreeg in het concentratiekamp.<br />

‘Zo liet men aan het Duitse TV-publiek zien dat <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorlog nog voor tal <strong>van</strong><br />

mensen leven<strong>de</strong> realiteit is.’ Me<strong>de</strong>werkers <strong>van</strong> <strong>de</strong> WDR wisten zich tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vertoning in <strong>de</strong><br />

studio geen houding te geven. 230<br />

<strong>In</strong> een brief op 12 september 1966 bood <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> discussie-uitzending aan<br />

Rengelink, <strong>van</strong> <strong>de</strong> NTS, aan. 231 <strong>De</strong> an<strong>de</strong>re afleveringen <strong>van</strong> Die Besatzung achtte hij niet <strong>van</strong><br />

toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> voor het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek. <strong>De</strong> Jong atten<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Rengelink erop dat er<br />

wel speciale toestemming moest wor<strong>de</strong>n gevraagd aan <strong>de</strong> patiënten <strong>van</strong> Bastiaans. Het Vrije<br />

Volk berichtte later dat <strong>de</strong> documentaire <strong>van</strong> Ad <strong>van</strong> Praag in Ne<strong>de</strong>rland niet voor openbare<br />

vertoning werd vrijgegeven. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> LSD-fragmenten werd het Duitse discussieprogramma<br />

<strong>van</strong> Die Besatzung uitgezon<strong>de</strong>n.<br />

Op 24 oktober 1966 vroeg <strong>De</strong> Jong toestemming aan Räuker om een journalist die<br />

hem bena<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, Dhr. H. Schaafsma, <strong>van</strong> <strong>de</strong> NRC mee te nemen naar Keulen. 232 Op 12<br />

november verscheen vervolgens een opiniërend artikel in <strong>de</strong> NRC over <strong>de</strong> ‘betrekkelijkheid<br />

<strong>van</strong> alle communicatie, en <strong>de</strong> “betrekkelijkheid” <strong>van</strong> <strong>de</strong> massa- “communicatie” in het<br />

bijzon<strong>de</strong>r’. <strong>De</strong> schrijver <strong>van</strong> het artikel, <strong>de</strong> naam werd niet vermeld, is hiertoe verleid ‘door<br />

onze ervaringen in Keulen, op <strong>de</strong> avond <strong>van</strong> don<strong>de</strong>rdag 3 november’. Daar zagen ze <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> uitzending over <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging en <strong>de</strong> discussieaflevering. 233<br />

<strong>De</strong> twee<strong>de</strong> uitzending liet op <strong>de</strong> NRC- journalist een ‘volkomen an<strong>de</strong>re indruk’ achter<br />

dan <strong>de</strong> uitzending met hetzelf<strong>de</strong> thema <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>. <strong>De</strong> journalist constateer<strong>de</strong> een<br />

dui<strong>de</strong>lijke accentverlegging die niet alleen aan <strong>de</strong> bondigheid <strong>van</strong> het programma lag.<br />

Grootste oorzaak was het weglaten <strong>van</strong> getuigenissen. ‘Een castratie’ met als gevolg grotere<br />

229 [auteur onbekend], Het Vrije Volk, ‘Duitse TV vertoont LSD-behan<strong>de</strong>ling in Ne<strong>de</strong>rland’, 04-11-1966.<br />

230 [auteur onbekend], Het Vrije Volk, ‘<strong>De</strong> aangrijpen<strong>de</strong> LSD-film <strong>van</strong> prf. Bastiaans’, 08-11-1966.<br />

231 Op 12 september schreef <strong>De</strong> Jong hierover in een brief aan Rengelink. Bron: NIOD. Collectie 700:<br />

correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

232 Op 24 oktober 1966 schreef <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong>ze brief aan Räuker. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie<br />

archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

233 [auteur onbekend], Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘<strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op<br />

z’n Duits’, 12-11-1966.<br />

52


aandacht voor <strong>de</strong> slappe houding <strong>van</strong> sommige Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs. Taalverschil als motief voor het<br />

weglaten <strong>van</strong> getuigenissen werd cynisch <strong>van</strong> <strong>de</strong> hand gedaan: ‘Aan on<strong>de</strong>rtitels zijn <strong>de</strong> Duitse<br />

televisiekijkers niet gewend ( men wil<strong>de</strong> er blijkbaar voor <strong>de</strong>ze gelegenheid ook niet aan<br />

wennen). <strong>In</strong> nasynchronisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse gesprekken in het Duits – een systeem<br />

waarvoor men in het algemeen bij <strong>de</strong> Westduitse televisie <strong>de</strong> hand niet omdraait – had men<br />

blijkbaar geen brood gezien.’ 234<br />

Tegenover <strong>de</strong> discussie-uitzending stond <strong>de</strong> NRC ook kritisch. Het viel hen tegen dat<br />

Presser, ‘<strong>de</strong> grote geschiedschrijver <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolgingen in Ne<strong>de</strong>rland’, zo weinig aan<br />

het woord kwam. Dat lag vooral aan presentator Lichtenstein die ‘meer aan het woord was<br />

dan ons, voor een man in dienen<strong>de</strong> functie gepast leek’. 235<br />

Het artikel conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> dat het ‘<strong>de</strong>nkraam’, <strong>van</strong> waaruit ie<strong>de</strong>reen opereert,<br />

communicatie moeilijk maakt, zeker in ‘wat men <strong>de</strong> “massacommunicatie” pleegt te noemen’.<br />

Dat <strong>de</strong>nkraam is volgens <strong>de</strong> NRC ‘in feite een samenstelsel <strong>van</strong> normen, waar<strong>de</strong>n, oor<strong>de</strong>len en<br />

vooroor<strong>de</strong>len, die dan weer ten <strong>de</strong>le door factoren als traditie en milieu zijn bepaald’. 236<br />

Ondanks dit <strong>de</strong>nkraam vond <strong>de</strong> NRC Die Besatzung een goe<strong>de</strong> serie. Vooral het feit dat Die<br />

Besatzung op het educatieve net te zien was kon <strong>van</strong>wege het getrapte effect op enthousiasme<br />

rekenen. 237<br />

Een discussie die in <strong>de</strong> laatste aflevering <strong>van</strong> Die Besatzung gevoerd werd en die<br />

vervolgens door verschillen<strong>de</strong> media werd opgepikt is die <strong>van</strong> begrip voor het Duitse volk.<br />

Volgens <strong>de</strong> Rheinische Post maakte <strong>de</strong> discussie-uitzending dui<strong>de</strong>lijk dat Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs een<br />

on<strong>de</strong>rscheid maken tussen Duitsers en Duitsers. 238<br />

Per post kreeg <strong>De</strong> Jong ook enkele reacties <strong>van</strong> kijkers. Dit zijn er echter te weinig om<br />

har<strong>de</strong> conclusies uit te trekken. Een Duitse vrouw verzeker<strong>de</strong> <strong>De</strong> Jong dat <strong>de</strong> uitzendingen in<br />

haar omgeving goed bekeken en aangekomen waren. Het Nieuw Israëlisch Weekblad (NIW)<br />

stuur<strong>de</strong> <strong>De</strong> Jong een fotokopie <strong>van</strong> een ingezon<strong>de</strong>n brief. Een Joodse vrouw vroeg zich af hoe<br />

het kwam dat er in <strong>de</strong> oorlog opeens zoveel antisemieten waren. Presser beweer<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

discussie-uitzending dat Ne<strong>de</strong>rland het verdraagzaamste land ter wereld was. Van vooroorlogs<br />

