Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording - Land van Horne

Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording
2011
Stichting Land van Horne

Jaardocument Maatschappelijke
Verantwoording 2011
Stichting Land van Horne
Stichting Land van Horne | Biest 43 | 6001 AP | Weert | T 0800 33 33 888 | W www.landvanhorne.nl
| 1

Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011
Deel A Maatschappelijk verslag
Inhoud
1 Uitgangspunten van de verslaggeving 3
2 Profiel van de organisatie 5
2.1 Algemene identificatiegegevens 5
2.2 Structuur van het concern 5
2.3 Kerngegevens 7
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 7
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 7
2.3.2.1 Verpleging en verzorging 7
2.3.2.2 Wmo-zorg 7
2.3.3 Werkgebieden 8
2.4 Samenwerkingsrelaties 8
3 Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 9
3.1 Normen voor goed bestuur 9
3.2 Raad van bestuur 9
3.3 Raad van toezicht 9
3.4 Bedrijfsvoering 12
3.5 Cliëntenraad 13
3.6 Ondernemingsraad 14
4 Beleid, inspanningen en prestaties 17
4.1 Meerjarenbeleid 17
4.2 Algemeen beleid 18
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 20
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten 22
4.4.1 Kwaliteit van zorg 22
4.4.2 Klachten 28
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 28
4.5.1 Personeelsbeleid 28
4.5.2 Kwaliteit van het werk 32
4.6 Samenleving en belanghebbenden 32
4.7 Financieel beleid 33
Bijlage 1 Aandachtspunten lokale cliëntenraden 35
Het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 van
de Stichting Land van Horne is ook digitaal beschikbaar op de
website www.cibg.nl en op de website van de Stichting Land van
Horne, www.landvanhorne.nl.
2 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A

1 Uitgangspunten van de verslaggeving
De Stichting Land van Horne legt middels het Jaardocument
maatschappelijke verantwoording af over het verslagjaar 2011.
De Stichting Land van Horne is een zorgaanbieder die
zowel zorg verleent onder het regime van de WTZi
alsmede huishoudelijke hulp gefinancierd vanuit de Wmo.
Verantwoording over beide soorten zorg vindt plaats middels
dit jaardocument.
Dit jaarverslag biedt de Stichting Land van Horne de
mogelijkheid om aan haar stakeholders zoals cliënten,
samenwerkingsrelaties, toezichthouders en andere
betrokkenen, verantwoording af te leggen over de manier
waarop de cyclus van beleid, inspanningen, prestaties en
bijstellingen van beleid wordt vormgegeven.
Het volledige Jaardocument 2011 bestaat uit het
maatschappelijk verslag, de jaarrekening en kwantitatieve
gegevens en de webapplicatie DigiMV.
In de verslaglegging wordt, daar waar nodig, segmentering
toegepast. De stichting is werkzaam in een verzorgingsgebied
dat de provinciegrenzen tussen Limburg en Brabant
overschrijdt. Zorgkantoorregio Noord- en Midden-Limburg is
segment 1 (tien instellingen, inclusief kleinschalig wonen en
de tijdelijke huisvesting). Zorgkantoorregio Zuidoost-Brabant
vormt segment 2 (vier instellingen, inclusief kleinschalig
wonen).
De verslaglegging concentreert zich hoofdzakelijk op concern-
of stichtingsniveau. Desgevraagd wordt op segment- of
instellingsniveau verantwoord.
Afgeleid van dit jaardocument wordt een publieksversie
opgesteld voor medewerkers, cliënten en belanghebbenden.
Het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording wordt
besproken met de raad van toezicht, de ondernemingsraad en
de cliëntenraden.
De algemeen directeur en de raad van toezicht van de Stichting
Land van Horne danken alle betrokkenen voor hun inzet en
bijdrage aan een verantwoord, veilig en zorgzaam 2011.
| 3

4 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A

2 Profiel van de organisatie
2.1 Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende
rechtspersoon
Stichting Land van Horne
Adres Biest 43
Postcode 6001 AP
Plaats Weert
Telefoonnummer 0800 33 33 888
Identificatienummer(s) NZa 650-8409 en 650-8428
Nummer Kamer van Koophandel 41068374
E-mailadres directie@landvanhorne.nl
Internetpagina www.landvanhorne.nl
2.2 Structuur van het concern
De Stichting Land van Horne kent een raad van toezichtmodel
met een eenhoofdige raad van bestuur. De aansturing
van instellingen en de thuiszorg vindt geclusterd plaats. Een
cluster bestaat uit twee of meer instellingen (locaties) en wordt
aangestuurd door een clusterdirecteur.
De organisatiestructuur van de Stichting Land van Horne is
te typeren als een lijnorganisatie met een beperkte staf. De
Stichting Land van Horne heeft de ondersteunende diensten,
zoals onder andere de afdelingen Financiën en ICT en P&O
volledig in eigen beheer. De afdeling Financiën en ICT is
gevestigd in het Servicecentrum van de Stichting Land van
Horne (Moesdijk te Weert). De afdeling P&O is, samen met
de Personeels- en Salarisadministratie gehuisvest naast de
tijdelijke huisvesting aan de Graafschap Hornelaan te Weert.
Op pagina 6 is het organogram opgenomen (per 31-12-2011).
De Stichting Land van Horne exploiteert drie kleinschalige
woonvoorzieningen (psychogeriatrie), negen zorgcentra
met een combinatie van verpleging en verzorging en acht
woonzorgcentra (voor wat betreft de infrastructuur).
Daarnaast beschikt Land van Horne over een sterk groeiende
thuiszorgorganisatie en extramuraal werkende paramedici en
specialisten ouderengeneeskunde ter ondersteuning van de
regionale huisartsen.
De clusters binnen de Stichting Land van Horne kennen een
regionale indeling.
Cluster regionale indeling (Woon)zorgCentra
Zuid Weert, Stramproy,
Hunsel (Leudal)
Noord Cranendonck
(Maarheeze, Budel),
Someren
Oost Nederweert, Ospel
Heythuysen en
Haelen (Leudal)
zorgcentra Ververshof, Van
Berlo Heem en Rust in Roy,
woonzorgcentra Bruggerhof,
Zuyderborgh en Kwartierstaete
zorgcentra Marishof,
Mariënburght, Witven,
woonzorgcentrum Eegelshoeve
zorgcentra St. Joseph, St.
Elisabeth, woonzorgcentra Aan
Stad-thoês, Domus Bona Ventura,
Agneshof, St. Charles en de
tijdelijke huisvesting De Wei-jer
(cliënten St. Joseph).
Centrum Weert-Centrum zorgcentra St. Martinus (incl.
reactivering en revalidatie) en
Hieronymus
De Stichting Land van Horne heeft een raad van toezicht
bestaande uit zes leden.
De medezeggenschapsstructuur voor medewerkers is centraal
geregeld door de ondernemingsraad. De OR heeft per cluster
en dienst een onderdeelcommissies (OC) ingesteld. Enkele
leden van de OC’s zijn afgevaardigd in de OR. De algemeen
directeur is de gesprekspartner van de OR.
De medezeggenschap van cliënten is per instelling geregeld
door de lokale cliëntenraden. De clusterdirecteur is de
gesprekspartner van de lokale raad (zie ook §3.5 en §3.6).
| 5

Organogram Stichting Land van Horne
directeur
cluster Oost
ZC St. Elisabeth
ZC St. Joseph
(De Wei-jer)
KSW ‘t Brugske
Woonzorgcentra
Aan-Stad-thoês,
Agneshof,
Domus Bona
Ventura,
St. Charles
ondernemingsraad
directiesecretaresse
Directiesecretariaat
projectmanager
Ketenzorg
manager
Financiën & Informatisering
Financiën, Informatisering,
PSA, Inkoop
directeur
cluster Noord
ZC Marishof
ZC Mariënburght
ZC Witven
KSW Eegelshoeve
Woonzorgcentrum
Eegelshoeve
raad van toezicht
algemeen directeur
Stichting Land van Horne
directeur
cluster Zuid
OC per cluster en dienst
lokale cliëntenraden
ZC Ververshof
ZC Rust in Roy
ZC Van Berlo
Heem
KSW Zuyderborgh
Woonzorgcentra
Bruggerhof,
Zuyderborgh
Kwartierstaete
6 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
Organogram Stichting Land van Horne, mei 2012
directiesecretaris
Bestuursbureau
beleidsadviseur
Financiën en Zorg
manager P&O
adviseurs P&O,
opleidingsfunctionarissen,
arbocoördinator
Bedrijfshulpverlening
directeur
cluster Centrum
ZC St. Martinus
ZC Hieronymus
beleidsdirecteur
Thuiszorg/manager
DBI/CSD/VTT
VerpleegTechnisch
Team
dienst Behandeling
en Innovatie
Cliëntenservicedienst

2.3 Kerngegevens
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering
De Stichting Land van Horne stelt zich ten doel om aan ouderen
en aan andere hulpbehoevenden die op grond van wet- of
regelgeving daarop aanspraak maken, woonruimte, verblijf,
verzorging, verpleging, medische behandeling en begeleiding,
revalidatie, reactivering, hulp- en dienstverlening, dan wel een
combinatie van deze (functionele) verstrekkingen te bieden,
zowel op intramurale als ook op semimurale of extramurale
wijze.
Grondslag
De stichting heeft een algemeen-christelijke grondslag
en wil uniek zijn op het gebied van bezieling en ethiek.
De tien kernwaarden spelen een grote rol; in de zorg- en
dienstverlening, in de omgang tussen collega’s en ook bij het
maken van keuzes. We denken na bij de dingen die we doen
en vooral ook waarom we het één doen en het ander laten.
De Stichting Land van Horne biedt zorg- en dienstverlening
aan cliënten ongeacht ieders levensovertuiging of maatschappelijke
beschouwing.
Zorgaanbod
De Stichting Land van Horne biedt het volgende pakket aan
zorg en diensten:
• kortdurend en langdurig verblijf al dan niet met
behandeling (inclusief revalidatie);
• hulp bij het huishouden;
• persoonlijke verzorging en verpleging;
• gespecialiseerde verzorging en verpleging (Verpleeg
Technisch Team);
• individuele behandeling en begeleiding;
• dagactiviteiten met groepsgewijze begeleiding;
• transmurale zorgverlening en ketenzorg;
• Volledig Pakket Thuis in de woonzorgcentra en in de
directe nabijheid hiervan;
• palliatieve (terminale) zorgverlening;
• consultatiemogelijkheid van specialisten
ouderengeneeskunde door huisarts;
• consultatie palliatieve zorg door de specialist
ouderengeneeskunde;
• extramurale fysiotherapie, ergotherapie, logopedie,
diëtetiek en psychologie;
• spreekuur in de wijk (thuiszorgteam Weert);
• cliëntbegeleiding, vraagverheldering en zorgbemiddeling;
• screening dementie;
• uitleen verpleegartikelen en hulpmiddelen;
• crisiszorg en onplanbare zorg;
• administratieve ondersteuning persoonsgebonden budget
(pgb);
• ServiceAbonnement voor hulp- en dienstverlening;
• maaltijdvoorziening thuis / restaurantfunctie;
• ondersteunen van aanvraag bij CIZ en Wmo-loket;
• informatie, advies en ondersteuning (het Zorgkompas en
adviespunten op locatie).
In alle woonzorgzones 1 van de Stichting Land van Horne wordt
vanuit de aanwezige zorglocaties een integraal aanbod van
bovenstaande producten en diensten geboden. Het centrale
uitgangspunt is de zorg en diensten dicht bij de cliënt te
brengen en een laagdrempelig aanbod in de woonzorgzone te
realiseren, waarbij de vraag van de cliënt het uitgangspunt is.
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en
opbrengsten
2.3.2.1 Verpleging en verzorging
Kerngegevens aantal/bedrag
Cliënten per einde verslagjaar Aantal
Aantal cliënten somatiek in instelling 691
Aantal cliënten psychogeriatrie (pg) in
instelling
212
Aantal cliënten volledig pakket thuis (VPT) 41
Aantal extramurale cliënten (exclusief cliënten
met begeleiding of dagbesteding)
785
Aantal extramurale cliënten begeleiding 27
Aantal extramurale cliënten dagbesteding 250
CapaCiteit aantal
Aantal beschikbare bedden/plaatsen met
verblijfszorg per einde verslagjaar
1.034
produCtie gedurende het verslagjaar aantal
Aantal dagen zorg met verblijf zonder
behandeling
147.810
Aantal dagen zorg met verblijf en behandeling 186.199
Aantal dagen zorg op basis van volledig pakket
thuis (VPT)
15.619
Aantal dagdelen dagbesteding 51.527
Aantal uren extramurale productie (exclusief
dagbesteding)
116.804
personeel en vrijWilligers aantal
Aantal personeelsleden in loondienst per einde
verslagjaar
1.667
Aantal FTE personeelsleden in loondienst per
einde verslagjaar
1.058,79
Aantal vrijwilligers 1.114
bedrijfsopbrengsten bedrag in euro’s
Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in
verslagjaar
73.980.544
• Waarvan wettelijk budget voor
aanvaardbare kosten
67.928.794
• Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 6.051.750
2.3.2.2 Wmo-zorg
Kerngegevens
aantal/bedrag
Cliënten hulp bij het huishouden
Aantal cliënten per einde verslagjaar 1.202
Aantal cliënten over het gehele verslagjaar 1.408
(afgesloten trajecten plus cliënten die per einde
verslagjaar nog hulp ontvangen)
1 Een woonzorgzone is een samenhangend geheel van woon-, zorg- en
welzijnsvoorzieningen in een wijk.
| 7

produCtie hulp bij het huishouden
Aantal uren productie in verslagjaar 178.951,26
• Waarvan alleen huishoudelijke hulp
(HbH1)
168.358,51
• Waarvan organisatie van huishouding
(HbH2)
10.572,75
• Waarvan huishoudelijke hulp bij
ontregelde huishouding (HbH3)*
20,00
personeel hulp bij het huishouden
Aantal personeelsleden in loondienst per einde
verslagjaar
Aantal FTE personeelsleden in loondienst per
einde verslagjaar
8 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
306
133,66
bedrijfsopbrengsten hulp bij het huishouden
Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar 4.222.393
* De zorgvorm HbH3 komt alleen voor in de Gemeente
Cranendonck
2.3.3 Werkgebieden
Het verzorgingsgebied van de Stichting Land van Horne
omvat een groot gedeelte van de regio Midden-Limburg
(zorgkantoorregio Noord- en Midden-Limburg/segment 1):
Weert, Stramproy (gemeente Weert), Nederweert, Ospel
(gemeente Nederweert), Heythuysen, Hunsel en Haelen
(gemeente Leudal).
Daarnaast behoren ook de gemeenten Cranendonck (Budel en
Maarheeze) en Someren, gemeenten in Zuidoost-Brabant, tot
het verzorgingsgebied (zorgkantoorregio Zuidoost-Brabant/
segment 2).
De Stichting Land van Horne biedt, als geselecteerde
zorgaanbieder, Wmo-hulp bij het huishouden in de gemeenten
Cranendonck, Leudal, Nederweert, Weert en Someren.
Het verzorgingsgebied van de Stichting Land van Horne telt
ruim 140.000 inwoners2 . Het hoofdkantoor (bestuurscentrum)
van de Stichting Land van Horne is gevestigd in Weert.
2 Bron: www.cbs.nl (statline, 2011)
2.4 Samenwerkingsrelaties
Op 26 september 2011 hebben de Stichting Land van Horne
en PSW Werk de langdurige samenwerking die er sinds 2000
bestaat officieel bekrachtigd. De zestien medewerkers werken,
een of meer dagen per week, verspreid over negen locaties
van Land van Horne. Het zijn mensen met heel uiteenlopende
mogelijkheden en beperkingen. Bij Land van Horne verrichten
zij ondersteunende, meest huishoudelijke, werkzaamheden
op de verschillende afdelingen. Voor de cliënten van PSW
Werk betekent het dat zij actief kunnen deelnemen aan de
samenleving en betekenisvol werk kunnen doen; voor Land van
Horne betekent het extra handen op de afdelingen.
Enkele meerjarige contracten met samenwerkingspartners,
zoals het SJG, de RcGGz en verpleegbureau Van Dorst zijn
tussentijds geactualiseerd.
Met twee woningpartijen zijn huurovereenkomsten afgesloten
inzake Nedermazehof (Weert) en Kwartierstaete (Stramproy). In
§4.2 zijn de huisvestingstrajecten benoemd.

3 Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
3.1 Normen voor goed bestuur
De algemeen directeur en de raad van toezicht van de
Stichting Land van Horne werken volgens de Zorgbrede
Governancecode (Brancheorganisaties Zorg, 2010). Deze code
stelt eisen aan professioneel bestuur, goed toezicht en een
adequate verantwoording van zorgorganisaties en dient als
richtinggevend normenkader. Als bestuursmodel hanteert de
Stichting Land van Horne het raad van toezicht-model.
3.2 Raad van bestuur
De raad van bestuur van de Stichting Land van Horne bestaat
uit één persoon: de algemeen directeur. Per 1 oktober
2009 is (drs.) E.H.A. (Edwin) Delsing in dienst getreden in de
functie van algemeen directeur. Hij is werkzaam volgens een
bestuursreglement dat gebaseerd is op de gedragscode voor
de goede bestuurder zoals door de NVZD 3 opgesteld.
De raad van toezicht heeft een reglement dat gebaseerd is op
de gedragscode voor de toezichthouder zoals vastgesteld door
de NVTZ 4 .
Het reglement van de raad van bestuur en het reglement van
de raad van toezicht zijn, mede naar aanleiding van de nieuwe
Zorgbrede Governancecode, geactualiseerd en opnieuw
vastgesteld (2010).
De raad van toezicht stelt de bezoldiging van de algemeen
directeur vast. De bezoldiging van de bestuurder past binnen
de kaders van de adviesregeling van de NVZD en blijft binnen
de zogenaamde Balkenende-norm.
De algemeen directeur heeft over het verslagjaar geen externe
nevenfuncties vervuld.
3.3 Raad van toezicht
In 2011 heeft de raad van toezicht aan alle clusters van
Land van Horne een bezoek gebracht, waarbij zij uitgebreid
3 Vereniging van bestuurders in de gezondheidszorg
4 Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen
geïnformeerd werd door de clusterdirecteuren en tevens kennis
kon maken met een delegatie van de cliëntenraden uit het
betreffende cluster.
Ook met de manager Behandeling en Innovatie, Thuiszorg en
CSD, en de manager Financiën, ICT en Inkoop zijn gesprekken
gevoerd. Deze bezoeken zijn door iedereen als positief en
waardevol ervaren. De samenvatting van de uitkomst van
de bezoeken aan de clusters is met het managementteam
besproken. Tevens werd gesproken over de interne organisatie
en de samenwerkingsrelatie met de algemeen directeur.
De clusterbezoeken en de gesprekken met de lokale
cliëntenraden krijgen in 2012 een vervolg.
De raad van toezicht heeft drie bijeenkomsten gehad met
het managementteam. Tijdens de jaarlijkse ontmoeting
met het managementteam in januari is gesproken over het
thema Denken in (zorg)scenario’s 2020 (organiseerprincipes
buurtzorg). Dit thema kan bijdragen aan een verdere
concretisering van de vermaatschappelijking van zorg, zoals
opgenomen in het Ondernemingsplan.
De raad heeft zich verder verdiept in de wijze waarop kwaliteit
van zorg aandacht krijgt binnen de Stichting Land van Horne
en op de werkvloer wordt vormgegeven. Hierdoor heeft de
raad van toezicht meer inzicht gekregen in de werkprocessen
ten aanzien van de kwaliteit van zorg en de wijze waarop zij
haar toezichthoudende taak op dit terrein kan waarmaken.
In 2010 is het nieuwe ondernemingsplan door de algemeen
directeur gepresenteerd. In vervolg hierop is in 2011
nader aandacht geschonken aan de herijking van de
organisatiestructuur. In december is in de raad van toezicht een
presentatie gegeven over deze voorgenomen nieuwe structuur.
De raad kan zich vinden in deze herijking, zeker gezien de
ontwikkelingen die van buitenaf ook op onze zorgorganisatie
afkomen.
| 9

