04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk X<br />

abstracto wel rekening mee houden dat – op grond van Loeffen<br />

q.q./BMH II – er wellicht een uitzondering moet worden aangenomen<br />

'wanneer de overige schuldeisers van de gefailleerde door het beroep<br />

op verrekening niet in hun verhaalsmogelijkheden worden<br />

benadeeld'. 1154 Ook al ben ik het van harte eens met de door de Hoge<br />

Raad aangenomen dominante betekenis van (de wetenschap van<br />

benadeling in) 42 F, de uitspraak lijkt verre van bevredigend. Dat komt<br />

doordat er in casu (niet aldus in cassatie gestelde) ernstige vraagtekens<br />

bestaan in hoeverre de betaling wel tot nadeel strekte. 1155 De volgens<br />

Kortmann en Faber ‘bevredigende’ uitkomst wordt door hen aldus<br />

gemotiveerd: 'De beslissing lijkt <strong>voor</strong> de hand te liggen. Een andere<br />

beslissing zou te zeer afbreuk doen aan de effectiviteit van de<br />

<strong>faillissement</strong>s-Pauliana.' Dat lijkt mij ‘nogal vaag’.<br />

(ix) Verrekening.<br />

<strong>Het</strong> ontbreken van de ‘goede trouw eis’ in 47 F wordt in casu niet van<br />

belang geacht omdat de betaling op de achtergestelde lening niet<br />

‘opeisbaar’ was. De Hoge Raad gaat er kennelijk van uit dat een beroep<br />

op verrekening na subrogatie naar de letter van 53 F zou slagen ware<br />

het niet dat de principes van 42 en 51 F daaraan in de weg staan. De<br />

verrekening kent kennelijk toch normatieve beperkingen. Maar afgezien<br />

van de naar 54 F opgerekte verrekening door een bank 1156 zijn daar<strong>voor</strong><br />

weinig aanwijzingen in andere uitspraken te vinden. In Bakker<br />

q.q./Katko bij<strong>voor</strong>beeld behelpt de rechter zich met de vernietiging van<br />

de overeenkomst in plaats van de verrekening ter zake van de betaling<br />

zelf niet toe te laten, die ook tot een meer zuivere uitkomst zou<br />

leiden. 1157 In Tripels q.q./Van Rooyen, Auto Nellen, Tiethoff q.q./NMB<br />

en Kuijsters/Gaalman q.q. 1158 zijn wel incidentele aanwijzingen te<br />

vinden <strong>voor</strong> beperkingen aan de mogelijkheid van verrekening in<br />

verband met de paritas creditorum.<br />

van de persoonlijke aansprakelijkheid had mijns inziens niet alleen opgehangen mogen<br />

worden aan de door de feitelijke rechter aangenomen latere teruggaveverplichting maar<br />

aan de vraag of er een bijzondere positie van de leverancier was ontstaan doordat de<br />

overeenkomst werd aangegaan toen geobjectiveerde wetenschap van feitelijke<br />

insolventie bestond.<br />

1154<br />

p. 128.<br />

1155<br />

Vergelijk Loeffen q.q./BMH II en met name Eneca: ‘dat wanneer het verrichten van een<br />

handeling door de schuldenaar een noodzakelijke <strong>voor</strong>waarde is <strong>voor</strong> een gedraging van<br />

degene met of te wiens behoeve de handeling werd verricht, de <strong>voor</strong> de andere<br />

schuldeisers gunstige gevolgen van de gedragingen van de wederpartij niet buiten<br />

beschouwing gelaten mogen worden bij de beantwoording van de vraag of zij door de<br />

handeling van de schuldenaar benadeeld zijn’.<br />

1156<br />

Zie Loeffen q.q./BMH I en Amro/Curatoren THB.<br />

1157<br />

Zie X.17.<br />

1158<br />

HR 31-5-1963, NJ 1966, 340 (Tripels q.q./Van Rooyen); HR 25-5-1990, NJ 1990, 605<br />

(Auto Nellen); HR 22-12-1989, NJ 1990, 661 (Tiethoff q.q./NMB) en HR 30-9-1994, NJ<br />

1995, 626 (Kuijsters/Gaalman q.q.). Zie ook VIII.4.7.1 en Faber (2005), 570.<br />

420

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!