234 [auteur onbekend], Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘<strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op<br />

z’n Duits’, 12-11-1966.<br />

235 [auteur onbekend], Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘<strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op<br />

z’n Duits’, 12-11-1966.<br />

236 [auteur onbekend], Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘<strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op<br />

z’n Duits’, 12-11-1966.<br />

237 [auteur onbekend], Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘<strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op<br />

z’n Duits’, 12-11-1966.<br />

238 [auteur onbekend], Rheinische Post, ‘Wie <strong>de</strong>nken Nie<strong>de</strong>rlän<strong>de</strong>r über uns? Ein kleines, grosses Volk –<br />

<strong>In</strong>teressante und nützliche Dokumentationssendung’, 08-11-1966.<br />

53


antisemitisme zou nauwelijks sprake zijn geweest. <strong>De</strong> Jong was het daar in <strong>de</strong> uitzending mee<br />

eens geweest. Het NIW verzocht <strong>De</strong> Jong te reageren. 239 <strong>De</strong> Jong ging in op het verzoek en<br />

correspon<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zo publiekelijk met een kijker. Hij nuanceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> uitspraken <strong>van</strong> Presser<br />

door te zeggen dat er wel vooroorlogs antisemitisme was geweest, maar in Ne<strong>de</strong>rland<br />

aanmerkelijk min<strong>de</strong>r dan in an<strong>de</strong>re Europese lan<strong>de</strong>n. 240<br />

5.5 <strong>De</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging versus Die Ju<strong>de</strong>nverfolgung<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> bestond uit 21 afleveringen die <strong>van</strong>af 7 mei 1960 bij <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Televisie<br />

Stichting (NTS) te zien waren. Haar Duitse equivalent, Die Besatzung, was slechts vier<br />

afleveringen lang, plus <strong>de</strong> discussie-uitzending. Het inkorten <strong>van</strong> 21 afleveringen naar vier<br />

moet een hels karwei geweest zijn. Voor een goed beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> keuzes die <strong>De</strong> Jong e.a.<br />

gemaakt hebben in <strong>de</strong>ze selectieprocedure zijn <strong>de</strong> scripts <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> series naast elkaar gelegd<br />

en aan een discoursanalyse on<strong>de</strong>rworpen.<br />

Na het uitzen<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> kregen <strong>De</strong> Jong en Anstadt het verwijt <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog zwart-wit neer te zetten. Vanuit hun eigen ervaringen en met het oog op hun<br />

publiek, het Ne<strong>de</strong>rlandse volk, waag<strong>de</strong>n ze zich eraan ‘goed’ en ‘fout’ aan te wijzen. <strong>In</strong> een<br />

interview met Anstadt in mei 2006, verklaar<strong>de</strong> hij dat hij direct zijn han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het project<br />

zou hebben afgetrokken als <strong>de</strong>ze moraliseren<strong>de</strong> toon niet was toegestaan. <strong>In</strong> het geval <strong>van</strong> Die<br />

Besatzung, waaraan Anstadt niet meewerkte, lag dat an<strong>de</strong>rs. <strong>De</strong> documentaire dien<strong>de</strong> een<br />

an<strong>de</strong>r publiek.<br />

Met het veran<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> publiek, veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook het discours. Tussen publiek en<br />

discours bestaat immers een dialectische relatie waarin gecommuniceerd wordt: maatschappij<br />

en cultuur wor<strong>de</strong>n gevormd door het discours, maar vormen tegelijkertijd datzelf<strong>de</strong><br />

discours. 241 Centrale vraag <strong>van</strong> <strong>de</strong> uit te voeren analyse is niet óf <strong>de</strong> scripts <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong><br />

en Die Besatzung door veran<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> discours verschillen maar hoe, en dan vooral, hoe zich<br />

dat uit in het taalgebruik, toonzetting en <strong>de</strong> presentatie. Vanwege beperkingen in tijd en<br />

ruimte richt het on<strong>de</strong>rzoek zich op het script <strong>van</strong> aflevering negen <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>, <strong>De</strong><br />

Jo<strong>de</strong>nvervolging, in vergelijking met aflevering drie <strong>van</strong> Die Besatzung, Ju<strong>de</strong>nverfolgung. Die<br />

Besatzung was een Ne<strong>de</strong>rlands exportproduct dat op maat gemaakt moest wor<strong>de</strong>n voor een<br />

239<br />

Het NIW stuur<strong>de</strong> <strong>De</strong> Jong op 15 november 1966 een fotokopie <strong>van</strong> <strong>de</strong> ingezon<strong>de</strong>n brief. Bron: NIOD. Collectie<br />

700: correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

240<br />

<strong>De</strong>ze reactie schreef <strong>De</strong> Jong op 18 november 1966. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief,<br />

Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

241<br />

Stefan Titscher, Michael Meyer, Ruth Wodak and Eva Vetter, Methods of Text and Discourse Analysis, Sage<br />

Publications. London, Thousand Oaks, New <strong>De</strong>lhi 2002, p. 146-147<br />

54


an<strong>de</strong>r publiek, <strong>de</strong> Duitsers. Wat voor invloed had dat op <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke uitzending? Was Die<br />

Besatzung een Duits product of eer<strong>de</strong>r een Ne<strong>de</strong>rlands product in een Duits jasje?<br />

Het is in het bijzon<strong>de</strong>r interessant om <strong>de</strong> afleveringen over <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging te<br />

analyseren. Het is het gevoeligste thema voor zowel het Duitse als het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek.<br />

Bovendien markeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> uitzending <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>, met als thema <strong>de</strong><br />

Jo<strong>de</strong>nvervolging, een omslagpunt in <strong>de</strong> receptie: na <strong>de</strong> uitzending gaven <strong>de</strong> laatste criticasters<br />

toe dat <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> niets min<strong>de</strong>r dan ‘een monument’ was. Zelfs <strong>de</strong> zeer sceptische krant <strong>De</strong><br />

Telegraaf - die <strong>de</strong> documentaire een ‘socialistisch on<strong>de</strong>ronsje’ noem<strong>de</strong> - reageer<strong>de</strong> met veel<br />

waar<strong>de</strong>ring op <strong>de</strong> manier waarop <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> gruwelijke Endlösung in beeld bracht. 242 Die<br />

Besatzung behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> het gevoelige on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging in <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

aflevering, in een half uur tijd en in 1966, dus enkele jaren later. <strong>De</strong> Jong had inmid<strong>de</strong>ls ook<br />

kritiek gekregen op zijn documentaire. Zowel in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse als in <strong>de</strong> Duitse pers werd er<br />

geen aandacht aan die aflevering besteed.<br />

Het is <strong>de</strong> verdienste <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong dat zijn succesvolle serie <strong>de</strong> grens over ging. Toch<br />

had dat consequenties voor <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke documentaire die in Duitsland zou wor<strong>de</strong>n<br />

vertoond. <strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland had <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> autoriteit om alles te bepalen, in Duitsland werkte hij<br />

samen met een team <strong>van</strong> <strong>de</strong> WDR. Lichtenstein nam <strong>de</strong> presentatie op zich en schreef samen<br />

met <strong>De</strong> Jong aan <strong>de</strong> scripts. Zij correspon<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n hierover per brief en uit die correspon<strong>de</strong>ntie<br />

bleek dat ze het lang niet altijd eens waren over <strong>de</strong> formulering en toonzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst.<br />

Bij het RIOD stond <strong>De</strong> Jong erom bekend zel<strong>de</strong>n suggesties voor verbeteringen <strong>van</strong> zijn werk<br />

over te nemen. <strong>In</strong> dit geval was dat niet an<strong>de</strong>rs. 243<br />

