04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk XIII<br />

De Pauliana-norm geldt in beginsel indien:<br />

(a) sprake is van verhaalsinsolventie;<br />

(b) de wederpartij wist of had moeten weten dat de later ook daadwerkelijk<br />

volgende feitelijke insolventie al dreigde;<br />

(c) het toe te rekenen toedoen van deze wederpartij bij <strong>faillissement</strong><br />

<strong>voor</strong>zienbaar tot nadeel zal leiden.<br />

De betekenis van de Pauliana-norm is relatief ondergeschikt aan die van de<br />

Beklamel- en verlengde Beklamel-norm omdat: (a) de laatste twee normen het<br />

ongedaan te maken nadeel in het vermogen al aanzienlijk naar voren brengen;<br />

(b) de Pauliana-norm slechts betrekking heeft op incidentele transacties met<br />

wederpartijen; en (c) de meeste wederpartijen, althans als zij niet ook<br />

betrokkenen zijn, niet zullen beschikken over de vereiste wetenschap van<br />

dreigende insolventie, zodat niet van hen mag worden verlangd dat zij het<br />

nadeel ongedaan maken. Is er sprake van schending van de Beklamel-norm, dan<br />

speelt de Pauliana-norm <strong>voor</strong> wederpartijen eigenlijk alleen nog een mogelijke<br />

rol bij transacties uit vrijgevigheid. Omdat de Pauliana-norm niet meer is dan<br />

een verdelingsmechanisme, is de aan deze norm verbonden wetenschapseis<br />

anders dan die van de op zorgvuldigheid gebaseerde Beklamel- en verlengde<br />

Beklamel-norm. De ontwikkelde Pauliana-norm ziet in essentie op de gelijke<br />

verdeling van het verhaalsinsolvente vermogen onder wederpartijen (de paritas<br />

creditorum) meestal nadat de bij <strong>voor</strong>zienbaar nadeel betrokken wederpartij<br />

(3:277 BW) wetenschap van dreigende insolventie had verkregen. Dit onderzoek<br />

is tot de conclusie 1296 gekomen dat er bij de vraag of enig toedoen toe te rekenen<br />

is, geen reden is om een normatief onderscheid te maken tussen betalingen op<br />

bestaande verplichtingen of andere vormen van nadeel. Uitgaande van 3:277<br />

BW gaat het erom dat de hypothetische situatie waarin schuldeisers zouden<br />

hebben verkeerd zonder de tot toe te rekenen nadeel leidende handeling(-en),<br />

wordt hersteld. De Pauliana-norm staat op gespannen voet met 47 en 53 F. In<br />

hoofdstuk VIII is betoogd dat de artikelen 47 en 53 F een onwenselijke en<br />

systematisch ook niet te verdedigen uitzondering vormen op de wenselijke<br />

manier van verdelen. <strong>Het</strong> is mogelijk en zinvol om, anders dan uit het stelsel van<br />

de Pauliana-bepalingen volgt, het toe te rekenen nadeel op te hangen aan enig<br />

‘toedoen’ (het handelen of nalaten in de zin van 6:162 BW). 1297 Ook toedoen van<br />

niet-wederpartijen of niet-betrokkenen bleek onder omstandigheden wel toe te<br />

rekenen te zijn. 1298<br />

De Pauliana-norm blijkt indirect toch ook betekenis te kunnen hebben<br />

<strong>voor</strong> de financieringsstructuur van de verlieslatende onderneming. Bij dividenduitkeringen<br />

of nieuwe financieringen tegen nieuwe zekerheden van de<br />

verlieslatende onderneming blijken strengere eisen gesteld te moeten worden<br />

1296 Zie hoofdstuk VIII.<br />

1297 Zie hoofdstuk VIII.<br />

1298 Zie VI.5.4.<br />

520

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!