04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk IV<br />

financiers. Om te kunnen zien of de onderneming ook op langere termijn aan haar verplichtingen<br />

aan financiers én crediteuren kan voldoen, moet dus niet naar de liquiditeit maar naar de<br />

solvabiliteit worden gekeken. De solvabiliteit geeft weer in hoeverre er nog kapitaal van de<br />

aandeelhouders is. Alleen met behulp van een aan de onderneming te stellen solvabiliteitseis –<br />

naast een liquiditeitseis – kan een mechanisme in de verdeling van het risico tussen de drie soorten<br />

participanten aangebracht worden.<br />

Een duidelijke begrenzing aan de verplaatsing van het discontinuïteitsrisico zal,<br />

naar aan te nemen is, het vertrouwen van crediteuren bevorderen. En meer<br />

vertrouwen van crediteuren is weer bevorderlijk <strong>voor</strong> het investeringsklimaat.<br />

Ondernemingen kunnen dan in het algemeen met minder eigen vermogen en dus<br />

een geringere investering gevoerd worden. 169 De vraag is alleen hoever dat gaat.<br />

Hoe de bevordering van het investeringsklimaat exact ingrijpt op de onderneming zelf door de<br />

financiering door crediteuren heeft te maken met de vermindering van financieringskosten en het<br />

eventuele financiële hefboomeffect. De theorie zal in hoofdstuk V uitvoerig aan de orde komen.<br />

IV.4 Te verwachten toekomstige rentabiliteit en solvabiliteitseisen<br />

Bij de vraag hoe de verplaatsing van het discontinuïteitsrisico kan worden afgebakend, bleek het<br />

grootste probleem de toekomstige rentabiliteit te zijn. Voorspellingsmodellen bleken die<br />

onvoldoende te kunnen bepalen. 170 De modellen zijn niet in staat om te <strong>voor</strong>spellen of bestaande<br />

tekorten nog door toekomstige zouden kunnen worden afgedekt. Ook ten aanzien van de vraag of<br />

een <strong>voor</strong>tschrijdende verplaatsing van het discontinuïteitsrisico kan worden gelegitimeerd, bleek<br />

het met name aan te komen op de toekomstige rentabiliteit. 171<br />

Hier<strong>voor</strong> zagen we dat solvabiliteitseisen onontbeerlijk lijken te zijn <strong>voor</strong> de<br />

verdeling van risico onder de participanten. Maar daarmee is nog niet gezegd dat<br />

daarmee ook meer greep gekregen kan worden op de gerechtvaardigde<br />

verwachtingen ten aanzien van de toekomstige rentabiliteit 172 van met name de<br />

onderneming in moeilijkheden.<br />

Van Amsterdam (2004) heeft empirisch onderzoek gedaan naar de rol van de bank bij reddingspogingen<br />

van de onderneming. Een opmerkelijke uitkomst is dat er <strong>voor</strong> de onderneming die al in<br />

moeilijkheden is, geen significante correlatie meer bestaat tussen de kans op redding zelf en de<br />

daarvóór bestaande verhouding eigen/vreemd vermogen of de uitkomst van Altmans Z-score. 173 Uit<br />

het onderzoek van Van Amsterdam blijkt dat het vertrouwen in de kwaliteit van het management,<br />

als sanering geboden is, wel een zeer significante <strong>voor</strong>spellingsfactor is. Uit het onderzoek blijkt<br />

ook dat falend management, door iedereen, behalve het management zelf, als de belangrijkste<br />

oorzaak <strong>voor</strong> <strong>faillissement</strong> wordt gezien. Als het management erin slaagt de bank te overtuigen van<br />

zijn kwaliteit, is er, los van de oorzaken <strong>voor</strong> de problemen, 60% kans op overleven, tegenover<br />

26% indien het management daar niet in slaagt. Bedenkt men dat in die percentages ook zijn<br />

meegerekend de ondernemingen die al in een zo deplorabele toestand verkeerden dat redding<br />

überhaupt niet meer mogelijk was, dan zijn de uitkomsten des te opmerkelijker.<br />

Adriaanse 174 heeft een breder onderzoek gedaan naar de beslissende factoren <strong>voor</strong> succes<br />

bij reddingspogingen. Op grond hiervan formuleerde hij vier succesfactoren <strong>voor</strong> reorganisatie 175 :<br />

169 Zie IV.3.4.<br />

170 Zie IV.3.6.<br />

171 Zie IV.3.5.<br />

172 Zie IV.3.5.<br />

173 Zie het door Altman (1983) ontwikkelde <strong>voor</strong>spellingsmodel.<br />

174 Adriaanse (2005); zie ook Adriaanse en Kuijl (2005).<br />

175 Zie p. 307.<br />

60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!