Toch ontkwam <strong>De</strong> Jong er niet aan om met een ervaren team <strong>van</strong> <strong>de</strong> WDR samen te<br />

werken. <strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland zette hij <strong>de</strong> toon in het her<strong>de</strong>nken <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog op<br />

televisie en kon hij <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> schoolmeester op zich nemen. Voor het Duitse publiek was hij<br />

relatief onbekend. Dat zou een verklaring kunnen zijn waarom <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> presentatie niet op<br />

zich nam, of op zich mocht nemen. Het publiek ken<strong>de</strong> hem niet, bovendien zou het behoorlijk<br />

confronterend kunnen zijn om een Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Joodse komaf over <strong>de</strong> Duitse<br />

gruwelhe<strong>de</strong>n in Ne<strong>de</strong>rland te laten vertellen. Duitsland bevond zich in een an<strong>de</strong>re fase <strong>van</strong> het<br />

her<strong>de</strong>nkingsproces dan Ne<strong>de</strong>rland. <strong>In</strong> <strong>de</strong> Duitse televisieproducties <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren zestig werd<br />

242<br />

Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, p. 101.<br />

243<br />

<strong>De</strong> Jong schreef op 31 augustus 1966 een brief aan Heiner Lichtenstein over <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong><br />

manuscripten <strong>van</strong> Die Besatzung. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die<br />

Besatzung en Querido-uitgave.<br />

55


direct en zelfkritisch engagement over <strong>de</strong> eigen nazigeschie<strong>de</strong>nis nog uit <strong>de</strong> weg gegaan. 244<br />

Die Besatzung was – ondanks het beperkte bereik <strong>van</strong> <strong>de</strong> Bildungsfernsehen en <strong>de</strong> magere<br />

receptie in <strong>de</strong> media – een gedurf<strong>de</strong> televisiedocumentaire. Het Duitse publiek was nog niet<br />

toe aan ruime media-aandacht voor <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging.<br />

Op <strong>de</strong>ze gedurf<strong>de</strong> manier werd Die Besatzung ook aangekondigd. Over <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong><br />

werd gemeld dat het een grote indruk had achtergelaten op het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek en dat, in<br />

navolging daar<strong>van</strong>, Die Besatzung ‘<strong>de</strong> eerste wetenschappelijk gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> en zakelijke<br />

documentaire’ over <strong>de</strong> oorlog in Duitsland zou wor<strong>de</strong>n. 245 Dat is een opmerkelijke<br />

beschouwing aangezien er aan <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> wel wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> het RIOD<br />

vooraf was gegaan, maar <strong>de</strong> documentaire uitein<strong>de</strong>lijk verre <strong>van</strong> zakelijk was. Het grootste<br />

verwijt dat het <strong>van</strong> latere generaties zou krijgen was juist dat het erg emotioneel gela<strong>de</strong>n en<br />

subjectief <strong>van</strong> toon was. <strong>De</strong> nuance ontbrak, omdat <strong>de</strong> makers en het publiek <strong>de</strong> bezettingstijd<br />

in Ne<strong>de</strong>rland persoonlijk had<strong>de</strong>n meegemaakt. 246 Die Besatzung werd <strong>van</strong>wege het an<strong>de</strong>re<br />

publiek en <strong>de</strong> aanzienlijk kortere zendtijd een veel zakelijkere voorstelling.<br />

Voor <strong>de</strong> uitzendingen <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> kreeg <strong>De</strong> Jong een uur zendtijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> NTS.<br />

Het was eer<strong>de</strong>r regel dan uitzon<strong>de</strong>ring dat hij die tijdslimiet overschreed. Het terugbrengen<br />

<strong>van</strong> 21 afleveringen <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> naar vier afleveringen <strong>van</strong> Die Besatzung moet voor <strong>De</strong><br />

Jong dan ook een enorme concessie zijn geweest. <strong>De</strong> negen<strong>de</strong> aflevering over <strong>de</strong><br />

Jo<strong>de</strong>nvervolging <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> duur<strong>de</strong> een uur en vijftien minuten, voor <strong>de</strong> aflevering over<br />

Ju<strong>de</strong>nverfolgung in Die Besatzung werd slechts een half uur gereserveerd.<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> en Die Besatzung behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n binnen het thema <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging<br />

evenveel subthema’s en hiel<strong>de</strong>n daarbij grofweg <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> opbouw aan (zie tabel 1). <strong>In</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong> werd echter een groot aantal getuigen opgevoerd: professor mr. I. Kisch; professor<br />

dr. J. Presser; mevrouw G. Sijes- Van <strong>de</strong>r Hulst; Majoor ds. T. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Hauw; J. Meulenbelt<br />

en mevrouw G. Boers- Ley<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Amstel. 247 <strong>De</strong>ze getuigen, met hun emotionele verhalen,<br />

waren het ‘vlees en bloed’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitzending, ze gaven <strong>de</strong> reconstructie <strong>van</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging<br />

in Ne<strong>de</strong>rland een gezicht. Overigens was mevrouw G. Boers Ley<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Amstel, kortweg<br />

Greet <strong>van</strong> Amstel, <strong>de</strong> enige getuige die <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging als slachtoffer meemaakte. Zij<br />

werd in <strong>de</strong> eerste serie <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> anoniem opgevoerd. Dat neemt niet weg dat <strong>de</strong><br />

244 Wulf Kansteiner, p. 139.<br />

245 Uit het script <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste aflevering <strong>van</strong> Die Besatzung, <strong>De</strong>r Angriff, in het correspon<strong>de</strong>ntiearchief <strong>van</strong> het<br />

NIOD. Collectie 700 Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

246 Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 79 -84.<br />

247 Loe <strong>de</strong> Jong, <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>: tekst en beeldmateriaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitzendingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Televisie-<br />

Stichting over het Koninkrijk <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, 1940-1945, Querido, Amsterdam<br />

1966, p. 353-409.<br />

56


an<strong>de</strong>ren getuigenbijdragen een emotionele stempel op <strong>de</strong> uitzending drukten. Zoals<br />

bijvoorbeeld Presser die vertelt over zijn tijd als leraar op het Joods lyceum in Amsterdam in<br />

<strong>de</strong> zomer <strong>van</strong> 1942. Een meisje, Liza Cahn, krijgt haar diploma uitgereikt in <strong>de</strong> lerarenkamer<br />

omdat ze het best heeft gepresteerd op het ein<strong>de</strong>xamen. Na <strong>de</strong> uitreiking heeft ze nog een<br />

vraag voor haar leraren. Zij en haar zusje waren opgeroepen voor ‘arbeidsinzet’ in Duitsland.<br />

Ze wist niet wat dat inhield en vroeg Presser en zijn collega’s om advies: moesten zij en haar<br />

zusje gaan? <strong>De</strong> leraren kon<strong>de</strong>n het meisje geen raad geven. Ze wisten dat ze niet moest gaan,<br />

het zou haar fataal wor<strong>de</strong>n, maar wat ze dan wel moest doen was ook voor hen een raadsel:<br />

‘En ik herinner me nog heel goed hoe wij daar met z’n allen ons hoofd bogen naar die tafel,<br />

naar bene<strong>de</strong>n keken, haar gewoon niet aan durf<strong>de</strong>n te kijken. Liza Cahn is weggegaan en nu,<br />

nú weten wij dat ze een paar dagen na aankomst in Auschwitz in <strong>de</strong> gaskamer is vermoord –<br />

met haar zusje.’ 248<br />

<strong>De</strong>ze personalisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging ontbreekt in Die Besatzung, waar geen<br />

getuigen voor wer<strong>de</strong>n uitgenodigd. <strong>De</strong> NRC- journalist die <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> aflevering, Kollaboration<br />

und Wi<strong>de</strong>rstand, en <strong>de</strong> discussie-uitzending <strong>van</strong> Die Besatzung bijwoon<strong>de</strong>, gaf aan dat hij een<br />

‘volkomen an<strong>de</strong>re indruk’ kreeg dan bij <strong>de</strong> uitzending met hetzelf<strong>de</strong> thema <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>.<br />

