04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk XII<br />

worden als de redding, het behoud van activa of de bescherming van crediteuren<br />

in het geding is. Als betrokkenen die doelstellingen niet nastreven kunnen zij<br />

wel op de Pauliana-norm aangesproken worden. <strong>Het</strong> een en ander is verwoord in<br />

een aantal nuanceringen op de Pauliana- en Beklamel-norm. Dit algemene<br />

normatieve kader is niet als zodanig in 42-49 F verwoord waar de betreffende<br />

bepalingen (afgezien van het criterium wetenschap van benadeling) feitelijk<br />

getoonzet zijn.<br />

De normatieve behandeling maakt het ook mogelijk in meer detail in te<br />

gaan op het toe te rekenen nadeel. Daarbij blijkt dat de vernietiging in 42 (en 47)<br />

F en 51 F niet goed in staat is het nadeel ongedaan te maken hoewel de<br />

bepalingen zich daar kennelijk wel op richten. Bij nadere analyse van het nadeel<br />

blijkt dat er een verbondenheid bestaat tussen de vordering van de ‘nieuwe’<br />

crediteur jegens de failliet of de boedel en jegens de betrokkene enerzijds, en de<br />

benadelingsvordering van de curator anderzijds die er per saldo toe zou moeten<br />

leiden dat de onbetaald gebleven nieuwe crediteur betaald wordt en de boedel<br />

het ‘verlies’ door de nieuwe transacties van de betrokkene vergoed krijgt.<br />

In VI.6 zagen we dat door de Beklamel-norm en de verlengde<br />

Beklamel-norm het resterende discontinuïteitsrisico <strong>voor</strong> crediteuren zou<br />

moeten bestaan uit de liquidatieverliezen van de onderneming die tenminste aan<br />

de minimaal vereiste solvabiliteit voldoet en de liquidatiekosten. In geval van<br />

een on<strong>voor</strong>zienbare tegenvaller – waar<strong>voor</strong> niet eerder een <strong>voor</strong>ziening<br />

getroffen had moeten zijn – kan de solvabiliteit ook dalen beneden de te stellen<br />

eis en komt dit risico ook <strong>voor</strong> rekening van crediteuren en financiers. De<br />

verdeling van het discontinuïteitsrisico over de diverse soorten crediteuren blijkt<br />

ertoe te leiden dat de ‘nieuwe’ crediteuren die ontstaan zijn na verkrijging van<br />

wetenschap van feitelijke insolventie van dit risico gevrijwaard zouden moeten<br />

zijn. Voorts blijkt dat de ‘oude’ crediteuren uit de <strong>voor</strong> feitelijke insolventie nog<br />

beschikbare liquide middelen normaal gesproken betaald zouden moeten zijn,<br />

tenzij het gaat om verplichtingen die zijn ontstaan <strong>voor</strong> wetenschap van<br />

feitelijke insolventie maar pas betaalbaar zijn daarna. Met de ontwikkelde<br />

normen zou het discontinuïteitsrisico zich moeten concentreren op:<br />

verplichtingen aangegaan of ontstaan kort <strong>voor</strong> feitelijke insolventie, betwiste<br />

verplichtingen, langlopende of <strong>voor</strong>waardelijke verplichtingen, of verplichtingen<br />

die het gevolg zijn van de gedwongen liquidatie (wanprestatie,<br />

beëindigingvergoedingen, 39 en 40 F, e.d.). Doordat de langlopende<br />

verplichtingen die bestaan uit financiering met vreemd vermogen meestal zijn<br />

afgedekt met zekerheden concentreert het risico zich <strong>voor</strong>al op alle andere<br />

genoemde verplichtingen. Doordat er gekozen is <strong>voor</strong> een economische – nietnormatieve<br />

– legitimering van het discontinuïteitsrisico blijft het bezien vanuit<br />

de uiteindelijke individuele <strong>faillissement</strong>screditeuren en soms zelfs<br />

boedelcrediteuren willekeurig dat juist zij met het discontinuïteitsrisico<br />

opgezadeld worden. Daar is in het licht van de economische, niet-normatieve,<br />

legitimering niets aan te doen.<br />

De grootste verschillen met de huidige rechtspraktijk zijn: een<br />

specifieke algemene verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> betrokkenen; het maar beperkt<br />

kunnen blijven aanmodderen als niet tijdig het risicodragend vermogen<br />

508

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!