Nieuwsbrief Najaar 2012 - Noordzee Club

10
De uitdaging van de middellange baan.
Op de grote evenementen in Nederland zoals de
North Sea Regatta, het ONK IRC, KKZ Deltaweek en de
Flevorace wordt traditioneel een middellange baan
ingepland. Ook in andere Europese landen hebben de
grote evenementen een middellange baan of daar ook
wel een “Coastal” of “Coast race” genoemd. Zo kennen
we tijdens bijvoorbeeld Spi Ouest en de Commodores’
Cup ook een middellange baan wedstrijd.
De discussie is wat deze langere wedstrijd brengt. Is dit een
welkome aanvulling of alleen maar een verstoring in het
welgetrainde up en down varen? Uiteraard is een boot niet
alleen maar gebouwd om 2 kanten op te varen. Ook de reach
rakken of andere afwijkende koersen vereisen een bepaalde
techniek en vaardigheid, en kunnen door training en kennis
zeker iets brengen. Vooral bij de tegenwoordige light displacement
boten kunnen dit zeer spectaculaire koersen zijn.
Het probleem is echter voor vele crews dat op het moment
dat door een wedstrijdleiding besloten wordt tot een langere
wedstrijd men er niet klaar voor is in de voorbereidingen.
Zelf hebben we met name op de NSR geprobeerd de boot
altijd klaar te hebben voor de middellange baan, omdat de
wedstrijdleiding daar op elk moment kon besluiten tot zo
een wedstrijd. Dit betekent o.a. altijd dubbele schootblokken
achterop om een spi te kunnen peelen (nieuwe hijsen
in de oude, dan de oude weghalen), altijd peelschoot mee
(om de nieuwe spi te kunnen schoten), hijsbroek voor voordekker
altijd aan (bv spinlock, moet eigenlijk altijd) en de
mogelijke banen/ waypoints voorbereid in de computer of
GPS. Bij de andere evenementen wordt aan het begin van de
dag aangegeven of er die dag een langere wedstrijd komt,
dus kun je ’s ochtends eventueel de aanpassingen doen.
Weersvoorspelling
Ook in het lezen van de weersvoorspellingen hou je rekening
met deze wedstrijd. Door de langere rakken kan een
voorspelde draaiing van de wind zeker invloed hebben,
veel meer dan bij een up en down waarbij de rakken vaak
te kort zijn om daar werkelijk gebruik van te kunnen maken.
Dit vereist dus een andere benadering. Ook de keuze
van voorzeil/spi zal vooraf goed bekeken moeten worden.
Onder welke TWA (true wind angle) wordt het volgende
rak gevaren, wat moeten we dan opzetten? En ook wat
brengt het rak daarna, kunnen we dan dezelfde spi houden
of moeten we naar wat vlakkers/kleiners? Soms is het dan
zinvol meteen al met bijvoorbeeld de A5 te beginnen zodat
er niet gepeeld hoeft te worden wat tijdswinst scheelt.
Kortom vele afwegingen en vele beslissingsmomenten.
Stroming
Dan is er ook vaak nog het aspect stroming. Bij de up en
down kom je zelden zo dicht bij de kust dat je extreem
stroomvoordeel kan halen. Bij de middellange baan is
dit vaak wel het geval. Soms dicht onder de wal met
veel stroomverschillen, mogelijkheden om ondieptes
op te zoeken en zo minder stroomnadeel te hebben.
Ook hier liggen weer veel tactische uitdagingen.
Concentratie
Tenslotte wil ik nog het punt concentratie noemen. Juist
bij de langere wedstrijden zal het kaf van het koren gescheiden
worden door het al dan niet kunnen blijven
concentreren en focussen op de wedstrijd. Er wordt
soms gesteld dat die rakken zo lang en saai zijn. Dit betekent
dat er dan geen optimale concentratie is, er niet
naar mogelijke vlagen gekeken/gezocht wordt, er niet
al door de crew nagedacht en gehandeld wordt wat het
volgend rak kan brengen en hoe dit voor te bereiden.
Kortom wil je een compleet evenement hebben, waarbij
de beste boot en bemanning mag winnen, zul je een middellange
baan in het programma willen opnemen om
ook de bredere tactische en technische vaardigheden
van boten en bemanningen te kunnen vergelijken.
John van der Starre,
wedstrijdcoördinator Noordzeeclub.