04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk X<br />

schuldeisers, brengt dat dan ook in diens totale schuldenlast geen wijziging. De bank heeft evenwel<br />

op de opbrengst van de in aanvullende zekerheid verbonden zaken <strong>voor</strong>rang verkregen boven de<br />

resterende schuldeisers, terwijl de voldane schuldeisers slechts concurrent waren. De resterende<br />

schuldeisers krijgen door een en ander derhalve in plaats van met concurrente medeschuldeisers te<br />

maken met de bank als preferent medeschuldeiser. Een dergelijke verschuiving in verhaalspositie<br />

zal, behoudens het geval dat de bank de aanvullende zekerheid niet behoeft aan te spreken tot<br />

verhaal van haar vordering, nadeel <strong>voor</strong> de resterende schuldeisers meebrengen, ongeacht <strong>voor</strong><br />

welk bedrag er schuldeisers dankzij de verhoging van het kredietplafond zijn voldaan.’<br />

Bespreking:<br />

X.16.1 Relevante vragen volgens wenselijk recht<br />

(i) Werd door de bank op 5 november c.q. 6 december 1993 voldaan aan<br />

de eisen in concl. 61? Met name rijst dan de vraag wanneer de bank<br />

wetenschap van dreigende en/of feitelijke insolventie moest hebben.<br />

Verder rijst ook de vraag of de bank niet te veel gefinancierd had.<br />

436<br />

Als mogelijk relevant nadeel onder de Pauliana-norm komen in aanmerking de nader<br />

verstrekte zekerheden en de feitelijke vermindering van het krediet, zie concl. 53 t/m 60.<br />

X.16.2 Relevante feiten en financiële positie<br />

(ii) Er kan geen twijfel over bestaan dat in dit geval sprake was van een<br />

aanzienlijke benadeling van crediteuren in de zin van de Pauliana-norm<br />

in korte tijd vlak <strong>voor</strong> <strong>faillissement</strong>.<br />

(a) De feitelijke schuld aan de bank werd, volgens de feiten vermeld<br />

in het eerste arrest, verminderd met f. 330.000 terwijl aannemelijk<br />

is dat verstrekte zekerheden onvoldoende dekking boden. 1180 Niet is<br />

duidelijk of de vermindering een toevalsstand was, het gevolg was<br />

van aflossingen door Hendriks Beheer uit eigen middelen, of het<br />

gevolg was van een feitelijke bevriezing waarbij geen of<br />

nauwelijks betalingen werden gedaan maar ondertussen wel<br />

vorderingen werden geïncasseerd en <strong>voor</strong>heen toekomstige<br />

zekerheden werden overgedragen. Voor het in verband hiermee toe<br />

te rekenen nadeel zal het nodig zijn dat de bank invloed heeft<br />

uitgeoefend op de feitelijke vermindering. Volgens de vermelde<br />

feiten in het tweede arrest echter was de kredietschuld in die<br />

periode f. 68.788 hoger geworden door op de rekeningcourantrekening<br />

gestorte betalingen door debiteuren en betalingen<br />

aan schuldeisers.<br />

(b) Tegelijkertijd werden de zekerheden vermeerderd met een drietal<br />

hypotheken op onroerende zaken. 1181 Alleen als er daarna sprake<br />

was van een voldoende solvabiliteit, een niet meer bestaand<br />

liquiditeitstekort, een reële positieve liquiditeitsbegroting <strong>voor</strong> het<br />

komende jaar en uitzicht op een toekomstige positieve rentabiliteit,<br />

1180 Zie IX.4.3.5 en concl. 59.<br />

1181 Zie IX.4.3.2, IX.4.3.3 en concl. 55 en 56.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!