finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Deze stijl kenmerkt zich dus door een hoge mate van informalisme. Het informalisme komt<br />
ook tot uitdrukking in de omgang met maatschappelijke organisaties en cliënten. Dit betekent<br />
bijvoorbeeld dat er geen – wettelijk – vastgelegde contacten en overleggen zijn met<br />
belangenorganisaties. De contacten die beleidsuitvoerders hebben met maatschappelijke<br />
organisaties zijn daarom moeilijk in kaart te brengen; de volksvertegenwoordigers en de<br />
burgers kunnen deze overleggen derhalve nauwelijks controleren.<br />
De traditionele stijl is daarnaast paternalistisch in zijn omgang met cliënten en burgers. De<br />
beleidsuitvoerders hangen de gedachte aan dat zij in de beste positie zijn om te weten wat<br />
goed is voor de burger en de samenleving. Dat betekent onder andere dat maatschappelijke<br />
organisaties geen invloed mogen uitoefenen op de uitvoering. Zij mogen alleen meebeslissen<br />
als de beleidsuitvoerders de steun of kennis van deze organisaties nodig hebben voor de<br />
uitvoering. In dat geval worden belangengroepen op informele basis uitgenodigd om mee te<br />
denken.<br />
De traditionele stijl vindt vaak plaats in kleine, sterk hiërarchische organisaties (Terpstra &<br />
Havinga, 1999: 50-52). Dit betekent dat de meeste beslissingen van de ‘street level bureaucrats’<br />
(Lipsky, 1980) ter goedkeuring dienen voorgelegd te worden aan de leidinggevenden. Er bestaat<br />
in deze organisaties waarschijnlijk een zogeheten ‘parafencultuur’. De uitvoerende<br />
ambtenaren beschikken daardoor over een geringe mate van autonomie. Zij zijn niet in staat<br />
om hun eigen afwegingen te maken in individuele gevallen. Zij dienen zich strikt aan de<br />
regels en procedures te houden. Het toezicht vindt plaats in het persoonlijke contact tussen<br />
uitvoerder en leidinggevende. De beleidsuitvoerder behoort toestemming te krijgen voor<br />
beslissingen van de leidinggevende.<br />
Wat betekent dit voor de wijze waarop in een beleidssector met traditionele stijl wordt<br />
verzelfstandigd? Het uitgangspunt van deze stijl is het verleden. Ik verwacht daarom dat er<br />
weinig veranderingen zijn in de mate en de vorm van verzelfstandiging. De traditie is<br />
namelijk de belangrijkste bron waar men zich op baseert bij het nemen van beslissingen.<br />
Deze stijl biedt daarnaast weinig autonomie voor de uitvoerders. Het is mijn verwachting dat<br />
er binnen deze stijl voornamelijk sprake is van vormen van verzelfstandiging met een geringe<br />
mate van autonomie. Men zou kunnen voorzien dat binnen deze stijl grotendeels wordt<br />
gekozen voor agentschappen. De verzelfstandigde beleidsonderdelen beschikken<br />
waarschijnlijk over een beperkt mandaat, omdat het moederministerie zelf de touwtjes in<br />
handen wil houden. Een beleidssector met een traditionele stijl laat een constante<br />
ontwikkeling zien.<br />
De belangrijkste indicatoren van deze stijl zijn informalisme en paternalisme. Dat betekent dat<br />
beslissingen niet langs formele regels en procedures worden genomen, en dat<br />
belangenorganisaties en andere betrokkenen buiten het ministerie weinig invloed hebben op<br />
de besluitvorming. Deze stijl zal voornamelijk voorkomen in sectoren met een geringe mate<br />
van corporatisme. Corporatisme is een vorm van besluitvorming waarbij maatschappelijke<br />
organisaties – bij wet / formeel – moeten worden geraadpleegd (Williamson, 1989: 68; Kickert,<br />
1993: 61-62).