04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

of behoorde te <strong>voor</strong>zien dat nieuwe schuldeisers zouden worden<br />

benadeeld bij gebrek aan verhaal, en desalniettemin nalaat zorg te<br />

dragen dat die schuldeisers worden voldaan’, is sprake van een dubbelzinnig<br />

tijdstip. Bij de verwijzing naar ‘het verloop van zaken (..) ten<br />

tijde van gedragingen als <strong>voor</strong>meld’ gaat het kennelijk over het tijdstip<br />

van de verstrekking van de zekerheden (anders: Erba I, verloop van<br />

zaken nadien). Bij het moeten zorgdragen dat ‘nieuwe schuldeisers<br />

worden voldaan’ gaat het kennelijk over de ontwikkelingen daarna en<br />

daarbij wordt ook gerefereerd aan de bijzondere positie van de moeder/<br />

financier als betrokkene. De overweging ‘r.o. 15 van het bestreden<br />

arrest moet in deze zin worden begrepen, dat het Hof van oordeel is dat<br />

Osby-Zweden weliswaar na de zekerheidsoverdracht haar krediet aan<br />

Osby-Nederland vergroot heeft, maar met een te gering bedrag om de<br />

onrechtmatigheid van haar handelwijze weg te nemen’ refereert ook<br />

duidelijk aan toedoen na de verstrekking van zekerheden en een in acht<br />

te nemen zorgvuldigheid als bedoeld in de (verlengde) Beklamel-norm.<br />

Ook al is dat de Hoge Raad ‘niet duidelijk’, uitgaande van de schending<br />

van de Beklamel-norm gaat het tegenover de crediteur wel degelijk over<br />

nadeel dat per saldo bestaat uit de onbetaald gebleven nieuwe<br />

vorderingen terzake van overeengekomen leveranties na feitelijke<br />

insolventie: het uit de transactie <strong>voor</strong>tvloeiende verlies en de liquidatiewaarde<br />

van het geleverde goed die – door fiduciaire cessie van <strong>voor</strong>raad<br />

en daarmee te realiseren vorderingen – tot zekerheid is overgedragen. 1078<br />

Uitgaande van de verlengde Beklamel-norm gaat het om de gevolgen<br />

van het niet-risicodragend financieren van verliezen nadat een<br />

onvoldoende solvabiliteit is ontstaan.<br />

(xvi) 47 F.<br />

Gaat de Hoge Raad ervan uit dat onrechtmatigheid ook kan zijn<br />

ontstaan ná de verstrekking van de nadere zekerheid, dan is ook<br />

duidelijk dat daarbij de criteria van 47 F geen rol spelen en dat ook de<br />

onverplichte rechtshandeling als bedoeld in 42 F niet noodzakelijk hoeft<br />

te zijn <strong>voor</strong> de benadelingsvordering. 1079<br />

(xvii) Gevolgen onvoldoende solvabiliteit.<br />

De Hoge Raad hecht een zeker belang aan de door het Hof aangenomen<br />

onderkapitalisatie. Hij overweegt: ‘<strong>Het</strong> Hof is in r.o. 4 tot de slotsom<br />

gekomen dat het "opstarten'' van een productiebedrijf als dat van Osby-<br />

Nederland met een werkkapitaal als door het Hof vermeld, nauwelijks<br />

denkbaar is. Deze slotsom houdt mede in, dat het naar het oordeel van<br />

het Hof ook <strong>voor</strong> Osby-Zweden nauwelijks denkbaar moet zijn geweest,<br />

dat zij met het door haar gefourneerde kapitaal Osby-Nederland tot een<br />

levensvatbare onderneming zou kunnen maken. Terecht voert het<br />

middel aan dat het Hof zonder motivering is <strong>voor</strong>bijgegaan aan de in<br />

het onderdeel aangeduide stellingen van Osby-Zweden over de bij haar<br />

1078 Zie VII.6.<br />

1079 Zie ook VI.3.4; VIII.2; concl. 26.<br />

377

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!