04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De verlengde Beklamel-norm en de verantwoorde financieringsstructuur<br />

Door de invoering van de IFRS <strong>voor</strong> beursgenoteerde ondernemingen zijn de verschillen in<br />

mogelijke waardering <strong>voor</strong> deze ondernemingen wel steeds meer ingeperkt. De mogelijke<br />

diversiteit in de wijze van weergave is niet alleen het gevolg van verschillende grondslagen <strong>voor</strong><br />

waardering of schatting, maar ook van de concrete toepassing van grondslagen, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

volgens fair value. De cijfermatige weergave in jaarverslagen suggereert ten onrechte een<br />

wiskundige hardheid van de gebruikte cijfers, zoals bij<strong>voor</strong>beeld Van Rooijen (2002) en Palepu et<br />

al. (2004) ook aantonen. In de financiële economie wordt nadrukkelijk gestreefd naar een steeds<br />

verfijndere en meer uniforme internationale regelgeving. Of echter daarmee ook bij<strong>voor</strong>beeld IAS<br />

alinea 1 paragraaf 10 kan worden waargemaakt, is maar de vraag. Als ervan wordt uitgegaan dat<br />

toepassing van de IAS in ‘vrijwel alle omstandigheden leidt tot een jaarrekening die een getrouw<br />

beeld weergeeft’, lijkt mij dat de wens de vader is van de geformuleerde regel. Of misschien<br />

moeten we constateren dat het de meer Angelsaksische benadering is, die ervan uitgaat dat niet<br />

normatieve begrippen, maar alleen regelgeving in staat is als een ‘getrouw beeld’ de te vereisen<br />

rechtszekerheid te geven.<br />

Dat betekent nog niet dat het getrouwe beeld of de gebruikte waardeconcepten<br />

volstrekt willekeurig of waardeloos zijn. Die beperkingen vallen in het niet in<br />

verhouding tot de noodzaak een risicoverdelingsmechanisme in het leven te<br />

roepen en een grens te stellen die de onderneming dwingt tijdig maatregelen te<br />

treffen om insolventie te <strong>voor</strong>komen. Omdat een solvabiliteitseis daar<strong>voor</strong> zo<br />

wezenlijk is, moet dit enigszins arbitraire karakter maar op de koop toe worden<br />

genomen. The perfect is the enemy of the good.<br />

Omdat bij accounting 205 de waarde kan worden gerelateerd aan individuele activa, is deze<br />

waarderingsmethode hier het best bruikbaar. Bij de formule speelt de waardering <strong>voor</strong>al een rol bij<br />

de toe te kennen waarde aan de investeringen, waaronder de vaste activa, <strong>voor</strong>raden en<br />

onderhanden werk. Waarderingsproblemen zullen doorwerken, ook bij de vraag of alle vaste activa<br />

wel in de balans zijn opgenomen of bij waardeveranderingen van bij<strong>voor</strong>beeld geactiveerde kosten.<br />

Aan te nemen is dat (s) in ieder geval groter moet zijn dan 0. Is dit immers niet<br />

het geval, dan moet er sprake zijn geweest van een daaraan <strong>voor</strong>afgaande<br />

periode van negatieve rentabiliteit. Achteraf bezien bestaat er dan geen<br />

legitimering <strong>voor</strong> de verplaatsing van het discontinuïteitsrisico. 206<br />

Voor het verder verplaatsen van het discontinuïteitsrisico door het mogelijk maken van financiering<br />

van verdergaande verliezen bestaat dan ook geen legitimering. Dat betekent in het licht van de<br />

formule, 207 L ≤ (1-s).I - s.LM - V, dus ook dat de financiering met vreemd vermogen een absolute<br />

grens kent. Die grens wordt bereikt als de leningen groter zijn dan de waarde van de investeringen<br />

minus de <strong>voor</strong>zieningen. Immers als s = 0 L < I - V. In de praktijk wordt wel gezondigd tegen de<br />

formule, zoals alleen al blijkt uit de financiering van ondernemingen met een negatief<br />

garantievermogen.<br />

Hoe groot moet de solvabiliteit (s) zijn? Solvabiliteiteisen indiceren ook de<br />

relatieve omvang van het liquidatievermogen en geven inhoud aan het<br />

vertrouwen in de toekomstige rentabiliteit. Vos 208 heeft geconstateerd dat<br />

205 Zie <strong>voor</strong> verschillende waardering volgens marktwaarde, DCF methode of door<br />

accounting: Groeneveld (2004); Van Lent (2001); Haugen (2004).<br />

206 Vergelijk ook het <strong>voor</strong>stel in het Eindrapport Alternatieve Systemen <strong>voor</strong> Kapitaalbescherming<br />

(2005), p. 82, zie de citaten in IV.5.<br />

207 Zie IV.6.1.<br />

208 Vos (2003).<br />

71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!