04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk IV<br />

financiers, omdat zo’n eis indirect ook grenzen stelt aan de maximale financiering door banken<br />

(tegen zekerheden).<br />

<strong>Het</strong> niet bestaan van een bijstortingsverplichting <strong>voor</strong> aandeelhouders moet als<br />

tegenhanger hebben dat wanneer bijstorting wel geboden is, maar<br />

aandeelhouders daartoe niet bereid zijn in verband met onvoldoende<br />

verwachtingen <strong>voor</strong> de toekomstige rentabiliteit, de onderneming moet worden<br />

gestaakt. Daarom is het belangrijk te kunnen vaststellen wanneer bijstorting<br />

geboden is en het niet langer gerechtvaardigd is de onderneming <strong>voor</strong> risico van<br />

de andere participanten <strong>voor</strong>t te zetten.<br />

Liquiditeits- en solvabiliteitseisen vervullen verschillende functies: de<br />

relatieve beperking van verhaalsrisico’s; de verdeling van verhaalsrisico’s over<br />

alle participanten; het ‘contant’ maken van vertrouwen in de toekomstige<br />

rentabiliteit; en het afdwingen van tijdige reorganisatie.<br />

Of een dreigend liquiditeitstekort kan worden ingevuld, is afhankelijk<br />

van het vertrouwen dat aandeelhouders en/of financier hebben in de toekomstige<br />

rentabiliteit. In hoeverre dit tekort tenminste moet gaan worden ingevuld door<br />

aandeelhouders hangt ervan af of en in hoeverre het een tekort in de solvabiliteit<br />

of alleen in de liquiditeit betreft. 178<br />

IV.5 Liquiditeit (Beklamel-norm) en solvabiliteit (verlengde<br />

Beklamel-norm) bepalen tezamen de verantwoorde<br />

financieringsstructuur<br />

Eén begrenzing van het discontinuïteitsrisico is algemeen bekend: als de<br />

onderneming onvoldoende liquide middelen heeft, gaat zij failliet.<br />

In hoofdstuk III bleek dat uit wet, de Beklamel-jurisprudentie, RAC 570 en de RJ-richtlijnen volgt<br />

dat de onderneming met <strong>voor</strong> de korte termijn chronisch negatieve netto liquide middelen gestaakt<br />

dient te worden (Beklamel-norm: LM ≥ kls).<br />

De netto liquide middelen zijn een momentopname van de liquiditeitsbegroting. Bij de<br />

feitelijk insolvente onderneming moet na Sobi/Hurks II van discontinuïteit worden uitgegaan.<br />

Daarna is het niet toegestaan verliezen ten laste van de crediteuren te laten komen of ‘liquidatieverliezen’<br />

te vergroten. <strong>Het</strong> discontinuïteitsrisico wordt afgestopt. Hier<strong>voor</strong> zagen we dat het<br />

noodzakelijk is om een grens te stellen aan de verplaatsing van het risico naar <strong>voor</strong>al de<br />

crediteuren. Die grens is door de liquiditeitseis <strong>voor</strong> de korte termijn normatief ingevuld. De<br />

verwachting moet zijn dat verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.<br />

Liquiditeit is de weerslag van de rentabiliteit, <strong>voor</strong> zover die al in harde<br />

kasstromen is gerealiseerd of op korte (factuur-)termijn zal worden gerealiseerd<br />

en niet is uitgekeerd aan aandeelhouders of is vastgelegd in vaste activa.<br />

Liquiditeit is een relatief hard criterium, omdat het gaat over gerealiseerde of op<br />

korte termijn te verwachten kasstromen. Er valt niet veel mee te rommelen.<br />

Daardoor is het als criterium ook makkelijk bruikbaar. Maar de liquiditeit hoeft<br />

nauwelijks maatgevend te zijn <strong>voor</strong> de te verwachten rentabiliteit. 179 Onvoldoende<br />

liquiditeit is veeleer een symptoom van de moeilijkheden waarin de<br />

178 Zie <strong>voor</strong> de te ontwikkelen concrete grenzen IV.6.<br />

179 Palepu et al. (2004).<br />

62

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!