04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk X<br />

404<br />

omslachtig: ‘Met die strekking is niet onverenigbaar dat in een buiten<br />

de in die wet geregelde procesgang’ (de renvooiprocedure) ‘gevoerd<br />

geding tussen de curator en een derde die ook een vordering op de<br />

gefailleerde pretendeert, wordt beoordeeld en beslist of de vordering<br />

van die derde van dien aard is dat zij niet geverifieerd behoort te<br />

worden’. Wel dient Nimox aanspraak te maken op het eventuele<br />

liquidatieoverschot als (mede-)aandeelhouder.<br />

X.10 Montana I en II<br />

(HR 22-5-1992, NJ 1992, 526; HR 12-4-1996, NJ 1996, 488).<br />

Casus: Interniber (gedaagde) is een verkoopmaatschappij van caravans. In november 1984 is<br />

Montana door de moeder Interniber opgericht om te dienen als een eigen productiemaatschappij,<br />

zonder verkoopapparaat. Uitgangspunt en uiteindelijke praktijk was dat Montana uitsluitend <strong>voor</strong><br />

Interniber zou produceren en dat Interniber daartegenover verplicht was tot afname van de door<br />

Montana geproduceerde en <strong>voor</strong> haar bestemde caravans. Alle door Montana geproduceerde<br />

caravans zijn door Montana aan Interniber verkocht en door Interniber afgenomen. De caravans<br />

werden bij Montana gebouwd op bestelling van Interniber, dat wil zeggen dat Interniber telkens aan<br />

Montana opgaf het aantal, merk en type caravan waarnaar op dat moment vraag was. Na de<br />

levering en facturering aan Interniber vond betaling van de verschuldigde bedragen plaats door<br />

betaling van Interniber op rekening van Montana bij de Rabobank te Scheveningen waar<strong>voor</strong><br />

Interniber borg stond (en incidenteel door verrekening). Zo ook bij de laatste 16 (van in totaal 206)<br />

caravans die binnen 40 dagen (zie 43 F) <strong>voor</strong> <strong>faillissement</strong> (6 november 1985) aan Interniber<br />

werden geleverd. De koopprijs was marktconform. Rabobank verrekende de ontvangen betaling<br />

met de bestaande schuld. De curator is van oordeel dat bedoelde verkoop en levering onverplicht<br />

verrichte (rechts)handelingen zijn in de zin van art. 42 (oud) F en dat Interniber door deze<br />

betaalwijze zich als borg be<strong>voor</strong>deeld heeft ten nadele van de schuldeisers van Montana.<br />

Hof (I): ‘behoudens bijzondere omstandigheden, (kunnen) de schuldeisers van Montana eerst dan<br />

door de verkoop en (af)levering van bedoelde zestien stacaravans benadeeld (..) zijn indien<br />

Interniber <strong>voor</strong> deze zaken een lagere dan de normale of marktprijs heeft betaald’. (..) ‘Gesteld<br />

wordt dat behoudens tegenbewijs zou moeten worden aangenomen dat het bij deze transactie<br />

onmiskenbaar de bedoeling van partijen was de bankschuld, waar<strong>voor</strong> Interniber borg stond, <strong>voor</strong><br />

het <strong>faillissement</strong> van Montana zoveel mogelijk tot een lager bedrag terug te brengen. Deze stelling,<br />

wat daarvan zij, kan immers niet afdoen aan het feit dat de gewraakte transactie niet tot verdere<br />

vermogensvermindering van Montana heeft geleid’.<br />

Ook al leidt dit niet tot cassatie, van belang is dat de curator volgens het Hof de stelling<br />

heeft ontwikkeld ‘dat ook bij levering tegen marktprijzen benadeling van crediteuren had kunnen<br />

worden <strong>voor</strong>komen indien aan de productie, verkoop en betaling een meer zorgvuldige planning<br />

was <strong>voor</strong>afgegaan. Nu zulk een zorgvuldige planning blijkbaar achterwege is gebleven, heeft dit<br />

verzuim benadeling van crediteuren tot gevolg gehad’. Verder is van belang dat volgens de<br />

stellingen van de curator er sprake was van een toename van schulden met circa f 200.000 (periode<br />

onbekend, LvE)); dat de verkoopprijzen caravans <strong>voor</strong> het merendeel aangewend werden tot<br />

betaling op vordering Rabobank, die door borgtocht Interniber was gedekt; dat geen betalingen aan<br />

overige crediteuren werden gedaan, en dat het debetsaldo van de kredietrekening van Montana op<br />

26 sept. 1985 – 40 dagen <strong>voor</strong> de faillietverklaring op eigen verzoek – boven het toegestane bedrag<br />

van f 200 000 gestegen was.<br />

Hoge Raad (I): ‘3.2. <strong>Het</strong> eerste onderdeel klaagt dat het Hof van een onjuiste rechtsopvatting heeft<br />

blijk gegeven door te overwegen (r.o. 4.5) "dat, behoudens bijzondere omstandigheden, de<br />

schuldeisers van Montana eerst dan door de verkoop en (af-)levering van bedoelde zestien<br />

stacaravans benadeeld kunnen zijn indien Interniber <strong>voor</strong> deze zaken een lagere dan de normale of<br />

marktprijs heeft betaald'' en vervolgens in r.o. 4.7 te overwegen dat er geen benadeling van de<br />

schuldeisers was omdat de koopprijzen van de caravans als redelijk waren aan te merken.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!