04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk IV<br />

68<br />

kls. Vullen we dat in de laatste vergelijking in, dan is het totaal maximaal te financieren<br />

bedrag L als volgt weer te geven: L = (1-s).I - s.LM -V.<br />

Ervan uitgaande dat de balans geen andere wezenlijke wijzigingen ondergaat dan die<br />

veroorzaakt door resultaat en daaruit <strong>voor</strong>tvloeiende mutaties in eigen vermogen en<br />

verhouding liquide middelen en kortlopende schulden is de maximale financierbaarheid op<br />

twee manieren te <strong>voor</strong>spellen. Dat kan met behulp van bovenstaande formule<br />

rekeninghoudend met een al bestaande financiering, of door het op dat moment (t=1)<br />

bestaande overschot van LM1 – kls1 op te tellen bij het verschil tussen het bestaande eigen<br />

vermogen (ev1) en het eigen vermogen nadat (t=2) dit conform de minimaal vereiste<br />

solvabiliteitseis is verminderd (ev2): ∆L = LM1 - kls1 + ev1 - ev2.<br />

Voorspellingen met dit model kennen beperkingen, doordat geen rekening wordt<br />

gehouden met alle mogelijke mutaties door de tijd heen.<br />

Een balans is niet meer dan een ‘foto’. 197 De <strong>voor</strong>spelling, die mogelijk lijkt met behulp van de<br />

formule, neemt een <strong>voor</strong>schot op de foto. Er zullen ook andere mutaties plaatshebben dan die ten<br />

gevolge van het resultaat in het eigen vermogen enerzijds en de verhouding van liquide middelen<br />

en kortlopende schulden anderzijds. De praktische problemen die daaruit kunnen <strong>voor</strong>tvloeien, en<br />

het effect van verschillende omloopsnelheden in vlottende activa en kortlopende schulden zullen in<br />

IV.7 behandeld worden.<br />

De formule neemt tot uitgangspunt dat de onderneming door de tijd heen met de liquide<br />

middelen (inclusief kredietruimte) dekking moet kunnen geven aan de kortlopende schulden (met<br />

als grens LM = kls). Kan een onderneming dat niet meer, dan zijn daar<strong>voor</strong> – afgezien van<br />

wisselende omloopsnelheden 198 – slechts twee verklaringen mogelijk: 1) er wordt verlies geleden<br />

en de hefboomwerking is negatief; de beperking om met vreemd vermogen te financieren is dus<br />

gerechtvaardigd; 2) het resultaat is positief maar de kasstroom is negatief. Als het positieve<br />

resultaat zich niet vertaalt in een toename van liquide middelen (LM), moeten de investeringen (I)<br />

ondertussen toenemen. De financieringsruimte volgens de formule wordt dan met een factor (1-s)<br />

groter.<br />

IV.6.2 Voorbeelden van toepassing van de formule<br />

Ter verduidelijking van de praktische toepassing van de formule worden enkele<br />

(sterk vereenvoudigde) 199 <strong>voor</strong>beelden gegeven.<br />

Uitgangspunt is de onderneming met een balans (B) die er als volgt uitziet:<br />

B.0<br />

I 30 ev 40<br />

bank -<br />

LM 40 kls 30<br />

b 70 70<br />

De netto liquide middelen zijn (40 - 30 =) 10. De solvabiliteit uitgaande van continuïteit van de<br />

onderneming is 57%. Bij de <strong>voor</strong>beelden wordt er gemakshalve van uitgegaan dat er alleen<br />

mutaties plaatshebben ten gevolge van resultaten die zich weerspiegelen in eigen vermogen en<br />

verhouding LM en kls onder gelijkblijvend balanstotaal.<br />

I Verliezen zonder aanvulling vreemd of eigen vermogen.<br />

197 Vergelijk ook Beckman (2006).<br />

198 Zie IV.7.2 en IV.7.2.2<br />

199 Op met name de gemakshalve gehanteerde vereenvoudiging dat het balanstotaal<br />

hetzelfde blijft, na het realiseren van verliezen, wordt in IV.6.5 nader ingegaan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!