04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

worden als risicodragend vermogen. Indien het dividendbesluit niet<br />

<strong>voor</strong> het geheel in strijd met de Pauliana-norm zou zijn geweest, zou dit<br />

zelfstandige betekenis kunnen hebben gehad. Maar let wel, de<br />

wenselijke solvabiliteitseis <strong>voor</strong> het dividendbesluit in verband met de<br />

Pauliana-norm is in verband met de verliesgevendheid ‘voldoende’<br />

(25%). De solvabiliteitseis in verband met de maximale financiering<br />

onder de verlengde Beklamel-norm is ‘onvoldoende’ (15%). 1112<br />

X.9.2.2 Juni 1984<br />

(xiv) Voor de daadwerkelijke overdracht in juni waarbij de vordering onder<br />

zekerheid werd gebracht, geldt eens temeer dat deze plaatsvond na<br />

wetenschap van dreigende insolventie – zonder uitzicht op redding – en<br />

dat deze onder de Pauliana-norm ongedaan gemaakt moet worden. Niet<br />

alleen het dividendbesluit maar ook het in tweede verband onder<br />

zekerheid brengen van de lening vormt een inbreuk op de bestaande<br />

rangorde, de bestaande paritas. Deze inbreuk vond niet alleen na<br />

verkregen wetenschap van dreigende, maar ook van feitelijke,<br />

insolventie, plaats.<br />

(xv) Indien Heller in juni 1984 bij de verkrijging van de schuld wetenschap<br />

van dreigende insolventie moest hebben, was ook een vordering jegens<br />

Heller op grond van 54 F mogelijk geweest. 1113 Dan zou de transactie<br />

tussen Heller en Nimox ook ongedaan gemaakt moeten worden. 1114 <strong>Het</strong><br />

gegeven dat ook het handelen van Heller onjuist kon zijn, werd<br />

onderkend, zij het dat niet onderkend is dat ook bij goede trouw van<br />

Heller (alleen) er reden was de transactie bij Nimox ongedaan te<br />

maken: ‘De verkoop en overdracht door Nimox aan Heller van de<br />

vordering van Nimox op Auditrade uit hoofde van de geldlening van 21<br />

dec. 1983 is jegens de overige crediteuren van Auditrade onrechtmatig<br />

geweest aangezien: – op grond van art. 54 Fw het Heller niet vrijstond<br />

in de gegeven omstandigheden de van Nimox overgenomen vordering<br />

op Auditrade te verhalen op de haar door Auditrade verstrekte<br />

zekerheden indien Heller ten tijde van die overname wist dat het<br />

<strong>faillissement</strong> van Auditrade te verwachten was en dus te kwader trouw<br />

handelde; – in het verlengde hiervan geldt dat Nimox evenzeer<br />

onrechtmatig handelde jegens de crediteuren van Auditrade door, in de<br />

wetenschap dat het <strong>faillissement</strong> van Auditrade te verwachten was, haar<br />

vordering op Auditrade tegen de nominale waarde daarvan te verkopen<br />

aan Heller onder zekerheidstelling jegens Heller <strong>voor</strong> het<br />

verhaalsrisico’.<br />

(xvi) <strong>Het</strong> Hof gaat ervan uit dat in juni 1984 wetenschap van feitelijke<br />

insolventie bestond: ‘dat Nimox op 21 juni 1984 in elk geval geweten<br />

1112 Zie IV.6.4.<br />

1113 Zie ook IX.4.3.1.<br />

1114 Zie VII.5.<br />

401

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!