finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1 Inleiding<br />
Hoofdstuk 1<br />
De afgelopen twintig jaar – sinds het eerste kabinet Lubbers – heeft het verzelfstandigen van<br />
overheidsdiensten een grote vlucht genomen (De Ru & Peters, 2002: 1; Van Leerdam, 1999: 13;<br />
Kickert, 1993: 7). Het onderwerp van deze scriptie is verzelfstandiging bij de Rijksoverheid. Ik<br />
versta onder verzelfstandiging vormen van interne verzelfstandiging en externe<br />
verzelfstandiging. Bij interne verzelfstandiging blijft de overheidsdienst hiërarchisch<br />
onderdeel uitmaken van het ministerie, maar krijgt de dienst meer autonomie bij de uitvoering<br />
van zijn taken. Het intern verzelfstandigde organisatieonderdeel krijgt meestal meer<br />
autonomie op het gebied van de bedrijfsvoering (Den Boer, 1999: 18-37; Van Leerdam, 1999: 18-24).<br />
Het voorbeeld van interne verzelfstandiging is een baten-lastendienst (agentschap).<br />
Een organisatieonderdeel wordt bij externe verzelfstandiging op afstand van het ministerie<br />
geplaatst, en is dan niet meer direct hiërarchisch ondergeschikt aan de minister (Den Boer, 1999:<br />
18-37; Van Leerdam, 1999: 24-27). Deze vorm van verzelfstandiging gaat – op papier – verder dan<br />
interne verzelfstandiging. In de praktijk kan de minister echter ook meer greep krijgen op het<br />
organisatieonderdeel (Verzelfstandigingsparadox; zie Kickert, 1998: 70 e.v.; Smullen e.a., 2001: 192). De<br />
minister spreekt in een contract met de verzelfstandigde dienst af welke prestaties de<br />
organisatie moet leveren tegen welke kosten. Het organisatieonderdeel kan vervolgens zelf<br />
invulling geven aan het proces om de vastgelegde doelen te bereiken. Het meest bekende<br />
voorbeeld van externe verzelfstandiging is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo).<br />
Een eerste onderzoek naar de afgelopen tien jaar (Jongeneel, 2004) wijst op een zeer gevarieerd<br />
beeld. Sommige ministeries hebben veel verzelfstandigde organisaties, andere ministeries<br />
hebben er weinig; sommigen hebben een grote toename aan nieuwe verzelfstandigde<br />
organisaties en anderen zijn zeer constant. De verwachting is dat men meer verschillen tussen<br />
ministeries kan vinden. De verschillen kunnen zich uiten in de vormen, het tempo en de mate<br />
van verzelfstandiging. Verschillende onderzoeken wijzen op variaties in departementale<br />
organisatieculturen (Hakvoort & Veenswijk, 1999; Veenswijk, 1996; Frissen, 1990; Ringeling, 1985).<br />
Ambtelijke culturen zijn niet uniform, maar zij verschillen per beleidssector (Ringeling, 1985:<br />
29). De sectoren hebben tevens verschillende institutionele contexten. De institutionele<br />
context is van invloed op het gedrag van organisaties (Pollitt & Bouckaert, 2000: 39-40; Peters, 1999:<br />
63). Deze opmerkingen in ogenschouw nemende zou men verwachten dat beleidssectoren ook<br />
verschillende stijlen van verzelfstandiging hebben (Kickert, 1998: 93).<br />
De verklaring voor verschillen in – mate en vorm van – verzelfstandiging wordt vaak in de<br />
motivering van besluiten tot verzelfstandiging gezocht. Ik denk echter dat de motieven slechts<br />
een gedeeltelijke verklaring bieden voor de verschillen tussen beleidssectoren. Men geeft<br />
namelijk vaak eenduidige motieven op, zoals economische motieven – een efficiëntere<br />
uitvoering – en organisatorische motieven – versterking van de beleidsuitvoering ten opzichte<br />
van de beleidsontwikkeling. Zijn de motieven voor de verzelfstandigingen overal – en altijd –<br />
hetzelfde? Mijn verwachting is dat deze eenduidige motieven slechts cosmetisch zijn. Zij<br />
dienen als rechtvaardiging voor de buitenwacht. De motieven zijn bedoeld om het draagvlak<br />
voor de verzelfstandiging onder burgers en ambtenaren te vergroten.