04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk X<br />

genoemde bewijs dan staat daarmee de kwade trouw van de crediteur<br />

vast en is er geen plaats meer <strong>voor</strong> tegenbewijs.’<br />

(viii) Uitzondering?<br />

Evident is dat in de onderhavige casus van groot belang is dat de<br />

bedrijfsleiding van schuldeiser en schuldenaar met elkaar samenvallen.<br />

Gezien de <strong>voor</strong>zichtige opbouw van het arrest en de opzienbarende<br />

verwijzing naar Gispen q.q./IFN lijkt het in ieder geval op het eerste<br />

gezicht aannemelijk dat de Hoge Raad eigenlijk in zulke gevallen een<br />

uitzondering op de eerdere jurisprudentie wil toelaten aan de hand van<br />

de feitelijke vaststelling van zo’n uitzonderlijk geval.<br />

(ix) Impliciete breuk met Gispen q.q./IFN.<br />

Toch kan er goede reden zijn om niettemin een (onbedoelde) breuk met<br />

juist Gispen q.q./IFN (en Montana II) te veronderstellen. Want wat de<br />

Hoge Raad eigenlijk doet is aan de eerder aangenomen diabolische<br />

bewijslast <strong>voor</strong>bijgaan op grond van een normatieve uitleg 1213 van de<br />

begrippen overleg en opzet tot benadeling. <strong>Het</strong> Hof mocht immers<br />

‘<strong>voor</strong>shands aannemen’ dat daarvan sprake was. Dat overleg mag dan<br />

bij<strong>voor</strong>beeld worden aangenomen bij het samenvallen van personen. En<br />

de opzet mag worden aangenomen als de benadeling zelf vaststaat,<br />

zoals bij betalingen op bestaande verplichtingen nu eenmaal het geval<br />

is. N.B.: de door het Hof toegepaste omkering van de bewijslast is <strong>voor</strong><br />

de schuldeiser evenzeer diabolisch, omdat na geobjectiveerde<br />

wetenschap van dreigende insolventie, de benadeling/be<strong>voor</strong>deling door<br />

een betaling nu eenmaal vaststaat als noodzakelijk en bekend te achten<br />

gevolg.<br />

(x) Normatieve uitleg 47 F.<br />

Staat men een keer een normatieve uitleg van de begrippen overleg en<br />

opzet toe, dan lijkt mij 47 F geheel van kleur te verschieten en wel in de<br />

richting van 42 F. Niet alleen mag dan in sommige gevallen<br />

<strong>voor</strong>bijgegaan worden aan de op de curator rustende bewijslast (zoals in<br />

casu). Ook datgene wat (nog wel) bewezen zou moeten worden, de<br />

begrippen overleg en opzet, wijzigen. Bij de opzet is dan, omdat de<br />

betaling vanzelf tot benadeling leidt, aan niet meer te denken dan de eis<br />

in 42 F van geobjectiveerde wetenschap van benadeling (dreigende<br />

insolventie). Ook in dit geval had het Hof kennelijk niet meer<br />

vastgesteld dan de benadeling (rov. 4.13) en de wetenschap van<br />

dreigende insolventie (rov. 3.14) en vond de Hoge Raad dit voldoende.<br />

Waartoe een normatieve uitleg van het begrip ‘overleg’ allemaal kan<br />

leiden – behalve dan tot het aannemen daarvan indien de bedrijfsleiding<br />

van schuldeiser en schuldenaar dezelfde is – wordt uit de uitspraak niet<br />

duidelijk. Maar ik acht het verdedigbaar en realistisch dat elke vorm<br />

van contact, vriendelijk of onvriendelijk, dat expliciet of impliciet<br />

betrekking heeft op het al dan niet verrichten van een betaling,<br />

1213 Zie ook Van Dunné (1971).<br />

462

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!