04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

Omdat de vordering zo beperkt was ingezet, hoefde conform de<br />

bepalingen van 42 en 47 F slechts te worden beoordeeld of er op het<br />

moment van het ontstaan van de achterliggende verplichting (de<br />

stamcessieakte) wetenschap van benadeling was, c.q. of de twee<br />

uitzonderingen van 47 F toepasselijk waren. Daarmee vallen we dus<br />

terug op Montana II en Gispen q.q./IFN en was de vordering in dat licht<br />

bezien niet erg kansrijk. Ook de ‘bijzondere omstandigheden’ in Van<br />

Dooren q.q./ABN Amro I konden niet aan de orde komen.<br />

(xii) Schrijnende uitkomst bij toepassing van 47 F.<br />

De uitkomst van de zaak is schrijnender dan in Van Dooren q.q./ABN<br />

Amro I. Met een beroep op 47 F wordt het toegestaan om na<br />

wetenschap van feitelijke insolventie (‘onontkoombaar’) het laatste<br />

restje verhaalsactief onder de voeten van crediteuren weg te harken. Dat<br />

dat de wetgever bij 47 F <strong>voor</strong> ogen heeft gestaan, acht ik vrijwel<br />

uitgesloten. <strong>Het</strong> arrest toont aan dat de door de Hoge Raad met<br />

Montana II en Gispen q.q./IFN ingeslagen weg tot ongelukken leidt.<br />

X.19 Sobi/Hurks II<br />

(HR 21-12-2001, NJ 2005, 96).<br />

Casus: SOBI optredend als gemachtigde van 15 crediteuren van HBA, de failliet, heeft gevorderd<br />

Hurks c.s. (Hurks, Hurks Beheer en Bouwgroep) hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een<br />

bedrag op de grond – kort samengevat – dat de Bouwgroep als moedermaatschappij en Hurks als<br />

bestuurder van de Bouwgroep onrechtmatig hebben gehandeld jegens schuldeisers van HBA. Die<br />

onrechtmatige daad had tot gevolg, aldus SOBI c.s., dat de contractuele vorderingen van<br />

schuldeisers van HBA niet werden voldaan. De vorderingen werden, kort gezegd, toegewezen <strong>voor</strong><br />

zover ontstaan na 1 juli 1984. HBA was een aannemingsbedrijf. Directeur Reincke is op 24<br />

september 1984 op non-actief gesteld en vervangen door Van Sambeek. Op 26 september 1984 is<br />

surseance aangevraagd. Op 5 oktober 1984 is HBA op verzoek van de bewindvoerder failliet<br />

verklaard.<br />

Vanaf 1978 was ‘Bouwgroep’ enig aandeelhouder, tevens moeder van een aantal andere<br />

bouwondernemingen. Hurks Beheer is na <strong>faillissement</strong> enig aandeelhouder van enkele dochters<br />

geworden. Enig aandeelhouder en <strong>voor</strong>zitter van de raad van bestuur van de Bouwgroep was<br />

Hurks. De concernverhouding van HBA tot de Bouwgroep werd behalve door het aandelenbezit<br />

mede bepaald door de statuten (de directie behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering<br />

van aandeelhouders <strong>voor</strong> een aantal bestuursbesluiten, waaronder bankkredietovereenkomsten, en<br />

<strong>voor</strong> handelingen waarvan de waarde een bepaald door de algemene vergadering vast te stellen<br />

bedrag te boven gaat); de arbeidsovereenkomst met directeur Reincke (de raad van bestuur van de<br />

Bouwgroep oefent de rechten toekomende aan de algemene vergadering uit, en de werknemer<br />

verplicht zich te houden aan de richtlijnen zoals die door de raad van bestuur van de Bouwgroep<br />

met betrekking tot de bedrijfsvoering zijn of kunnen worden gesteld); de financieringsstructuur van<br />

het concern. Tussen HBA en de Bouwgroep bestond een rekening-courantverhouding. De<br />

Bouwgroep verzorgde de fiscale afdrachten van HBA. HBA en de Bouwgroep vormden een fiscale<br />

eenheid. De Bouwgroep voerde ook het centraal kasbeheer. Zij was het die bij uitsluiting de relatie<br />

met de bank (de toenmalige NMB) onderhield. Ten behoeve van het gehele concern had zij met de<br />

bank één kredietovereenkomst gesloten. Er bestond een "compte joint-overeenkomst" gesloten<br />

tussen de bank en alle bij het concern betrokken maatschappijen. <strong>Het</strong> was de Bouwgroep die de<br />

kredietruimte van HBA bij de bank jaarlijks volgens binnen het concern afgesproken criteria<br />

vaststelde. In februari 1983 is f 3.500.000 als lening van de bankrekening van HBA naar die van de<br />

Bouwgroep overgemaakt. Op grond van de compte joint-overeenkomst was – onder meer – HBA<br />

hoofdelijk aansprakelijk jegens de bank <strong>voor</strong> alle schulden van zuster- en moedermaatschappijen.<br />

451

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!