04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De Beklamel-norm en de bij de failliet betrokkene<br />

niet vaststaat of deze verdergaande medewerking zal worden verkregen.’ Gerede twijfel wordt<br />

negatief geformuleerd als het niet vaststaan dat medewerking wordt verkregen.<br />

Voor bestuurders geeft dit criterium <strong>voor</strong>tdurend inhoud aan de continuïteitsveronderstelling,<br />

dus niet alleen op het willekeurige moment van bij<strong>voor</strong>beeld de balansdatum.<br />

Zowel in 2:384 lid 3 BW, als in de Beklamel-jurisprudentie, als in 1 F (en 214<br />

F) gaat het kennelijk over een liquiditeitstekort (niet meer tijdig kunnen voldoen<br />

aan verplichtingen) dat niet is afgedekt – of waarvan niet vaststaat dat dit binnen<br />

redelijke termijn zal worden afgedekt – door vreemd en/of eigen vermogen dat<br />

door 'belanghebbenden' ter beschikking wordt gesteld. De criteria hebben<br />

betrekking op de liquiditeit op de kortere termijn. Een tijdelijk tekort aan<br />

kasmiddelen op de zeer korte termijn gecombineerd met een overstand bij de<br />

bank waardoor op enig moment betaling niet mogelijk is, is dus niet voldoende<br />

wanneer op korte termijn wel liquide middelen ter beschikking zullen komen. 37<br />

<strong>Het</strong> gaat om een op kortere termijn <strong>voor</strong>tdurend liquiditeitstekort, een tekort in<br />

de ‘netto liquide middelen’.<br />

De netto liquide middelen bestaan uit de liquide middelen (‘LM’: kas-<br />

en het saldo van banktegoeden, inclusief effecten, plus de kredietruimte 38 en de<br />

gefactureerde en/of op korte termijn te ontvangen debiteuren) minus de<br />

kortlopende schulden (‘kls’: de op evenzeer korte termijn te betalen schulden,<br />

niet zijnde een – naar verwachting – niet opgeëiste kredietschuld). De<br />

contractuele betalingstermijn <strong>voor</strong> debiteuren en crediteuren is doorgaans circa<br />

één maand. 39 Indien het tekort in de netto liquide middelen langer dan één<br />

maand duurt, mag van een relevant liquiditeitstekort gesproken worden.<br />

Eerder 40 hanteerde ik in het voetspoor van de accountancy het begrip ‘geschoond’ werkkapitaal,<br />

waarbij ook <strong>voor</strong>raden en onderhanden werk het saldo positief beïnvloeden. De Richtlijnen <strong>voor</strong><br />

Accountantscontrole (RAC) 570 handelen over de continuïteitsverklaring. In deze richtlijnen<br />

worden slechts, niet limitatieve, <strong>voor</strong>beelden gegeven van mogelijke gebeurtenissen of<br />

omstandigheden die afzonderlijk of tezamen een gerede twijfel kunnen doen ontstaan omtrent de<br />

continuïteitsveronderstelling. Dit zijn meer indicaties dan harde regels. De richtlijnen vermelden als<br />

eerste en belangrijkste financiële indicator ‘ongunstige solvabiliteit of ontoereikend<br />

werkkapitaal’. 41 <strong>Het</strong> werkkapitaal wordt mede bepaald door <strong>voor</strong>raden en onderhanden werk. Bij<br />

nader inzien was mijn gebruik van het werkkapitaal als criterium onjuist. Een liquiditeitstekort is<br />

er al bij een tekort aan netto liquide middelen. <strong>Het</strong> werkkapitaal, inclusief <strong>voor</strong>raden en<br />

onderhanden werk, is een te ruim begrip om liquiditeitsinsolventie te kunnen vaststellen. De<br />

omloopsnelheden van de vlottende activa en kortlopende passiva zijn daarin verschillend. Bij het<br />

‘tijdig’ betalen is het essentieel eenzelfde tijdspad te hanteren <strong>voor</strong> liquide en liquide te maken<br />

activa en te betalen schulden. Voorraden en onderhanden werk hebben een langer tijdspad bij het<br />

liquide maken en geven dus geen ‘tijdige’ dekking aan kortlopende verplichtingen. Zij moeten<br />

37<br />

Vergelijk ook HR 7-9-2001, JOR 2001, 222 (Blase/Noort) en HR 18-1-2002, JOR 2002,<br />

77 (Veenendaal/Droogh) (alleen pluraliteit is onvoldoende om te kunnen constateren dat<br />

men in de toestand verkeert te zijn opgehouden te betalen).<br />

38<br />

Zie ook uitdrukkelijk HR 3-4-1992, NJ 1992, 411 (Van Waning/Van der Vliet).<br />

39<br />

De gemiddelde betalingstermijn ligt al heel lang feitelijk op 47 dagen <strong>voor</strong> MKB en 58<br />

dagen <strong>voor</strong> grote ondernemingen (Duffhues 2003).<br />

40<br />

Van Eeghen (2001, 2004a en b), met instemming van Borrius (2003), en Jansen en<br />

Scholten (2003).<br />

41<br />

Werkkapitaal = vlottende activa minus kortlopende schulden.<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!