Hij constateer<strong>de</strong> een an<strong>de</strong>re toonzetting en wijd<strong>de</strong> die vooral aan het ontbreken <strong>van</strong> getuigen<br />

dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse uitzending een grotere aandacht voor <strong>de</strong> slappe houding <strong>van</strong> sommige<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs uitging. 249<br />

Tabel 1 <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> 250 Die Besatzung 251<br />

1 Hitlers program Die jüdische Bevolkungsgruppe<br />

2 <strong>De</strong> beroving <strong>van</strong> <strong>de</strong> Joodse<br />

bevolkingsgroep en haar isolement<br />

3 <strong>De</strong> tegenstelling tussen <strong>de</strong> Joodse<br />

coördinatie<br />

Die selbstmordpanik, mai 1940<br />

Die erste antisemitischen Massnahmen und<br />

die öffentlichen Proteste<br />

4 Commissie en <strong>de</strong> Joodsche Raad Die Isolierung <strong>de</strong>r Ju<strong>de</strong>n, 1941<br />

5 <strong>De</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nster Die Einführung <strong>de</strong>s Ju<strong>de</strong>nsterns, mai 1942<br />

6 Aankondiging <strong>de</strong>r <strong>de</strong>portaties <strong>De</strong>r Anfang <strong>de</strong>r <strong>De</strong>portation, juli 1942<br />

248<br />

Loe <strong>de</strong> Jong, p. 367.<br />

249<br />

[auteur onbekend], Nieuwe Rotterdamse Courant, ‘<strong>De</strong>nkramen, (massa) communicatie en <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> op<br />

z’n Duits’, 12-11-1966.<br />

250<br />

Uit het script <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> aflevering 9 <strong>De</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging. Bron: NIOD. Collectie 700: correspon<strong>de</strong>ntie<br />

archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

251<br />

Uit het script <strong>van</strong> Die Besatzung aflevering 3 Ju<strong>de</strong>nverfolgung. Bron: NIOD. Collectie 700 Algemeen I: Die<br />

Besatzung en Querido-uitgave.<br />

57


7 Oproepen tot verzet Die Mitarbeit <strong>de</strong>r Nie<strong>de</strong>rländischen<br />

8 Me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong> het<br />

overheidsapparaat<br />

Verwaltung<br />

Die Politik <strong>de</strong>s Ju<strong>de</strong>nrats<br />

9 Red<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r Joodse kin<strong>de</strong>ren Das Retten <strong>de</strong>r Jüdischen Kin<strong>de</strong>r<br />

10 Positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Joodsche Raad Die Grossrazzien, sommer 1943<br />

11 Grote razzia’s 1943 Die Hilfe an jüdische Untertaucher<br />

12 Kamp Westerbork Das Lager Westerbork<br />

13 Vernietigingskampen Auschwitz en<br />

Sobibor<br />

Die Vernichtungslager<br />

Een an<strong>de</strong>r belangrijk verschil is dat <strong>De</strong> Jongs persoonlijke stempel in Die Besatzung<br />

ontbrak. <strong>De</strong> openingszin <strong>van</strong> <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> aflevering <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> sprak wat dat betreft<br />

boek<strong>de</strong>len: ‘Ik heb <strong>de</strong> sterke behoefte, ter inleiding <strong>van</strong> hetgeen volgt, een enkel woord tot u<br />

te spreken.’ 252 Er sprak autoriteit uit, een lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol die door het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek werd<br />

geaccepteerd. <strong>In</strong> Die Besatzung leid<strong>de</strong> Lichtenstein. <strong>De</strong> Jong genoot in Duitsland niet<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> autoriteit als in Ne<strong>de</strong>rland. Zijn rol als ‘schoolmeester’ ruil<strong>de</strong> hij in voor een rol als<br />

gast in <strong>de</strong> uitzending. <strong>De</strong> Jong vertegenwoordig<strong>de</strong> als <strong>de</strong>skundige ‘het Ne<strong>de</strong>rlandse volk’ en<br />

vul<strong>de</strong> Lichtenstein in die hoedanigheid aan of gaf antwoord op <strong>de</strong> vragen die hem gesteld<br />

wer<strong>de</strong>n, veelal over hoe Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging reageer<strong>de</strong>n.<br />

Maar achter <strong>de</strong> schermen lijkt <strong>De</strong> Jong veel invloed op het script te hebben gehad. <strong>De</strong><br />

tekst <strong>van</strong> Die Besatzung toont veel letterlijke gelijkenissen met <strong>de</strong> negen<strong>de</strong> aflevering <strong>van</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Bezetting</strong>. <strong>In</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> stelt <strong>De</strong> Jong zichzelf <strong>de</strong> vraag: ‘Vraagt u nu: Hoe heeft <strong>de</strong> Joodse<br />

bevolkingsgroep op al die maatregelen tot isolement en beroving gereageerd – dan moet ik<br />

zeggen: het antwoord is niet zo eenvoudig.’ 253 <strong>In</strong> Die Besatzung wordt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vraag door<br />

Lichtenstein aan <strong>De</strong> Jong gesteld die vervolgens weer hetzelf<strong>de</strong> antwoord geeft. 254 Ondanks<br />

<strong>de</strong> tekstuele gelijkenis ontbreekt <strong>de</strong> nationalistische toon. Het verzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs<br />

komt wel aan bod maar <strong>de</strong> conventie met het Duitse publiek staat een nationalistische lofzang<br />

niet toe.<br />

Het belangrijkste verschil tussen <strong>de</strong> twee afleveringen over Jo<strong>de</strong>nvervolging komt aan<br />

het licht in het slot <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitzendingen. Naarmate <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> dichter bij <strong>de</strong> Endlösung<br />

252 Loe <strong>de</strong> Jong, p. 353.<br />

253 Loe <strong>de</strong> Jong, p. 363.<br />

254 Uit het script <strong>van</strong> Die Besatzung aflevering 3 Ju<strong>de</strong>nverfolgung. Bron: NIOD. Collectie 700 Algemeen I: Die<br />

Besatzung en Querido-uitgave, p. 5.<br />

58


komt wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n abstracter. Er zijn tekeningen en stills <strong>van</strong> prikkeldraad, torens en<br />

appèlplaatsen die elkaar langzaam opvolgen. <strong>In</strong> <strong>de</strong> laatste minuten wor<strong>de</strong>n bij elkaar gehoopte<br />

lichamen <strong>van</strong> vergaste Jo<strong>de</strong>n in Bergen-Belsen in <strong>de</strong>tail vertoond. <strong>De</strong> Jong verontschuldigt<br />

zich voor <strong>de</strong> gruwelijke beel<strong>de</strong>n en somt on<strong>de</strong>rtussen ‘<strong>de</strong> cijfers’ op. Het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek<br />

wordt voor het eerst geconfronteerd met het menselijke gezicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging. <strong>De</strong><br />

verontschuldiging <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong past in <strong>de</strong> tijdsgeest. Het tonen <strong>van</strong> lichamelijk en psychisch<br />

lij<strong>de</strong>n was men niet gewend. <strong>In</strong> het her<strong>de</strong>nken <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorlog werd het beschouwd als<br />

onesthetisch, immoreel en contraproductief. 255 Door het toch te doen wordt een taboe<br />

doorbroken. Op <strong>de</strong>ze manier nam <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse discussie over <strong>de</strong><br />

bezettingstijd bij <strong>de</strong> hand.<br />

Ook Die Besatzung geeft <strong>de</strong> slachtoffers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

uitzending een gezicht. Tot dan toe verloopt <strong>de</strong> uitzending erg chronologisch waarbij<br />

Lichtenstein veel zinnen met <strong>de</strong> datum begint: ‘August 1940. Schmidt teilt mit (…) Oktober<br />