Tijdens de vergadering van de raad van toezicht van 7 februari
2012 is besloten om het voorstel tot herijking goed te keuren
en tot implementatie hiervan over te gaan.
Door een externe deskundige prof. dr. R. Lapré is in 2009 en
2010 de interne evaluatie van het functioneren van de raad
van toezicht uitgevoerd. In 2011 heeft de raad van toezicht
besloten deze evaluatie intern te laten plaatsvinden. Het ligt
in het voornemen om eenmaal per drie jaar de evaluatie door
een externe deskundige te laten uitvoeren. De aanbevelingen,
die uit de evaluatie over 2010 naar voren kwamen zijn in een
vergadering van de raad van toezicht besproken en gaven geen
aanleiding tot aanpassing van het functioneren van de raad van
toezicht. Wel is een voorstel met betrekking tot opleidingen
en bijscholing opgesteld. Hierdoor wordt voortaan meer
gestructureerd aandacht besteed aan de permanente educatie
van de raad als totaal en de individuele leden.
De raad van toezicht heeft drie onderdeelcommissies te weten;
de Auditcommissie, de commissie Kwaliteit van zorg en de
Remuneratiecommissie.
Leden raad van toezicht
In de vergadering van december 2011 is mevrouw drs. Y.J.M.
Swaak herbenoemd als lid van de raad van toezicht. Hierover
zijn de cliëntenraden expliciet geïnformeerd.
Er is geen sprake van enige vorm van belangenverstrengeling
tussen de leden van de raad van toezicht en de organisatie.
Uit onderstaand overzicht blijkt, dat de leden van de raad van
toezicht volledig onafhankelijk kunnen opereren. Tevens wordt
opgemerkt, dat twee leden zitting hebben, die in het werkveld
van de zorg werkzaam zijn resp. zijn geweest; zij zijn op basis
van hun expertise en ervaring in de zorgverlening dan ook lid
van de commissie Kwaliteit van zorg.
Auditcommissie
In de verslagperiode is de raad van toezicht vanuit zijn rol als
toezichthouder betrokken bij de financiële besluitvorming en
rapportage van de Stichting Land van Horne.
De resultaten van het afgelopen boekjaar zijn in eerste instantie
door de Auditcommissie met de algemeen directeur en de
accountant besproken, waarna behandeling in en goedkeuring
door de raad van toezicht heeft plaatsvonden.
Aandacht was er o.a. voor de jaarrekening (in aanwezigheid
10 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
van de accountant), de ontwikkeling van de liquiditeit en
solvabiliteit, bespreking van de managementletter, de
financiële exploitatie, treasuryrapportages en het opstellen van
een treasurystatuut, het opstellen van een informatieprotocol
voor de Auditcommissie, en de vastgoedrisico’s. De raad van
toezicht hecht veel waarde aan een integraal en gestructureerd
risicomanagement. In 2011 is een volledige risico-inventarisatie
niet opgesteld. De verwachting is, dat inventarisatie en
implementatie medio 2012 wel zullen zijn afgerond en de raad
van toezicht zal dit nadrukkelijk monitoren. Het eind 2011
ingediende verzoek tot toetreding tot het Waarborgfonds
is in ieder geval een duidelijke (interne) mijlpaal op dit
punt, waarin de inspanningen van de organisatie, zowel op
kwalitatief gebied als het financiële terrein tot uitdrukking
komen. Ook heeft de Auditcommissie erop toegezien, dat
de ontvlechting van Stichting De Nieuwenborgh conform de
vaststellingsovereenkomst is afgewikkeld.
Door de organisatie is een businesscase ontwikkeld voor de
gehele Stichting Land van Horne, waarbij de gevoeligheid
van de resultaten van de stichting bij gewijzigde parameters
wordt uitgewerkt. Ook de businesscase met betrekking tot
de investering van de nieuwbouw Nederweert is kritisch
beoordeeld en er zijn afspraken gemaakt met de raad van
bestuur over beheersing van de bouwkosten en de exploitatie
van het gebouw in de toekomst.
De Auditcommissie heeft in 2011 vier maal vergaderd in
aanwezigheid van de algemeen directeur en de manager
Financiën, ICT en Inkoop.
Commissie Kwaliteit van zorg
In de afgelopen periode heeft de commissie een definitieve
keuze gemaakt voor 17 kwaliteitsindicatoren. Deze indicatoren
ziin in de voltallige raad van toezicht geaccordeerd en
toegevoegd aan het informatie protocol van de raad van
toezicht. De gekozen onderwerpen betreffen onder meer
klantervaringen, tevredenheid medewerkers, klachten
cliënten en medewerkers, meldingen incidenten en
vrijheidsbeperkende maatregelen. In 2011 zijn enkele metingen
verricht, zoals de cliëntenraadpleging, de medewerkermonitor
en de zorginhoudelijke meting. De resultaten van verschillende
van deze metingen zijn onderwerp van gesprek geweest
in de commissie. In 2011 is gestart met de opzet van een
veiligheidsmanagement systeem (VMS) waarin zoveel mogelijk
van de genoemde 17 parameters worden ondergebracht.
Verder is een eerste aanzet gemaakt om de betreffende
informatie toegankelijk te maken voor de raad van toezicht.
Op grond van deze informatie verwacht de commissie
een systematiek te ontwikkelen op basis waarvan tijdig en
passend binnen de beleidscyclus adequaat toezicht kan
worden uitgeoefend op geleverde kwaliteit van zorg en op de
voortgang van verbeterplannen.
Naast de bespreking van kwantitatieve gegevens hebben leden
van de commissie de kwaliteit van zorg in de dagelijkse praktijk
op de werkvloer ervaren. Zij zijn met medewerkers in gesprek
gegaan over de wijze waarop binnen de instelling met het
thema kwaliteit van zorg wordt omgegaan.
De besprekingen in de commissie leverden de nodige input
op voor de evaluatie van het Kwaliteitsbeleid dat in 2012 ter

naam rol expertise
De heer drs. C.J.A. van den Boogert Voorzitter, lid Remuneratiecommissie, lid Auditcommissie Financieel/bedrijfseconomisch
Mevrouw drs. J. Meijer Vicevoorzitter, lid commissie Kwazo, lid Remuneratiecommissie HRM
De heer mr. J.H.C.M. van Veldhoven Secretaris, lid Remuneratiecommissie, lid Auditcommissie Juridisch/bedrijfskundig
De heer prof. dr. J.T.M. van Eijk Lid, lid commissie Kwazo Zorg
De heer drs. M.G.M. van Zon Lid, lid Auditcommissie Financieel/bedrijfseconomisch/ethiek
Mevrouw drs. Y.J.M. Swaak Lid, lid commissie Kwazo Zorg
naam nevenfunCties rooster van aftreden
De heer drs. C.J.A. van den Boogert Lid Raad van Commissarissen PSV N.V. ( beëindigd per
september 2011 ), Lid Stichting Continuïteit van Nutreco N.V.,
Lid Raad van Advies van Van Aarle de Laat B.V. Aandeelhouder
in Boog holding B.V.
2013
Mevrouw drs. J. Meijer Bestuurslid Stichting Vluchtelingenwerk Weert e.o. 2012
De heer mr. J.H.C.M. van Veldhoven Dga van J. van Veldhoven B.V. (juridisch advies) en Clear B.V.,
Voorzitter Stichting Leergeld Weert e.o.
2013
De heer prof. dr. J.T.M. van Eijk Adviseur voor een verzekeraar en huisartsenzorggroep op
gebied van zelfmanagement -ondersteuning voor chronisch
zieken
2012
De heer M.G.M. van Zon Bestuursadviseur Zusters van de Goede Herder, Adviseur van
diverse religieuze instituten, Geestelijk begeleider
2014 (herbenoembaar)
Mevrouw drs. Y.J.M. Swaak Consulent Toon Hermans Huis te Venlo, Docent Gerlach
Instituut te Eindhoven, Voorzitter klachtencommissie Ananz
Ouderen Zorg te Geldrop
2015
hand wordt genomen. De commissie heeft zesmaal vergaderd
waarvan vier in aanwezigheid van de algemeen directeur en de
directiesecretaris.
Remuneratiecommissie
De Remuneratiecommissie is in 2011 twee maal in
aanwezigheid van de algemeen directeur bij elkaar gekomen.
Onderwerpen, die besproken zijn: de afronding van het
beoordelings-/functioneringstraject 2010 van de algemeen
directeur; salarispositie algemeen directeur e.d. Afspraken
zijn gemaakt met de algemeen directeur over de plannings-
en beoordelingsafspraken 2011. Deze beslaan vooral de
aandachtsgebieden missie, visie en strategie. Gelet op de
afwezigheid van de algemeen directeur in de zomerperiode
2011 is de beoordeling uitgesteld tot het voorjaar 2012.
Door een delegatie uit de remuneratiecommissie zijn tijdens
de afwezigheid van de algemeen directeur in verband met
ziekte, maatregelen getroffen om de voortgang van de
werkzaamheden van de raad van bestuur te waarborgen. De
heer L. Wijers heeft dit na bespreking met een delegatie uit de
remuneratiecommissie opgepakt en goed uitgevoerd.
Overige onderwerpen raad van toezicht
Naast de onderwerpen die beschreven zijn in de inleiding en bij
de commissies, is verder aandacht gegeven aan:
• Procesherijking organisatie;
• Business case nieuwbouw zorgcentrum St. Joseph;
• Business case Stichting Land van Horne;
• Afronding vastgoedbeleid 2007/2012;
• Informatieprotocol Kwaliteit van zorg;
• Kwaliteit personeelsbeleid;
• Herbenoeming mevrouw drs. Y.J.M. Swaak;
• In gang zetten traject opvolging raad van toezicht-leden
2012 en 2013;
• Evaluatie functioneren raad van toezicht;
• Aandacht voor opleiding en professionalisering raad van
toezicht-leden;
• Het maatschappelijk verslag 2010, het jaarplan 2011,
de voortgangsrapportages en de verslagen van de
deelcommissies;
• Voorbereiding overleg met managementteam in januari
2012.
In 2011 heeft de raad van toezicht tijdens vier vergaderingen
overleg gevoerd met de algemeen directeur. Ook het reguliere
overleg met de ondernemingsraad en de cliëntenraden heeft
plaatsgevonden. Deze overlegorganen zijn op 6 januari 2012
geïnformeerd over de procedure, die gestart wordt om de
opvolging van 4 leden van de raad van toezicht in 2012 en 2013
goed te laten verlopen. Het lidmaatschap van deze 4 leden
eindigt op grond van de statutair bepaalde zittingsperiode van
tweemaal 4 jaar. De procedure wordt begeleid door een extern
bureau en de voorbereidende selectiewerkzaamheden worden
ook door dit bureau uitgevoerd. Er is door de raad van toezicht
uitdrukkelijk voor gekozen om de invulling van de vacatures
binnen de raad van toezicht niet via coöptatie maar volledig
transparant te laten verlopen door inschakeling van het externe
bureau.
Informatievoorziening
De raad van toezicht kan beschikken over de relevante
informatie en is van oordeel dat op basis van de mondelinge
en schriftelijke informatie voldoende inschatting kan worden
gemaakt van de risico’s, die verbonden zijn aan de strategie en
activiteiten van de Stichting Land van Horne. Er is een systeem
in ontwikkeling voor de informatievoorziening op het gebied
van de kwaliteit van zorg. Ook kan de raad van toezicht haar
| 11

taak conform de statuten op basis van de verstrekte informatie
en eigen meningsvorming, mede op basis van zelf vergaarde
informatie, op onafhankelijke wijze uitoefenen.
3.4 Bedrijfsvoering
Beleidscyclus, planning en control
De beleidsdoelen en de financiële kaders worden jaarlijks
gecommuniceerd in de vorm van een kaderbrief aan het
managementteam. Vervolgens worden de afzonderlijke
jaarplannen opgesteld onder regie van de clusterdirecteuren
en managementteamleden (beleidsopties). Deze jaarplannen
worden doorgerekend op de financiële consequenties op basis
van de geprognosticeerde productie en de daarmee gepaard
gaande kosten voor personeel en materieel. Wanneer deze
plannen zijn goedgekeurd, worden de plannen opgenomen
in het jaarplan van de stichting en vindt gedurende het jaar
uitvoering en (kwartaal)monitoring plaats van de resultaten.
Analyse van de afwijkingen kan leiden tot bijstelling van de
plannen of de exploitatie. De inhoud van deze jaarplannen
bestaat uit concrete activiteiten van de verschillende clusters
en diensten waarmee zij een bijdrage leveren aan het
ondernemingsplan van Land van Horne.
Eén van de elementen uit de planning- en controlcyclus is de
managementrapportage die maandelijks aan de algemeen
directeur en het managementteam wordt toegezonden. In
deze rapportage is stuurinformatie opgenomen betreffende
de gerealiseerde productie (zowel in hoeveelheden als
omzet), de formatie met de bijbehorende personele kosten en
informatie over de materiële kosten. Ook verzuiminformatie
maakt deel uit van deze managementinformatie. De
overzichten bevatten naast de maandelijkse gegevens ook
de cumulatieve gegevens tot en met de betreffende maand.
Periodiek houdt de financiële afdeling gesprekken met de
clusterdirecteuren en managementteam-verantwoordelijken
op basis van deze geïntegreerde financiële rapportages. In
2011 zijn werkzaamheden verricht om een balanced score
card te ontwikkelen die in 2012 geïmplementeerd zal worden
en maandelijks ter beschikking zal worden gesteld aan het
managementteam.
Herstructurering kortdurende revalidatie en begeleiding
De AWBZ is een van de snelstgroeiende kostenposten in de
12 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
Nederlandse samenleving.
Door de komende vergrijzing zullen de kosten de komende
jaren bij ongewijzigd beleid alleen maar toenemen. Om de
betaalbaarheid van de AWBZ te garanderen heeft de overheid
besloten de AWBZ zorgaanspraken kortdurende revalidatie en
(groepsgewijze) begeleiding te herstructuren en een andere
financieringsstructuur te geven.
Zo wordt met ingang van 1 januari 2013 het onderdeel
Geriatrische revalidatie ondergebracht bij de
Zorgverzekeringswet (ZVW) met een financiering op basis van
DiagnoseBehandelCombinaties (DBC). Voor de voorbereiding is
in 2011 een stuurgroep ingesteld.
De verantwoordelijkheid van de gemeente voor burgers met
een beperking wordt op 1 januari 2013 verder uitgebreid.
De functie (groepsgewijze) begeleiding wordt dan vanuit de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten(AWBZ) overgeheveld
naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Cliënten met een (nieuwe) zorgvraag op gebied van
begeleiding en dagactiviteiten zullen vanaf 2013 een beroep
moeten doen op de Wmo, die uitgevoerd wordt door de
gemeente.
In het nieuwe beleid wordt uitgegaan van een burger die
participeert en in eerste instantie zelf verantwoordelijk is
voor het oplossen van zijn problemen en naar vermogen een
bijdrage levert.
Het verleggen van verantwoordelijkheden van Rijk naar
Gemeenten sluit aan op de maatschappelijke trend, die een
regie dicht bij de burger veronderstellen.
In dit gedachtegoed staan de navolgende veranderingen
centraal:
• van zorgaanspraken naar compenserende voorzieningen;
• van professionele zorg binnen instellingen naar sociale
wijkgebonden zorg;
• van een alles regulerende verzorgingsstaat naar een
participerende samenleving en vermaatschappelijking van
de zorg.
In directe samenhang hiermee zal ook de de nieuwe aanbesteding
Wmo Hulp bij het Huishouden in 2012 bezien en
voorbereid worden. De huidige overeenkomsten met de
diverse gemeenten expireren namelijk met ingang van
1 januari 2013.
Opname- en plaatsingsbeleid
Ouderen geven aan zo lang mogelijk zelfstandig te willen
blijven, liefst in de eigen omgeving, ook als professionele zorg
nodig is. Dit ligt in lijn met het overheidsbeleid. Ook Land
van Horne geeft hieraan invulling. Verzorgingshuiscapaciteit
is teruggebracht en deels omgezet naar zorg met verblijf en
behandeling. Aanvullende capaciteit voor dementerende
ouderen is gerealiseerd in kleinschalige projecten.
Woonzorgcentra zijn gebouwd waarbij mensen zelfstandig
wonen (huren) en de zorg van Land van Horne ontvangen
(thuiszorg).
Deze ontwikkeling heeft ook invloed op het opname- en
plaatsingsbeleid van de stichting. De trend is nu zichtbaar,
ook binnen Land van Horne, dat naast cliënten met een ZZP

