04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk X<br />

432<br />

schuld leidt tot een te redresseren benadeling door vermindering van<br />

verhaalsvermogen indien ten tijde van de betaling wetenschap van<br />

benadeling bestond. De oorspronkelijke schuld moet weer herleven bij<br />

teruggave van het geld en de waarde van de vrachtauto’s ten tijde van<br />

het sluiten van de overeenkomst tot levering van vrachtauto’s.<br />

X.15.4 Evaluatie overwegingen Hoge Raad<br />

(vi) De betaling van het geldbedrag van f. 80.000 werd gezien als een<br />

verplichte betaling op grond van de oorspronkelijke schuld en de ‘akte<br />

van dading’ werd niet gezien als een novatie. Voor deze betaling moet<br />

<strong>voor</strong> de eventuele toepasselijkheid van 42 F dus teruggegaan worden<br />

naar het moment van sluiten van de oorspronkelijke overeenkomst<br />

leidende tot de schuld van f. 184.652,67. Toen was er geen wetenschap<br />

van benadeling dus resteerde alleen 47 F. <strong>Het</strong> Hof had enerzijds geen<br />

novatie aangenomen, maar anderzijds wel geconcludeerd dat bij het<br />

sluiten van de overeenkomst van 4 maart wetenschap van benadeling<br />

bestond. De Hoge Raad constateert dat <strong>voor</strong> de verplichte betaling van<br />

f. 80.000 die wetenschap irrelevant is en herhaalt Gispen q.q./IFN.<br />

Daarbij zegt de Hoge Raad dat het ontvangen van de opeisbare betaling<br />

niet hetzelfde is als ‘overleg’ zoals vereist.<br />

(vii) De verplichting en de wijze van inbetalinggeving.<br />

Zoals Kortmann en Faber 1178 hebben betoogd, wordt er een onderscheid<br />

gemaakt tussen de opeisbare verplichting enerzijds en de verplichte<br />

prestatie, de opeisbaarheid van de wijze van inbetalinggeving,<br />

anderzijds. Door de inbetalinggeving door levering van de vrachtauto’s<br />

werd voldaan aan een opeisbare verplichting door middel van een<br />

onverplichte prestatie. Dit onderscheid is kennelijk volgens de Hoge<br />

Raad wezenlijk <strong>voor</strong> toepassing van 47 of 42 F.<br />

(viii) Normatieve betekenis van het onderscheid.<br />

Beide betalingen – de f. 80.000 en de vrachtauto’s – waren betalingen<br />

op één en dezelfde schuld. In het ene geval is de uit de daarna gesloten<br />

overeenkomst blijkende wetenschap van benadeling niet en in het ander<br />

geval wel relevant. Beide betalingen waren niet onverschuldigd en<br />

leidden evenzeer tot benadeling door vermindering van het<br />

verhaalsactief. Bij beide betalingen bestond dezelfde wetenschap van<br />

benadeling. Veel reden <strong>voor</strong> een normatief onderscheid is er dus niet, of<br />

het zou moeten zijn dat de ‘huidige eisen van rechtszekerheid van het<br />

betalingsverkeer’ (Gispen q.q./IFN) een andere betekenis hebben bij de<br />

wel als zodanig verplichte betaling en bij de niet in die vorm of op dat<br />

moment opeisbare betaling? Bij Steinz q.q./Amro bleek al tot wat <strong>voor</strong><br />

anomaliteiten die opvatting kan leiden. Daar en bij Kin/Emmerig q.q.<br />

bleek ook dat de niet ‘opeisbaarheid’ wel een reden kan zijn om<br />

1178 Naar aanleiding van Vriesendorp (1999b). Zie verder ook Van Koppen (1999b),<br />

Verstijlen (1999b) en Van Galen (2000).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!