1940. (…) November 1940. (…) Februar 1941.’ 256 Met <strong>de</strong> vertoning <strong>van</strong> het beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

lijken in Bergen-Belsen begint ook Lichtenstein aan een opsomming <strong>van</strong> cijfers <strong>van</strong><br />

slachtoffers. Ook het icoon uit <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> – het zigeunermeisje tussen <strong>de</strong> sluiten<strong>de</strong> <strong>de</strong>uren<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> treincoupé op weg naar een vernietigingskamp – komt voorbij. 257 Het verschil zit hem<br />

in <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> begeleidt <strong>de</strong> schokken<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n met het<br />

emotionele en confronteren<strong>de</strong> gedicht Wij kunnen niet vergeten <strong>van</strong> Greet <strong>van</strong> Amstel. <strong>In</strong> Die<br />

Besatzung ontbreekt die begeleiding. <strong>De</strong> Duitse uitzending eindig<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> abstracte<br />

opsomming <strong>van</strong> aantallen slachtoffers: ‘So bringt <strong>de</strong>r Zug aus <strong>de</strong>n besetzten Nie<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />

neben 200 Zigeunern, die man nich vergessen darf, 60.000 Ju<strong>de</strong>n in das Vernichtungslager.<br />

Auschwitz-Birkenau. 500 kehren zurück. Mehr als 34.000 ins Vernichtungslager Sobibor. Es<br />

überleben 19.’ 258<br />

<strong>De</strong> narratie <strong>van</strong> Die Besatzung verschil<strong>de</strong> <strong>van</strong> die <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>. Er was min<strong>de</strong>r tijd<br />

en het had een an<strong>de</strong>r publiek als doelgroep. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> gaf <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging een gezicht<br />

met getuigen die het verhaal <strong>van</strong> vlees en bloed voorzagen, een <strong>van</strong> hen – Greet <strong>van</strong> Amstel –<br />

maakte <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging persoonlijk mee. <strong>De</strong> an<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>rstreepten <strong>de</strong> nationalistische<br />

toon en <strong>de</strong> heldhaftige houding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs die in aflevering negen <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong><br />

255 Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n, geschie<strong>de</strong>nis, p. 73-75.<br />

256 Dit zijn slechts enkele voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> twee pagina’s uit het script <strong>van</strong> Die Besatzung aflevering 3<br />

Ju<strong>de</strong>nverfolgung. Bron: NIOD. Collectie 700 Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave. p. 3-4.<br />

257 Uit het script <strong>van</strong> Die Besatzung aflevering 3 Ju<strong>de</strong>nverfolgung. Bron: NIOD. Collectie 700 Algemeen I: Die<br />

Besatzung en Querido-uitgave. Die Besatzung laat dit icoon tot twee keer toe zien. <strong>In</strong> het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

uitzending wanneer voor het eerst over <strong>de</strong>portatie en gaskamers wordt gesproken (p.1) en aan het ein<strong>de</strong> (p.16).<br />

258 Script <strong>van</strong> Die Besatzung aflevering 3 Ju<strong>de</strong>nverfolgung. Bron: NIOD. Collectie 700 Algemeen I: Die<br />

Besatzung en Querido-uitgave, p. 17.<br />

59


wer<strong>de</strong>n neergezet als solidair met <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>n. Ook Die Besatzung gaf <strong>de</strong> Jo<strong>de</strong>nvervolging een<br />

gezicht maar <strong>de</strong>ed dat op een afstan<strong>de</strong>lijkere, zakelijkere manier, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> getuigen en het<br />

begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gedicht. Wel was er ruim aandacht voor <strong>de</strong> solidariteit <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs met<br />

Jo<strong>de</strong>n maar zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> emotionele impact <strong>van</strong> <strong>de</strong> persoonlijke verhalen <strong>van</strong> getuigen. Ook <strong>de</strong><br />

confronteren<strong>de</strong> slotwoor<strong>de</strong>n uit het gedicht <strong>van</strong> Van Amstel, waarmee aflevering negen <strong>van</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> eindig<strong>de</strong> bleven het Duitse publiek <strong>van</strong> Die Besatzung bespaard:<br />

‘het is lang gele<strong>de</strong>n,<br />

<strong>de</strong> tijd heelt alle won<strong>de</strong>n’.<br />

het is niet waar!<br />

<strong>de</strong> littekens <strong>van</strong> ónze won<strong>de</strong>n<br />

blijven bran<strong>de</strong>n;<br />

en voor <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n ís er geen tijd.<br />

óns hart blijft leeg,<br />

wíj kunnen niet vergeten. 259<br />

259 Loe <strong>de</strong> Jong, p. 409.<br />

60


Conclusie<br />

Ruim een maand na <strong>de</strong> laatste aflevering <strong>van</strong> Die Besatzung schreef Heiner Lichtenstein aan<br />

<strong>De</strong> Jong dat het moeilijk in te schatten was wat voor effect hun serie had. Er waren weinig<br />

recensies, <strong>de</strong> pers vond hij daarom geen goe<strong>de</strong> maatstaf. Teleurgesteld sloot Lichtenstein zijn<br />

brief af: Die Besatzung zorg<strong>de</strong> niet voor <strong>de</strong> gehoopte groβes Echo in <strong>de</strong> Bondsrepubliek. 260<br />

Hoewel hij het nergens expliciet zo heeft gezegd moet dat een grote teleurstelling voor<br />

<strong>De</strong> Jong zijn geweest. <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> was een gigantisch succes in Ne<strong>de</strong>rland en gezien <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> pogingen die <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong>ed om <strong>de</strong> serie in het buitenland uitgezon<strong>de</strong>n te krijgen<br />

moet hij in een internationaal succes hebben geloofd. Die Besatzung was een ambitieus plan.<br />

Om dat plan uit te voeren moest <strong>De</strong> Jong <strong>de</strong> nodige concessies doen. Wel kreeg hij <strong>de</strong><br />

technische leiding over <strong>de</strong> productie. <strong>De</strong>ze was dan ook geheel in stijl <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong: snel en<br />

met een grote stempel <strong>van</strong> <strong>de</strong> meester. Maar <strong>de</strong> 21 lange afleveringen <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>,<br />

moesten wor<strong>de</strong>n teruggebracht tot vier korte afleveringen. Die Besatzung werd zo een<br />

beknopte samenvatting <strong>van</strong> <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> waarbij ook nog eens <strong>de</strong> persoonlijke emoties <strong>van</strong><br />

getuigen en <strong>de</strong> nationalistische toonzetting, die het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek zo aansprak, ontbrak.<br />

<strong>De</strong> Jongs Ne<strong>de</strong>rlandse serie werd een succes omdat het <strong>de</strong> zuilen wist te overstijgen en<br />

een groot publiek bereikte. Voor Die Besatzung lag dat an<strong>de</strong>rs. <strong>De</strong> Bildungsfernsehen bereikte<br />

slechts een fractie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse bevolking en <strong>van</strong> <strong>de</strong> weinige toestellen die het educatieve net<br />

kon<strong>de</strong>n ont<strong>van</strong>gen was het nog maar <strong>de</strong> vraag of ze ook op Die Besatzung waren afgestemd.<br />

Met een kleinere om<strong>van</strong>g en een kleiner bereik had <strong>de</strong> serie logischerwijs ook een kleinere<br />

impact.<br />

<strong>De</strong> zeer geringe aandacht in <strong>de</strong> Duitse media wijst erop dat het programma min<strong>de</strong>r los<br />

maakte on<strong>de</strong>r het Duitse publiek dan aan<strong>van</strong>kelijk door <strong>De</strong> Jong en <strong>de</strong> WDR werd verwacht.<br />