1 en 2, ook cliënten met een zorgzwaartepakket 3 niet langer
kiezen voor een intramurale zorginstelling. Het opname- en
plaatsingsbeleid van de organisatie is hierop aangepast.
Regeling AO/IC AWBZ-zorgaanbieders en Wmo-zorg
De beschrijving van de Administratieve Organisatie AWBZopbrengsten
Land van Horne (inclusief Wmo-zorg) omvat het
gehele traject van de ontvangst van het indicatiebesluit,
de registratie van cliëntgegevens, de zorgtoewijzing en
-registratie, tot de uiteindelijke productieregistratie in het
zorginformatiesysteem en de verantwoording hierover aan het
zorgkantoor (AWBZ-zorg) en de diverse gemeenten (Wmozorg).
Per deelproces zijn daarbij ook de belangrijkste risico’s in
kaart gebracht.
De interne controlefunctionaris heeft gedurende 2011
planmatig en gestructureerd onderzoek gedaan naar de opzet,
het bestaan en de werking van de AO/IC. Deze werkzaamheden
betroffen onder andere een risicoanalyse en beoordeling van
de opzet en toereikendheid van de beheersingsmaatregelen.
Over 2011 zijn deelwaarnemingen uitgevoerd, zowel binnen
de intramurale- en extramurale AWBZ-zorg alsmede binnen
de Wmo-zorg. Intramuraal is vooral aandacht geschonken aan
de geldigheid van de indicatiestelling, het zorgleefplan en de
registratie en declaratie van de zorg. Bij de deelwaarnemingen
extramuraal is nadrukkelijk de link gelegd tussen indicatie,
registratie en declaratie.
3.5 Cliëntenraad
Binnen elke instelling van de Stichting Land van Horne
functioneert een afzonderlijke cliëntenraad. Dit is een
onafhankelijk en zelfstandig orgaan, dat de cliënten
vertegenwoordigt en waarin cliënten of vertegenwoordigers
van de cliënten zitting hebben. De cliëntenraad heeft tot
taak om de gemeenschappelijke belangen van de cliënten
te behartigen. De clusterdirecteur is de gesprekspartner
namens de zorgaanbieder. Daarnaast heeft de algemeen
directeur tenminste tweemaal per jaar contact met de
voorzitters van de negen cliëntenraden (vertegenwoordigd
in een Informeel overleg voorzitters cliëntenraden) met
betrekking tot stichtingsbrede beleidsvoornemens. In 2011
vond tweemaal overleg plaats tussen de algemeen directeur
en de voorzitters cliëntenraden in het informeel overleg. In
januari heeft een extra bijeenkomst plaatsgevonden om met
elkaar het Ondernemingsplan 2011-2014 van de stichting te
bespreken. Vertegenwoordigers van de LOC hebben tijdens een
Informeel overleg uitleg gegeven over het lidmaatschap, de
dienstverlening van de LOC en de medezeggenschapsstructuur.
De cliëntenraden hebben alle bevoegdheden conform de Wet
Medezeggenschap Cliënten Zorgsector (WMCZ). Deze zijn
opgenomen in een uniforme samenwerkingsovereenkomst
tussen de cliëntenraden en de zorgaanbieder.
Mevrouw Y. Swaak neemt op voordracht van de cliëntenraden
zitting in de raad van toezicht. Zij is in principe aanwezig bij het
Informeel overleg voorzitters cliëntenraden.
De cliëntenraden van de Stichting Land van Horne worden
niet formeel in personele en financiële zin ondersteund.
In afstemming met de clusterdirecteur wordt secretariële
ondersteuning ingezet. Indien de cliëntenraad activiteiten wil
ondernemen die kosten met zich meebrengen, vindt vooraf
afstemming met de clusterdirecteur plaats.
De cliëntenraden vervullen hun rol niet alleen door middel
van de formele bevoegdheden. Alle cliëntenraden worden
op constructieve wijze betrokken bij een veelheid van
onderwerpen die de instellingen betreffen (zie bijlage 1).
De organisatie is aangesloten bij de landelijke Geschillencommissie.
Bij geschillen tussen de cliëntenraden en de
directeur is deze bevoegd te bemiddelen.
namen voorzitters
Cliëntenraden (31-12-2011)
vertegenWoordiging
Mevrouw N. te Dorsthorst Zorgcentrum Marishof Maarheeze
De heer R. Nies Zorgcentrum Mariënburght Budel
De heer G. Heesterbeek Zorgcentrum Hieronymus Weert
De heer B. Adriaens Zorgcentrum St. Martinus Weert
Mevrouw R. Schreurs Zorgcentrum Rust in Roy
Stramproy
Mevrouw T. Vaessen-van Eijk* Zorgcentrum St. Joseph
Nederweert (de Wei-jer)
Mevrouw E. Verstijnen - van
Delft
Zorgcentrum St. Charles
Heythuysen
De heer M. Spee Zorgcentrum Witven Someren
De heer F. Janssen Zorgcentrum St. Elisabeth Haelen
De heer B. Moonen Zorgcentra Van Berlo Heem/
Ververshof en Zuyderborgh
(“Heemhof”)
* Mevrouw Vaessen-van Eijk is op 11 december 2011 overleden.
formeel advies Cliëntenraden 2011 uitKomst
Opname- en plaatsingsbeleid cliënten Land van
Horne
Positief
Beleidsnotitie Zorg rondom de laatste levensfase Positief
Begroting 2012 In behandeling
De jaarstukken 2011, de opzet van de algemene introductiebijeenkomst
voor nieuwe medewerkers, het document Rol en
juridische positie van de mantelzorger en het activiteitenplan
Mantelzorg zijn ter kennisname en reactievorming aan de
cliëntenraden toegezonden.
gespreKsonderWerpen informeel overleg voorzitters
Cliëntenraden
• Ondernemingsplan Stichting Land van Horne 2011-2014
• Toelichting op onderwerpen als: cliëntenraadpleging CQ,
samenwerking beroepskrachten en mantelzorgers, zorg rondom
de laatste levensfase en huisvestingstrajecten
• Advisering door cliëntenraden (besluitvorming op basis van
‘meeste stemmen gelden’)
• Evaluatie organisatiestructuur
• Strijdigheid huishoudelijk reglement en
samenwerkingsovereenkomst (addendum op de huidige
samenwerkingsovereenkomst mbt het aantal niet-gebonden
leden)
• Lidmaatschap cliëntenraden LOC
• Eenzaamheid onder ouderen
| 13

3.6 Ondernemingsraad 5
Bij de Stichting Land van Horne is een ondernemingsraad
(OR) actief en vijf onderdeelcommissies, te weten de
onderdeelcommissie van de clusters Noord, Oost, Centrum en
Zuid en de onderdeelcommissie van de dienst Behandeling
en Innovatie, Cliëntenservicedienst en het VTT. De
taakverdeling en werkwijze van de ondernemingsraad en
onderdeelcommissies zijn vastgelegd in een reglement.
Ondernemingsraad (OR)
De ondernemingsraad is samengesteld uit een afvaardiging
van de diverse onderdeelcommissies, afvaardiging namens
de ondersteunende diensten en twee algemene zetels. In
totaal bestaat de ondernemingsraad uit zeventien leden.
De ondernemingsraad heeft in 2011 zeven maal een
overlegvergadering gevoerd met de algemeen directeur en
twee maal een overleg algemene gang van zaken met de
algemeen directeur. Bij deze bijeenkomst was een lid van de
raad van toezicht aanwezig.
naam lid ondernemingsraad
(31-12-2011)
aandaChtsgebied of rol
Angelique Bax, cluster Noord lid, lid commissie Sociaal beleid
Anne-Marie Maas, cluster Noord lid, lid commissie Sociaal beleid
Gonny Bullens, cluster Noord lid, lid commissie VGW
Monique van de Boogaert, cluster
Oost
lid, lid commissie Sociaal beleid
Marion Kluskens, cluster Oost lid, lid commissie VGW
Rien Geuijen, cluster Oost lid, lid commissie VGW
Els Hartogs, cluster Centrum lid, lid commissie VGW
Jos Janssen, cluster Centrum lid, lid commissie Sociaal beleid
Frans Vereijken, cluster Centrum lid, lid commissie VGW
John Seuren, cluster Zuid lid, lid commissie Sociaal beleid,
ondersteuning commissie
Achterban
Yvonne Smolenaers, cluster Zuid voorzitter, lid commissie Scholing
Esmeralda Berghs, cluster Zuid lid, lid commissie VGW,
commissie Financiën
Annet Plasmans, DBI/CSD/VTT lid, lid commissie Sociaal beleid,
commissie
Financiën
Bart Konings, DBI/CSD/VTT lid, lid commissie VGW,
commissie Achterban
5 Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het
Jaarverslag OR 2011.
14 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
Emmy Beljaars, ondersteunende
dienst
vice-voorzitter, lid commissie
Sociaal beleid
John Graat, algemene zetel lid, lid commissie Financieel
beleid, commissie Achterban
vacature, algemene zetel --
Jerica Rademaekers Ambtelijk secretaris
In 2011 is er instemming verleend aan de Klokkenluidersregeling.
Voor advies is aangeboden de analyse organisatiestructuur.
De ondernemingsraad kan het voorstel van de algemeen
directeur om ondersteuning te ontvangen in de analyse
organisatiestructuur van bureau C3 steunen. De
ondernemingsraad zal begin 2012 de notitie met betrekking
tot de gewijzigde organisatiestructuur ontvangen voor
advies. Indien nodig moet er gekeken worden of de
medezeggenschapstructuur van de ondernemingsraad
aangepast moet worden.
De ondernemingsraad was in 2011 niet tevreden over het
verloop van de procedure betreffende vaststelling van het
opleidingsplan en het daarvoor benodigde budget. Deze
onvrede is aan de algemeen directeur kenbaar gemaakt.
Begin 2012 zullen er tussen de algemeen directeur en de
ondernemingsraad afspraken worden gemaakt over de te
volgen procedure voor het opleidingsplan 2012.
Daarnaast zijn diverse andere onderwerpen besproken in de
overlegvergadering.
Onderdeelcommissie (OC)
De vijf onderdeelcommissies overleggen gemiddeld zeven keer
per jaar met hun clusterdirecteur c.q. de manager DBI/CSD/VTT.
OC cluster Oost
Afgelopen jaar heeft Cluster Oost verschillende instemmingsverzoeken
ontvangen. De verhuizing van St. Joseph naar de
Wei-jer bracht verschillende dienstwijzigingen / aanpassingen
met zich mee. Ook was hier een verzoek om een dienst te
mogen invoeren van zes uur zonder pauze. Dit kon de OC niet
goedkeuren omdat dit in strijd is met de arbeidstijdenwet. Het
welzijn van medewerkers moet gewaarborgd blijven.
Zorgcentrum St.Charles had een verzoek om een dienstwijziging
voor de keuken en vanuit zorgcentrum St. Elisabeth
een dienstaanpassing voor de zorg. Aan al deze verzoeken is
instemming verleend. Verder heeft cluster Oost zich vooral
bezig gehouden met roosterplanning, de uitkomsten van de
medewerkersmonitor en arbozaken.
OC cluster Centrum
Cluster centrum heeft zich in 2011 voornamelijk bezig
gehouden met de herstucturering in zorgcentrum
Hieronymus.
De herstructurering is inmiddels in een vergevorderd
stadium. Na enige maanden van uitstel gaat het nieuwe
voedingssysteem en de ingebruikname van de nieuwe eet-
/ zitkamers voor de cliënten in maart 2012 van start. De
medewerkers zijn op de hoogte gebracht van het nut van de
toekomstige ontwikkelingen. Diegenen die nieuwe/aangepaste

diensten invullen zijn op de hoogte gebracht door middel
van een informatie-avond en indien van toepassing in een
persoonlijk gesprek over de noodzaak hiervan.
De OC-leden zijn ervan overtuigd dat al deze veranderingen
uiteindelijk een positief effect zullen hebben op de werksfeer /
werklast voor de medewerkers van Hieronymus. De OC-leden
willen de ontwikkelingen en de effecten hiervan in Hieronymus
ook in 2012 blijven volgen.
Verder hebben er in 2011 twee keer verkiezingen plaatsgevonden
en zijn er twee nieuwe leden bij gekomen. OC cluster
Centrum is door een aantal verschuivingen in de bezetting een
relatief nieuwe groep.
OC cluster Noord
De OC van cluster Noord heeft zich het afgelopen jaar
sterk ingezet voor gelijke leesrechten in het dienstroosterplanningssysteem.
Het resultaat was dat alle medewerkers van
cluster Noord een toegangscode voor dat systeem hebben
gekregen, net als alle andere werknemers van Stichting Land
van Horne. Enkele dienstaanvragen zijn toegewezen op grond
van efficiënter werken. Uiteraard zijn deze zorgvuldig getoetst
aan de regels in de CAO-VVT.
OC cluster DBI/CSD/VTT
De OC is voornamelijk bezig geweest met het monitoren van
de lopende zaken binnen de diensten. Hierbij bleven veel
onderwerpen die al voorgaande jaren aan bod kwamen, ook
in 2011 aandachtspunt voor de OC, zoals onder andere de
extramurale dienstverlening van de DBI, de financiële situatie
van alle diensten en de ziekteverzuimcijfers.
OC cluster Zuid
De ontwikkeling van de verpleeghuiszorg in Ververshof werd
gevolgd door de OC. In het kader hiervan is er ook gekeken
naar het gebruik van de personeelsruimte binnen de locatie
en naar logistieke mogelijkheden. Bij de transformatie van
Van Berlo Heem is er een begin gemaakt door middel van
een inventarisatie bij cliënten en medewerkers, waar in de
toekomst hun belangstelling ligt. Eén OC-lid neemt deel aan de
werkgroep Transformatie Van Berlo Heem.
Er zijn twee instemmingsverzoeken geweest (Ververshof en
Van Berlo Heem) over de flexibele diensttijden om de werkdruk
binnen de afdelingen te verlichten. In het kader hiervan
hebben de betreffende teamleiders in de overlegvergadering
gezorgd voor verdere verduidelijking van het verzoek. Een
steeds terugkerend onderwerp is de stand van zaken verbouw-
en nieuwbouwprojecten, onder andere Nedermazehof,
Rust in Roy en Ververshof.
| 15

16 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A

4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.1 Meerjarenbeleid
Thuis in zorg: samen op reis
Zo luidt de titel van het nieuwe Ondernemingsplan van de
Stichting Land van Horne (2011-2014) waarmee we duidelijk
maken waar we voor gaan. Een ambitieus plan, gebaseerd op
een nieuwe koers met als kern het stimuleren van de eigen
verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van de burger
(cliënt) en zijn sociale omgeving. De inhoud van het plan is op
15 maart in een ludieke informatiebijeenkomst teruggekoppeld
aan alle leidinggevenden.
Toekomstbestendige (ouderen)zorg vraagt om een transitie;
een omslag in denken en doen, anders kijken en buiten
de bestaande paden durven treden. Als thema voor het
Ondernemingsplan en als metafoor voor de komende
periode is Samen op reis gekozen. We gaan op pad om de vele
uitdagingen aan te gaan en reizen samen, ieder met de nodige
bagage, naar een gemeenschappelijke bestemming.
Vermaatschappelijking van de zorg
‘De zorg’ wordt, net als vele jaren geleden, weer teruggegeven
aan de maatschappij. De professionele zorg verdwijnt
weer meer naar de achtergrond. Iedere burger heeft de
verantwoordelijkheid om zelf, of in samenwerking met anderen
in zijn eigen (sociale) omgeving, de zorg te regelen die hij nodig
heeft. Wat je zelf kan, doe je zelf. Pas als deze informele zorg
niet meer toereikend is komt de professional als deskundige ‘om
de hoek’ en vult waar nodig aan. Vermaatschappelijking beoogt
ouderen en mensen met een verstandelijke, lichamelijke of
psychische handicap in de samenleving te positioneren als
volwaardige burgers met beperkingen én mogelijkheden.
Bij voorkeur wonen zij zo lang mogelijk zelfstandig tussen
andere burgers in aangepaste woningen en krijgen zij zorg
en begeleiding in de buurt. Woningcorporaties zorgen voor
levensloopbestendige woningen en voor leefbaarheid in de
buurt. De lokale overheid zorgt voor ruimtelijke en fysieke
aanpassingen in en om de woning. Welzijnsorganisaties bieden
deze burgers thuis ondersteuning om hun mogelijkheden te
benutten. Zorgaanbieders geven de zorg op maat die nodig
is om bestaande beperkingen te compenseren. Met z’n allen
dragen we bij om een samenhangend, passend antwoord te
geven op de vraag van de inwoner/cliënt. Die vraag is breder
dan alleen de vraag naar zorg!
REIS
We zijn op weg. Om de bestemming te bereiken, is nodig:
Ruimte
We geven ruimte en verantwoordelijkheid aan de professional
om de vraag van de cliënt echt centraal te durven stellen, en
niet het aanbod. In samenwerking met de cliënt zelf, zijn sociale
omgeving en anderen zoeken we naar mogelijkheden en
oplossingen. Dit vraagt om een: ja, tenzij…-houding.
Eigen regie
We gaan uit van de kracht en eigen verantwoordelijkheid van
de cliënt, we leggen de regie en verantwoordelijkheid terug
bij de cliënt en / of bij zijn familie. Belangrijk hierbij is om de
mens achter de cliënt te kennen, zijn leefwereld en daarop
aan te sluiten. Hoe was iemand gewend om zijn leven in te
vullen? Hoe was iemand gewend om zijn zorg te ontvangen?
Wie speelde daarin een rol? De professionele zorg sluit daar
vervolgens op aan en is ondersteunend van aard.
Innovatie
We kijken op een andere manier naar bestaande werkprocessen,
we willen terug naar de eenvoud. We ontwikkelen
activiteiten om het werk anders/efficiënter te organiseren,
bijvoorbeeld door de inzet van nieuwe techniek als
ondersteuning voor het primaire proces.
| 17

Samenredzaamheid
De burger regelt eerst zelf zijn zorg in samenwerking met zijn
naasten (partner, familie, kennis, buur), de professionele zorg
vult hierop aan. We zoeken naar een nieuw evenwicht. De
mantelzorger blijft een belangrijke rol spelen in het leven van
de cliënt. We maken gebruik van zijn kennis en ervaring. Samen
dragen we zorg voor een prettig leven van de cliënt.
Beleidsdoelstellingen
De Stichting Land van Horne:
• bevordert de zelfredzaamheid van de cliënt waarbij de
autonomie van de cliënt het vertrekpunt van het handelen
is;
• biedt een zorgketen, met passende zorg, op het juiste
moment;
• biedt zorg en diensten zoveel mogelijk in de thuissituatie
aan, maar houdt een aanbod van zorg met verblijf (en
behandeling);
• is een door kwaliteit gedreven organisatie en werkt vanuit
kernwaarden;
• beschikt over een adequaat informatiesysteem, zodat
risico’s op een juiste manier gemanaged worden;
• werkt op basis van de juiste keuzes op eigen kracht maar
• staat open voor samenwerking met externe partijen.
Resultaten ondernemingsplanperiode
Om de beleidsdoelstellingen te behalen zijn 62 resultaten
geformuleerd. Over een periode van 4 jaren betekent dit op
jaarbasis zo’n 15 resultaten. Dat is veel en ambitieus! Maar we
gaan ervoor.
Strategie en structuur
De maatschappelijke ontwikkelingen, de strategie en
de doelstellingen uit het ondernemingsplan vormen
aanleiding om de huidige organisatiestructuur te evalueren.
De hoofdlijnen van de nieuwe structuur zijn in het najaar
besproken met het managementteam en gepresenteerd aan de
raad van toezicht. Een extern adviseur van C3 is betrokken om
dit proces van totstandkoming en implementatie te begeleiden.
In het nieuwe jaar volgen advisering, besluitvorming en
invoering / borging.
18 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
Jaarplan 2011
In het Jaarplan 2011 staan de doelstellingen van de eerste
gezamenlijke reis beschreven.
Het accent lag op de voorbereidingen op de overheveling van
de functie begeleiding van de AWBZ naar de Wmo, de transitie
van de revalidatiezorg, het samenspel tussen beroepskrachten
en informele zorgers en er is een eerste aanzet gegeven tot
zorgvernieuwing.
4.2 Algemeen beleid
De beleidsitems die in 2011 aan de orde waren, worden in dit
jaardocument op hoofdlijnen weergegeven. Voor een volledig
overzicht en gedetailleerde informatie over alle doelstellingen
wordt verwezen naar het Jaarplan en de monitor van het
Jaarplan 2011.
Samenspel cliënt, mantelzorger en professional
Mantelzorger(s) en sociale relaties leveren een wezenlijke
bijdrage aan een goed leven voor de cliënt. Bij een verhuizing
naar een zorginstelling houden deze relaties van de cliënt
niet op te bestaan. We worden allemaal uitgedaagd om het
samenspel; de samenwerking tussen de cliënt, de mantelzorger
en de professional, daadwerkelijk vorm en inhoud te geven. In
2011 hebben we daarin weer enkele stappen gezet.
Om betrokkenen meer bewust te maken van de vier rollen
van de mantelzorger; de mantelzorger als deskundige, als
partner in de zorg, als cliënt en als relatie van de cliënt, zijn
verschillende activiteiten ondernomen. Het werkproces
Kennismakingsperiode en het formulier Kennismakingsgesprek
zijn aangepast om de aandacht voor de mantelzorgers concreet
vorm te geven. Door middel van instructiebijeenkomsten
zijn alle teamleiders en zorgcoördinatoren (zorg met verblijf)
geïnformeerd over deze veranderingen in het ECD en de
uitgangspunten van het Mantelzorgbeleid. Op enkele locaties
stond het samenspel op de agenda van de familieavonden.
Betrokkenen vinden het plezierig om met elkaar in alle
openheid in gesprek te gaan over rollen, taken, verwachtingen
en grenzen. Veelal gaat het om praktische informatie en
een goede communicatie waar de mantelzorger behoefte
aan heeft. Wanneer is de zorgcoördinator aanwezig en hoe
is zij bereikbaar? Welke activiteiten worden er deze maand
gehouden en kan ik daar aan bijdragen? Hoe communiceren
we met elkaar als er in de zorg aan mijn partner iets verandert?
Wat mag ik doen in de zorg aan mijn partner? Mag ik ook een
andere bewoner helpen?
Het document Rol en juridische positie van de mantelzorger
geeft op enkele van deze vragen heldere antwoorden: de
mantelzorger heeft in principe de mogelijkheid om alle soorten
van (zorg-)taken uit te voeren, die hij / zij wil en indien de cliënt
dit wenst. Dit samenspel vraagt om een andere houding van
de medewerker. Voorbereidingen zijn gestart om medewerkers
door middel van het scholingstraject Samen Onderweg hierin
te ondersteunen. Kern is dat we met elkaar samen zorgdragen
voor een goed leven voor de cliënt. Ieder vanuit zijn of haar rol
en relatie.

