04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

X.4.2.3 Feitelijke insolventie (Beklamel-norm)<br />

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

(iv) De netto liquiditeitspositie, en de ontwikkeling daarvan, is uit de<br />

bekende gegevens niet te destilleren. De relevante posten zijn niet<br />

bekend. De kredietuitbreidingen en verliezen maken wel duidelijk dat er<br />

telkens moest worden aangevuld, maar ook dat dat daadwerkelijk<br />

gebeurde. <strong>Het</strong> Hof overweegt: ‘Lange tijd maakte Osby-Nederland op<br />

buitenstaanders een redelijk gezonde indruk – facturen van<br />

bedrijfscrediteuren en andere opeisbare vorderingen werden steeds<br />

normaal voldaan en <strong>voor</strong> buitenstaanders was en bleef Osby-Nederland<br />

een snel expanderende en goed lopende dochtermaatschappij van een<br />

als solide bekend staande Zweedse moeder. Half februari 1970 werd<br />

plotseling bekend dat Osby-Nederland in liquiditeitsmoeilijkheden<br />

verkeerde’. Daaruit zou kunnen worden opgemaakt dat de feitelijke<br />

insolventie ook pas in februari 1970 intrad. Waarschijnlijk is dat echter<br />

niet. Niet alleen werden facturen van november 1969 en december 1969<br />

niet betaald, maar uit de hier<strong>voor</strong> gemaakte reconstructie blijkt dat het<br />

in 1969 oplopende tekort door verliezen slechts deels door een<br />

verhoging van de financiering werd gedekt. Per ultimo januari 1970 zijn<br />

de overige passiva, inclusief handelscrediteuren, mede door het verlies<br />

van f. 1.175, met f. 2,7 miljoen toegenomen terwijl de financiering per<br />

saldo slechts met f. 300.000 was toegenomen. 1074 Vermoedelijk zal de<br />

feitelijke insolventie wel al ergens in 1969 zijn ingetreden.<br />

X.4.2.4 Dreigende insolventie in oktober 1968? (Pauliana-norm)<br />

(v) In oktober 1968 werd het bestaande krediet opgezegd en vernieuwd bij<br />

een andere bank en bedong Osby-Zweden zekerheden <strong>voor</strong> haar lening<br />

in rekening-courant. Afgaande op de opzegging en de cijfers per april<br />

1968 en de ontwikkeling in 1969 was er reden tot zorg. Bij <strong>voor</strong>tzetting<br />

van de verliestrend zou de onderneming niet op eigen kracht kunnen<br />

overleven. Door de sedert 1967 geboekte verliezen zal de<br />

liquiditeitspositie onder spanning zijn komen te staan. <strong>Het</strong> eigen<br />

vermogen zal in oktober 1968 ongeveer zijn opgedroogd. Afgaande op<br />

de situatie april 1967-1968, resultaat van 0 naar -/- 280.000 en<br />

solvabiliteit van 23% naar 7%, moet het bestaan van wetenschap van<br />

benadeling worden aangenomen (gezien verliesgevendheid is de<br />

vereiste ‘voldoende’ solvabiliteit 30%). 1075 De equipment-overdracht<br />

dient derhalve als zekerheid ongedaan te worden gemaakt. Tenzij de<br />

1074 Voor een onbekend deel vond kennelijk ook financiering buiten de balans om plaats<br />

doordat Osby-Zweden inkopen zelf deed en de goederen in bruikleen gaf, waardoor naar<br />

aan te nemen is pas een schuld aan Osby-Zweden ontstond na verkoop van de middelen<br />

door Osby-Nederland. Overigens valt wel op dat de post handelscrediteuren in januari<br />

1970 niet substantieel afwijkt van die post in bij<strong>voor</strong>beeld april 1968. De extreme<br />

verhoging van de overige passiva vraagt om een niet uit de bekende feiten te destilleren<br />

verklaring.<br />

1075 Zie VI.4.<br />

373

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!