04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk X<br />

bestaande gunstige verwachtingen <strong>voor</strong> Osby-Nederland. <strong>Het</strong> Hof had<br />

zijn beslissing op dit punt met redenen moeten omkleden, zulks temeer<br />

omdat ingevolge de onder 2 bedoelde regel van belang is of en in<br />

hoeverre Osby-Zweden ten tijde van de zekerheidsoverdracht wist of<br />

behoorde te weten dat nieuwe schuldeisers zouden worden benadeeld.’<br />

De ‘gunstige verwachtingen’ moeten slaan op de toekomstige<br />

rentabiliteit en daarmee ook op de ontwikkeling van de liquiditeitspositie<br />

op termijn. Doordat daarbij een band wordt gelegd met de<br />

Pauliana-norm in het kader van en ‘ten tijde van de<br />

zekerheidsoverdracht’ is niet meer duidelijk welke plaats de Hoge Raad<br />

inruimt <strong>voor</strong> de financieringsstructuur. Immers juist door het ter<br />

beschikking stellen van vreemd vermogen (tegen zekerheden) kan<br />

<strong>voor</strong>zien worden in een overbrugging van een in het kader van<br />

verwachtingen tijdelijk liquiditeitstekort. Dat betekent dat de<br />

financieringsstructuur óf geen enkele rol speelt zolang maar <strong>voor</strong>zien<br />

wordt in een te verwachten liquiditeitstekort – los van het feit dat daar<br />

zekerheden tegenover staan – óf dat de financieringsstructuur, die mede<br />

bepalend is <strong>voor</strong> het risicoprofiel van crediteuren, een geheel<br />

zelfstandige rol moet spelen. Naar mijn mening is het wenselijk om<br />

tenminste bij de verhoging van het risicoprofiel door vergroting van het<br />

vreemd vermogen en daartegenover staande zekerheden zelfstandige<br />

eisen te stellen aan de financieringsstructuur. 1080 In dit bijzondere geval<br />

speelde het daaruit <strong>voor</strong>tvloeiende nadeel slechts een ondergeschikte rol<br />

(zie hierboven).<br />

(xviii) Eigen schuld.<br />

In de overwegingen wordt plaats ingeruimd <strong>voor</strong> de eigen schuld van de<br />

crediteur: ‘Osby-Zweden heeft bij haar beroep op "eigen schuld'' van<br />

LVM onder meer aangevoerd dat LVM niet de hand heeft gehouden aan<br />

de door haar bedongen betalingstermijn: binnen acht dagen. <strong>Het</strong> Hof<br />

had daarover niet mogen zwijgen.’ In Notarissen/Curatoren THB 1081<br />

wordt dit verlangen, als het gaat om een door de curator in te stellen<br />

vordering, door de Hoge Raad zelf alsnog om zeep geholpen. Met recht:<br />

bij toepassing van de Beklamel-norm is het immers de betrokkene die<br />

onzorgvuldig handelt jegens een derde, die niet of nauwelijks inzicht<br />

heeft in en invloed heeft op de insolventie en daaruit <strong>voor</strong>tvloeiende<br />

risicoverplaatsing. 1082<br />

X.5 Keulen/BLG<br />

(HR 9-5-1986, NJ 1986, 792)<br />

Casus: BLG heeft als doel de bevordering van eigen-woningbezit in een aantal Limburgse<br />

gemeenten. Timmermans, die toen directeur van BLG was, heeft, optredende zowel <strong>voor</strong> zich in<br />

1080 Zie hoofdstuk IV en IX.3.2.<br />

1081 HR 23-12-1994 en HR 15-9-1995, NJ 1996, 627, 628 en 629 (Notarissen/Curatoren<br />

THB). Zie ook Vriesendorp (1997).<br />

1082 Zie uitgebreid VIII.7.3. Vergelijk ook X.2 en met name X.2.3 aantekening ((xxi).<br />

378

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!