Het Mantelzorgbeleid van Land van Horne is begin 2010
vastgesteld. Sindsdien is het samenspel een belangrijkthema in
de organisatie.
Zorg rondom de laatste levensfase
Het afwijzende standpunt ‘nee, tenzij…’ inzake het verzoek
tot euthanasie is vervallen. We laten ons bij een wens tot
euthanasie nu meer leiden door het unieke verhaal van de
cliënt, we gaan in alle opzichten zorgvuldig en respectvol met
de vraag en zorgen van de cliënt om en nemen deze uiterst
serieus. De zorg in de laatste levensfase is meer in samenhang
beschreven. Het beleid start met de beleidsuitgangspunten
van de palliatieve zorg. Er wordt basisinformatie aangereikt
over spirituele zorg. Veel voorkomende termen en begrippen
zijn verhelderd, waarvan enkele medische beslissingen in de
zorg en behandeling in hoofdstukken worden beschreven. De
notitie sluit af met de onderwerpen zorg in de stervensfase en
na het overlijden. Onderdelen uit de notitie, zoals palliatieve
sedatie, afzien of stoppen van behandeling en euthanasie,
zijn in aparte richtlijnen praktisch uitgewerkt. In twee themaavonden
is aandacht besteed aan dit onderwerp. Zo’n 160
medewerkers namen deel.
Ontwikkelingen in de functie begeleiding
Vanaf 2013 worden de gemeenten gefaseerd verantwoordelijk
voor alle cliënten die in aanmerking komen voor (extramurale)
begeleiding. Motivatie voor deze overheveling is het dichtbij
de cliënt organiseren van deze functies (uit het Regeer- en
Gedoogakkoord). De inhoudelijke koers van de centrale
overheid is helder: meer nadruk op de regie en eigen
verantwoordelijkheid van iedere burger en zijn / haar sociale
relaties. De cliënt wordt voor begeleiding gefaciliteerd door
mantelzorg en vrijwilligers. De zorgorganisatie concentreert
zich op de regiefunctie en de toevoeging van deskundigheid
in de uitvoering van de zorg. De functie begeleiding wordt in
verschillende zorgonderdelen ingezet, bij de dagactiviteiten,
voor het bieden van overbruggingszorg, dagbehandeling,
individuele begeleiding en bij zorg aan cliënten in de laatste
levensfase. Omdat de zorgkantoren, vooruitlopend op de
overheveling naar de gemeenten, niet accepteren dat het
volume begeleiding in 2011 wordt overschreden zijn intern
concrete maatregelen in gang gezet om de daadwerkelijke
productie bij te sturen. In enkele dagverzorgingsprojecten
in de stichting is deze bijstelling al zichtbaar. Ook is een
bijstelling in aantal dagdelen van de dagbehandeling aan de
orde. Maatregelen zijn in sommige situaties ook voor de cliënt
erg ingrijpend van aard. Onder regie van de desbetreffende
gemeenten zal Land van Horne als ketenpartij in 2012 verder
participeren in de gewenste ontwikkelingen op lokaal
gemeentelijk niveau. Binnen Land van Horne is in 2011 een
werkgroep geformeerd om dit proces stichtingsbreed te
coördineren en te begeleiden.
Overheveling geriatrische revalidatiezorg
De kortdurende geriatrische revalidatiezorg zoals in
zorgcentrum St. Martinus in Weert geboden wordt, wordt
overgeheveld van de AWBZ (uitgevoerd door de zorgkantoren)
naar de Zorgverzekeringswet (uitgevoerd door de
zorgverzekeraars). Financiering vindt dan plaats op basis van
DBC’s. Geriatrische revalidatie bestaat uit multidisciplinaire zorg
gericht op herstel bij laag belastbare ouderen, na een acute
aandoening of functionele achteruitgang. Gestreefd wordt naar
terugkeer in de oude woonsituatie.
Een kerngroep begeleidt de overheveling en zet de
noodzakelijke maatregelen in, om aan de DBC-registratie
te kunnen voldoen per 1 maart 2012. In dit kader wordt
bestuurlijk verkend in hoeverre samenwerking met de Libra
groep, waarvan revalidatiecentrum Blixembosch in Eindhoven
deel uitmaakt, voordelen oplevert.
Volledig Pakket Thuis (VPT)
Land van Horne heeft in het afgelopen jaar op twee locaties, St.
Charles en Eegelshoeve, proef gedraaid met de uitwerking en
invoering van het VPT.
Op basis van de positieve ervaringen heeft het managementteam
besloten dat het VPT stichtingsbreed ingezet kan worden.
Alle cliënten, die wonen in de nabijheid van een (woon)
zorgcentrum van Land van Horne kunnen gebruik gaan maken
van het VPT. Bij het VPT is de inhoud van de zorg vergelijkbaar
aan de zorg die onder een Zorgzwaartepakket (ZZP) valt. Bij
cliënten, die een VPT ontvangen, zijn het wonen en de zorg
gescheiden. Alles wat met de huisvesting en de behandeling
samenhangt valt buiten het VPT. Ook de kosten die hieraan
verbonden zijn, zijn voor rekening van de cliënt zelf en vallen
niet binnen de AWBZ. Een en ander is in voorbereiding om
het VPT spoedig als een regulier product van de stichting te
beschouwen. Mocht de regelgeving en financiering van het
product VPT wijzigen dan zal het genomen besluit om het VPT
te leveren uiteraard opnieuw overwogen worden.
ICT in de zorg
Het jaar 2011 stond voor Land van Horne op het gebied van ICT
in het teken van veel extern aangekondigde ontwikkelingen,
die forse aanpassingen vereisten aan de gebruikte systemen,
de uitwisseling van data tussen de systemen van de AWBZketenpartijen
en aan de daarbij behorende werkprocessen. De
werkzame aansluiting op het elektronisch berichtenverkeer,
de AZR 3.0 en de declaraties op cliëntniveau (AW319) voor de
intramurale en de extramurale setting hebben samen een forse
interne inzet vereist.
Met het organisatiebreed faciliteren van beveiligde
inlogmogelijkheden met behulp van UZI (unieke zorgverlener
identificatie) kunnen zorgprofessionals op beveiligde
en snellere wijze werken via de portal van het CIZ. Dit
rechtvaardigt het formele akkoord voor de in te zetten zorg van
de cliënt. Deze zorg is daarmee sneller en minder foutgevoelig
te verwezenlijken.
Een grondig onderzoek heeft plaatsgevonden naar alle
printers en multifunctionals binnen Land van Horne. Aan het
printerplan wordt momenteel uitvoering gegeven.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft aangegeven
dat het handmatig voorschrijven van medicatie te risicovol
is en heeft besloten dat alle voorschrijvers van medicatie
vanaf 2012 gebruik moeten maken van een Elektronisch
Voorschrijfsysteem. Land van Horne is in 2011 gestart met
de voorbereidingen voor de invoering van een elektronisch
| 19

voorschrijfsysteem om dit in 2012 in te voeren. Hiermee
kan er doelmatiger en veiliger met medicatie wordt
gewerkt. Daarnaast voldoet Land van Horne hiermee aan de
kwaliteitsvoorwaarde dat alle voorschrijvers gebruik maken
van een Elektronisch Voorschrijfsysteem. Nieuwe initiatieven
op ICT-gebied zijn in 2011 getoetst aan de NEN7510-norm
Informatiebeveiliging.
Voor 2012 is wederom een ICT-projectenkalender
opgesteld. Een belangrijk onderwerp is het opstellen van
een ICT strategienota voor de jaren 2012-2015. Het nieuwe
ondernemingsplan en de maatschappelijke ontwikkelingen
en mogelijkheden maken een heroverweging noodzakelijk.
Bovendien is de uitvoering van de huidige ICT-nota gereed.
Jaarplan 2012
Verder op weg, zo luidt de titel van het Jaarplan voor 2012.
Een ambitieus plan met activiteiten dat richting geeft aan
de weg die we in 2012 samen bewandelen. Op hoofdlijnen
is er de nodige aandacht voor de overheveling van de
functie Begeleiding naar de Wmo en de impact voor de
huidige zorgorganisatie. Datzelfde geldt voor de wijziging
van de bekostiging van de revalidatiezorg. Er worden actief
voorbereidingen getroffen in het kader van de overgang
naar de verzekeringswet en de aanpassing in werkprocessen.
Projecten in het kader van de vermaatschappelijking van
de zorg, zoals het wijkgericht werken, het integreren en
afstemmen van het aanbod van wonen, welzijn en zorg in
de wijk en de inzet van ICT in de primaire zorg (o.a. Zorg TV)
hebben uiteraard ook een prominente plek in het plan. Tijd
en aandacht zal eveneens uitgaan naar de begeleiding en
implementatie van de gevolgen van de structuurwijziging
van de Stichting Land van Horne. Het Jaarplan is aan de hand
van de zes thema’s uit het Ondernemingsplan Samen op Reis
opgesteld.
Bouwprojecten in de Stichting Land van Horne
Cluster Noord
In september zijn het zorgcentrum Mariënburght en de
annex gelegen huisartsenpraktijk Fleuren officieel geopend.
In dit nieuwe gezondheidscentrum de Voort zijn ook een
hoorspecialist en de thuiszorg cluster Noord van Land van
Horne gevestigd. In het voorjaar van 2012 start de bouw
van drie kleinschalige groepswoningen naast zorgcentrum
Mariënburght. Gelijktijdig met deze bouw worden ook 28
huurappartementen gebouwd.
Cluster Oost
Op de oude locatie van zorgcentrum St. Joseph in Nederweert
wordt een nieuw zorgcentrum gerealiseerd. In april 2011 heeft
de afbraak van het oude gebouw plaatsgevonden. Begin 2012
zal de bouw starten zodat het nieuwe zorgcentrum in mei 2013
gereed is. Er worden 32 plaatsen voor somatische cliënten en
40 plaatsen voor psychogeriatrische cliënten gerealiseerd. De
meeste cliënten verblijven tijdens deze nieuwbouwperiode in
zorgcentrum De Wei-jer in Weert.
20 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
Cluster Zuid
In Weert bouwt Wonen Limburg, in nauwe samenwerking
met Land van Horne, aan het nieuwe woonzorgcentrum
Nedermazehof dat zal bestaan uit 86 huurappartementen,
vijf groepswoningen waar 31 dementerende ouderen zullen
wonen en een ontmoetingsruimte voor (buurt)bewoners.
Nedermazehof is gelegen in de wijk Groenewoud. Naar
verwachting kunnen de nieuwe bewoners in het najaar van
2012 er hun intrek nemen.
De bouw en de voorbereidingen op de (interne) verhuizing zijn
in volle gang.
In volle gang is ook de voorbereiding op de bouw van het
nieuwe woonzorgcentrum in de wijk Laarveld (Hushoven), dat
landelijk, aan de rand van Weert is gelegen en eenzelfde opzet
kent als Nedermazehof.
In de wijk Keent zijn 22 appartementen gebouwd aan de
Kerkstraat. Wonen Weert is verantwoordelijk voor het beheer en
het onderhoud. Bewoners ontvangen zorg van Land van Horne.
Er komt een verbinding met de multifunctionele accommodatie
het Keenter Hart en een pad naar Zuyderborgh.
Binnen de kern van Stramproy hebben de Woningstichting
St. Joseph, de gemeente Weert en Land van Horne
woonzorgcentrum Kwartierstaete gerealiseerd. In dit
woonzorgcentrum bevinden zich 30 appartementen voor
mensen met een (zorg)indicatie. Land van Horne levert
de thuiszorg aan de cliënten en biedt op deze locatie ook
dagbesteding.
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid
Visie op kwaliteit
De visie van de Stichting Land van Horne op kwaliteit is
gebaseerd op de Zorgvisie van de stichting. Kwaliteit is meer
dan alleen het zichtbare, het meetbare. Aandacht voor de
mens die zorg vraagt, wie hij is, zijn levensloop, hoe hij zijn
geschiedenis heeft geschreven, welke keuzes hij wil maken en
hoe hij nu in het leven staat. Dat is één van de fundamentele
uitgangspunten in de zorgvisie.
De Stichting Land van Horne is van mening dat kwaliteit twee
kanten heeft:
• de houdingkant (o.a. ethiekbeleid, werken volgens
kernwaarden, scholing);
• de systeemkant (o.a. protocollen, richtlijnen,
kwaliteitssysteem, audits).
We streven ernaar beide kanten van kwaliteit in evenwicht te
houden. Het één kan niet zonder het ander. Kwaliteit maak je
met je hoofd, je hart en je handen.
Aan de houding van medewerkers werkt de stichting door
middel van aandacht voor belevingsgerichte zorg, de
kernwaarden en het ethiekbeleid. Nieuwe medewerkers en
vrijwilligers worden, na zorgvuldige selectie, met hulp van het
boekje Samen maken wij het verschil! ingevoerd in de manier
van werken bij Land van Horne.
In de systeemkant van kwaliteit gaat het om vragen als:
Hoe organiseren we ons werk? Zijn afspraken voor iedereen
duidelijk? Weet men waar de afspraken te vinden zijn? Et
cetera. Het kwaliteitssysteem helpt ons bij het systematisch en
gestructureerd managen / beheersen van kwaliteit, zodat het

leveren van een bepaald kwaliteitsniveau niet toevallig gebeurt.
HKZ-certificaat
In het verslagjaar heeft er een hercertificering plaatsgevonden.
Volgens de auditor van DEKRA heeft de Stichting Land van
Horne opnieuw laten zien dat zij het HKZ-certificaat waardig
is. Het certificaat is voor de komende drie jaar verleend. De
stichting is uiteraard trots op het behaalde resultaat. Met het
behalen van het certificaat laat de stichting zien voortdurend
te werken aan verbeteringen in zorg- en dienstverlening. De
thema’s Kwaliteit en Veiligheid blijven ook in de toekomst een
speerpunt bij de Stichting Land van Horne.
Veiligheid
Bedrijfshulpverlening (BHV)
De BHV-organisatie bestaat momenteel uit ca. 415
bedrijfshulpverleners. Om het verloop op te vangen worden
intern jaarlijks zes á zeven nieuwe BHV-cursussen verzorgd. Per
cursus nemen maximaal 12 medewerkers deel.
Alle bedrijfshulpverleners volgen jaarlijks een verplichte
BHV-herhalingsdag en nemen allen deel aan een verplichte
ontruimingsoefening op hun eigen locatie. Daar waar het uit
evaluaties nodig blijkt worden aanpassingen verricht in de te
volgen procedures.
Op elke zorglocatie worden andere medewerkers uit
vastgestelde doelgroepen één maal per drie jaar geïnstrueerd
in het gebruik van de aanwezige kleine blusmiddelen en de te
volgen procedures in het geval van incidenten/calamiteiten.
Zo nodig kunnen zij de BHV ondersteunen. Cliënten worden
tweemaal per jaar voorgelicht over de brandveiligheidssituatie
en de organisatie van de BHV op hun locatie.
Infectie Preventie Commissie (IPC)
Alle documenten uit de Hygiënewijzer zijn gedigitaliseerd en
opgenomen in het kwaliteitssysteem. Het Hygiënevoorschrift:
MRSA is geïmplementeerd. De cliëntenservicedienst stelt elke
cliënt vóór opname twee vragen om het risico op een MRSAbesmetting
in te schatten. Het beleid Melding infectieziekten is
geactualiseerd. Met de facilitair managers is gesproken over
mogelijkheden om de ophaalfrequentie van het wasgoed op de
locaties te wijzigen. Tot maart 2012 loopt er een pilot met het
sealen van nat wasgoed. Op centrale plaatsen op elke locatie
zijn noodboxen met persoonlijke beschermingsmiddelen
geplaatst. Ondanks promotieactiviteiten om de griepprik te
stimuleren is er toch een laag aantal aanmeldingen voor de
vaccinatie. Er zijn in totaal 135 medewerkers in het verslagjaar
gevaccineerd.
In 2011 hebben er zes contactonderzoeken onder medewerkers
en één contactonderzoek onder cliënten plaatsgevonden.
Tijdens één contactonderzoek is er bij één medewerker
MRSA vastgesteld. Alle andere onderzoeken hebben geen
verspreiding aangetoond. In december is er op één afdeling
een uitbraak van het Norovirus geweest. Dit is gemeld aan
de GGD Noord- en Midden-Limburg. Het protocol Isolatie
verzorging cliënt met Norovirus is opgesteld en nageleefd.
In 2011 zijn vijftien prikaccidenten geregistreerd. Tien
prikaccidenten zijn veroorzaakt door een insulinenaaldje
(66%). Een aanbeveling is gedaan om het gebruik van
veilgheidsnaalden voor het injecteren van insuline in te voeren.
Meldingen Incidenten Cliënten (MIC)
Binnen elke locatie van de Stichting Land van Horne
functioneert een commissie Melding Incidenten Cliënten. Het
doel van de MIC-commissies is het bevorderen en bewaken
van de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening door het
registreren, signaleren, onderzoeken en terugkoppelen van de
bevindingen en het adviseren over incidenten.
Totaal aantal MIC meldingen Stichting Land van Horne
2008 2009 2010 2011
Totaal aantal MIC meldingen 3496 3103 3637 3747
Totaal aantal valincidenten 1952 1752 2035 1723
Totaal aantal geneesmiddelincidenten
909 1077 1273 1522
Er is een lichte stijging (+110) van het totaal aantal MICmeldingen
ten opzichte van 2010 zichtbaar. Deze lichte
stijging kan mogelijk deels samenhangen met het feit dat
veel teamleiders actief gestuurd hebben op een betere
invuldiscipline bij de medewerkers. Dat er slechts sprake
is van een lichte stijging kan mogelijk gerelateerd worden
aan door de teamleiders benoemde acties in het kader van
communicatie. Bijvoorbeeld: in elk werkoverleg is MIC een
agendapunt, MIC melding standaard evalueren tijdens de
artsenvisite, collega attenderen op de gemaakte fout en hierop
persoonlijk aanspreken, bij het inleveren van een MIC-melding
goed doorvragen, verbeteren overdrachtmomenten. Bovendien
is op enkele plaatsen gestart met zorgintervisie voor het
bespreken van bijvoorbeeld gedragsproblematiek en zijn op
alle locaties – conform stichtingsbeleid – agressiecoaches actief.
Valincidenten MIC meldingen
stiChting land van horne 2010 2011
Totaal aantal valincidenten met botbreuken 31 23
Totaal aantal valincidenten 2035 1723
Het is opvallend dat er sprake is van een daling (-312) van
het aantal valincidenten. Bovendien waren er acht minder
valincidenten met botbreuken tot gevolg (-8). Het gevoerde
non-fixatiebeleid lijkt dus geen negatief effect te hebben op
het aantal valincidenten. Dat er sprake is van een daling kan
mogelijk gerelateerd zijn aan door de teamleiders benoemde
acties, zoals: er is voor meer cliënten een tillift besteld, er
zijn extra lage bedden in gebruik, de tuin is aangepast,
toezicht in de huiskamer is verbeterd. Aan het einde van
het verslagjaar is er – conform stichtingsbeleid - op elke
locatie een valpreventieteam ingesteld. Dit kan de afname
van valincidenten over het gehele verslagjaar niet verklaren.
Uiteraard zijn we benieuwd naar de cijfers over 2012.
| 21

