04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk X<br />

of verpandingen slechts onder de strikte <strong>voor</strong>waarden van 47 F kunnen<br />

worden vernietigd. <strong>Het</strong> is wenselijk dat ook na dreigende insolventie –<br />

maar vóór feitelijke insolventie – de kredietovereenkomst nog gewoon<br />

kan worden <strong>voor</strong>tgezet. Zoals eerder 1090 uiteengezet is de bescherming<br />

van de financier materieel juist, maar is 47 F daar niet <strong>voor</strong> nodig. <strong>Het</strong><br />

proces van betalingen op verpande vorderingen, het ontstaan van<br />

kredietruimte en de verpanding van daarvóór nog toekomstige<br />

vorderingen leidt in dynamisch perspectief bezien in beginsel niet tot<br />

nadeel. <strong>Het</strong> al dan niet bestaan van nadeel komt in het arrest niet aan de<br />

orde.<br />

(x) Opeisbaar.<br />

Hoewel er een schuld aan de bank bestond evenals een verplichting om<br />

in verband daarmee vorderingen tot zekerheid te cederen, wordt er<br />

aangenomen dat de cessie op 8 november geen voldoening aan een<br />

opeisbare schuld was in de zin van 47 F, omdat afgesproken was<br />

(slechts) één keer in de 14 dagen een cessie te doen. Was de cessie<br />

daarmee ‘onverschuldigd’? In het licht van de kredietovereenkomst en<br />

de stamcessieovereenkomst niet. Hij was slechts niet opeisbaar in de zin<br />

van 47 F in het licht van de concrete uitwerking van de<br />

cessieverplichting. Zodoende werd de wetenschap van benadeling<br />

alsnog actueel.<br />

(xi) Formele eis versus nadeel.<br />

Zou de Hoge Raad ook zo beslist hebben als de cessie inderdaad<br />

vroegtijdig was maar het tijdstip waarop gecedeerd moest worden<br />

verstreken was <strong>voor</strong> <strong>faillissement</strong>? De interpretatie van de<br />

opeisbaarheid, die zou nopen tot het opnieuw cederen, is dan toch wel<br />

erg formalistisch. 1091 <strong>Het</strong> gaat immers niet om de opeisbaarheid maar om<br />

de vraag of relevant nadeel optreedt. 1092<br />

(xii) Hoe algemener de verplichting, hoe groter de bescherming?<br />

Ook bij vergelijking met Montana II blijkt het onbevredigende karakter<br />

van deze benadering. In dit arrest werd (met een dubbelzinnige<br />

betekenis van de ‘transactie’) aangenomen dat er geen sprake was van<br />

een onverplichte rechtshandeling. Grond daar<strong>voor</strong> was de intentie bij<br />

oprichting van Montana en latere gesprekken tussen Interniber en de<br />

directeur van Montana dat Montana exclusief <strong>voor</strong> Interniber caravans<br />

zou bouwen die Interniber ook zou afnemen. De verplichting was, zeker<br />

gemeten in tijd, ongemeen vaag en kennelijk afhankelijk van o.a. de<br />

productie door Montana en bestellingen van Interniber. Amro struikelde<br />

in het hier besproken arrest over een specifieke afspraak in het kader<br />

van een ook algemeen bestaande verplichting tot zekerheidstelling.<br />

1090 Zie IX.4.1 en IX.4.2.<br />

1091 Dat bezwaar geldt in zekere zin ook <strong>voor</strong> het Wollie-arrest (HR 23-4-1999, NJ 2000,<br />

158) waar verpande goederen werden verkocht t.b.v. de bank. Verpanding van de te<br />

realiseren opbrengst zou geen nadeel hebben toegebracht. Maar in dat geval had geen<br />

verpanding plaatsgehad en strekte de opbrengst niet tot zekerheid.<br />

1092 Vergelijk HR 17-12-1995, NJ 1996, 471 (Mulder q.q./CLBN).<br />

384

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!