04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

was zodat er geen aanleiding is hem te betrekken bij het per saldo<br />

ongedaan maken van het nadeel. 1106<br />

X.8.3 Eindoordeel naar wenselijk recht<br />

(iv) Conform het arrest: geen verrekening, zie concl. 60.<br />

X.8.4 Evaluatie overwegingen Hoge Raad<br />

(v) Toepassing 54 F.<br />

<strong>Het</strong> arrest bevestigt de reeds in Loeffen q.q./BMH I uitgesproken regel<br />

dat bij compensatie door een bank van een <strong>voor</strong> de schuldenaar<br />

ontvangen bedrag (toen nog ‘veeleer’), 54 F en de daarin genoemde eis<br />

van de goede trouw moet worden toegepast. <strong>Het</strong> arrest is daarmee ook<br />

te zien als een bevestiging van de ‘moderne’ opvatting over de actio<br />

Pauliana in Loeffen q.q./BMH I dat het bij betalingen niet om de<br />

‘kwade trouw’ van 47 F (of het in 53 F zelfs ontbreken van die eis)<br />

gaat, maar om de in verband met de concursus in acht te nemen goede<br />

trouw. Die goede trouw is kennelijk hetzelfde als de wetenschap van<br />

dreigende insolventie: ‘Voldoende is in ieder geval dat de betrokken<br />

"overnemer'' op het ogenblik der verkrijging wist dat de schuldenaar in<br />

een zodanige toestand verkeerde dat zijn <strong>faillissement</strong>,<br />

onderscheidenlijk zijn surseance van betaling was te verwachten’. <strong>Het</strong><br />

ging hier om de betaling aan de bank als ‘derde’ en niet als betrokkene.<br />

(vi) Inconsistentie.<br />

De opvatting met betrekking tot 54 F leeft, zoals Kortmann en met<br />

name Faber 1107 steekhoudend uiteengezet hebben, op gespannen voet<br />

met 47 F en daarop gebaseerde arresten zoals Gispen q.q./IFN en<br />

Kok/Okma. Er bestaat geen normatieve verklaring <strong>voor</strong> het feit dat als<br />

de betaling door de failliet zelf wordt gedaan de criteria van 47 F gelden<br />

en dat als de betaling door een derde wordt gedaan de wetenschap van<br />

benadeling geldt.<br />

(vii) Girale betaling.<br />

De motivering van de uitzondering op 47 en 53 F is mager. Zij is<br />

eigenlijk alleen gelegen in de huidige ‘girale betaling die eerder regel<br />

dan uitzondering is’. Als de Hoge Raad ‘daar’ laat of er sprake is van<br />

schuldoverneming in de zin van 54 F verhult hij slechts dat dat gewoon<br />

niet het geval is. Eigenlijk schuift de Hoge Raad 47 en 53 F normatief<br />

ter zijde en wel omdat de girale betaling heden ten dage eerder regel<br />

dan uitzondering is. <strong>Het</strong> geld op de bank wordt behandeld alsof het<br />

goederenrechtelijk eigendom van de rekeninghouder is. Daarbij wordt<br />

dan de verhouding met de bank geheel weggedacht. Dat betalingen<br />

1106 Zie VII.5.<br />

1107 Kortmann (1989), p. 217 e.v.; Faber (2005).<br />

393

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!