<strong>In</strong> briefwisselingen tussen Lichtenstein en <strong>De</strong> Jong uitten bei<strong>de</strong>n daarover hun<br />

teleurstelling. 261 <strong>In</strong> Ne<strong>de</strong>rland was <strong>de</strong> aankondiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> productie nieuws en werd <strong>de</strong><br />

Duitse televisie voor het initiatief geprezen. Wat <strong>de</strong> afleveringen betreft stond vooral <strong>de</strong><br />

discussie-uitzending in <strong>de</strong> belangstelling. Ne<strong>de</strong>rland als on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> een historische<br />

documentaire was in 1966 toch interessanter en/of geschikter voor een Ne<strong>de</strong>rlands dan voor<br />

een Duits publiek.<br />

Die Besatzung werd dus geen <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> voor Duitsland. Het was een educatieve<br />

televisieserie die, geheel passend bij <strong>de</strong> Bildungsfernsehen, een kleine, geïnteresseer<strong>de</strong> groep<br />

260 Op 14 <strong>de</strong>cember 1966 schreef Lichtenstein <strong>de</strong>ze brief aan <strong>De</strong> Jong. Bron: NIOD. Collectie 700:<br />

correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

261 Op 14 <strong>de</strong>cember 1966 schreef Lichtenstein <strong>de</strong>ze brief aan <strong>De</strong> Jong. Bron: NIOD. Collectie 700:<br />

correspon<strong>de</strong>ntie archief, Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

61


Duitsers bereikte en daar wellicht on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> discussie was. Niet meer, niet min<strong>de</strong>r. Het<br />

had, in tegenstelling tot <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>, minimale invloed op <strong>de</strong> beeldvorming over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog. Daarvoor was <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g en het bereik <strong>van</strong> <strong>de</strong> serie te beperkt. <strong>De</strong> ambities<br />

<strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong reikten ver<strong>de</strong>r dan dat. Die Besatzung was – zeker gezien <strong>de</strong> confrontatie met het<br />

Duitse publiek dat min<strong>de</strong>r ver was dan het publiek in Ne<strong>de</strong>rland in het her<strong>de</strong>nken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog op televisie – een gedurf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jong en <strong>de</strong> WDR, maar<br />

<strong>de</strong> serie sloeg in Duitsland niet aan.<br />

Ne<strong>de</strong>rland kent – met het succes <strong>van</strong> <strong>De</strong> Jongs film <strong>De</strong> Overval en zijn televisieserie<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> en later, in een late reactie daarop, Vastbera<strong>de</strong>n maar soepel en met mate (1974)<br />

<strong>van</strong> Hans Keller, Henk Hofland en Hans Verhagen – een rijke traditie <strong>van</strong> historische<br />

documentaires over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog. <strong>De</strong>ze producties bezitten alle eigenschappen<br />

waaraan een historische documentaire moet voldoen om invloed te hebben op <strong>de</strong><br />

beeldvorming over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog: een ge<strong>de</strong>gen on<strong>de</strong>rzoek en een populaire<br />

reconstructie, die aan <strong>de</strong> eisen <strong>van</strong> het medium televisie voldoet, aansluit bij <strong>de</strong><br />

maatschappelijke interesse in het on<strong>de</strong>rwerp en aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant die maatschappelijke<br />

interesse reflecteert. Zo vond <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> gulzig aftrek bij het Ne<strong>de</strong>rlandse publiek en had<br />

het grote invloed op <strong>de</strong> discussie, het beeld en het historische bewustzijn <strong>van</strong> veel<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> bezettingstijd. Door voor het eerst <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog te<br />

reconstrueren en <strong>de</strong> belangrijkste gebeurtenissen uit die geschie<strong>de</strong>nis te selecteren bepaal<strong>de</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> waar <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> haar kijkers naar uit ging. <strong>De</strong> televisieserie oefen<strong>de</strong> zo een<br />

directe invloed uit op <strong>de</strong> publieke agenda. Het luid<strong>de</strong> een ten<strong>de</strong>ns in <strong>van</strong> televisie als serieus<br />

massamedium met een grote invloed op het historische besef <strong>van</strong> een massapubliek.<br />

Ook in Duitsland speel<strong>de</strong>n historische documentaires een rol in <strong>de</strong> beeldvorming over<br />

<strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog. Het duur<strong>de</strong> echter nog tot het uitzen<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Amerikaanse<br />

dramaserie Holocaust in 1978 voordat er ook daadwerkelijk sprake was <strong>van</strong> een reflectie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> discussies die in <strong>de</strong> Duitse samenleving leef<strong>de</strong>n 262<br />

<strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> en Die Besatzung wer<strong>de</strong>n geproduceerd door ‘tijdgenoten’, mensen die<br />

<strong>de</strong> oorlog in <strong>de</strong> jaren zestig nog vers in het geheugen had<strong>de</strong>n. Dat gegeven liet zijn<br />

onvermij<strong>de</strong>lijke sporen achter in <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong>ze historische documentaires <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog vertel<strong>de</strong>n. Hun opvattingen reflecteer<strong>de</strong>n het beeld<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re generatie, wat resulteer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> nationalistische toon en <strong>de</strong> verering <strong>van</strong><br />

verzetshel<strong>de</strong>n. Het plaatste <strong>de</strong> documentaires in een bepaald interpretatieka<strong>de</strong>r. Dit proces <strong>van</strong><br />

262 Bruce Arthur Murray en Christopher J. Wickham, p. 222.<br />

62


framing bracht <strong>de</strong> publieke opinie <strong>van</strong> <strong>de</strong> jongere generatie in beweging. Het motiveer<strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re documentairemakers zelfs tot het maken <strong>van</strong> nieuwe historische documentaires. <strong>De</strong>ze<br />

filmmakers had<strong>de</strong>n weer an<strong>de</strong>re drijfveren dan hun voorgangers, namelijk een kritische<br />

houding ten opzichte <strong>van</strong> het beeld dat ze door eer<strong>de</strong>re historische documentaires had<strong>de</strong>n<br />

meegekregen. Ze verzorg<strong>de</strong>n een an<strong>de</strong>r beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorlog en had<strong>de</strong>n op die manier, met hun<br />

eigen interpretatieka<strong>de</strong>r, weer een an<strong>de</strong>re invloed op <strong>de</strong> beeldvorming over die oorlog.<br />

Historische documentaires zijn te bestu<strong>de</strong>ren als een factor in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, met<br />

invloed op <strong>de</strong> beeldvorming. Tegelijkertijd zijn het reflecties <strong>van</strong> een samenleving, gevormd<br />

door <strong>de</strong> conventies <strong>van</strong> het genre en <strong>de</strong> taal, die <strong>de</strong> intenties en motieven <strong>van</strong> <strong>de</strong> filmmakers,<br />

en <strong>de</strong> sfeer en <strong>de</strong> karakteristieken <strong>van</strong> hun samenleving weerspiegelen. 263 <strong>In</strong> <strong>de</strong> beste gevallen,<br />

zoals <strong>De</strong> Jong met <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong> in Ne<strong>de</strong>rland, slaag<strong>de</strong>n film- en programmamakers erin <strong>de</strong><br />

complexe geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog met ge<strong>de</strong>gen historisch on<strong>de</strong>rzoek te<br />

reconstrueren en, aangepast aan <strong>de</strong> wetten <strong>van</strong> het medium, in een populaire voorstelling aan<br />

een groot publiek te presenteren. Op die manier waren <strong>de</strong> producties baanbrekend: ze<br />

verleg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> discussie over het verle<strong>de</strong>n. Duitse en Ne<strong>de</strong>rlandse historische<br />

documentaires hebben zo een aanzienlijke rol gespeeld in <strong>de</strong> beeldvorming over <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog. 264<br />