Geneesmiddelincidenten MIC meldingen
stiChting land van horne 2010 2011
Medicijn niet gegeven 648 881
Verkeerde dosering 39 44
Verkeerd tijdstip 52 51
Medicijn niet ingenomen 121 137
Verkeerd medicijn 32 34
Aan verkeerde cliënt gegeven 10 12
Anders, namelijk…. (inclusief apothekersfouten,
medicatie wel gegeven maar vergeten af te
tekenen)
371 363
Totaal aantal geneesmiddel-incidenten 1273 1522
Het aantal geneesmiddel-incidenten is gestegen (+249).
De sterkste stijging is te zien in de categorie ‘medicijn niet
gegeven’. Wellicht heeft dit te maken met de invoering van
het Baxtersysteem op alle locaties en in de thuiszorg. Landelijk
bestaat de overtuiging dat het Baxtersysteem veiliger is. In
de praktijk blijkt dat juist medicatie die niet in de Baxter zit
vergeten kan worden. Een andere mogelijke verklaring is het
feit, dat degene die de medicijnen verdeelt vaak gestoord
wordt met vragen. Om deze reden zijn er op veel afdelingen
opvallende hesjes besteld met hierop de tekst ‘niet storen’.
Bovendien worden in de categorie ‘medicijn niet gegeven’ soms
ten onrechte ook de situaties geregistreerd waarin de cliënt
weigert de medicatie in te nemen. Bij de categorie ‘anders
namelijk’ werden er op de locaties regelmatig fouten (variërend
van 1 tot 30 keer) van de apotheek gerapporteerd. Deze fouten
zijn teruggekoppeld naar de betreffende apothekers. Over de
samenwerking met de plaatselijke apothekers wordt op een
locatie vermeld dat er jaarlijks scholingen medicijngebruik door
de apothekers worden gegeven.
Informatiebeveiliging
Vanaf januari 2009 zijn de ICT-voorzieningen uitbesteed.
Alle afspraken met betrekking tot de diensten, servicelevels,
verantwoordelijkheden en condities van de beheersdiensten
zijn vastgelegd, evenals bijbehorende werkafspraken en
werkprocedures in de samenwerking tussen de externe partner
en onze organisatie. Samen met de ICT-dienstverlener wil de
Stichting Land van Horne een betrouwbare partner zijn en
stelt zij zich ten doel om op passende wijze aan de geldende
22 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
normen op het gebied van informatiebeveiliging te voldoen.
De inrichtingseisen hieromtrent zijn dan ook meegenomen
in de overeenkomst met de gecontracteerde partij. Nieuwe
ICT-gerelateerde werkprocessen en werkafspraken worden
getoetst aan de norm voor informatiebeveiliging alvorens deze
in gebruik worden genomen.
Bekwaamheid voorbehouden en risicovolle handelingen
De Stichting Land van Horne heeft besloten dat een aantal
voorbehouden en risicovolle handelingen mag worden
uitgevoerd door bepaalde beroepsbeoefenaren, mits daarbij
is voldaan aan de Wet BIG. Om ervan overtuigd te zijn dat
deze handelingen deskundig en bekwaam worden uitgevoerd
worden verzorgenden/verpleegkundigen eenmaal per drie
jaar getoetst. De praktijktoets wordt afgenomen door de
praktijkopleider. Als de beoordeling voldoende is vult de
verzorgende samen met de praktijkopleider de registratielijst
bekwaamheid in. De verzorgende is bevoegd en bekwaam voor
de handelingen die afgetekend zijn. Er waren in het verslagjaar
in totaal drie medewerkers die niet in één keer voor de toets
geslaagd zijn.
Aantal afgenomen praktijktoetsen 2011
intramuraal extramuraal
Cluster Noord 47 16
Cluster Centrum 175 n.v.t.
Cluster Oost 24 9
Cluster Zuid 52 41
Totaal 298 66
In 2011 zijn onder andere de volgende handelingen getoetst:
zuurstof toedienen, punctie d.m.v. vingerprik, injecteren,
catheteriseren en verzorging, insuline toedienen, PEG-sonde
verzorgen en voeding toedienen, neuskatheter inbrengen,
compressief zwachtelen, medicatie toedienen via slijmvliezen,
stomazorg, medicatie toedienen en verwijderen butterfly.
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten
4.4.1 Kwaliteit van zorg
Cliëntenraadpleging
Om te voldoen aan het kwaliteitskader Verantwoorde Zorg
is in 2011 de cliëntenraadpleging met behulp van de CQindex
uitgevoerd. De Stichting Land van Horne heeft ervoor
gekozen om ook de cliënten, waarvoor de verplichte CQmeting
niet van toepassing is, mee te laten doen met het
cliënttevredenheidsonderzoek.
In het volgende overzicht is te zien, dat de cliënten of vertegenwoordigers
van cliënten van Land van Horne de zorg- en
dienstverlening waarderen met een rapportcijfer tussen de 6,7
en 9,3. De respons op het onderzoek varieert van 66% tot 80%.

Gemiddelde thema-rapportcijfers cliënttevredenheids onderzoek 2011
Cluster loCatie somatieK pg thuiszorg
v&v
Centrum Hieronymus 8 - - -
St. Martinus 7,7 7,3 - -
Zuid Ververshof 8,7 8 - -
Van Berlo Heem 8,6 8,2 8,2 9,2
Rust in Roy 8,8 7,6 8,4 9,2
Zuyderborgh - 8,6 - -
Oost St. Joseph 7,7 8 8,4 9,2
St. Charles - - 8,1 9,3
St. Elisabeth 9,2 - - -
Noord Marishof 8,3 7,6 8,4 9,3
Mariënburght 8 6,7 8,1 9,1
Witven 9,1 - 8,1 -
Totaal Land van Horne 8,4 7,9 8,2 9,2
Gemiddelde rapportcijfers zorg- en dienstverlening
cliënttevredenheidsonderzoek 2011
Cijfer zorg- en
dienstverlening
Dagbehandeling PG 8,5 8,6
Dagbehandeling Somatiek 8,2 8,6
Dagverzorging Somatiek 8,7 8,9
Revalidatie afdeling 8 8,3
Cijfer
medeWerKers
De resultaten van de meting zijn goed. Bovendien zijn de scores
op veel onderdelen weer beter dan die van de vorige meting
in 2009. Er is sprake van een verder stijgende lijn. De rapporten
met resultaten zijn opgenomen op de website van Land van
Horne.
Mogelijkheden voor verbetering zijn er natuurlijk altijd, ook bij
goede cijfers. Daarom zijn er verbeterplannen opgesteld. Naast
een stichtingsbreed verbeterplan, heeft iedere locatie een
actieplan opgesteld dat in nauwe samenwerking met de lokale
cliëntenraden tot stand is gekomen
bevindingen CliënttevredenheidsonderzoeK 2011, Cliënten hulp
bij het huishouden, Cliënten thuiszorg v&v
43% geeft aan een kennismakingsgesprek te hebben gehad.
31% geeft aan geen mondelinge afspraken te hebben en 51% geeft
aan geen schriftelijke afspraken ten hebben. 62% geeft aan dat
afspraken worden geëvalueerd.
27% (HbH) en 14% (V&V) geeft aan dat veiligheid in en rond de
woning niet besproken wordt.
28% geeft aan dat mogelijkheden van dagbesteding onvoldoende
worden besproken.
huishoudelijKe
verzorging
bevindingen CliënttevredenheidsonderzoeK 2011, Cliënten
zorgCentra (somatieK en pg)
55% van de somatische cliënten is niet op de hoogte wat te doen bij
brand.
61% van de somatische cliënten zegt de activiteiten die
georganiseerd worden leuk te vinden.
73% van de vertegenwoordigers van PG-cliënten geeft aan dat de
cliënt voldoende mogelijkheden heeft voor dagelijkse bezigheden.
De aandacht voor de cliënt zelf en hoe het met hem gaat is voor 27%
van de somatische cliënten niet voldoende.
46% van de somatische cliënten ervaart de beschikbaarheid van het
personeel als voldoende.
44% van de vertegenwoordigers van PG-cliënten meent dat er
genoeg personeel is.
59% van de vertegenwoordigers van PG-cliënten ervaart voldoende
toezicht en personeel in de algemene ruimten.
Zorginhoudelijke indicatoren
Tijdens de zorginhoudelijke indicatorenmeting wordt door
zorgverleners van de stichting bij elke cliënt vastgesteld of en in
welke mate hij doorligwonden heeft, incontinent is, ondervoed
is of smetplekken heeft. De gegevens worden ingevoerd in
de registratietool van ActiZ en verzonden naar de landelijke
database.
De resultaten van de meting zorginhoudelijke indicatoren 2010
zijn in het verslagjaar uitgebreid toegelicht en besproken in alle
clusteroverleggen. De resultaten - inclusief een leeswijzer - zijn
besproken met de betrokken DBI-disciplines, de specialisten
ouderengeneeskunde en de raad van toezicht. Er is een plan
van aanpak op stichtingsniveau opgesteld. Tevens is er per
locatie een plan van aanpak opgesteld.
In november 2011 heeft Land van Horne de zorginhoudelijke
indicatoren opnieuw gemeten.
| 23

Uitkomsten zorginhoudelijke indicatorenmeting 2011
intramurale zorg
indiCator spreiding lvh lvhgemiddelde
landelijK
7.1a risicosignalering:
uitvoering
94,9% - 99,7% 98,5% 56,3%
7.1b risicosignalering:
opvolging
92,8% - 99,0% 95,9% 93,4%
7.2a Huidletsel 2,9% - 26,0% 9,3% 10,9%
7.2b Decubitus 0,6% - 1,6% 0,8% 2,0%
7.3a Risico op
ondervoeding
15,1% - 21,9% 18,3% 24,0%
7.3b Onbedoeld
gewichtsverlies
0,2 - 0,8 kg 0,5 kg 0,5 kg
7.4 Valincidenten 7,7% - 11,5% 9,5% 10,6%
7.5 Medicijnincidenten 1,8% - 8,5% 4,2% 4,9%
7.6 Antipsychotica 4,2% - 42,6% 14,4% 10,8%
7.7 Depressieve
symptomen
6,9% - 24,3% 16,6% 19,4%
7.8a Incontinentie
prevalentie
54,7% - 76,1% 67,8% 63,3%
7.8b Incontinentie
diagnose
40,3% - 97,0% 76,5% 79,1%
7.9 Probleemgedrag 7,6% - 24,0% 15,4% 22,4%
7.10a
Vrijheidsbeperkende
maatregelen:
prevalentie
0,3% - 2,9% 1,2% 4,5%
7.10b
Vrijheidsbeperkende
maatregelen:
beschrijving
93,1% - 98,4% 96,9% 90,8%
7.10c
Vrijheidsbeperkende
maatregelen:
effectevaluatie
96,6 - 98,2% 98,2% 96,5%
7.10d
Vrijheidsbeperkende
maatregelen: afbouw
onrustband
7,8% - 14,3% 11,1% 22,0%
24 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
Uitkomsten zorginhoudelijke indicatorenmeting 2011
extramurale zorg
indiCator spreiding lvh lvhgemiddelde
landelijK
7.1a risicosignalering:
uitvoering
53,6%-99,8% 98,1% 53,6%
7.1b risicosignalering:
opvolging
84,4%-99,3% 92,8% 93,3%
7.4 Valincidenten 3,2%-9,3% 6,2% 9,2%
7.8a Incontinentie
prevalentie
9,8%-45,0% 25,5% 28,8%
Over het algemeen scoort Land van Horne gemiddeld of zelfs
beter dan het landelijke cijfer. Land van Horne scoort goed op
de indicatoren: risicosignalering, decubitus, probleemgedrag
en vrijheidsbeperkende maatregelen. Voor de intramurale zorg
zijn de volgende onderwerpen verbeterpunten: antipsychotica,
incontinentie, onbedoeld gewichtsverlies, valincidenten
en medicijnincidenten. Verbeterpunten worden verwerkt
in een verbeterplan per locatie en een verbeterplan op
stichtingsniveau.
Commissie Ethiek
De Stichting Land van Horne wil onderscheidend zijn op het
gebied van bezieling en ethiek en vindt het belangrijk om
vanuit (kern)waarden te werken. Belangrijke waarden zijn
samengevat en benoemd als onze tien kernwaarden. De
commissie Ethiek is sinds 1994 de enthousiaste motor achter
ethiekprojecten binnen Land van Horne. Ook in het verslagjaar
zijn de nodige resultaten bereikt.
onderdeel aCtiviteiten
Nota’s De beleidsnotitie Zorg rondom de laatste levensfase
is opgesteld. De commissie Ethiek heeft feedback
gegeven op de nota. Enkele leden van de commissie
hebben deelgenomen aan de werkgroep ZRLL.
Moreel
beraad/Advies
• De commissie heeft twee adviesaanvragen
voor moreel beraad ontvangen betreffende
situaties in zorgcentra.
1. Het betrof de vraag hoe een echtpaar
elkaar kan blijven zien, zonder dat dit ten koste
gaat van de veiligheid voor de cliënt en de
rust op de afdeling. Er heeft naar tevredenheid
moreel beraad en terugrapportage
plaatsgevonden.
2. Het betrof de vraag wat te doen als een
mantelzorger ondanks aanwijzingen toch
zijn/haar naaste op onjuiste wijze eten en
drinken blijft geven met ernstige verslikking tot
gevolg. Er heeft naar tevredenheid schriftelijke
terugrapportage plaatsgevonden.
• Binnen diverse teams heeft moreel beraad
plaatsgevonden, al dan niet onder begeleiding
van een commissielid.
Cursussen • Scholing moreel beraad voor nieuwe
leidinggevenden is afgerond.
• Drie groepen medewerkers volgden de
Basiscursus Ethiek

Themabijeenkomst
Werkvergaderingen
Thema-avond Zorg rondom de laatste levensfase
(gehouden tijdens de landelijke Week van de
Reflectie). De thema-avond wordt – wegens de
grote opkomst - in februari 2012 herhaald.
Onderwerpen:
• Spirituele/complementaire zorg.
• Beroepsgeheim en hoe om te gaan met
cliënten en strafbare feiten.
• Vrijheidsbeperkende maatregelen en waarden.
Diversen Deelname aan de landelijke Week van de Reflectie
• Presentatie ethiekbeleid van Land van Horne
tijdens de opening van de Week van de
Reflectie op het ministerie VWS in Den Haag.
Thema’s verantwoorde zorg
In de hiernavolgende paragrafen wordt aan de hand van de
thema’s verantwoorde zorg een impressie gegeven van de wijze
waarop Land van Horne in het verslagjaar werk heeft gemaakt
van de thema’s van verantwoorde zorg.
Zorgleef- en behandelplan
• Om een op de cliënt afgestemd individueel
zorgleefplan te kunnen maken is het noodzakelijk dat
zorgverleners weten wat de cliënt belangrijk vindt
rondom de vier levensdomeinen. In het verslagjaar is de
kennismakingsperiode (eerste zes weken na opname)
geoptimaliseerd en gestandaardiseerd aan de hand van de
vier levensdomeinen.
• De vier levensdomeinen van kwaliteit van leven zijn in
het elektronisch cliëntdossier (ECD) verwerkt, conform
het model zorgleefplan van Actiz. In 2011 is hierin een
verbetering aangebracht.
• In november 2011 hebben voor de teamleiders en
zorgcoördinatoren bijeenkomsten plaatsgevonden over
de vier levensdomeinen, de kennismakingsperiode en het
ECD. Ook het onderwerp mantelzorgbeleid is uitgebreid
aan bod gekomen.
• De werkgroep Zorgcoördinatie heeft in 2011 het effect
van de nota Kaders Zorgcoördinatie geëvalueerd. Alle
zorgcoördinatoren (respons 65%) en teamleiders (respons
100%) hebben een schriftelijke enquête ontvangen. Uit
de antwoorden blijkt dat zoco’s en teamleiders aan de
slag zijn gegaan met de aanbevelingen uit de nota Kaders
Zorgcoördinatie. Ten opzichte van de resultaten van de
schriftelijke enquête in 2008 is er meer tevredenheid met
de functie. Maar er zijn ook belangrijke aandachtspunten.
Met name het vinden van tijd voor coördinerende taken
blijkt vaak erg lastig te zijn.
Communicatie en informatie
• De werkgroep Informatievoorziening cliënten bundelt,
bekijkt en herziet de informatie die verstrekt wordt
aan cliënten en hun familie. In 2011 zijn hierin verdere
stappen ondernomen met de volgende resultaten:
er is schriftelijke informatie voor cliënten vastgelegd
(over de Bopz, valpreventie, Volledig Pakket Thuis,
rolstoelgebruik en de productenfolder) en er zijn leaflets
aangepast en/of ontwikkeld (voor dagverzorging en
dagbehandeling, kleinschalig wonen en nieuwe locaties).
Er zijn werkinstructies opgesteld waarin beschreven staat
wie, wanneer en welke informatie aan de cliënt verstrekt.
Bovendien zijn er afspraken gemaakt over het up-to-date
houden van de informatie.
• In alle clusters hebben introductiebijeenkomsten
plaatsgevonden voor nieuwe medewerkers. In het
programma, dat een dagdeel omvat, zijn medewerkers
en clustermanagement aan elkaar voorgesteld.
De zorgvisie en -missie zijn gepresenteerd. Er is in
subgroepjes gesproken over de kernwaarden, rol en
inbreng mantelzorgers/familie en het belevingsgericht en
professioneel werken. Een warm welkom en “wij-gevoel”
staan daarbij voorop.
• Er is verder uitwerking gegeven aan het
Communicatiebeleidsplan. In het verslagjaar is structuur
aangebracht in de werkwijze van de afdeling door
het ontwikkelen van procedures en richtlijnen, o.a.
over sponsoring en beheer van de website, leaflets,
folders en ‘open dagen’. De mogelijkheden rondom
relatiemanagement zijn in kaart gebracht. Bovendien
is ondersteuning gegeven aan informatievoorziening
rondom jaarplanactiviteiten, het jaar van de vrijwilliger,
huisvestingsprojecten en het ServiceAbonnement.
Lichamelijk welbevinden
• Er zijn diverse nieuwe en geactualiseerde protocollen en
richtlijnen verschenen. Deze zijn in 2011 vastgesteld door
de Protocollencommissie. Bijvoorbeeld de protocollen:
Vrijheidsbeperkende maatregelen, Medicatie verstopt
toedienen, Mondzorg: verzorging prothese of implantaten en
eigen tanden, Diabeteszorg: opheffen hypoglycaemie en de
richtlijnen: Smetten, Incontinentieletsel en Ondersteuning bij
eten en drinken.
• De werkgroep Mondzorg heeft de landelijke richtlijn
Mondzorg vertaald naar de Stichting Land van Horne. Er
zijn twee protocollen en een richtlijn opgesteld. In 2012
volgt de implementatie. Er zijn per locatie (tijdelijke)
contactpersonen aangewezen. Zij zullen in de diverse
werkoverleggen aandacht vragen voor het onderwerp
mondzorg. Ter ondersteuning van de contactpersonen is
er een presentatie gemaakt en zijn er posters gedrukt. In
het verslagjaar is met de clusterdirecteuren besproken hoe
Land van Horne de tandartszorg wil vormgeven.
• Een nieuwe groep voedingsassistenten (zeven personen)
heeft de opleiding tot voedingsassistente niveau 2 gevolgd
met hierin aandacht voor gezonde voeding, dieetleer,
slikstoornissen, maaltijdambiance en gastvrijheid.
Zorginhoudelijke veiligheid
• Er is besloten om vanaf 2012 gebruik te gaan maken
van het landelijke protocollenbestand van Vilans. Het
betreft hier de protocollen voorbehouden- en risicovolle
handelingen. Vilans bewaakt dat de protocollen op de
laatste wet- en regelgeving, richtlijnen en standaarden zijn
gebaseerd. Jaarlijks ontvangt Land van Horne een update.
De protocollen zullen worden geïntegreerd met het
kwaliteitssysteem Manual Master.
• Op basis van het ingevoerde valpreventieprogramma in
| 25

