04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk X<br />

die terugtrekking in begin 1979 nog verwacht mocht worden dat alle schuldeisers van de Stichting<br />

uit het vermogen van de Stichting voldaan zouden kunnen worden’.<br />

Middel 2 e klaagt: <strong>Het</strong> Bouwfonds heeft bij herhaling aan Keulen toegezegd dat de<br />

Stichting en het Bouwfonds materieel gezien een waren, en dat het Bouwfonds geheel achter de<br />

verplichtingen van de Stichting stond en zou blijven staan. Deze omstandigheid is door het Hof ten<br />

onrechte uitsluitend als afzonderlijke grondslag van haar vordering behandeld doch niet als<br />

omstandigheid die een onrechtmatige daad van het Bouwfonds – mede – bepaalt of kan bepalen.<br />

De Hoge Raad overweegt: ‘Aantekening verdient daarbij <strong>voor</strong>ts dat de in onderdeel 2 onder e<br />

bedoelde omstandigheden hierbij geen gewicht in de schaal leggen, nu het Hof kennelijk heeft<br />

aangenomen dat zij door Keulen als een zelfstandige grondslag <strong>voor</strong> zijn vordering zijn bedoeld en<br />

niet mede ten grondslag zijn gelegd aan zijn vordering, <strong>voor</strong> zover gebaseerd op onrechtmatige<br />

daad’.<br />

Bespreking:<br />

X.5.1 Relevante vragen volgens wenselijk recht<br />

(i) (Pauliana-norm) had BLG ten tijde van de terugbetaling wetenschap<br />

van dreigende insolventie, en zo ja tot welk nadeel leidde de<br />

terugbetaling?<br />

(ii) (Beklamel-norm) was BLG als financier (zonder zekerheden) en/of<br />

oprichter/indirect bestuurder een betrokkene, en zo ja, had zij ten tijde<br />

van de opzegging of terugbetaling wetenschap van dreigende<br />

insolventie; dan wel (nuancering (1) Beklamel-norm) vond de<br />

opzegging/terugbetaling plaats na wetenschap van dreigende insolventie<br />

en was deze niet te zien als een daad strekkende tot redding van de<br />

onderneming, het behoud van actief, of beperking van <strong>faillissement</strong>spassief?<br />

X.5.2 Relevante feiten en financiële positie<br />

(iii) Uit de – niet alle in de casus vermelde – feiten blijkt duidelijk, dat in<br />

december 1978 een uitgewerkte liquidatiebalans was gemaakt, die<br />

leidde tot een batig saldo <strong>voor</strong> de Stichting van ruim f 2.000.000. In dat<br />

licht bezien was er geen sprake van wetenschap van dreigende<br />

insolventie. De redenen die tot het tekort zouden leiden waren kennelijk<br />

niet <strong>voor</strong>zienbaar. Met het ontbreken van wetenschap van dreigende<br />

insolventie staat ook het ontbreken van wetenschap van feitelijke<br />

insolventie vast en heeft het gegeven dat BLG door de ‘verwevenheid’<br />

als betrokkene zou kunnen worden aangemerkt geen afzonderlijke<br />

betekenis. De wetenschap van feitelijke insolventie had overigens een<br />

ander perspectief dan alleen de netto liquide middelen. Waar in casu al<br />

moest worden uitgegaan van liquidatie, en de continuïteitsveronderstelling<br />

dus geen opgeld meer deed, moest gekeken worden<br />

naar het te verwachten liquidatiesaldo.<br />

380

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!