04.09.2013 Views

Artikel openen - Imkervereniging Haaksbergen

Artikel openen - Imkervereniging Haaksbergen

Artikel openen - Imkervereniging Haaksbergen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Moderne Koninginneteelt, gepaard met Teeltkeus, (deel 2)<br />

door S. FRANKENHUIS, <strong>Haaksbergen</strong>.<br />

Wij komen thans tot de techniek der koninginneteelt, en hoop ik maar dat het mij gelukken mag deze zoo duidelijk<br />

te omschrijven, dat de liefhebbers voor dit deel onzer bijenteelt hiermee klaar kunnen komen.<br />

Vooraf echter eenige algemeene opmerkingen. Wanneer wij met eenige aandacht den vooruitgang op verschillend<br />

gebied van onzen land- en tuinbouw, veeteelt enz., enz., zien, dan is deze voor een groot deel toe te schrijven aan<br />

de veredeling van de soort.<br />

Ziet de rund-, paarden-, varkens-, kippen-, konijnen-, ooft-, bloemen- en diverse andere rasteelten, dan zien wij,<br />

dat de eene meer, de andere minder, weer andere langer of korter, naar een bepaald systeem hebben gewerkt.<br />

De tentoonstellingen der laatste tijden, en die in den Haag in 't bijzonder, hebben ons op een afdoende wijze<br />

gedemonstreerd, de resultaten welke hiermee zijn verkregen. Het melkvee op productie, de paarden op<br />

bruikbaarheid, de kippen, schapen, groenten enz. op productie; het valken op vleesch; alle zijn er op berekend om<br />

den fokker een grooteren opbrengst, bij de minste kosten, te doen verkrijgen.<br />

In hoeverre of hier de Vereenigingen er het hunne toe hebben bijgedragen, was op de Haagsche tentoonstelling<br />

duidelijk in beeld gebracht, en om dit te bevestigen, stonden als getuigen de verschillende inzendingen daar.<br />

Onze Nederlandsche bijenteelt, die toch ook om de „productie" gedreven wordt, is nog geheel en al in den slaap,<br />

en onze Vereeniging als zoodanig heeft in haar veertienjarig bestaan nog niet het minste gedaan om ook eens ons<br />

bijenras te veredelen. Voor massa's geld zijn er ook in ons land, door verschillende imkers, individueel uitgaven<br />

gedaan voor vreemde koninginnen, waarmee ons bijenras eerder verslechterd dan verbeterd is.<br />

Ik ben het dan ook volkomen met onze Zwitsersche imkerbroeders eens, dat in rassenteelt onze toekomst ligt. Ik<br />

zeg het hun na, dat wij in onze inlandsche bij, die aan alle nukken en kuren en van ons klimaat, en van ons<br />

imkers, blootgesteld is geweest, toch nog "bestaanswaardig" is, het beste fokmateriaal hebben, wat wij wenschen<br />

kunnen.<br />

Wanneer wij wel eens met anderen over de verbetering van ons bijenras spreken, dan komt er vaak een<br />

weemoedig lachje om den mond, en worden van ter zijde aangezien, alsof wij niet goed „snik" zijn. „Rassenteelt<br />

bij de bijen". Wie heeft het ooit eerder op de viool hooren spelen! Doch dan vraag ik U: Waar zijn de oude<br />

„deuntjes" van vroeger? Hebben zij niet alle voor „nieuwmodische" wijsjes plaats moeten maken? Dit geeft ons<br />

moed, en alhoewel langzaam, denken wij toch ons doel te bereiken.<br />

Doordat ik steeds vanaf het eerste oogenblik dat ik met de bijenteelt begon, reeds de teeltkeus, al was het ook in<br />

primitieven vorm, heb toegepast, heb ik al méér bereikt, dan de mij omringende ijmkers, en zal ik trots alle<br />

tegenslagen toch doorgaan en gebruik als leus: "Uit het beste steeds het beste".<br />

Ook dit jaar bewees mij mijn standvolk dat er in een mager jaar als dit, toch nog met een goed „ras" een<br />

redelijken oogst te verwachten is, en bied ik U hierbij een foto van deszelfs opbrengst aan. Bij deze opbrengst<br />

komt nog bij, dat het volk nog ruimschoots zooveel honig heeft behouden, als dit tot Mei a.s. noodig heeft. Voor<br />

de goede overwintering verstrekte ik slechts 3 Thüringer ballons met suikeroplossing. Terwijl er andere volken bij<br />

waren, die van "grond af" opgevoerd moesten worden.<br />

Opbrengst in het slechte jaar 1913 van mijn standvolk, en voldoende winterproviand.<br />