263 Paul Smith, p. 7-8.<br />

264 Wulf Kansteiner, 111-151.<br />

63


Literatuur- en bronnenlijst<br />

Op het goe<strong>de</strong> spoor ben ik gezet door Prof. Dr. Hans Ren<strong>de</strong>rs, Dr. Chris Vos, Milo Anstadt,<br />

Drs. Bou<strong>de</strong>wijn Smits , het Goethe <strong>In</strong>stituut in Amsterdam en Rotterdam, <strong>De</strong>utsches<br />

Rundfunkarchiv, Duitsland <strong>In</strong>stituut en <strong>de</strong> West<strong>de</strong>utscher Rundfunk Köln.<br />

Het Ne<strong>de</strong>rlands <strong>In</strong>stituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD):<br />

Collectie 301: Manuscripten televisieserie <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong><br />

Collectie 605: Foto’s uit <strong>de</strong> televisieserie<br />

Collectie 700: Correspon<strong>de</strong>ntiearchief,<br />

Algemeen I: Die Besatzung en Querido-uitgave.<br />

Algemeen II t/m V: Getuigenbijdragen plus correspon<strong>de</strong>ntie<br />

Krantenknipsels: KB II- 1557, 1591, 1592, 1592A, 1592B, 1592C, 1594, 1595, 1967, 2152,<br />

2434. Artikelen uit <strong>De</strong> Volkskrant; Het Vrije Volk; Het Parool; het Eindhovens Dagblad;<br />

Trouw; NRC en G.W Voormalig Verzet Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Rheinische Post.<br />

Koninklijke Bibliotheek, <strong>De</strong>n Haag:<br />

Frankfurter Allgemeine Zeitung, jaargang 1966.<br />

Das Parlement, jaargang 1966.<br />

Die Welt, jaargang 1966.<br />

<strong>De</strong>r Spiegel- online archiefdienst.<br />

Frankfurter Rundschau- online archiefdienst<br />

Süd<strong>de</strong>utsche Zeitung- online archiefdienst<br />

• Stuart Allan, ‘News and the public sphere. Towards a history of objectivity and<br />

impartiality’, <strong>In</strong>: Michael Bromley and Tom O’Malleys eds., A journalism rea<strong>de</strong>r,<br />

Routledge. London en New York 1997.<br />

• Stuart Allan, News Culture, Open University Press en Two Penn Plaza,<br />

Berkshire/New York twee<strong>de</strong> editie 2004.<br />

• Jan Bank, ‘<strong>De</strong> dramatisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nacht <strong>van</strong> Schmelzer. Televisie en politiek<br />

rondom 1966’. <strong>In</strong>: Jaarboek Mediageschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>el 3, Stichting beheer IISG<br />

Stichting Mediageschie<strong>de</strong>nis, Amsterdam 1991.<br />

64


• Henri Beun<strong>de</strong>rs, ‘Van “Dr. L. <strong>De</strong> Jong” tot “Zeg maar Loe” – <strong>de</strong> macht <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>rne media.’ Uit: Ma<strong>de</strong>lon <strong>de</strong> Keizer e.a., ‘Een dure verplichting en een kostelijk<br />

voorrecht’ Dr. L. <strong>De</strong> Jong en zijn Geschiedwerk, ’s-Gravenhage 1995.<br />

• Henri Beun<strong>de</strong>rs, Publieke tranen: <strong>de</strong> drijfveren <strong>van</strong> <strong>de</strong> emotiecultuur, Contact,<br />

Amsterdam 2002.<br />

• Pierre Bourdieu, ‘Le nouveau capital’, in: Raisons Pratiques: sur la Théorie <strong>de</strong><br />

l’Action, Paris 1994.<br />

• James W. Carey, ‘The Press, Public Opinion, and Public Discourse’, in: Theodore L.<br />

Glasser en Charles T. Salmon (red.), Public Opinion and the Communication of<br />

Consent, The Guilford Press. New York/London 1995.<br />

• Bernard Cohen, The Press and Foreign Policy, Princeton University Press, Princeton<br />

1963.<br />

• Patrick Dassen, Duitsers als slachtoffers: het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> een taboe?, Mets&Schilt,<br />

Amsterdam 2007.<br />

• Martin J. <strong>De</strong>dman, The Origins and <strong>De</strong>velopment of the European Union 1945-95. A<br />

history of European integration. Routledge, London en New York 1996.<br />

• W.J. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Dussen, Filosofie <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschiedwetenschappen, Nijhoff, Lei<strong>de</strong>n 1988,<br />

<strong>De</strong>el II ‘Methodologie’.<br />

• Robert Entman, ‘Framing: towards clarification of a fractured paradigm’, in: Journal<br />

of communication 4(1993)43 p. 51-58.<br />

• Joachim Fest, Ik niet: Herinneringen aan een jeugd, <strong>De</strong> Bezige Bij, Amsterdam 2003.<br />

• Jürgen Habermas, ‘The Public Sphere: An Encyclopaedia Article’ in: S.E. Bronner en<br />

D.M. Kellner ed., Critical Theory and Society: A Rea<strong>de</strong>r, New York etc.: Routledge<br />

1989.<br />

• Knut Hicketier en Peter Hoff, Geschichte <strong>de</strong>s <strong>de</strong>utschen Fernsehens, J.B. Metzlersche<br />

Verlagsbuchhandlung, Stutgart/Weimar 1998.<br />

• Oliver Hirschbiegel, <strong>De</strong>r Untergang, 2004.<br />

• William Hughes, ‘The Evaluation of Film as Evi<strong>de</strong>nce’ in: Paul Smith, The Historian<br />

and Film, Cambridge University Press 1976.<br />

• Marnie Hughes-Warrington, History goes to the movies: studying history on film,<br />

Routledge, London 2007.<br />

• Shantoo Iyengar en Richard Reeves, Do the Media Govern? Politicians, Voters and<br />

Reporters in America, Thousand Oaks, Sage Publications 1997.<br />

65


• Loe <strong>de</strong> Jong, <strong>De</strong> <strong>Bezetting</strong>: tekst en beeldmateriaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitzendingen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse Televisie-Stichting over het Koninkrijk <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog, 1940-1945, Querido, Amsterdam 1966.<br />

• Wulf Kansteiner, <strong>In</strong> pursuit of German memory: history, television and politics after<br />

Auschwitz, Ohio University Press, Athens, Ohio 2006.<br />

• Ewout <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Knaap, <strong>De</strong> verbeelding <strong>van</strong> Nacht en nevel: Nuit et brouillard in<br />

Ne<strong>de</strong>rland en Duitsland, Historische Uitgeverij, Groningen 2001.<br />

• Jerry Kuehl, ‘History on the Public Screen II’, in: Paul Smith, The Historian and Film,<br />

Cambridge University Press 1976.<br />

• Walter Lipmann, Public Opinion, The Macmillan Company, New York <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> druk<br />

1950.<br />

• Walter Lippmann, The Phantom Public, Transaction Publishers, New Brunswick/<br />

Lon<strong>de</strong>n, vijf<strong>de</strong> druk 2004.<br />

• Jan Luijten, Zwanezang <strong>van</strong> een dwarse Nazi-kenner- Ich Nicht <strong>van</strong> Joachim Fest<br />

http://www.duitslandweb.nl/actueel/boeken/2006/9/Ich-nicht.html bezocht op 25<br />

augustus 2007.<br />

• Donald Matheson, ‘Making Sense of Images: the Visual Meanings of Reality<br />

Television’, in: Media Discourses, Mai<strong>de</strong>nhead, New York 2005.<br />

• Maxwell E. MacCombs,Setting the agenda: the mass media and public opinion,<br />

Cambridge Polity Press, 2004.<br />

• Bruce Arthur Murray en Christopher J. Wickham, Framing the past: the<br />

historiography of German cinema and television, Southern Illinois University Press,<br />

