04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Samenvatting in vogelvlucht<br />

aan de solvabiliteit, en daarmee de financieringsstructuur van de onderneming,<br />

dan de verlengde Beklamel-norm doet. 1299<br />

XIII.8 Nadeel<br />

In hoofdstuk VII is onderzocht waaruit het concrete nadeel (en <strong>voor</strong>deel) bestaat<br />

dat op grond van de ontwikkelde normen zou kunnen worden toegerekend. 1300<br />

Aan de hand van het in de normen besloten verdelingsmechanisme kan worden<br />

vastgesteld welk toedoen tot welk nadeel leidt en welk nadeel vervolgens kan<br />

worden toegerekend. Bij toepassing van beide normen bestaan er in essentie<br />

twee vormen van nadeel: de vermindering van eigen vermogen en de<br />

vermindering van verhaalsvermogen. Deze verschillen zowel in omvang als in<br />

tijdstip van ontstaan. 1301 Om uit te maken aan welke partijen welk nadeel moet<br />

worden toegerekend en om alsnog tot een verdeling te kunnen komen, is het<br />

essentieel om uit te gaan van de fixatie van het te verdelen insolvente<br />

vermogen. 1302 Uit het onderzoek blijkt dat de manier waarop het insolvente<br />

vermogen onder het thans geldende recht wordt gefixeerd, ernstige onvolkomenheden<br />

kent. Ook wordt duidelijk dat de artikelen 42-54 F in een aantal opzichten<br />

onvoldoende in staat zijn om te bewerkstelligen dat het nadeel op het juiste<br />

moment en aan de juiste partijen wordt toegerekend. 1303 Zo blijkt ook dat het<br />

bestaande systeem van 42, 47, 53 en 57 F niet aansluit op de twee vormen van<br />

nadeel die kunnen optreden.<br />

Voorts is de bijzondere positie van ‘nieuwe’ crediteuren, 1304 ontstaan na<br />

schending van de Beklamel-norm, geplaatst in het kader van het principe van<br />

3:277 BW. <strong>Het</strong> blijkt dat deze crediteuren, <strong>voor</strong> zover onbetaald, een bijzondere<br />

positie als boedelcrediteur dienen te hebben. De curator moet bij <strong>voor</strong>keur<br />

vorderingen uit hoofde van schending van de Beklamel-norm instellen. <strong>Het</strong><br />

blijkt onaanvaardbaar te zijn dat curator en crediteuren naast elkaar vorderingen<br />

kunnen instellen.<br />

XIII.9 Uitwerking <strong>voor</strong> de financier is relatief ingrijpend<br />

In een afzonderlijk hoofdstuk is de positie van de financier, als spin in het web<br />

van solventie en insolventie, besproken. In veel gevallen strekt nagenoeg al het<br />

actief van de onderneming tot verhaal van de financier/separatist. Deze praktijk<br />

staat op gespannen voet met het uitgangspunt van 3:277 BW, maar vervult een<br />

belangrijke economische functie. Bij de beschikbaarheid van voldoende, maar<br />

niet overmatige liquide middelen en de beperking van financieringskosten speelt<br />

de financier een centrale rol. Maar minstens even belangrijk is dat de<br />

financiering in staat is om als hefboom het effect van de verbetering van het<br />

1299 Zie VI.4.<br />

1300 Zie concl. 36; VII.2.<br />

1301 Zie VII.2.<br />

1302 Zie VII.3.<br />

1303 Zie VII.4.4, VII.4.3, VII.5, VII.7.3, VII.7.4 en VIII.6.<br />

1304 Zie VII.6 en VII.7.<br />

521

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!