04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

Neemt men bovendien de sub 4 vermelde credietcijfers in aanmerking, dan ligt de conclusie <strong>voor</strong> de<br />

hand, dat de financiële positie van Osby-Nederland in de vijf jaren van haar bestaan een uiterst<br />

ongezonde ontwikkeling te zien heeft gegeven. Veelbetekenend is in dit verband dat ultimo 1967 de<br />

Algemene Bank Nederland, die het bankcrediet verzorgde, meer zekerheid verlangde en, toen dit op<br />

moeilijkheden stuitte, de relatie verbrak en dat in januari 1968 de Bank of America pas bereid<br />

bleek als bankier met Osby-Nederland verder te gaan toen Osby-Zweden zich bereid verklaarde om<br />

<strong>voor</strong> het volle bedrag – een aanzienlijk hoger bedrag dan tevoren – borg te staan.’<br />

Osby-Zweden resteert na uitwinning van zekerheden ten bedrage van 77944,35 een<br />

<strong>faillissement</strong>sschuld van 1.761.032,87 waarop geen betaling zal kunnen worden gedaan. <strong>Het</strong> Hof<br />

acht de stelling van Osby-Zweden dat zij als tegenprestatie <strong>voor</strong> de door haar verkregen zekerheden<br />

een hogere borgtocht op het krediet van de bank heeft toegestaan en bovendien het door hemzelf<br />

verstrekte krediet nog aanzienlijk heeft opgetrokken – totaal "in feite'' ongeveer f 2.000.000 – en de<br />

vragen of Osby-Zweden verrijkt is dan wel schade heeft geleden irrelevant: ‘aan Osby-Zweden<br />

wordt immers nu juist verweten dat zij, de facto "het orgel trappende'', op de eerder omschreven<br />

wijze haar dochterbedrijf, dat ten dode leek te zijn opgeschreven, met niet of nauwelijks<br />

waarneembare paardenmiddelen op de been heeft gehouden en daarbij zo veel mogelijk haar eigen<br />

belangen heeft veilig gesteld en de belangen van de geheel onwetende schuldeisers op grove wijze<br />

heeft verwaarloosd’.<br />

<strong>Het</strong> beroep van Osby-Zweden op "eigen schuld'', hierin bestaande dat LVM, mede<br />

gezien de <strong>voor</strong> iedereen kenbare tweede hypotheek, haar eigen belangen had moeten beschermen,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld door leveranties te weigeren of onder rembours te leveren of zekerheid te vragen of<br />

door inzage in de balans te verzoeken of overleg met de accountant van Osby-Nederland te plegen<br />

wordt door het Hof verworpen omdat Osby-Nederland op buitenstaanders een redelijk gezonde<br />

indruk maakte: ‘door maatregelen als zo-even bedoeld ook bij gezond lijkende bedrijven op straffe<br />

van "eigen schuld'' verplicht te stellen zou het handelsverkeer vastlopen’.<br />

Hoge Raad: ‘Indien een moedermaatschappij alle aandelen in een dochtermaatschappij bezit en<br />

aan de dochter krediet heeft verstrekt en vervolgens de activa van de dochter, toekomstige<br />

inbegrepen, volledig of nagenoeg volledig van deze in zekerheidseigendom verwerft, aldus dat de<br />

dochter aan nieuwe schuldeisers die haar na de zekerheidsoverdracht krediet geven praktisch geen<br />

verhaal meer biedt, kan er, indien de moedermaatschappij nalaat zich de belangen van de nieuwe<br />

schuldeisers aan te trekken, onder omstandigheden sprake zijn van een onrechtmatige daad van<br />

haar jegens dezen. Met name zal dit zo zijn, indien de moeder een zodanig inzicht in en<br />

zeggenschap over het beleid van de dochter heeft, dat zij, gelet op de omvang van haar vordering<br />

en van de zekerheidsoverdracht en het verloop van zaken in het bedrijf van de dochter, ten tijde van<br />

gedragingen als <strong>voor</strong>meld wist of behoorde te <strong>voor</strong>zien dat nieuwe schuldeisers zouden worden<br />

benadeeld bij gebrek aan verhaal, en desalniettemin nalaat zorg te dragen dat die schuldeisers<br />

worden voldaan.’ ‘Door in het beroepen arrest <strong>voor</strong>melde regel toe te passen heeft het Hof niet<br />

blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting’. Niettemin wordt het arrest gecasseerd op grond<br />

van gebreken in de motivering:<br />

- <strong>Het</strong>geen Osby-Zweden omstreeks de faillietverklaring van Osby-Nederland heeft gedaan en<br />

aangeboden, is relevant: ‘of Osby-Zweden zich onrechtmatig jegens LVM heeft gedragen hangt<br />

o.m. hiervan af, of zij zich in voldoende mate de belangen van de latere crediteuren heeft<br />

aangetrokken. Daar<strong>voor</strong> kan van belang zijn dat zij een aanbod aan de crediteuren heeft gedaan,<br />

zomede de inhoud van dit aanbod.’<br />

- Voor wat betreft het verband tussen de onrechtmatige daad van Osby-Zweden en de door LVM<br />

geleden schade is ‘niet duidelijk (..) waarom die schade het gehele bedrag van de vordering van<br />

LVM op Osby-Nederland zou belopen.’<br />

- ‘<strong>Het</strong> Hof is in r.o. 4 tot de slotsom gekomen dat het "opstarten'' van een productiebedrijf als dat<br />

van Osby-Nederland met een werkkapitaal als door het Hof vermeld, nauwelijks denkbaar is. Deze<br />

slotsom houdt mede in, dat het naar het oordeel van het Hof ook <strong>voor</strong> Osby-Zweden nauwelijks<br />

denkbaar moet zijn geweest, dat zij met het door haar gefourneerde kapitaal Osby-Nederland tot<br />

een levensvatbare onderneming zou kunnen maken. Terecht voert het middel aan dat het Hof<br />

zonder motivering is <strong>voor</strong>bijgegaan aan de in het onderdeel aangeduide stellingen van Osby-<br />

Zweden over de bij haar bestaande gunstige verwachtingen <strong>voor</strong> Osby-Nederland. <strong>Het</strong> Hof had zijn<br />

beslissing op dit punt met redenen moeten omkleden, zulks temeer omdat ingevolge de onder 2<br />

369

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!