Carbondale en Edwardsville 1992.<br />

• Arjan Paans, Onbemin<strong>de</strong> missie, Elsevier 18-08-2007<br />

• Robert A. Rosenstone, Visions of the Past. The Challenge of Film to our I<strong>de</strong>a of<br />

History, Harvard University Press, Cambridge etc. 1995.<br />

• Peter Reichel, Vergangenheitsbewältigung in <strong>De</strong>utschland: die Auseinan<strong>de</strong>rsetzung<br />

mit <strong>de</strong>r NS-Diktatur von 1945 bis heute, Beck, München 2001.<br />

• Hans Ren<strong>de</strong>rs, Met Goethe in <strong>de</strong> loopgraaf, Vrij Ne<strong>de</strong>rland 30-06-2007.<br />

• Michael Schudson, ‘The politics of narrative form’ in: i<strong>de</strong>m, The power of news,<br />

Harvard University Press, Harvard 1995.<br />

• Rolf Schuursma, ‘The historian as film-maker 1’ in: Paul Smith, The Historian and<br />

Film, Cambridge University Press 1976.<br />

66


• Paul Smith, The Historian and Film, Cambridge University Press, Cambridge 1976.<br />

• John B. Thompson, The media and mo<strong>de</strong>rnity. A social theory of the media, Polity<br />

Press, Cambridge 1995.<br />

• Stefan Titscher, Michael Meyer, Ruth Wodak and Eva Vetter, Methods of Text and<br />

Discourse Analysis, SAGE Publications. London, Thousand Oaks, New <strong>De</strong>lhi 2002.<br />

• Jo Tollebeek, ‘<strong>De</strong> zuigkracht <strong>van</strong> het medium, historici als televisie<strong>de</strong>skundigen’, in:<br />

Frans <strong>van</strong> Lunteren, Bert Theunissen & Rienk Vermij, <strong>De</strong> Opmars <strong>van</strong> <strong>de</strong>skundigen.<br />

Souffleurs <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving, Amsterdam University Press, Amsterdam 2002.<br />

• Peter Vasterman, Mediahypes, Aksant, Amsterdam 2004.<br />

• Chris Vos, Bewegend verle<strong>de</strong>n: inleiding in <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> films en<br />

televisieprogramma’s, Boom, Amsterdam 2004.<br />

• Chris Vos, ‘Breaking the mirror: Dutch television and the history of the Second World<br />

War’, in: Gary R. Edgerton en Peter C. Rollins (red.), Television Histories, Shaping<br />

collective memory in the Media Age, The University Press of Kentucky, Lexington,<br />

Kentucky 2001.<br />

• Chris Vos, ‘Een onverschillige geschie<strong>de</strong>nis?’ <strong>In</strong>: Jaarboek Mediageschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>el 7<br />

Stichting Mediageschie<strong>de</strong>nis, Stichting beheer IISG, Amsterdam 1995.<br />

• Chris Vos, Televisie en <strong>Bezetting</strong>- Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> documentaire verbeelding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog in Ne<strong>de</strong>rland, Verloren, Hilversum 1995.<br />

• Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>De</strong> politiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbaarheid:journalistiek en publieke<br />

sfeer,Groningen: historische uitgeverij, Groningen 2000.<br />

• Frank <strong>van</strong> Vree, ‘<strong>De</strong> vuile was <strong>van</strong> het gezag, dagbladpers en journalistieke cultuur in<br />

<strong>de</strong> jaren vijftig en zestig’, in: Jaarboek Mediageschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>el 3, Stichting<br />

Mediageschie<strong>de</strong>nis, Stichting beheer IISG, Amsterdam 1991.<br />

• Frank <strong>van</strong> Vree, <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>schaduw</strong> <strong>van</strong> Auschwitz, herinneringen, beel<strong>de</strong>n,<br />

geschie<strong>de</strong>nis, Historische Uitgeverij, Groningen 1995.<br />

• Frank <strong>van</strong> Vree: ‘Televisie en <strong>de</strong> geschiedschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog’ in:<br />

Theoretische Geschie<strong>de</strong>nis.<br />

• Donald Watt, ‘History on the public screen 1’ in: Paul Smith, The Historian and Film,<br />

Cambridge University Press 1976.<br />

• Huub Wijfjes, Omroep in Ne<strong>de</strong>rland. Vijfenzeventig jaar medium en maat-schappij,<br />

1919-1994. Waan<strong>de</strong>rs, Zwolle 1994.<br />

67


• Barbie Zelizer, Taking journalism seriously. News and the aca<strong>de</strong>my, Sage<br />

Publications, Thousand Oaks 2004.<br />

68


Personenregister<br />

• Greet <strong>van</strong> Amstel: p. 56, 59<br />

• Benedict An<strong>de</strong>rson: p. 29<br />

• Milo Anstadt: p. 46, 54<br />

• Roland Barthes: p. 14, 17, 19<br />

• Jan Bastiaans: p. 48, 51-52<br />

• Klaus von Bismarck: p. 47, 49<br />

• Eva Braun: p. 3<br />

• Liza Cahn: p. 57-58<br />

• Jo Cals : p. 25<br />

• James W. Carey: p. 32<br />

• Marvin J. Chomski: p. 44<br />

• Violette Cornelius: p. 48<br />

• Adolf Eichmann: p. 25, 35, 49<br />

• Sir Arthur Elton: p. 19<br />

• Joachim Fest: p. 6-7<br />

• Joschka Fischer: p. 5<br />

• Robert J. Flaherty: p. 12-13<br />

• Anne Frank: p. 42<br />

• Otto Frank: p. 42<br />

• Johann Wolfgang von Goethe: p. 7<br />

• Gunter Grass: p. 3-7<br />

• John Grierson: p. 12-14<br />

• Gerald Green: p. 44<br />

• Jürgen Habermas: p. 5, 27-30<br />

• Olivier Hirschbiegel: p. 3<br />

• Adolf Hitler: p. 6-7, 48, 57<br />

• Henk Hofland: p. 62<br />

• Ian Jarvie: p. 22<br />

• Thomas Jefferson: p. 29, 32<br />

• Loe <strong>de</strong> Jong: passim<br />

69


• Traudl Junge: p. 3<br />

• Daniel Kahneman: p. 38<br />

• Hans Keller: p. 62<br />

• I. Kisch: p. 56<br />

• Heiner Lichtenstein: p. 47-48, 51-52, 55, 58-59, 61<br />

• Walter Lippmann: p. 31-36<br />

• <strong>De</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Auguste en Louis Lumière: p. 12-13<br />

• Arthur Marwick: p. 15<br />

• Maxwell McCombs: p. 35-36<br />

• Marshall McLuhan: p. 20<br />

• J. Meulenbelt: p. 56<br />

• Otto Montagne: p. 47<br />

• Ad <strong>van</strong> Praag: p. 52<br />

• Jacques Presser: p. 48, 51, 53, 54, 56, 57<br />

• R.J. Raack: p. 22<br />

• F.W. Räuker: p. 47, 52<br />

• Wim Rengelink: p. 49, 52<br />

• Alain Resnais: p. 42<br />

• H. Schaafsma: p. 52<br />

• Daniel Schorr: p. 47<br />

• Norbert Schmelzer: p. 25<br />

• Robert Schuman: p. 4<br />

• Emile Schüttenhelm: p. 47<br />

• Don Shaw: p. 35-36<br />

• G. Sijes – Van <strong>de</strong>r Hulst: p. 56<br />

• Magne Skodvin: p. 46<br />

• George Stevens: p. 42<br />

• Amos Tversky : p. 38<br />

• Hans Verhagen: p. 62<br />

• Chris Vos: p. 8, 14, 45, 64<br />

• Frank <strong>van</strong> Vree: p. 19<br />

• Ed <strong>van</strong> Westerloo: p. 25<br />

70

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!