Een der beste methoden om goede moers te verkrijgen, is en blijft: een gezond, goed en krachtig volk<br />

met alle eigenschappen, die wij aan een goed volk stellen, te laten zwermen. Want in de zwermcel, langs


natuurlijken weg verkregen, vinden wij alle goede en kwade eigenschappen terug, die het volk door afstamming<br />

eigen is. Nooit kan dan ook de mensch met al zijn vernuft, het "natuurlijke" overtreffen, doch door corrigerend te<br />

werk te gaan, voor zijn doel dienstbaar maken.<br />

Het komt echter maar al te dikwijls voor dat onze beste honigstokken niet willen zwermen, en dan zijn wij wel<br />

genoodzaakt om de kunstmatige teelt toe te passen. En hiervoor biedt deze ons alle zekerheid, om naar wensch te<br />

kunnen slagen.<br />

Bij voorkeur probeeren wij dan om ons standvolk op zwermhoogte te brengen. Vanaf midden April voeren wij om<br />

den anderen avond kleine porties stamphonig en pakken de woning van boven warmpjes toe. Na drie weken gaan<br />

wij eens tot een inspectie over en wordt alle verzegelden honig opengekrabd. Een goed volk heeft dan, zeven à<br />

acht ramen met broed. Zijn er reeds zwermteekens voorhanden, dan deugt dit volk al niet: het is te vroeg rijp.<br />

Mijn standvolk zegt dan: "Baas je hebt goed gedaan, ik ga nog voor wat kostwinsters zorgen''. De voedering wordt<br />

doorgezet. Na veertien dagen ongeveer, weer een inspectie en ik vind 10 ramen met broed en de kast opgepropt<br />

met jonge bijen. Van zwerm-teekens nog geen spoor voorhanden, Aan den bovenkant der raampjes vind ik wel<br />

eenige gesloten darrencellen, doch verder op alle raampjes één bonk gesloten en open werksterbroed.<br />

Het is thans ongeveer einde Mei. Weer gaat de kast dicht en de honigkamer wordt opgezet. Is er dracht<br />

voorhanden, dan wordt deze direct in gebruik genomen. Van nu af aan hoop ik telkens van uit mijn tuin den<br />

blijden uitroep te hooren: No. 14 zwermt! Doch "moeder" laat tevergeefs op zich wachten. Dit nu is het illustre<br />

volk voor de voortplanting. Zacht van aard, goed in de doorwintering, niet te vroeg in 't broed, en op tijd voor een<br />

flinke rij inzamelaarsters gezorgd, zonder haar kracht in de hoofddracht, door zwermen, te versnipperen, is een<br />

ras, dat den imker ook nog in magere jaren eenige belooning voor zijn moeiten en zorgen geeft. En nu komt ons<br />

de kunstmatige koninginneteelt eerst recht te pas, om, mits goed toegepast, ons te geven wat wij wenschen: een<br />

flinke dosis Prinsessen van goede komaf.<br />

Verschillende wegen voeren thans naar Rome! Uit de meerdere, die de schrijver van het vroeger door mij<br />

aangehaalde werkje ons thans aangeeft, wil ik de door mij gevolgde beschrijven, n.l. die met de kunstmatige<br />

cellen.<br />

Ik vind het oculeren van rozen altijd zoo'n leuk werkje, en is het werkelijk een genot om uit een klein oogje in een<br />

korten tijd een mooien rozentak te zien groeien. Hetzelfde ondervond ik ook, toen mijn oculatie der cellen gelukt<br />

was.<br />

Allereerst dan de beschrijving der benoodigde gereedschappen.<br />

Bak met lijsten en kunstmatige cellen.<br />

Deze heeft dezelfden vorm als een Simplex honigkamer. De binnenwerksche maten zijn: 38½ bij 37,7 bij 14½ cm. op 4 cm.<br />

hoogte; vanaf den onderkant is een draaglijst van 1 cm. breed aangebracht, om de cellatjes welke 1 cm. sterk zijn, te dragen.<br />

Boven deze latjes is weer op 1 cm. hoogte een 1 cm. sterk latje aangebracht, en heeft ten doel om de dekmat te dragen. De lijst<br />

om de cel- en deklatjes wordt aangebracht aan den kant van 38½ cm. lengte en de andere aan den kant van 37,7 cm. Deze<br />

maten en verbindingen zijn beslist noodzakelijk, zooals later zal blijken. De dek- en cellijsten zijn 3 cm. breed en 1 cm. dik. De<br />

cellijsten neemt men van hard hout en de gaten hierin geboord, hebben een diameter van 19 millimeter en een onderlingen<br />

afstand van uit het midden der gaten gemeten van 4 cm.<br />

De dekplank meet 38 bij 37 cm. en is 5 cm. dik. Het materiaal bestaat uit 1 cm. sterk hout en is geheel met zaagmeel opgevuld.<br />

Om te kunnen voeren is ook hierin een spongat met spon aangebracht.<br />

Wij hebben nu nog verder noodig houten celdoppen, kunstcellen, en een lepeltje, een fijn penseeltje, waarvan ik tot mijn spijt<br />

geen afbeeldingen kan geven, doch kunnen deze van iedere handelaar in bijenteeltgereedschappen worden betrokken.<br />

Het gebruik van een en ander in een volgend artikel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!