zorgcentrum Marishof is een compact en doeltreffend
valpreventieprogramma ontwikkeld. Eind 2011 is dit
programma ingevoerd voor alle cliënten met verblijf en
behandeling binnen Land van Horne. In november zijn
instructiebijeenkomsten georganiseerd voor teamleiders,
zorgcoördinatoren en de betrokken disciplines. Op alle
locaties is inmiddels een valpreventieteam ingesteld en
vindt valpreventieoverleg plaats. In het overleg worden
cliënten met een verhoogd valrisico besproken om zo een
individueel valpreventieplan op te stellen om vallen te
voorkomen.
• Op een drietal locaties is de workshop Slikproblemen
gegeven aan medewerkers. Een logopediste en diëtiste
hebben uitleg gegeven, een casus besproken en de
deelnemers hebben via ervaringsopdrachten ondervonden
wat slikproblemen kunnen betekenen voor cliënten.
• Voor de onderwerpen Meldingen Incidenten Cliënten
(MIC), Infectie Preventie Commissie (IPC) en Bekwaamheid
voorbehouden en Risicovolle handelingen wordt verwezen
naar de paragraaf Veiligheid.
Woon- en leefomstandigheden
• Land van Horne staat voor fixatievrije zorg. Voor elke
cliënt wordt een goede balans tussen veiligheid, vrijheid
en levenskwaliteit gezocht. De commissie Zorg & Dwang
heeft als taak het non-fixatiebeleid te borgen en verder in
te voeren. Per september 2011 is er een gespecialiseerd
verpleegkundige Zorg & Dwang werkzaam binnen Land
van Horne. Haar taak is het overdragen van beleid en
kennis en het coachen van betrokken zorgverleners op
alle pg-afdelingen. Vier groepen medewerkers van de
pg-afdelingen hebben in 2011 de Exbelt scholing gevolgd.
De gespecialiseerd verpleegkundige is via het train de
trainer principe opgeleid tot Exbelt docent. Vanaf 2012
en verder zullen de interne Exbelt scholingen door de
gespecialiseerd verpleegkundige gegeven worden. Alle
acties leveren resultaat op: zes van de negen pg-afdelingen
zijn inmiddels fixatievrij.
• Uitgaan van de daadwerkelijke hulpvraag van de cliënt,
betekent aansluiting zoeken bij iemands sociale omgeving
en de mantelzorg. Familieparticipatie is nodig om
kwalitatieve zorg te bieden. Het onderwerp mantelzorg
heeft in 2011 opnieuw op vele agenda’s van overleggen
26 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
gestaan, is extra toegelicht aan de zorgcoördinatoren
en is op diverse bewoners-/familie-avonden aan de
orde gesteld. Het document Rol en juridische positie
van de mantelzorger is vastgesteld. Het werkproces
Kennismakingsperiode is aangevuld met aandacht voor en
betrokkenheid van de mantelzorger.
• Binnen kleinschalig wonen PG in Nederweert is in 2011
vervolg gegeven aan de pilot Familieparticipatie. Promotie
heeft plaatsgevonden op TV en het project is ingebed
binnen het totale mantelzorgbeleid van Land van Horne.
Medewerkers hebben vervolgscholing gehad, bijvoorbeeld
op het gebied van onderhandelen.
Participatie en dagstructurering
• De enthousiaste inzet en betrokkenheid van vrijwilligers is
erg belangrijk voor cliënten. Het jaar 2011 is binnen Land
van Horne benoemd tot het jaar van de vrijwilliger. Er
hebben vele activiteiten plaatsgevonden: deelname aan
NL-DOET, de informatiegids voor vrijwilligers is verspreid,
rubriek in de Van Horne Flits en als klap op de vuurpijl het
vrijwilligersfeest in theater de Munt met een optreden van
Willeke Alberti.
• Naar aanleiding van de resultaten van de
cliënttevredenheidsonderzoeken zijn op een aantal
locaties acties ondernomen om het activiteitenaanbod
beter af te stemmen op de wensen van de cliënten.
• Bij de bouw van de diverse woonzorgcentra wordt een
ontmoetingsruimte gerealiseerd zodat (buurt)bewoners
elkaar daar kunnen ontmoeten.
Mentaal welbevinden
• De herziene richtlijn Probleemgedrag is op drie
pilotafdelingen ingevoerd. Het toepassen van de richtlijn
leidde bij ongeveer 50% van de cliënten tot vermindering
van het probleemgedrag, een beter begrip en een
adequate hantering van het probleemgedrag door het
team. In 2012 zal de richtlijn gefaseerd ingevoerd worden
binnen de pg-afdelingen van Land van Horne.
• Door het invoeren van het formulier Risicosignalering en
het onderdeel risicosignalering depressie is de signalering
van depressie bij cliënten verbeterd. Toch wordt een
depressie bij ouderen nog niet altijd herkend. Om
depressieve ouderen de juiste hulp te kunnen geven blijft
signalering een aandachtspunt.
• Binnen de Stichting Land van Horne is het team Geestelijke
verzorging actief. Binnen alle locaties staat dit team
cliënten bij.
• De nota Zorg rondom de laatste levensfase is afgerond. Eén
van de onderwerpen die in de nota belicht is, is spirituele
zorg. Aandacht voor en gericht zijn op levensvragen en
levensinvulling van cliënten. Zorg in de palliatieve fase is
bij uitstek multidisciplinair van aard.
Veiligheid wonen en verblijf
• Naar aanleiding van de resultaten van de cliënttevredenheidsonderzoeken
wordt door de afdeling BHV jaarlijks op
iedere locatie informatie gegeven aan de cliënten hoe te
handelen bij calamiteiten.

• In 2011 is, conform het reanimatiebeleid van Land van
Horne, van alle cliënten de wens rondom reanimeren
in kaart gebracht. Op alle locaties is AED-apparatuur
aanwezig.
• Voor het onderwerp bedrijfshulpverlening (BHV) en
Meldingen Incidenten Cliënten (MIC) wordt verwezen naar
de paragraaf over veiligheid.
• In het verslagjaar hebben er ruim 60 interne audits
plaatsgevonden, inclusief de HACCP audits. Binnen de
clusters zijn zowel primaire procedures als ondersteunende
procedures geaudit. Er hebben ook interne audits
plaatsgevonden binnen P&O, PSA, PCR, CSD en DBI.
Voldoende en bekwaam personeel
• De uitkomsten van de Medewerkermonitor en de
cliëntenraadpleging (2011) maken zichtbaar, dat
onvoldoende personeel beschikbaar is en dat de werkdruk
als hoog ervaren wordt. Het projectplan dat is opgesteld
in het kader van het convenant Langdurige zorg is er op
gericht om hierin een verandering te brengen (zie §4.5.1.,
o.a. aantrekken HBO-verpleegkundigen en vergroten
toezicht in de pg-huiskamers);
• De richtlijn Ondersteuning bij eten en drinken beschrijft wie
welke activiteiten mag verrichten in het kader van hulp
bieden bij eten en drinken aan mensen met slikproblemen
en met een (complex) dieet. Het document maakt een
eind aan de onduidelijkheid rondom dit onderwerp.
De richtlijn is in het verslagjaar geïmplementeerd. De
richtlijn is besproken tijdens de bijeenkomsten met de
aandachtsfunctionarissen voeding per locatie.
• Zorgcoördinatoren vervullen een spilfunctie in de
communicatie naar de cliënt. De taken van de zoco zijn in
de afgelopen jaren ingewikkelder geworden. In oktober
2011 is de eerste groep zoco’s (16 personen) gestart met
de officiële EVV-opleiding (ROC Eindhoven). Tijdens de
tussenevaluatie is de opleiding als zinvol beoordeeld. De
zoco’s maken een persoonlijke groei door. Zij voelen zich
zelfverzekerder en deskundiger. Het voornemen is om in
2012 twee nieuwe groepen zorgcoördinatoren de EVVopleiding
te laten volgen.
• In de beleidsnota Bevoegdheidsregeling voorbehouden
en risicovolle handelingen is vastgelegd welke
beroepsgroepen binnen de stichting bepaalde
handelingen mogen uitvoeren. Naast deskundig moet de
beroepsbeoefenaar ook bekwaam zijn. De stichting biedt
de mogelijkheid om bekwaamheid op peil te brengen door
vaardigheidstraining. Zie ook de paragraaf Bekwaamheid
voorbehouden en risicovolle handelingen. Dit beleid geldt
ook voor ingehuurd personeel.
Ketenzorg
Ontwikkeling revalidatiefunctie
• De instroom op de revalidatieafdeling en de uitstroom naar
vervolgvoorzieningen binnen Land van Horne verloopt
door de eerder gemaakte afspraken soepel. Het St. Jans
Gasthuis wisselt wekelijks de wachtlijstgegevens uit met
Land van Horne. In 2011 kent de revalidatieafdeling van
Land van Horne een kleine wachtlijst.
• Het overleg met de Libra Zorggroep over samenwerking in
de revalidatieketen is gestart.
• Met het management van het St.Jans Gasthuis is periodiek
overleg.
• Er is een kerngroep geformeerd die onderzoekt welke
stappen er moeten worden gezet om de overheveling van
de geriatrische revalidatiezorg van AWBZ naar Zvw goed
te laten verlopen. De eerste prioriteit is zorgen dat Land
van Horne is toegerust om de DBC registratie conform de
vereiste regelgeving te kunnen uitvoeren
Dementie
• In de keten Hulp bij Dementie Midden-Limburg zijn met
het zorgkantoor afspraken gemaakt over bekostiging
van de activiteiten in 2011 en in 2012. Vanuit Land van
Horne zijn twee trajectbegeleiders werkzaam in deze
zorgketen. Eind november waren er bij de keten in
Midden-Limburg 290 oudere dementerende cliënten en
13 jong dementerende cliënten in begeleiding en zijn
er 73 casussen afgesloten. De cliënten zijn aangemeld
door 84 huisartsen. Als vervolg op de ingezette
ontwikkeling in Nederweert wordt door de keten
Hulp bij dementie in de gemeente Weert gefaseerd de
trajectbegeleiding geïntroduceerd en ook gekoppeld aan
de huisartsenpraktijken.
• Eind december is in de keten Zorg Programma
Psychogeriatrie Eindhoven/De Kempen het
samenwerkingsconvenant geactualiseerd en
geformaliseerd door het ondertekenen van dit convenant.
Vanuit Land van Horne is een zorgtrajectbegeleider
werkzaam in deze zorgketen. Zij heeft ongeveer 23
cliënten in actieve begeleiding.
• De werkgroep Ontwikkeling laagdrempelige regionale
dementie ondersteuning- en informatiepunten in
de gemeenten Deurne Asten en Someren heeft eind
november haar werkzaamheden afgesloten en de
deelresultaten en adviezen gepresenteerd. Deze zullen
door de stichting Quartz en in het bijzonder de stuurgroep
Dementie regio Helmond worden meegenomen.
• Er is een periodiek overleg met het RcGGZ-Weert
(Regionaal centrum Geestelijke Gezondheidszorg) met
als doel om de samenwerking in de ketenzorg dementie
te verbeteren. Onderwerpen die aan de orde zijn
gekomen waren onder andere de inzet en structurele
financiering van Thuiszorg Ondersteuning Psychogeriatrie
(TOP), knelpunten m.b.t. het crisisprotocol, scholing en
consultatie.
• De bijscholing basale kennis van dementie van
de zorgketen Hulp bij dementie heeft wederom
plaatsgevonden en er zijn in totaal dertien groepen met
gemiddeld vijftien deelnemers bijgeschoold.
• De notitie Visie op kleinschalig wonen Land van Horne is
bijgesteld.
Netwerk Palliatieve zorg
• Het activiteitenplan 2011 van het Netwerk Palliatieve Zorg
(PZ) Weert en omgeving is uitgevoerd.
| 27

• Op thema’s wordt er intensief samengewerkt met het
Netwerk Palliatieve Zorg Roermond en met de andere
netwerken palliatieve zorg in Limburg. Veel activiteiten
stonden en staan in het teken van het aangaan van
verbindingen en samenwerken. Zie voor meer informatie
www.netwerkpalliatievezorg.nl/weert.
• Regionaal zijn er verschillende informatiebijeenkomsten
georganiseerd voor met name senioren- en
vrouwenverenigingen.
• Het RcGGZ Weert heeft zich als voorlopig lid aangemeld
bij het netwerk palliatieve zorg en het Toon Hermans Huis
Weert wil gaan participeren in het netwerk.
4.4.2 Klachten
De stichting kent zowel een formele klachtenstructuur via
de klachtencommissie als een informele structuur via de
medewerkers en leidinggevenden van de stichting en via
de cliëntenvertrouwenspersonen. Op iedere locatie is een
cliëntenvertrouwenspersoon benoemd.
Klachtencommissie
namen leden KlaChtenCommissie rol
Mevrouw Mr. M.J.H. Grandiek voorzitter
Mevrouw W.B.A.M. Broens-Smits lid
De heer A.M.G. Meulendijks lid
De heer H.M.M Kuipers plv. lid
Over het verslagjaar 2010 ontving de commissie vijf klachten
waarvan er drie behandeld zijn.
In 2011 heeft de klachtencommissie van de Stichting Land van
Horne één klacht ontvangen. Deze klacht is in overleg met
betrokkene op informele wijze afgedaan. Eén klacht is in 2010
ontvangen en werd in 2011 behandeld.
gegevens KlaChtenCommissie 2011
Aantal klachten ontvangen 1
Aantal klachten behandeld 1
Aantal klachten gegrond verklaard 1
Indieners van de klacht familie
Locatie van de klachten St. Martinus
De aard van de in 2011 ingediende klacht betrof problemen
met het hoorapparaat van de betreffende cliënt. Deze
klacht is na contact met de indiener ervan niet door de
klachtencommissie behandeld, doch gemeld aan de teamleider
van de afdeling.
De in 2010 ingediende en in 2011 behandelde klacht betrof de
plotselinge overplaatsing van een cliënt. De klachtencommissie
heeft de algemeen directeur en de betreffende clusterdirecteur
geadviseerd het onderwerp communicatie met familie
periodiek te bespreken en te bezien of hierin cursussen c.q.
bijeenkomsten te volgen en te organiseren zijn.
Verder zijn stappen ondernomen om een plaatsvervangend
voorzitter voor de klachtencommissie te werven. In de situatie
van de klacht die in 2010 ingediend werd en in 2011 behandeld,
28 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
bleek de bezetting van de klachtencommissie kwetsbaar te zijn.
Door langdurige ziekte van de voorzitter heeft het behandelen
van deze klacht te lang op zich moeten laten wachten.
Dat is voor zowel de familie als de klachtencommissie een
ongewenste situatie. Een eerste aanzet tot uitbreiding van de
commissieleden is gegeven.
Daarnaast heeft de klachtencommissie een protocol omtrent
haar werkwijze opgesteld. Binnen de organisatie is mevrouw
M. Hermans, directiesecretaresse van zorgcentrum St.
Martinus, aangesteld als secretaresse. Alle klachten dienen
bij de secretaresse ingediend te worden, waarna conform het
protocol de klachtencommissie geïnformeerd wordt. Afspraken
met de commissie lopen via de secretaresse.
Cliëntenvertrouwenspersonen
In totaal ontvingen de cliëntenvertrouwenspersonen in 2011 elf
klachten. Hieronder volgt een uiteenzetting van de herkomst
en de aard van de klachten.
gegevens KlaChten Cvp’s
Aantal klachten 11
ontvangen
Aantal klachten Cluster Noord: 0
naar herkomst en
Cluster Oost: 1
aard
St. Elisabeth (1): miscommunicatie bij
voorgenomen overplaatsing
Cluster Zuid: 8
Ververshof (4): maken / niet nakomen
van afspraken, aanpassing in activiteit,
miscommunicatie terugplaatsing na opname
Rust in Roy (3): benadering cliënt /
mantelzorger, nakomen van afspraken,
onheuse bejegening
Van Berlo Heem (1): miscommunicatie rondom
mogelijke overplaatsing PG-cliënten
Cluster Centrum: 2
Hieronymus (1): verzorgen en wasprijs
St. Martinus (1): tijdelijke ontzegging toegang
Aantal klachten 10
naar tevredenheid
opgelost
In 2011 zijn alle cliëntenvertrouwenspersonen (CVP) van de
stichting tweemaal bijeen gekomen om kennis en ervaringen
met elkaar te delen. Naast het uitwisselen van ervaringen op
het gebied van klachtenopvang in de praktijk is ook gesproken
over een uniforme manier van registreren van onvredes om in
de nabije toekomst meer inzicht te verkrijgen in het aantal en
de aard van de onvredes die de CVP’s ontvangen.
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
4.5.1 Personeelsbeleid
Arbeidsmarkt en Werving
Het aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel voor
de thuiszorg en de groeiende zorgvraag intramuraal (met
name verzorgenden 3-IG) vergt ook in 2011 een voortdurende
inspanning met betrekking tot werving en selectie. Er worden

