04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk XII<br />

500<br />

zich nog niet voldoende. Opzegging van de lening na dreigende – maar nog<br />

niet feitelijke – insolventie is slechts toegestaan onder bijzondere<br />

omstandigheden, zoals gebleken onbetrouwbaarheid van het bestuur en<br />

soms aandeelhouders, het niet verstrekken van zekerheden zoals nieuw<br />

pandlijsten, de onmogelijkheid om op kortere termijn relevante informatie<br />

<strong>voor</strong> de oordeelsvorming met betrekking tot de financiële positie en haar<br />

ontwikkeling te krijgen, onwil of relatieve onmacht van bestuurders en/of<br />

aandeelhouders concrete en realistische plannen <strong>voor</strong> de redding<br />

bespreekbaar te maken, en <strong>voor</strong>spelbare onafwendbare feitelijke insolventie.<br />

Op grond van de verlengde Beklamel-norm zal zodra de financier kennis<br />

krijgt van een vermindering van de waarde van de investeringen (I) een<br />

navenante vermindering van de omvang van de lening, mits tijdig verlangd,<br />

mogelijk zijn.<br />

Onderbouwing: IX.3.5 Voortzetting krediet onder het opdrogen van zekerheden?, en in<br />

samenhang daarmee: IX.4.3.2 Nieuwe zekerheden bij gelijkblijvend krediet (anders: Eneca?)<br />

en IX.4.3.3 Nieuwe zekerheden bij uitbreiding krediet (overbruggingskrediet).<br />

XII.1.8 Specifieke eisen bij betaling op risicodragend vermogen<br />

63. Voor dividenduitkeringen, kapitaalverminderingen of terugbetalingen op<br />

achtergestelde leningen (garantievermogen) moeten de volgende eisen<br />

worden gesteld:<br />

(i) direct na uitkering mag er geen liquiditeitstekort bestaan (Beklamelnorm);<br />

(ii) er moet een reële liquiditeitsbegroting zijn waarbij <strong>voor</strong> tenminste één<br />

jaar <strong>voor</strong>zien wordt in <strong>voor</strong>zienbare tekorten, inclusief financieringslasten<br />

(2:384 lid 3 BW, RAC 570 par. 18, IAS 1 alinea 24, Rapport<br />

Commissie Winter);<br />

(iii) binnen de realistische bedrijfsplannen moet er op termijn een positieve<br />

rentabiliteit worden verwacht (algemene legitimering verplaatsing<br />

discontinuïteitsrisico);<br />

(iv) na de uitkering mag de solvabiliteit niet onvoldoende zijn,<br />

‘onvoldoende’ is <strong>voor</strong> producenten, industrie, bouwnijverheid: 20%;<br />

<strong>voor</strong> groothandel, transport, detailhandel: 15%; <strong>voor</strong> dienstverlening,<br />

vrije beroepsbeoefenaren: 10%; <strong>voor</strong> overige: 10%; en is de<br />

onderneming verliesgevend – althans is er sprake van een structureel<br />

negatieve kasstroom uit de bedrijfsresultaten – dan moet de solvabiliteit<br />

‘voldoende’ zijn, hetgeen <strong>voor</strong> producenten, industrie e.d. neerkomt op<br />

minimaal 30%, <strong>voor</strong> groothandel e.d. op 25%, <strong>voor</strong> dienstverlenende<br />

bedrijven op 15% en <strong>voor</strong> anderen 25%. (Pauliana-norm).<br />

De eisen (i) tot en met (iii) hebben een absolute betekenis, daarna is<br />

<strong>voor</strong>tzetting van de onderneming niet meer toegestaan en kunnen<br />

betrokkenen aangesproken worden op <strong>voor</strong>tschrijdende verliezen en<br />

verminderingen van verhaalsvermogen. Ook al zijn aandeelhouders niet per<br />

se betrokkenen, die eisen moeten een reflexwerking hebben bij uitkeringen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!