04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De Beklamel-norm en de bij de failliet betrokkene<br />

kan het al moeilijker liggen omdat vragen van toerekening aan de orde komen. Dat geldt nog<br />

sterker als het gaat om een verbintenis uit de wet.<br />

Als een Officier van Justitie de rechten van een verdachte schendt, wie is dan<br />

aansprakelijk: de Staat, de OvJ in privé of beiden? Uit het Knabbel en Babbel-arrest 60 blijkt dat het<br />

criterium <strong>voor</strong> de directe aansprakelijkheid de toerekening in het maatschappelijk verkeer is.<br />

Handelt de OvJ dus in functie dan moet de fout aan de Staat worden toegerekend. Maar daarmee is<br />

de kous niet af. Uit het OvJ-arrest 61 blijkt dat de aan de Staat toe te rekenen fout onder<br />

omstandigheden ook toerekenbaar kan zijn aan de OvJ en wel als er sprake is van een persoonlijk<br />

verwijt: ‘Wanneer een orgaan van de overheid zich bij de uitvoering van de hem als zodanig<br />

opgedragen taak onrechtmatig gedraagt door zijn wettelijke bevoegdheden te overschrijden, zal<br />

deze gedraging slechts aan hem persoonlijk kunnen worden toegerekend indien zij aan zijn schuld<br />

is te wijten, dat wil zeggen: wanneer, gelet op de omstandigheden van het geval, hem persoonlijk<br />

een verwijt kan worden gemaakt. Voor een toerekening aan hem op grond dat deze gedraging<br />

krachtens de in het verkeer geldende opvattingen <strong>voor</strong> zijn rekening komt, is geen plaats’. De term<br />

‘persoonlijk’ is wat dubbelzinnig, omdat de OvJ in functie en in privé een en dezelfde ‘persoon’ is.<br />

Maar die dubbelzinnigheid ligt ook werkelijk in de toerekenbaarheid besloten. Aan de ene kant gaat<br />

het om een kennelijk ernstiger verwijt dan nodig is om de Staat aansprakelijk te kunnen houden,<br />

aan de andere kant is de ernst van het verwijt niet een abstract ‘ernstig verwijt’, maar moet de ernst<br />

afgezet worden tegen de geobjectiveerde eisen die aan de betreffende persoon in zijn functie<br />

gesteld mogen worden. In dit arrest gaat het nog om ‘de omstandigheden van het geval’, maar<br />

latere jurisprudentie, die met name ook ziet op de toerekenbaarheid van verplichtingen van een<br />

rechtspersoon aan bestuurders, laat zien dat de cruciale ‘omstandigheden’ <strong>voor</strong> de toerekenbaarheid<br />

mede worden bepaald door de zorgvuldigheid die verwacht mag worden in verband met de eisen<br />

die de functie stelt. Dat is ook logisch, want de ‘omstandigheden van het geval’ die bepalend zijn<br />

<strong>voor</strong> de vraag of iets onrechtmatig is en daarmee toegerekend kan worden aan (in het geval van de<br />

OvJ) de Staat, zijn niet de omstandigheden die bepalend zijn <strong>voor</strong> de toerekenbaarheid aan (in dit<br />

geval) de OvJ. <strong>Het</strong> gaat dus om twee vragen: 1. Is er sprake van onrechtmatigheid en aan wie moet<br />

die in het maatschappelijk verkeer worden toegerekend? 2. Is de fout óók toerekenbaar aan een<br />

derde op grond van de wijze waarop hij zijn functie heeft uitgeoefend <strong>voor</strong> die partij aan wie de<br />

fout in het maatschappelijk verkeer moet worden toegerekend?<br />

Volgens inmiddels vaste jurisprudentie kan een aan de rechtspersoon toe te<br />

rekenen verplichting aan bestuurders worden toegerekend, indien de bestuurder<br />

een persoonlijk 62 of (voldoende) ernstig(er) 63 verwijt gemaakt kan worden. Of<br />

een ‘persoonlijk’ verwijt kan worden gemaakt, moet worden gezien in het licht<br />

van de functie en invloed die de aangesprokene als bestuurder heeft, ‘het inzicht<br />

en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die <strong>voor</strong><br />

zijn taak is berekend en deze nauwgezet vervult’ 64 . De ernst van de fout wordt<br />

bepaald door de taak en het doel van die taak. Hoe specifieker de taak is, des te<br />

eerder is een fout als ernstig aan te rekenen. <strong>Het</strong> persoonlijke ernstige verwijt is<br />

tegelijkertijd ook het verwijt dat de rechtspersoon aan de bestuurder kan maken.<br />

60 HR 6-4-1979, NJ 1980, 34 (Knabbel en Babbel).<br />

61 HR 11-10-1991, NJ 1993, 165 (OvJ).<br />

62 Hoge Raad 8-1-1999, NJ 1999, 318 (Pelco/Sturkenboom); Hoge Raad 12-5-2000, JOR<br />

2000, 146 (Z.A.M. Z.A.B./Robu); Hoge Raad 26-10-2001, NJ 2002, 94 (Juno); Hoge<br />

Raad 18-1-2002, NJ 2002, 96 (Steins/Textile); HR 8-2-2002, NJ 2002, 196<br />

(Beverwijk/Maarssens). Zie ook VII.7.2.1 .<br />

63 Hoge Raad 10-1-1997, NJ 1997, 360 (Staleman/Van de Ven); Hoge Raad 10-12-1999,<br />

NJ 2000, 6 (Kasgeldarrest); Hoge Raad 18-2-2000 NJ 2000, 295 (New Holland<br />

Belgium/Oosterhof); HR 12-7-2002, JOR 2002, 160 (Ensing/IDM).<br />

64 Staleman /Van de Ven in het kader van 2:9 BW. Zie ook Borrius (2003) en de noot van<br />

Maeijer bij HR 4-4-2003, NJ 2003, 538 (Skipper Club Charter/Jaarsma).<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!