04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk X<br />

van de <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming door het in stand laten van het<br />

krediet, waaronder de verstrekking van zekerheden: (i) de<br />

verminderingen van eigen vermogen veroorzaakt door exploitatieverliezen<br />

(en bij praktische uitzondering vergroting van het saldo van<br />

de liquidatieverliezen); en (ii) de verminderingen van<br />

verhaalsvermogen bestaande uit betalingen – inclusief verstrekking van<br />

nieuwe uit te winnen zekerheden – op ‘oude’ schulden, d.w.z. schulden<br />

die zijn ontstaan <strong>voor</strong>dat men op de hoogte was van de feitelijke<br />

insolventie, maar die nog niet zijn betaald. De betrokkene verkrijgt<br />

tegenover terugbetaling de oude vorderingen inclusief eventuele<br />

preferentie als te verifiëren vordering.<br />

(viii) Verlengde Beklamel-norm. Concrete feiten ontbreken maar het lijkt<br />

aannemelijk dat de bank gefinancierd heeft onder overschrijding van de<br />

verlengde Beklamel-norm. In zoverre moet de vordering als<br />

risicodragend vermogen worden beschouwd en is ook een beroep op<br />

zekerheden niet mogelijk.<br />

X.16.4 Evaluatie overwegingen Hoge Raad<br />

(ix) Terugkeer op eerdere schreden.<br />

Er is een veel ouder arrest dat met dit arrest in lijn ligt: Kok/Okma. 1182<br />

De curator vorderde nietigverklaring van een enkele dagen <strong>voor</strong><br />

<strong>faillissement</strong> plaatsgehad hebbende overdracht van alle roerende<br />

goederen. Gedaagde, geldschieter, verweerde zich dat de overdracht<br />

was gebaseerd op een vroegere overeenkomst waarbij de failliet zich<br />

had verbonden om roerende en onroerende goederen tot zekerheid over<br />

te dragen. De Hoge Raad meende dat iedere overeenkomst die strekt<br />

tot verschaffing van zekerheid ten doel heeft de schuldeiser een<br />

be<strong>voor</strong>rechte positie te verschaffen en daarmee geen ongeoorloofde<br />

oorzaak heeft. Een dergelijke overeenkomst wordt geenszins door de<br />

wet gewraakt ‘mits partijen zorgdragen niet in strijd te komen met de<br />

artikelen 1377 BW en 42 volg. Fw’. In Loeffen q.q./BMH, Nimox/Van<br />

den End q.q. en Montana I leek de Hoge Raad een meer moderne weg<br />

te zijn ingeslagen, maar die weg is sedert Montana II en Gispen<br />

q.q./IFN versperd. 1183<br />

(x) Bijzondere omstandigheden.<br />

De in mijn ogen onbevredigende oplossing heeft alles te maken met 47<br />

F en de weg die de Hoge Raad daarmee is ingeslagen. Alleen<br />

‘bijzondere omstandigheden’ kunnen nog een uitweg bieden.<br />

(xi) Wetsgeschiedenis.<br />

Kritische kanttekeningen bij het gebruik van de wetsgeschiedenis als<br />

argument werden al geplaatst in VIII.7.<br />

1182 HR 13-1-1938, NJ 1938, 566.<br />

1183 Zie ook Vriesendorp (2001).<br />

438

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!