04.09.2013 Views

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het gedrag dat gepast is voor een bepaalde persoon in een bepaalde situatie wordt bepaald<br />

door politieke en sociale instituties en wordt overgedragen door socialisatie. March en Olsen<br />

betogen dat gedrag is gebaseerd op de logic of appropriateness en dat de rechtvaardiging van<br />

gedrag is gebaseerd op de logic of consequentiality (1989: 162). De logic of consequentiality<br />

dient slechts als ex post rationalisering van gedrag. De logic of appropriateness bepaalt welk<br />

gedrag geschikt is in een bepaalde situatie gegeven een bepaalde rol (Peters, 1999: 28).<br />

4.1.2 Historisch institutionalisme<br />

De basisgedachte van het historisch institutionalisme is dat de politieke keuzes die tijdens het<br />

ontwerp van de instituties – of tijdens het initiëren van beleid – worden gemaakt, een blijvend<br />

en grotendeels determinerend effect zullen hebben op het beleid ver in de toekomst. Men<br />

refereert ook wel aan deze gedachte met de term padafhankelijkheid (Peters, 1999: 63). De<br />

beslissingen die men binnen een organisatie in de loop der jaren maakt, beïnvloeden de<br />

keuzemogelijkheden die men in de toekomst tot zijn beschikking heeft. “De dwang van<br />

bestaande institutionele verhoudingen beperken de marges waarbinnen het overheidsbeleid<br />

zich beweegt” (’t Hart e.a., 2002: 10).<br />

Het historisch institutionalisme volgt dezelfde redenering als het incrementalisme van Charles<br />

E. Lindblom (1959: 79-88; 1979: 517-526). Het toekomstige beleid bouwt stapje voor stapje voort<br />

op het huidige beleid zonder revolutionaire veranderingen. De traditionele stijl van<br />

beleidsuitvoering past uitstekend binnen deze redenering (p. 11-13). Mijn betoog is echter dat<br />

alle stijlen van beleidsuitvoering een resultante zijn van een bepaald historisch pad. “De<br />

voorgeschiedenis is relevant” (Kickert, 1998: 92). De professionele stijl is bijvoorbeeld de<br />

uitkomst van een jarenlange overheersing door één beroepsgroep binnen een beleidssector. De<br />

ambtenaren op het Ministerie van Justitie waren allemaal hoogopgeleide juristen. Het gevolg<br />

was dat wetgeving het primaat had binnen het departement (Kickert, 2002: 52). Een ander<br />

voorbeeld is het Ministerie van L&V. “Op het Ministerie van Landbouw en Visserij heerste<br />

onder de topambtenaren vroeger een dominante professionele monocultuur, namelijk die van<br />

de landbouwingenieurs opgeleid aan de Landbouwhogeschool Wageningen” (Kickert, 2002: 93).<br />

Padafhankelijkheid is vooral bij publieke organisaties te verwachten, aangezien zij eerder –<br />

dan private organisaties – geneigd zijn hun activiteiten te routiniseren en ‘standard operating<br />

procedures’ (SOP) te creëren (Peters, 1999: 64). Bovendien kenmerken overheidsorganisaties<br />

zich door een extreem lange bestaansduur (Kaufman, 1976: 34, 64). De (voor)geschiedenis gaat<br />

bij een organisatie met een lange bestaansduur een evident grotere rol spelen. Publieke<br />

organisaties hebben vaak met een complexere en dynamischere omgeving te maken dan<br />

private organisaties. Men probeert de complexiteit en de dynamiek om te zetten in routines<br />

om het beleidsveld werkbaar te maken. Deze handelingen leiden tot inertie. Die logheid<br />

betekent vervolgens weer dat de overheid niet adequaat kan reageren op veranderingen in de<br />

samenleving.<br />

Padafhankelijkheid betekent een pad dat – bijna deterministisch – gevolgd moet worden. Er is<br />

veel politieke druk nodig om het betreffende pad in de toekomst te wijzigen. Er zal echter wel<br />

evolutie en verandering plaatsvinden, maar de ‘range’ van mogelijkheden zal beperkt worden<br />

door de oprichtingsperiode van de institutie (Peters, 1999: 65). De totstandkoming van een<br />

institutionele ordening is een incrementele, evolutionaire ontwikkeling, een langzame<br />

culturele ontwikkeling die slechts in beperkte mate beïnvloed wordt door bepaalde actoren<br />

(Kickert, 1998: 92). Het nadeel van het historische institutionalisme is dat de theorie grote<br />

moeite heeft met het verklaren van verandering in instituties (Boin e.a., 2000: 193).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!