04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De verlengde Beklamel-norm en de verantwoorde financieringsstructuur<br />

Stel dat geen eigen of vreemd vermogen wordt aangetrokken, dan ontstaat er na verlies 10 feitelijke<br />

insolventie (LM – kls = 0) en dient de onderneming gestaakt te worden:<br />

B.1<br />

I 30 ev 30<br />

bank -<br />

LM 40 kls 40<br />

b 70 70<br />

In deze situatie (solvabiliteit 43 %; I = 30 en bank = 0) bestaat ruimte <strong>voor</strong> financiering met vreemd<br />

vermogen volgens de formule L = (1-s).I – s.LM –V, zolang de solvabiliteitseis s minder dan 43 %<br />

is, want dan is l = 0.<br />

II Verliezen, aanvullend vreemd vermogen en solvabiliteitseis 0 %<br />

Stel minimaal vereiste solvabiliteit 0%. Uitgaande van balans B.0 is er ruimte <strong>voor</strong> financiering met<br />

vreemd vermogen volgens de formule L = (1-s).I – s.LM – V <strong>voor</strong> 30 ( = I). De balans ziet er dan<br />

na verlies = 40 als volgt uit:<br />

B.2<br />

I 30 ev 0<br />

bank 30<br />

LM 40 kls 40<br />

b 70 70<br />

Op het moment dat feitelijke insolventie ontstaat, is het krediet geheel verbruikt en is de<br />

solvabiliteit 0.<br />

III Verliezen, aanvullend vreemd vermogen en solvabiliteitseis 10 %<br />

Stel minimaal vereiste solvabiliteit 10%. Uitgaande van balans B.0 is er ruimte <strong>voor</strong> financiering<br />

met vreemd vermogen volgens de formule L = (1-s)I – s.LM – V <strong>voor</strong> 0,9x30 – 0,1x40 = 23. Na<br />

een verlies van 33 (23 plus aanvankelijk liquiditeitsoverschot van 10) resteert er een solvabiliteit<br />

van 10% en ontstaat liquiditeitsinsolventie:<br />

B.3<br />

I 30 ev 7<br />

bank 23<br />

LM 40 kls 40<br />

b 70 70<br />

Financiering met meer dan 23 vreemd vermogen zou het mogelijk maken verliezen te financieren<br />

die de solvabiliteit beneden 10% brengt zonder dat liquiditeitsinsolventie ontstaat. Deze<br />

onderneming met balans B.3 moet bij <strong>voor</strong>tzetting de benodigde aanvullende financiering in<br />

aanvullend eigen vermogen vinden. Alleen als de investeringen I toenemen ontstaat weer ruimte<br />

<strong>voor</strong> financiering met vreemd vermogen.<br />

IV Invloed discontinuïteitsrisico<br />

Stel de onderneming met balans B.3 moet worden geliquideerd en het discontinuïteitsrisico vertaalt<br />

zich in liquidatiewaarde I 60% = 18; LM 50 % = 20; en vermeerdering passief 10. Dan ziet de<br />

liquidatiebalans er als volgt uit:<br />

I 18 ev -35<br />

bank 23<br />

LM 20 kls 50<br />

b 38 38<br />

Voor crediteuren, uitgaande van gelijkheid, resteert verhaal <strong>voor</strong> 38/(23 + 50) = 52 %.<br />

69

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!