egelmatig oriënterende gesprekken gehouden met externe
belangstellenden. Er zijn een vacaturedag en verschillende
Open dagen georganiseerd, waarbij de formule van
speeddaten werd toegepast. Deze formule blijkt in de praktijk
zeer effectief te zijn: 80% van de personen die een speedddate
hebben gehad zijn vervolgens aangenomen bij de stichting.
De samenwerking met het UWV en de gemeentes is
gecontinueerd om potentiële medewerkers in een
uitkeringssituatie indien mogelijk een kans te bieden in de zorg.
Om de groeiende vraag naar personeel bij een krimpende
arbeidsmarkt te ondervangen worden onder andere meer
leerlingen opgeleid, meer lagere functieniveaus ingezet en
naar wens van de medewerker de arbeidsduur opgehoogd.
Ook wordt een grotere flexibiliteit van de eigen medewerkers
verwacht. Hierbij wordt uiteraard zo veel als mogelijk rekening
gehouden met de persoonlijke situatie en wensen van de
medewerkers.
Ten opzichte van voorgaande jaren zijn er in 2011 meer
vacatures gesteld voor leidinggevenden. Deze vacatures zijn op
goede wijze en naar tevredenheid ingevuld.
Extra medewerkers in de zorg 6
De regering geeft vanaf 2012 meer geld uit aan zorginstellingen
(zorg met verblijf ). Dit geld moet besteed worden aan het
aantrekken van meer medewerkers in de zorg en het beter
opleiden van medewerkers, met als doel goede zorg leveren
aan cliënten. De Stichting Land van Horne heeft hiervoor
een plan uitgewerkt en ingediend. We willen extra HBOopgeleiden
en BBL-leerlingen aantrekken. Werkbegeleiders
worden optimaal getraind. Het toezicht in de pg-huiskamers
wordt aangescherpt door het aantrekken van gastvrouwen/
zorgassistenten. Een gedeelte van de opleidingen wordt
gefinancierd met de extra middelen, o.a. het scholingstraject
Samen Onderweg waarbij het accent ligt op het maken van
de (cultuur)omslag om in nauwe samenspraak met de cliënt
en de informele zorgers de best passende zorg te bieden (‘van
zorgverlener naar zorgondersteuner’).
De beide zorgkantoren, Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg
hebben instemmend gereageerd op het door ons ingediende
plan. Bij aanvang van het nieuwe jaar vindt prioritering
plaats, omdat de aanvraag het maximum beschikbare budget
overschreed. Daarna volgt de uitvoering. Om de voortgang
van de doelstellingen te volgen is een zorgvuldige monitoring
van ieder project belangrijk. De manier waarop dit plaatsvindt
wordt nog afgestemd.
Begeleiding bij transformaties
Met de start van de bouw van het kleinschalige woonzorgcentrum
Nedermazehof is de voorziene transformatie van
het zorgcentrum Van Berlo Heem definitief van start gegaan.
Om deze transformatie voor te bereiden en te begeleiden
is een aantal werkgroepen geformeerd, waaronder de
werkgroep Personeel en Beleid. Eind 2011 is in het kader
van de transformatie een belangstellingsregistratie onder
de medewerkers van Van Berlo Heem uitgevoerd. In vervolg
6 Convenant Investeringen Langdurige zorg 2011-2015.
op deze registratie wordt begin 2012 een start gemaakt met
persoonlijke gesprekken. De volledige transformatie van het
zorgcentrum is voorzien in 2013.
Begin 2011 zijn de bewoners en medewerkers van zorgcentrum
St. Joseph verhuisd naar de tijdelijke huisvesting De Wei-jer in
Weert en werd het zorgcentrum St. Joseph definitief gesloopt.
De herplaatsing van de boventallige medewerkers van de
afdeling Voeding is in het tweede kwartaal succesvol afgerond.
Alle boventallige medewerkers hebben een nieuwe werkplek
gevonden binnen de organisatie.
Met de verhuizing was tevens de overgang van een gemengde
cliëntengroep met zowel een lichte als een zwaardere
zorgbehoefte naar een cliëntengroep met alleen een hoge
zorgzwaarte een feit. In 2011 is daarom veel aandacht besteed
aan het optimaliseren van de werkprocessen in zorg- en
dienstverlening aan de cliënten in relatie tot de personele
bezetting. In zijn algemeenheid vindt op diverse locaties
een geleidelijke omzetting van verzorgingsplaatsen naar
verpleeghuisplaatsen plaats, waardoor intramuraal uitbreiding
van personeel nodig is.
De transformatie en omzettingen en de voortdurende trend
om lage ZZP’s op te hogen naar hogere ZZP’s waar ook
behandeling aan is gekoppeld maakt dat de behandelaren
zich met regelmaat moeten aanpassen aan de nieuwe situatie.
Om de behandelaren toegerust te houden voor de toekomst
is in 2011 wederom veel in opleiding geïnvesteerd. Door de
groei aan behandelingen door de omzettingen naar hogere
ZZP’s en regulier verloop is regelmatig een beroep gedaan op
de externe arbeidsmarkt. Opvallend is dat het plaatsen van
advertenties op specifieke sites steeds belangrijker wordt om
de juiste doelgroepen te bereiken.
De in 2010 ingezette intensivering van de samenwerking
tussen de zorgcentra St. Martinus en Hieronymus om cluster
Centrum verder vorm te geven, heeft in 2011 verder zijn
beslag gekregen. Medio juli is de voormalige locatiedirecteur
van zorgcentrum Hieronymus volledig gestopt met werken
en zijn de laatste taken overgedragen aan de clusterdirecteur
van cluster Centrum. Het vertrek van de voormalige
locatiedirecteur in combinatie met de wens en noodzaak om de
processen rondom de voeding in zorgcentrum Hieronymus te
integreren binnen de zorgafdeling, maakt dat herstructurering
onontkoombaar is. Een deel van de herstructurering is in 2011
al gerealiseerd; zo valt de afdeling activiteitenbegeleiding
vanaf juli 2011 onder de teamleider Zorg en de afdeling
administratie/receptie onder de manager Facilitaire
Dienstverlening van cluster Centrum.
De omvangrijkste verandering vindt plaats binnen de afdeling
Voeding. De meerderheid van de medewerkers maakt met
ingang van 1 maart 2012 de overstap naar de zorg. Degenen
die overblijven, gaan een aparte backoffice afdeling vormen
met een substantieel deel nieuwe taken. In vervolg op de
bemensingsgesprekken in oktober hebben de medewerkers
eind december schriftelijk de bevestiging gekregen op welke
functie en op welke afdeling zij zijn geplaatst.
| 29

Het in 2010 in gang gezette voedingsconcept binnen
St. Charles heeft er toe geleid dat het in 2011 mogelijk was
een aantal voedings- en huishoudelijke taken van de zorg
over te hevelen naar het functieniveau van medewerker
dienstverlening. Hierdoor kunnen zorgverleners effectiever in
de zorg worden ingezet.
Palliatieve nachtzorg
Het team palliatieve nachtzorg dat bestaat uit verzorgenden
is gestart op 1 maart 2011. Inmiddels heeft dit team zijn
nut bewezen. Het is een flexibel team dat bij een tijdelijke
vermindering van palliatieve nachtzorg ook intramuraal ingezet
kan worden gedurende de nacht.
Bovendien heeft de inrichting van dit nachtzorgteam er
voor gezorgd dat de inzet van een bemiddelingsbureau is
teruggebracht van 10.672 naar 1.749 uren in 2011. Hierdoor zijn
de kosten voor de nachtzorg teruggedrongen.
Werkgroep Inzet verpleegkundigen
Deze werkgroep heeft zich in 2011 gebogen over de
meerwaarde van verpleegkundigen voor de ouderenzorg op
afdelingsniveau of binnen een werkeenheid. Er is besloten
om in de praktijk ervaring op te doen met verpleegkundigen
zowel intramuraal als in de thuiszorg. In de loop van 2011 zijn
op een aantal locaties, zowel intra- als extramuraal enkele
verpleegkundigen aangenomen. In de praktijk bleek echter
al snel dat de veranderingen in de complexiteit van de zorg,
de beoogde kwaliteitsverbetering in het primaire proces en
de gewenste cultuurverandering het noodzakelijk maken
om opnieuw de juiste kwalitatieve en kwantitatieve mix van
functies en functieniveaus op een afdeling/werkeenheid vast te
stellen, hetgeen een vervolg krijgt in 2012.
Wijkgericht werken
Binnen de teams van de thuiszorg is in 2011 een aanzet
gemaakt tot het meer wijkgericht werken. Hierdoor kunnen
we er voor zorgen dat er minder verschillende medewerkers
bij de cliënt over de vloer komen en de kwaliteit van de
zorg verbeterd wordt. In het licht hiervan hebben er in
de projectgroep Thuiszorg waarin de beleidsdirecteur
thuiszorg, de teamleiders van de thuiszorg, de coördinator
Verpleegtechnisch Team en een P&O-adviseur zijn
vertegenwoordigd, discussies plaatsgevonden over de
30 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
werkprocessen, de huidige inzet van zorgcoördinatoren en de
mogelijke inzet van verpleegkundigen.
Het project Wijkgericht werken zal in 2012 uitdrukkelijk vervolg
krijgen.
Verzuim
Het project Maak werk van verzuim is nader uitgewerkt in een
beleidsnotitie en aangevuld met werkwijzen en procedures
aan de OR voorgelegd. De beleidsnotitie geldt tevens als
uitgangspunt in de onderhandelingen over het contract met de
Arbo-Unie om de benodigde/geleverde diensten contractueel
adequaat met elkaar af te spreken. Het Maak werk van verzuim
project wordt naar verwachting in het tweede kwartaal van
2012 geïmplementeerd in de organisatie.
De wasserij van Land van Horne heeft in 2010 en 2011 te
kampen gehad met een bovengemiddeld aantal langdurig
arbeidsongeschikten, waarbij de oorzaak van het verzuim
niet arbeidsgerelateerd was. Door intensieve begeleiding,
re-integratieactiviteiten en uitstroom is dit lastige knelpunt
op goede wijze in de loop van 2011 opgelost. Door het
oplossen van dit knelpunt wordt voor 2012 een gedegen
bedrijfsresultaat voor de wasserij voorzien.
In zijn algemeenheid vraagt het eigen risicodragerschap van
de Stichting Land van Horne voor de WGA en de toegenomen
scherpe beoordelingen van het UWV bij arbeidsongeschiktheid
steeds meer inspanningen om medewerkers te begeleiden naar
ander passend werk zowel binnen als buiten de organisatie. Als
gevolg van dit eigen risicodragerschap dient de begeleiding
van medewerkers in de WGA te worden voortgezet vanaf het
derde tot het tiende ziektejaar.
Herziening en harmonisatie functiegebouw
De functies binnen het domein Voeding zijn in 2011 opnieuw
beschreven en definitief vastgesteld. In 2011 hebben alle
medewerkers, waarop dit betrekking heeft, een nieuwe
functiebeschrijving passende bij hun functie ontvangen. Indien
van toepassing zijn hun arbeidsovereenkomsten aangepast. De
betrokken medewerkers hebben in individuele gesprekken of
groepsgewijs uitleg gekregen over het project.
Tegelijkertijd en daarnaast is in het kader van de harmoni sering
van de salarisschalen van de CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen
met de CAO Verpleeg -, Verzorgingshuizen en Thuiszorg
medio 2011 een start gemaakt om de salarisschalen van alle
medewerkers in de FWG functiegroepen 5 tot en met 30 te
harmoniseren.
In het kader van de harmonisatie zijn eind 2011 de functies in
de intra- en extramurale huishouding tegen het licht gehouden
en waar nodig herschreven. Naar verwachting worden
deze functies begin 2012 definitief vastgesteld en zullen de
medewerkers in de huishouding in de loop van 2012 hierover
geïnformeerd worden.

Regelingen Sociaal Beleid
Als gevolg van de invoering van de nieuwe vakantiewetgeving
alsook de gewijzigde (vakantie)verlofregeling in de CAO
per 1 januari 2012 was het noodzakelijk om de regeling
(Vakantie)verlof in het kwaliteitssysteem te herschrijven
en het dienstroostersysteem Square te herinrichten. Eind
2011 zijn er samen met de applicatiebeheerder van het
dienstroostersysteem informatiebijeenkomsten gehouden
voor teamleiders en roosteraars en is voorlichting gegeven in
werkoverleggen aan medewerkers over de wijzigingen.
De rechten en plichten van werkgever en werknemer bij
organisatieaanpassingen c.q. veranderingen hebben een
stichtingsbrede en eenduidige vorm gekregen in de nota
Sociaal Beleid in het kader van organisatieaanpassingen c.q.
veranderingen. Deze nota zal naar verwachting begin 2012 in
het managementteam worden bekrachtigd.
Onderdeel van de Good Governancecode, de code die Land
van Horne een kader biedt voor professioneel bestuur en goed
toezicht, is de Klokkenluidersregeling. Kern van de regeling
is het op een veilige manier kunnen melden van (redelijke
vermoedens van) ernstige misstanden in de onderneming.
De klager (een werknemer of een ander die in relatie met de
zorgorganisatie staat) hoeft niet bevreesd te zijn voor nadeel in
zijn rechtspositie. Bijdragen aan de verbetering van het eigen
functioneren van de zorgorganisatie vormt het doel van de
regeling. De regeling is vastgesteld en via de MT Nieuwsbrief,
die verspreid wordt onder alle medewerkers, bekend gemaakt.
Algemene Introductiebijeenkomst voor nieuwe
medewerkers
Waar de Stichting Land van Horne voor staat en waar
we voor gaan, wordt zichtbaar gemaakt in de algemene
introductiebijeenkomsten die vanaf het najaar in ieder cluster
van start zijn gegaan. De introductiebijeenkomst heeft als
doel de (nieuwe) medewerkers enthousiast te maken voor
het werken in de stichting en hen welkom te heten. In het
programma, dat een dagdeel omvat, worden medewerkers
en clustermanagement aan elkaar voorgesteld en worden
zorgvisie en missie gepresenteerd. In subgroepjes komen de
kernwaarden, de rol en inbreng van de mantelzorgers/familie
en het belevingsgericht en professioneel werken aan de orde.
Opleiden
De Stichting Land van Horne staat voor fixatievrije zorg. In 2011
is een doorstart gemaakt met de Exbelt scholing.
Voor elke cliënt wordt een goede balans gezocht tussen
veiligheid, vrijheid en levenskwaliteit. In de scholing Exbelt
krijgen de medewerkers meer praktische handvaten,
achtergrondkennis en alternatieven voor vrijheidsbeperking
aangeboden. Bovendien gaat deze scholing verder dan alleen
het ‘bannen van de band’. Het gaat over alle vormen van
vrijheidsbeperking.
De DBI en de afdeling Revalidatie hebben gezamenlijk de
scholing neurorevalidatie gevolgd, de nadruk lag er tijdens
deze scholing op om als team een behandeling te realiseren
gericht op de behoeften van de individuele cliënt.
Sinds 2004 kent de branche Verpleeg- en Verzorgingshuizen
en Thuiszorg de erkende vervolgopleiding tot Eerst
Verantwoordelijk Verzorgende ( EVV). Eind september is Land
van Horne gestart met het opleiden van een eerste groep
van 16 zorgcoördinatoren verdeeld over de hele stichting.
De taken van de zorgcoördinatoren zijn de afgelopen jaren
verzwaard. Als deze opleiding de zorgcoördinatoren voldoende
handvatten biedt om hun taak goed uit te kunnen voeren dan
zal begin 2012 besloten worden tot mogelijk verdere scholing
van de overige zorgcoördinatoren binnen de stichting.
De OR heeft om een uitspraak gevraagd van de Commissie
Gelijke Behandeling (CGB) over het wel of niet naar rato van het
dienstverband mogen vergoeden van de opleidingstijd, zoals
opgenomen in de nieuwe werkinstructie Opleidingscondities.
Inmiddels heeft de notitie zijn definitieve vorm gekregen met
instemming van de OR. De nieuwe opleidingscondities zijn
vanaf 01-01-2012 van kracht.
Gemiddeld komen er per jaar ongeveer honderd BOL-leerlingen
Zorg en Welzijn bij de Stichting Land van Horne hun stage
lopen. Ook leerlingen van de studierichtingen MBO facilitair,
MBO administratief en HBO leerlingen zijn welkom.
In 2011 behaalden veertien BBL-leerlingen het diploma VZ 3
IG. Twee BBL- leerlingen zijn teruggeplaatst naar niveau 2 en
hebben het diploma HZW behaald.
In 2011 zijn zesentwintig BBL leerlingen aangenomen voor de
opleiding VZ 3 IG. Hiervan zijn drie personen gestopt met deze
opleiding vóór 01-01-2012.
In 2011 hebben drie medewerkers via het verkorte traject het
diploma verzorgende niveau 3-IG behaald. Tevens hebben
veertien medewerkers via een verkort traject het diploma BBL
niveau 2 zorg & welzijn behaald.
Verloop personeel
verloop personeel aantal
aantal
personeelsleden fte
Instroom personeel in loondienst
(totaal) in verslagjaar
234 113,47
Uitstroom personeel in loondienst
(totaal) in verslagjaar
151 71,46
Ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof, volgens de definitie
van Vernet in percentages
personeelsformatie perCentage
Verzuim totaal personeel in loondienst 5,77
Vacatures
vaCatures totaal aantal
vaCatures
per einde
verslagjaar
Totaal personeel 31 5
Personeel met patiënt-/
cliëntgebonden functies
27 5
aantal moeilijK
vervulbare
vaCatures per einde
verslagjaar
| 31

