04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

(x) Fixatie (1).<br />

In dit geval kon – bij<strong>voor</strong>beeld anders dan in Montana II – het criterium<br />

van 42 F worden toegepast op de betaling zelf omdat die in het licht van<br />

de overeenkomst tot achterstelling onverplicht was. Met name 51 lid 3<br />

F maakt duidelijk dat er na vernietiging alleen een boedelschuld kan<br />

ontstaan <strong>voor</strong> zover er ten gevolge van de vernietiging ook <strong>voor</strong>deel<br />

<strong>voor</strong> de boedel resteert. Andere vorderingen moeten worden<br />

geverifieerd. Dat is de weerslag van het fixatiebeginsel. De door de<br />

vernietiging ontstane mogelijkheid van verrekening na subrogatie heeft<br />

stellig geen betrekking op genoten <strong>voor</strong>deel van de boedel.<br />

(xi) Fixatie (2).<br />

Er is wel verdedigd 1159 dat de Hoge Raad <strong>voor</strong> de afwijzing van de<br />

verrekening ook zijn heil zou hebben kunnen zoeken in de ruime<br />

toepassing van 54 F (goede trouw bij schuldovername) op de<br />

subrogatie, zoals ook de werking van 54 F in Loeffen q.q./BMH I en<br />

Amro/Curatoren THB werd opgerekt. Wezenlijker is nog of de<br />

wetenschap van benadeling bij de betaling zelf bestaat die dan <strong>voor</strong><br />

eventueel toegebracht nadeel tot fixatie leidt.<br />

(xii) Bezwaar.<br />

<strong>Het</strong> belangrijkste bezwaar tegen het arrest werd eerder vermeld, er<br />

wordt geen rekening gehouden met de vraag of en door wie nadeel is<br />

geleden.<br />

X.13 Gispen q.q./IFN<br />

(HR 24-3-1995, NJ 1995, 628)<br />

Casus: de vorderingen van de aspirant-failliet L&V waren tot zekerheid verpand aan de<br />

factormaatschappij IFN. Bedongen was dat L&V op al haar facturen van deze verpanding melding<br />

zou maken en op die facturen uitsluitend de bankrekening van IFN zou vermelden. In strijd met<br />

deze verplichting vermeldt L&V op een rekening aan IBM haar eigen bankrekening met de<br />

bedoeling de betaling door IBM aan haar zelf te doen toevloeien. Dat lukt maar IFN ontdekt het. In<br />

een langdurige bespreking dreigt IFN met opzegging van het krediet en een strafklacht. De<br />

Vennootschap wordt gesommeerd onmiddellijk het op dat moment op de eigen rekening staande<br />

bedrag aan IFN uit te betalen. Uitvoerig komt in deze bespreking de hachelijke financiële situatie<br />

van de Vennootschap aan de orde waarbij onder meer het mislukte aanbod aan een aantal<br />

crediteuren, het <strong>voor</strong>nemen van de fiscus om bodembeslag te leggen en de reeds in gang gezette<br />

sterfhuisconstructie aan de orde zijn gesteld. De Vennootschap betaalt nog diezelfde dag uit in de<br />

vorm van toondercheques, waarna kort daarop het <strong>faillissement</strong> wordt uitgesproken. IFN en ABN<br />

AMRO Bank hebben hun medewerking verleend aan de sterfhuisconstructie, die <strong>voor</strong>tzetting van<br />

het bedrijf mogelijk maakte in een nieuwe vennootschap, die het merendeel van de activa en de<br />

werknemers van de Vennootschap overnam. De curator vordert terugbetaling van het aan IFN<br />

uitbetaalde bedrag op grond van art. 47 Fw.<br />

Hoge Raad: 3.2 In dit kort geding vordert de Curator terugbetaling van het bedrag van ƒ 530 000.<br />

Hij beroept zich daartoe op het bepaalde in art. 47 F., inhoudende, <strong>voor</strong>zover in het onderhavige<br />

geval van belang, dat de voldoening door de schuldenaar aan een opeisbare schuld kan worden<br />

vernietigd, wanneer wordt aangetoond dat de betaling het gevolg was van overleg tussen de<br />

schuldenaar en de schuldeiser, dat ten doel had laatstgenoemde door die betaling boven andere<br />

schuldeisers te begunstigen.<br />

1159 Aldus Sevenheck (1995) en bekritiseerd door Kortmann/Faber (1995b).<br />

421

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!