finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
7 Leeswijzer<br />
De rest van deze scriptie bestaat uit theorie, empirie, analyse en conclusie. De theorie –<br />
hoofdstuk 2 – bestaat uit een behandeling van de relevante literatuur over de theoretische<br />
begrippen uit dit onderzoek. Deze begrippen zijn: verzelfstandiging, stijl en institutie. De<br />
eerste paragraaf bevat een inleiding tot hoofdstuk 2. Deze inleiding bestaat vooral uit een<br />
leeswijzer voor het theoretisch kader. Het begrip verzelfstandiging komt in de tweede<br />
paragraaf aan de orde. Ik bespreek de definitie en de vormen van verzelfstandiging aan de<br />
hand van de wetenschappelijke literatuur.<br />
De derde paragraaf van het theoretische hoofdstuk handelt over de stijl van verzelfstandiging.<br />
In de eerste subparagraaf zet ik de definitie van het begrip stijl uiteen. De vier stijlen van<br />
beleidsuitvoering van Wieger Bakker en Frans van Waarden (Bakker & Van Waarden, 1999)<br />
vormen de theoretische basis van de stijlen van verzelfstandiging. De belangrijkste<br />
fragmenten uit hun boek Ruimte rond regels worden in de tweede subparagraaf besproken. In<br />
de derde subparagraaf behandel ik de vijf indicatoren van de stijl van verzelfstandiging. De<br />
bronnen voor de indicatoren komen in de laatste subparagraaf aan de orde.<br />
Het begrip institutionele context wordt in de vierde paragraaf van hoofdstuk 2 uiteengezet.<br />
Deze paragraaf begint met een inleidend stuk over het neo-institutionalisme. Vervolgens zal<br />
ik de definities van institutie en institutionele context bespreken die ik in dit onderzoek<br />
gebruik. In de derde subparagraaf wordt kort stilgestaan bij de wetenschappelijke literatuur<br />
over organisatiecultuur. De indicatoren van de institutionele context worden in de vierde<br />
subparagraaf behandelt. De bronnen voor deze indicatoren komen in de laatste subparagraaf<br />
aan de orde.<br />
Het theoretische hoofdstuk bevat – tot slot – een causaal model dat zal dienen als ‘bril’<br />
waardoor de empirische gegevens geanalyseerd zullen worden (paragraaf 5). Ik zal dit model<br />
construeren door de verbanden tussen de theoretische begrippen en hun indicatoren te<br />
bespreken.<br />
Het empirische hoofdstuk – hoofdstuk 3 – bevat een beschrijving van de gevonden data en<br />
een analyse van deze data. Het hoofdstuk begint met een inleiding waarin het onderzoek en de<br />
vorm van analyse worden besproken. De tweede paragraaf bevat een behandeling van de<br />
algemene bevindingen. Ik beschrijf hier aan de hand van tabellen de opmerkelijke<br />
bevindingen van dit onderzoek voor alle indicatoren. De resultaten van de analyse komen in<br />
de derde paragraaf per ministerie – en beleidssector – aan de orde.<br />
De conclusie komt in het vierde – en tevens laatste – hoofdstuk aan bod. Dit hoofdstuk begint<br />
met een korte recapitulatie van de vorige hoofdstukken. De vijf onderzoeksvragen en de<br />
probleemstelling (zie paragraaf 2 & 3: p. 2) worden in de tweede paragraaf van hoofdstuk 4<br />
beantwoord. In de derde paragraaf volgt een reflectie op de gebruikte theorie. Ik stel het<br />
theoretisch kader en de gebruikte theorie ter discussie in het licht van de empirie. Deze<br />
scriptie zal met enkele aanbevelingen eindigen (paragraaf 4).