Klachten medewerkers
De Stichting Land van Horne kent een klachtrecht.
Medewerkers kunnen met klachten over ongewenste
intimiteiten, agressie, geweld of discriminatie en overige
klachten terecht. Binnen dit klachtrecht hebben de
vertrouwenspersonen een belangrijke rol. Bij de externe
vertrouwenspersoon (de heer A. de Bont) zijn geen klachten
binnengekomen; de interne vertrouwenspersoon (mevrouw A.
Bongaerts – Bisschop) heeft in 2011 4 meldingen ontvangen.
De klachten waren afkomstig van:
• Medewerker intramuraal (cluster Centrum);
• Medewerker extramuraal (cluster Zuid);
• Medewerker intramuraal (cluster Zuid);
• Medewerker intramuraal (cluster Noord).
De klachten vielen allemaal onder de noemer “overige
klachten”. Dit zijn klachten aangaande het werk en werksituatie
of arbeidsomstandigheden.
Na analyse van de cases is in alle gevallen terugverwezen naar
de eigen teamleider of de afdeling P&O. Eén medewerker heeft
externe hulp aangevraagd.
De klachtencommissie bestaande uit mevrouw A. Bouwmans,
mevrouw P. Smeets en de heer H. Smeets heeft in 2011 een
klacht behandeld en gegrond verklaard. Het betrof een
klacht betreffende ongewenste intimiteiten binnen cluster
Zuid. Na hoor en wederhoor van klager en aangeklaagde is
advies uitgebracht aan de algemeen directeur die het advies
opgevolgd heeft. Binnen de geldende termijn is de klacht
afgehandeld.
Eind 2011 is aan de algemeen directeur en de
ondernemingsraad het voorstel gedaan over te gaan tot
benoeming voor de nieuwe leden van de klachtencommissie,
verdeeld over de verschillende clusters. Aanvang 2012 zullen
de nieuwe leden benoemd worden.
4.5.2 Kwaliteit van het werk
Werknemerstevredenheidsonderzoek
In 2011 is de zogenaamde Medewerkermonitor ingevuld.
Een onderzoek naar de werktevredenheid van medewerkers
binnen onze stichting, uitgevoerd onder auspiciën van PwC
en Actiz. Na grondige voorbereidingen werden de digitale
vragenlijsten ingevuld door 926 medewerkers (ruim 43% van
32 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
het totaal). Alle onderzoeksresultaten zijn daarna gegroepeerd
naar de deelnemende organisatorische eenheden en met
een uitgebreide leeswijzer verzonden aan managementteam
en ondernemingsraad. Het management zal op basis van de
besprekingen met de onderdeelcommissies komen tot plannen
van aanpak voor de komende periode.
Aanpassing Arbostructuur
Om het Arbobeleid doeltreffender en efficiënter te maken is
de arbostructuur aangepast. In deze structuur staan de fases
in het kader van arbobeleid en de verantwoordelijkheden van
alle betrokkenen beschreven. Belangrijkste verschuivingen
in de structuur hebben betrekking op het schrappen van de
arbo-adviescommissies en het vastleggen van exacte data voor
fases in de besluitvorming. Na instemming in 2012 zal opname
plaatsvinden in het kwaliteitssysteem.
Vitaliteitbevordering
Medio 2011 is gestart met voorbereidingen om te komen tot
een beleid dat de gezondheid van medewerkers binnen de
stichting stimuleert: het project gezondheidsbevordering.
Acties om te stoppen met roken, om meer te bewegen, het
consumeren van minder alcohol, een halt toeroepen aan
overgewicht zijn gerichte onderwerpen van een dergelijk
beleid.
De benaming van het project is najaar 2011 gewijzigd
in Vitaliteitbevordering. Om een goede basis voor de
uitwerking te scheppen is in het najaar 2011 de beleidsnotitie
aangaande de vitaliteit onderwerp van gesprek geweest in het
managementteamoverleg. Het jaar 2012 staat in het teken van
verdere implementatie van het vitaliteitbeleid.
Actualisatie RIE
De Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) is voor een groot
gedeelte van de organisatie geactualiseerd. Daartoe is een
verkorte procedure ontwikkeld waarin duidelijk wordt waar
zich nog (arbo-)problemen voordoen binnen de afzonderlijke
locaties en waar problemen al zijn opgelost. De actualisatie van
de RIE wordt omgezet naar een zogenaamd plan van aanpak
waarmee inzicht wordt gegeven hoe problematiek op te lossen
en binnen welke termijn.
Fysieke belasting, agressie en werkdruk
Aan de zogenaamde hot items van het arbobeleid is
ook in 2011 weer ruim aandacht besteed. De stichting
is doorgegaan met de interne trainingen inzake fysieke
belasting voor ergocoaches en andere medewerkers. Ook de
agressietrainingen hebben in 2011 een vervolg gekend. De
opleidingen en trainingen hebben een continue karakter. Ook
is er gericht voorlichting gegeven over het beleid dat binnen de
stichting aanwezig is over werkdruk. Tijdens het bezoek van de
Arbeidsinspectie aan Ververshof werden over de inzet van deze
mogelijkheden positieve opmerkingen geplaatst.
4.6 Samenleving en belanghebbenden
De Stichting Land van Horne werkt met publieke middelen. Met
de inzet van deze middelen wil de organisatie de samenleving

optimaal van dienst zijn.
De stichting wil haar meerwaarde voor de omgeving
ondermeer realiseren door te werken aan vernieuwing en
uitbreiding van haar diensten op het gebied van wonen, welzijn
en zorg zodat nu, maar ook in de toekomst, tegemoet wordt
gekomen aan de behoeften en wensen van ouderen en de
ouderenzorg toekomstbestendig blijft (zie ook hoofdstuk 4,
§4.1 en § 4.2). Bovendien wil zij ook in de toekomst, ook voor
vrijwilligers, blijven functioneren als een goed werkgever.
Omgeving
Eén van de beleidsdoelen van de Stichting Land van Horne
is gericht op het afbouwen van traditionele intramurale
verzorgingshuiscapaciteit ten gunste van het oprichten
van en participeren in zogenaamde woonzorgzones:
extramurale zorg- en dienstverlening in de woonzorgcentra
en de omliggende wijken. De (traditionele) zorgcentra en de
woonzorgcentra ontwikkelen zich tot wijksteunpunten of
ontmoetingscentra waar een brede doelgroep terecht kan voor
informatie, ontspanning, ontmoeting en activiteiten. Lokaal
wordt samengewerkt met diverse belanghebbenden zoals
welzijnsorganisaties, wijkraden en seniorenpartijen.
In 2011 zijn evenals in voorgaande jaren, in nauwe
samenwerking met diverse woningcorporaties,
huisvestingsactiviteiten voorbereid en uitgevoerd (zie § 4.2).
Richtlijn sponsorverzoeken
Met enige regelmaat ontvangt de Stichting Land van Horne
verzoeken van organisaties en verenigingen om hen te
sponsoren. Waar in het recente verleden soms een uitzondering
werd gemaakt, Land van Horne kende een ‘nee, tenzij…’
beleid, heeft het managementteam besloten niet langer op
sponsorverzoeken van derden in te gaan. De Stichting Land van
Horne is een publieke en maatschappelijke instelling die haar
(financiële) middelen, het gemeenschapsgeld, weloverwogen
inzet voor de eigen zorg- en dienstverlening. Het nieuwe
standpunt sluit hierbij aan.
Milieuzorg
In het kader van de Milieuzorg Stichting Land van Horne is
het arbobeleid Gevaarlijke stoffen opgesteld. Het gebruik
daarvan moet zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt.
De beleidsnotitie omvat de arbovoorschriften over hoe om te
gaan met deze stoffen: van beschermingsmiddelen, opslag tot
preventieve maatregelen. Diverse maatregelen om risico’s op
gezondheidsklachten te voorkomen of te beperken werden
al langere tijd in de praktijk uitgevoerd. Ze zijn in deze nota
meer in samenhang gebracht. De notitie wordt in 2012
geïmplementeerd.
De afdeling Inkoop is in 2011 gestart met het in orde maken
van het contractbeheer van de energieaanbieders en de
facturencontrole door de firma Billdokter, dit op basis van no
cure-no pay.
4.7 Financieel beleid
Bedrijfsopbrengsten
De bedrijfsopbrengsten waren in 2011 met € 78,2 miljoen 1%
lager dan in het voorgaande jaar.
Een belangrijk deel van de opbrengsten wordt bepaald door
AWBZ-gerelateerde bedrijfsopbrengsten. In totaliteit zijn deze
opbrengsten nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het
voorgaande jaar. De totale intramurale opbrengst bedroeg
dit jaar € 0,9 miljoen meer dan voorgaand jaar. De groei van
het product Volledig Pakket Thuis bedroeg € 0,4 miljoen, de
extramurale omzet is met € 0,3 miljoen toegenomen. Voor
de overige componenten nam het budget met € 1,6 miljoen
af, met name als gevolg van incidentele vergoedingen
toegekend in 2010. De opbrengsten voor niet-gebudgetteerde
zorgprestaties zijn € 1,0 miljoen hoger dan voorgaand jaar, met
name door hogere opbrengsten in het kader van de Wmo.
De overige bedrijfsopbrengsten (inclusief subsidies) zijn
per saldo € 1,6 miljoen lager. Dit wordt nagenoeg geheel
veroorzaakt door het vervroegd afschrijven van à fonds perdu
gefinancierde activa in 2010.
Bedrijfslasten
De lasten stegen ten opzichte van 2010. De stijging kwam uit
op € 4,0 miljoen. De personeelskosten stegen met € 1,5 miljoen.
De afschrijvingskosten namen af met € 2,0 miljoen. De overige
bedrijfskosten namen toe met € 4,5 miljoen.
Bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat daalde van ruim € 6,5 miljoen in 2010 naar
€ 1,9 miljoen in 2011.
Resultaat
De financiële baten en lasten zijn € 1,2 miljoen en daarmee €
0,1 miljoen lager dan voorgaand jaar. Ten opzichte van de door
de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) aanvaardbaar geachte
financieringskosten is door Land van Horne een positief
resultaat behaald van € 0,5 miljoen. Het resultaat voor het
boekjaar 2011 komt daarmee op € 0,7 miljoen. Hiervan is € 0,3
miljoen gerealiseerd in het segment Limburg en € 0,2 miljoen
in het segment Brabant. Daarnaast is in het segment Wmo een
positief resultaat behaald van € 0,2 miljoen.
Balansverhoudingen
Het balanstotaal nam af tot € 82,3 miljoen. De afname van
10,5% wordt vooral veroorzaakt door een afname van de vaste
activa met € 9,1 miljoen.
Activa
De materiële vaste activa zijn in 2011 met € 8,0 miljoen
afgenomen. De investeringen in gebouwen, installaties en
inventarissen bedragen € 1,0 miljoen. Aan materiële vaste
activa is in totaliteit voor een bedrag van € 6,2 miljoen
afgeschreven.
Begin 2011 is buiten gebruik gestelde activa van St. Joseph
voor een bedrag van € 2,2 miljoen overgeheveld naar de
financiële vaste activa en zijn hiermee samenhangende
sloopkosten en oude plankosten geactiveerd voor een bedrag
van € 0,5 miljoen. In totaal is een bedrag van € 3,3 miljoen als
een voorziening in mindering gebracht op de activa.
De financiële vaste activa betreffen verder een verstrekte
| 33

geldlening. Er hebben in 2011 aflossingen plaatsgevonden
ter grootte van € 0,2 miljoen. Ultimo boekjaar bedraagt de
geldlening € 2,3 miljoen.
De vlottende activa zijn per saldo afgenomen met € 0,5 miljoen.
De vorderingen zijn met € 0,2 miljoen afgenomen. Ultimo 2010
bedroeg de vordering uit hoofde van het financieringstekort
nog € 0,3 miljoen. In 2011 is deze afgenomen met € 0,6 miljoen
waardoor per saldo een financieringsoverschot is ontstaan, dat
bij de schulden onder de passiva is verantwoord. De voorraden
en liquide middelen zijn per saldo nagenoeg gelijk gebleven.
Passiva
Het eigen vermogen is per saldo toegenomen met € 0,7 miljoen
als gevolg van het positieve resultaat over 2011. Daarvan
is € 0,5 miljoen toegevoegd aan de reserve aanvaardbare
kosten en € 0,2 miljoen aan de bestemmingsreserve Wmo.
Met de introductie van de nieuwe bekostigingssystematiek
van kapitaallasten is besloten de reserves voor afschrijving
instandhouding en inventaris vrij te laten vallen ten gunste van
de reserve aanvaardbare kosten.
De afname van de voorzieningen bedraagt € 0,2 miljoen.
De in 2010 gevormde voorziening persoonlijk levensfase
budget van € 0,4 miljoen is komen te vervallen. Er is een
nieuwe voorziening voor asbestsanering gevormd voor
een bedrag van € 0,3 miljoen. Verder is aan de voorziening
personeelsbeloningen op termijn betaalbaar een bedrag van €
0,1 miljoen gedoteerd en aan de voorziening langdurig zieken
een bedrag van € 0,2 miljoen onttrokken.
In 2011 zijn geen langlopende leningen afgesloten.
De kortlopende schulden bedragen per balansdatum € 47,8
miljoen en zijn met € 9,2 miljoen afgenomen, vooral door de
afname van het gebruik van kredietfaciliteiten bij de banken.
De schulden uit hoofde van het financieringsoverschot per 31
december 2011 bedragen
€ 0,3 miljoen. Ultimo 2010 bedroeg de vordering uit hoofde van
het financieringstekort nog € 0,3 miljoen. Deze post betreft het
verschil tussen ontvangen AWBZ-voorschotten en het budget
voor aanvaardbare kosten.
De solvabiliteit uitgedrukt als het eigen vermogen in procenten
van het balanstotaal nam toe van 22,1 % ultimo 2010 naar 25,5
% ultimo 2011. De solvabiliteit weergegeven als percentage van
de bedrijfsopbrengsten is gestegen van 25,8% naar 26,9%.
Het netto werkkapitaal (vlottende activa inclusief de liquide
middelen minus vlottende passiva) is toegenomen met € 8,3
miljoen. Het netto werkkapitaal per 31 december 2011 is € 45,8
miljoen negatief.
Kasstroom
De totale mutatie geldmiddelen en kortlopende schulden aan
kredietinstellingen voor het jaar 2011 is € 7,8 miljoen positief.
De kasstroom uit operationele activiteiten was € 6,3 miljoen
34 | Stichting Land van Horne | Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2011 | DEEL A
positief. Dit wordt vooral veroorzaakt door de afschrijvingen
over de activa en het positieve bedrijfsresultaat.
De kasstroom uit investeringsactiviteiten is in 2011 positief
met name als gevolg van een beperkt investeringsniveau en de
vorming van de voorzieningen op de vaste activa.
De kasstroom uit financieringsactiviteiten was € 1,2 miljoen
negatief en had betrekking op de aflossing van langlopende
leningen.
Gebeurtenissen na balansdatum en verwachte gang van zaken
Op basis van het ondernemingsplan voor de periode 2011-2014
is het hierop afgestemde beleid voor het jaar 2012 bepaald.
Ook is een sluitende begroting voor dit jaar vastgesteld door de
raad van bestuur en goedgekeurd door de raad van toezicht.
Met de invoering van de nieuwe bekostiging van de
vaste activa moeten de kapitaallasten voortaan gedekt
worden via een component in de integrale tarieven (de
normatieve huisvestingscomponent) en bestaat niet langer
zekerheid over de inkomsten en daarmee de dekking van de
huisvestingslasten. In de jaarrekening 2011 is hierin voorzien.
In 2012 zal een vastgoedbeleid en huisvestingsplan voor de
komende periode worden opgesteld. Hierin wordt een nieuwe
visie op het onroerend goed neergelegd en zal ook bepalend
zijn voor de waarde van het vastgoed van Land van Horne.
De vermogensbehoefte wordt momenteel nog in belangrijke
mate ingevuld door benutting van de beschikbare rekeningcourant
faciliteiten. Land van Horne heeft eind 2011 een
verzoek tot toetreding tot het Waarborgfonds voor de
Zorgsector ingediend. Dat heeft het waarborgfonds in
behandeling genomen. Land van Horne is voornemens de
vermogensbehoefte, nadat de beoordeling van de ingediende
aanvraag door het waarborgfonds is afgerond, te consolideren.
Resultaatratio
resultaatratio 2010 verslagjaar
Resultaatratio: AWBZ-gefinancierde
resultaten
6,9% 0,7%
Resultaatratio: Wmo-gefinancierde
resultaten
0,4% 3,7%
Liquiditeit
liquiditeit 2010 verslagjaar
5,1% 4,9%
Solvabiliteit
solvabiliteit 2010 verslagjaar
Solvabiliteit (totaal eigen vermogen /
balanstotaal)
22,1% 25,5%
Solvabiliteit (totaal eigen vermogen /
totaal opbrengsten)
25,8% 26,9%

Bijlage 1
Aandachtspunten lokale cliëntenraden
Onderstaande tekst geeft inzicht in de - niet uitputtende
- veelheid aan (kwaliteits)onderwerpen die in de
locale cliëntenraden aan de orde zijn geweest. De
onderwerpen waarover geadviseerd is op grond van de wet
Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen staan beschreven
in paragraaf 3.5.
Cliëntenraad St. Charles
Communicatiemedia in St. Charles, begeleiding cliënten
naar activiteiten, bespreking PG problematiek, aanname- en
plaatsingsbeleid, bespreking verkeerssituatie in samenwerking
met gemeente en politie, functies facilitair manager en
huismeester, bezoek cliëntenraad aan nieuwe bewoners,
gladheidbestrijding, aanplanting tuin, opknappen kapel,
bespreking huurderszaken.
Cliëntenraad St. Joseph (tijdelijke huisvesting de Wei-jer)
Advisering over aanvraag omzetting somatische capaciteit naar
pg-capaciteit De Wei-jer, evaluatie verhuizing naar De Weijer,
plan van aanpak CQ-meting, bijwonen bewoners-/familie
avonden, advisering aanpassing huisreglement, ondersteuning
aanvraag extra pg capaciteit St. Joseph, voorbereiding
werkgroepen terugkeer naar St. Joseph, bijdrage aan inbedding
mantelzorgers binnen de zorg, ondersteuning clusterdirectie
bij ontwikkeling van de zorgverlening, aanpassing geestelijke
verzorging, inzet vrijwilligers.
Cliëntenraad St. Elisabeth
Bespreking thema’s zoals kwaliteit van zorg, menselijke en
persoonlijke zorg op maat en mantelzorg, inrichting en gebruik
Pesthuisje, investerings- en onderhoudsplan zorgcentrum,
betere toegankelijkheid gerealiseerd van hoofdgebouw naar de
tuin, organisatie van de pastorale zorg, bespreking resultaten
cliënttevredenheidsonderzoek.
Cliëntenraad Marishof
Bespreken verbeterpunten cliënttevredenheidsonderzoek,
informatieoverdracht nieuwe cliënten, eenzaamheid, opbaren,
rookbeleid, gladheidbestrijding, beleid aanhouden kamer bij
ziekenhuisopname, contacten Platform Wmo Cranendonck,
vrijwilligersbeleid, keuze lidmaatschap LOC Noord-Brabant.
Cliëntenraad Mariënburght
Bespreken restpunten na renovatie van de verzorgingsafdeling
en het restaurant (o.a. openingstijden), bespreken dagelijkse
gang van zaken binnen verpleegafdeling/verzorgingsafdeling,
verbeteren PR cliëntenraad, beleid aanhouden kamer bij
ziekenhuisopname, aandacht voor de responstijd na oproep
van de cliënt, mogelijkheden om extra zorg in te kopen,
bijwonen diverse familieavonden.
Cliëntenraad Witven / Eegelshoeve
Deelname cliënttevredenheidsonderzoek en bespreken
uitkomsten, geestelijke verzorging, bijwonen familie-avonden,
gastvrijheidszorg in het Venster bij de maaltijden (Eegelshoeve),
slecht bereik van TV- en radiozenders en telefoon (Witven)
waarna onderzoek is gestart, aandacht voor herontwikkeling
locatie Witven, discussie behoud eigen wasserij en extra
betaling.
Cliëntenraad Hieronymus
Vernieuwd huisreglement met onderwerp ‘zorg bij overlijden
cliënt’, Hieronymusfeest en jubileumfeest broeders en
zusters, logistiek maaltijden en verbeterplan eten en drinken,
geestelijke verzorging o.a. eenzaamheid, bespreking voortgang
aandachtspunten cliënttevredenheidsonderzoek, presentatie
cliëntenraad tijdens open dag en familie-avond, deelname
regionaal overleg cliëntenraden (o.a. met het ziekenhuis).
Cliëntenraad St. Martinus
Huisregels en gedragscode voor cliënten en familie,
tarievenlijst Gasterij, kapsalon en wasserij, aanpak
cliënttevredenheidsonderzoek, digitale cliëntenraad,
organisatie Land van Horne, jubilea en open dagen,
personeelsproblematiek, clustering, wijzigingen in landelijke
wet- en regelgeving, financiering algemeen, deelname
regionaal overleg cliëntenraden (o.a. met het ziekenhuis)
Cliëntenraad Heemhof (Ververshof, Van Berlo Heem,
Zuyderborgh)
Geestelijke verzorging, eetexperimenten, bespreking van
de uitkomsten van zorginhoudelijke metingen, bespreking
brochure Vergeet ze niet, thuiszorg, regeling opbaren,
bespreken nota mantelzorgbeleid, meldingen incidenten
cliënten, pestprotocol.
Cliëntenraad Rust in Roy
Afronding van de verbouwing van Rust in Roy, bouw
dagverzorging Kwartierstaete, realisatie huiskamer cliënten
somatiek, Meldingen Incidenten Cliënten (in zorgcentrum
en thuiszorg), inhoud zorgdossiers, hitteprotocol,
parkeervoorziening zorgcentrum, brandveiligheid, advies
huisreglement cliënten Rust in Roy, zitgelegenheid rondom
zorgcentrum.
| 35

Stichting Land van Horne | Biest 43 | 6001 AP | Weert | T 0800 33 33 888 | W www.landvanhorne.nl